Chords for Ancora - We Zullen Haar Ooit Vinden (Officiële Videoclip)
Tempo:
107.2 bpm
Chords used:
A
D
E
F#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A] [D] [A]
2018, [D] [A] in Saint Marlow.
Ik zag op de kade een [E] meisje, heel alleen.
[A] Ze wilde varen, [D] [A] en ze zocht geluk.
[D] [A] En ze vroeg indringend, [E] mag ik met jullie mee?
[A] Zo vreemd dat [D] zij [A] verdween, mij vroegen [D] het [A] iedereen.
Maar niemand [E] had haar [A] mee gezien.
Wij gaan [D] door [A] weer en wind, als daar [D] een [A] meid ons blindt.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[F#m] Zij is de [D] [A] moeite waard, al blijft [D] ons [A] niets bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] In elke uithoek gaan wij van boord.
[D] [A] Op elke [E] kade heeft men van haar [A] gehoord.
Hier een foto, [D] [A] waarop zij lacht.
[D] [A] We zullen zoeken, [E] al is het dag en [A] nacht.
Zo vreemd [D] dat [A] zij verdween, mij [D] vroegen het [A] iedereen.
Maar [E] niemand had haar mee [A] gezien.
Wij gaan [D] door weer [A] en wind, als [D] daar een meid [A] ons blindt.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[F#m] Zij is [D] de moeite [A] waard, al [D] blijft ons niets [A] bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] [D] [A] We zullen haar [E] ooit vinden.
[F#m] [D] [A] We
[D] [A] zullen [E] haar ooit vinden.
[A] 2018, [D] [A] Saint Malo.
[D] [A] Op de kade [E] een meisje, heel [D] alleen.
[A] Wij gaan [D] door weer [A] en wind, als [D] daar een meid [A] ons blindt.
We zullen haar [E] ooit vinden.
[F#m] Zij is [D] de moeite [A] waard, al [D] blijft ons niets [A] bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] [D] [A]
We zullen haar [E] ooit [F#m] vinden.
[D] [A]
[D] [A] We zullen [E] haar ooit [N] vinden.
2018, [D] [A] in Saint Marlow.
Ik zag op de kade een [E] meisje, heel alleen.
[A] Ze wilde varen, [D] [A] en ze zocht geluk.
[D] [A] En ze vroeg indringend, [E] mag ik met jullie mee?
[A] Zo vreemd dat [D] zij [A] verdween, mij vroegen [D] het [A] iedereen.
Maar niemand [E] had haar [A] mee gezien.
Wij gaan [D] door [A] weer en wind, als daar [D] een [A] meid ons blindt.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[F#m] Zij is de [D] [A] moeite waard, al blijft [D] ons [A] niets bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] In elke uithoek gaan wij van boord.
[D] [A] Op elke [E] kade heeft men van haar [A] gehoord.
Hier een foto, [D] [A] waarop zij lacht.
[D] [A] We zullen zoeken, [E] al is het dag en [A] nacht.
Zo vreemd [D] dat [A] zij verdween, mij [D] vroegen het [A] iedereen.
Maar [E] niemand had haar mee [A] gezien.
Wij gaan [D] door weer [A] en wind, als [D] daar een meid [A] ons blindt.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[F#m] Zij is [D] de moeite [A] waard, al [D] blijft ons niets [A] bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] [D] [A] We zullen haar [E] ooit vinden.
[F#m] [D] [A] We
[D] [A] zullen [E] haar ooit vinden.
[A] 2018, [D] [A] Saint Malo.
[D] [A] Op de kade [E] een meisje, heel [D] alleen.
[A] Wij gaan [D] door weer [A] en wind, als [D] daar een meid [A] ons blindt.
We zullen haar [E] ooit vinden.
[F#m] Zij is [D] de moeite [A] waard, al [D] blijft ons niets [A] bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] [D] [A]
We zullen haar [E] ooit [F#m] vinden.
[D] [A]
[D] [A] We zullen [E] haar ooit [N] vinden.
Key:
A
D
E
F#m
A
D
E
F#m
[A] _ _ _ _ [D] _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ 2018, [D] [A] in Saint Marlow. _
Ik zag op de kade een [E] meisje, heel alleen. _
[A] Ze wilde varen, [D] [A] en ze zocht geluk. _
[D] [A] En ze vroeg indringend, _ [E] mag ik met jullie mee?
[A] Zo vreemd dat [D] zij [A] verdween, mij vroegen [D] het [A] iedereen.
Maar niemand [E] had haar [A] mee gezien.
Wij gaan [D] door [A] weer en wind, als daar [D] een [A] meid ons blindt.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[F#m] _ Zij is de [D] [A] moeite waard, al blijft [D] ons [A] niets bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] In elke uithoek gaan wij van boord.
[D] [A] Op elke [E] kade heeft men van haar [A] gehoord.
Hier een foto, [D] [A] waarop zij lacht.
[D] [A] We zullen zoeken, [E] al is het dag en [A] nacht.
Zo vreemd [D] dat [A] zij verdween, mij [D] vroegen het [A] iedereen.
Maar [E] niemand had haar mee [A] gezien.
Wij gaan [D] door weer [A] en wind, als [D] daar een meid [A] ons blindt.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[F#m] _ Zij is [D] de moeite [A] waard, al [D] blijft ons niets [A] bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] _ _ _ _ [D] _ [A] _ We _ _ _ zullen haar [E] ooit vinden.
[F#m] _ _ _ _ [D] [A] We _ _
[D] _ [A] zullen _ [E] haar ooit vinden.
[A] _ _ 2018, [D] _ [A] Saint Malo.
[D] _ [A] Op de kade [E] een meisje, heel [D] alleen. _ _ _ _ _ _
[A] _ Wij gaan [D] door weer [A] en wind, als [D] daar een meid [A] ons blindt.
We zullen haar [E] ooit vinden.
[F#m] _ Zij is [D] de moeite [A] waard, al [D] blijft ons niets [A] bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] _ _ _ _ [D] _ _ [A] _ _
_ We zullen haar [E] ooit [F#m] vinden.
_ _ _ [D] _ _ [A] _ _
[D] _ [A] We zullen [E] haar ooit [N] vinden.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ 2018, [D] [A] in Saint Marlow. _
Ik zag op de kade een [E] meisje, heel alleen. _
[A] Ze wilde varen, [D] [A] en ze zocht geluk. _
[D] [A] En ze vroeg indringend, _ [E] mag ik met jullie mee?
[A] Zo vreemd dat [D] zij [A] verdween, mij vroegen [D] het [A] iedereen.
Maar niemand [E] had haar [A] mee gezien.
Wij gaan [D] door [A] weer en wind, als daar [D] een [A] meid ons blindt.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[F#m] _ Zij is de [D] [A] moeite waard, al blijft [D] ons [A] niets bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] In elke uithoek gaan wij van boord.
[D] [A] Op elke [E] kade heeft men van haar [A] gehoord.
Hier een foto, [D] [A] waarop zij lacht.
[D] [A] We zullen zoeken, [E] al is het dag en [A] nacht.
Zo vreemd [D] dat [A] zij verdween, mij [D] vroegen het [A] iedereen.
Maar [E] niemand had haar mee [A] gezien.
Wij gaan [D] door weer [A] en wind, als [D] daar een meid [A] ons blindt.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[F#m] _ Zij is [D] de moeite [A] waard, al [D] blijft ons niets [A] bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] _ _ _ _ [D] _ [A] _ We _ _ _ zullen haar [E] ooit vinden.
[F#m] _ _ _ _ [D] [A] We _ _
[D] _ [A] zullen _ [E] haar ooit vinden.
[A] _ _ 2018, [D] _ [A] Saint Malo.
[D] _ [A] Op de kade [E] een meisje, heel [D] alleen. _ _ _ _ _ _
[A] _ Wij gaan [D] door weer [A] en wind, als [D] daar een meid [A] ons blindt.
We zullen haar [E] ooit vinden.
[F#m] _ Zij is [D] de moeite [A] waard, al [D] blijft ons niets [A] bespaard.
We zullen [E] haar ooit vinden.
[A] _ _ _ _ [D] _ _ [A] _ _
_ We zullen haar [E] ooit [F#m] vinden.
_ _ _ [D] _ _ [A] _ _
[D] _ [A] We zullen [E] haar ooit [N] vinden.
_ _ _ _ _ _ _ _