André Hazes - De Glimlach Van Een Kind Chords
Tempo:
68.1 bpm
Chords used:
G
Cm
F
C
Db
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Cm]
Zo wijs, dat [Bb] zegt een kind.
Jij bent zo [Cm] grijs, dat zegt een [Bb] kind.
Jij bent [Eb] te trouwt, dat zegt [G] een kind.
Jij bent [Cm] te oud, dat zegt [G] een kind.
Dan [Cm] denk je, ja, een [Bb] riembolier.
Je wordt [Cm] al heel oud [Bb] hier.
Maar [Eb] hoe je deelt, hoe moet [G] het nou?
Was [Cm] je hand en lach [D] naar jou.
[G]
[C] De geluwen van een kind, moet je [F] beseffen wat je lijkt.
[G] De glimlach van een kind, moet [C] je leven.
[E] Het leven [F] is de moeite waard.
[D] Met zonswel, met verdriet, [G] met liefde, geluk en plezier en verschiet.
[C] De [Am] glimlach [C] van een kind, dat [F] bent een kleinspeld of een pop.
[G] Zo'n glimlach maakt je blij, dan [C] kan je feesten meer.
[E] Maar geef de [F] lood die je al behoort.
[D] Dat maakt toch niets meer uit.
[F] Want je voelt je [G] glimlach van [Db] een kind, [Gb] moet je beseffen.
Dat je [Ab] lijkt.
De glimlach van een kind, [Db] moet je leven.
Het [F] leven [Gb] is de moeite waard.
[Eb] Met zonswel, met verdriet, [Db] met liefde, geluk en [Ab] plezier.
[Db] De [Bbm] glimlach [Db] van een kind, [Gb] dat bent een kleinspeld.
[Ab] [N]
Zo wijs, dat [Bb] zegt een kind.
Jij bent zo [Cm] grijs, dat zegt een [Bb] kind.
Jij bent [Eb] te trouwt, dat zegt [G] een kind.
Jij bent [Cm] te oud, dat zegt [G] een kind.
Dan [Cm] denk je, ja, een [Bb] riembolier.
Je wordt [Cm] al heel oud [Bb] hier.
Maar [Eb] hoe je deelt, hoe moet [G] het nou?
Was [Cm] je hand en lach [D] naar jou.
[G]
[C] De geluwen van een kind, moet je [F] beseffen wat je lijkt.
[G] De glimlach van een kind, moet [C] je leven.
[E] Het leven [F] is de moeite waard.
[D] Met zonswel, met verdriet, [G] met liefde, geluk en plezier en verschiet.
[C] De [Am] glimlach [C] van een kind, dat [F] bent een kleinspeld of een pop.
[G] Zo'n glimlach maakt je blij, dan [C] kan je feesten meer.
[E] Maar geef de [F] lood die je al behoort.
[D] Dat maakt toch niets meer uit.
[F] Want je voelt je [G] glimlach van [Db] een kind, [Gb] moet je beseffen.
Dat je [Ab] lijkt.
De glimlach van een kind, [Db] moet je leven.
Het [F] leven [Gb] is de moeite waard.
[Eb] Met zonswel, met verdriet, [Db] met liefde, geluk en [Ab] plezier.
[Db] De [Bbm] glimlach [Db] van een kind, [Gb] dat bent een kleinspeld.
[Ab] [N]
Key:
G
Cm
F
C
Db
G
Cm
F
[Cm] _ _ _ _ _ _ _ _
Zo wijs, dat [Bb] zegt een kind.
Jij bent zo [Cm] grijs, _ dat zegt een [Bb] kind.
Jij bent [Eb] te trouwt, dat zegt [G] een kind.
Jij bent [Cm] te oud, _ dat zegt [G] een kind.
Dan [Cm] denk je, ja, een [Bb] _ riembolier.
Je wordt [Cm] al heel _ oud [Bb] hier.
_ Maar [Eb] hoe je deelt, hoe moet [G] het nou?
Was [Cm] je hand _ en lach [D] naar jou.
[G] _
[C] De geluwen van een kind, moet je [F] beseffen wat je lijkt.
[G] De glimlach van een kind, moet [C] je leven. _
[E] Het leven [F] is de moeite waard.
[D] Met zonswel, met verdriet, [G] met liefde, geluk en plezier en verschiet.
[C] De [Am] glimlach [C] van een kind, dat [F] bent een kleinspeld of een pop.
[G] Zo'n glimlach maakt je blij, dan [C] kan je feesten meer.
_ [E] Maar geef de [F] lood die je al behoort.
[D] Dat maakt toch niets meer uit.
[F] Want je voelt je [G] glimlach van _ [Db] _ een kind, [Gb] moet je beseffen.
Dat je [Ab] lijkt.
De glimlach van een kind, [Db] moet je leven.
Het _ [F] leven [Gb] is de moeite waard.
_ [Eb] Met zonswel, met verdriet, [Db] met liefde, geluk en [Ab] plezier.
[Db] De [Bbm] glimlach [Db] van een kind, [Gb] dat bent een kleinspeld.
_ _ [Ab] _ [N] _ _ _ _ _
Zo wijs, dat [Bb] zegt een kind.
Jij bent zo [Cm] grijs, _ dat zegt een [Bb] kind.
Jij bent [Eb] te trouwt, dat zegt [G] een kind.
Jij bent [Cm] te oud, _ dat zegt [G] een kind.
Dan [Cm] denk je, ja, een [Bb] _ riembolier.
Je wordt [Cm] al heel _ oud [Bb] hier.
_ Maar [Eb] hoe je deelt, hoe moet [G] het nou?
Was [Cm] je hand _ en lach [D] naar jou.
[G] _
[C] De geluwen van een kind, moet je [F] beseffen wat je lijkt.
[G] De glimlach van een kind, moet [C] je leven. _
[E] Het leven [F] is de moeite waard.
[D] Met zonswel, met verdriet, [G] met liefde, geluk en plezier en verschiet.
[C] De [Am] glimlach [C] van een kind, dat [F] bent een kleinspeld of een pop.
[G] Zo'n glimlach maakt je blij, dan [C] kan je feesten meer.
_ [E] Maar geef de [F] lood die je al behoort.
[D] Dat maakt toch niets meer uit.
[F] Want je voelt je [G] glimlach van _ [Db] _ een kind, [Gb] moet je beseffen.
Dat je [Ab] lijkt.
De glimlach van een kind, [Db] moet je leven.
Het _ [F] leven [Gb] is de moeite waard.
_ [Eb] Met zonswel, met verdriet, [Db] met liefde, geluk en [Ab] plezier.
[Db] De [Bbm] glimlach [Db] van een kind, [Gb] dat bent een kleinspeld.
_ _ [Ab] _ [N] _ _ _ _ _