Chords for Baldrs Draumar - Hadagrims fertriet - Fan Fryslans Ferline
Tempo:
105.8 bpm
Chords used:
Ab
Bbm
Db
Ebm
Eb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bbm] Ik ben Hallegrim, zoon van Aegisgar.
U bent Redbad, zoon van Aardgilderskening.
U bent mijn stalker.
[Gb]
[Ab] [Bbm]
[Ab] [Bbm]
Een lang leven, het is mij jong,
[Ab] met leste [Eb] schot ben ik onvertred verwon.
Een soort verlenen, mijn vreun en lief,
[Ab] een stade rond neem ik als kie [Bbm] van mijn lief.
[Db] En bij [Ab] ontiek, zien ik hem al [Eb] steen.
[Bbm] Ik viel zien [Db] hond op m'n schouder,
[Ab] ken hem [Ebm] versteen.
[Bbm] Hij [Db] komt mij helgen,
[Ab] maar nog één ding, [Ebm] wat ik dwaan,
[Bbm] het [Db] verhaal van kening Redbad.
[Ab] On held z'n ien, on held z'n [Bbm] ien,
trofja, [Db]
[Ab] on [Bbm] held z'n ien, [Db] trofja.
[Ab] [Ebm] [Db] Besit je [Ab] het, en z'n ben's jaren,
[Db] nou stel je het als [Eb] waar.
[Db] Maar één ding [Ab] weet ik, dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder [Ab] roond van [Ebm] beneden.
[Db] Besit je [Ab] het, [Eb] en z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je het als [Ebm] waar.
[Bbm] [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Bb] dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder [Ab] roond van [Eb] beneden.
[Bbm] [Db] De helder [Ab] roond van beneden.
[Bbm]
[Ab] [Bbm]
[Ab] [Bbm]
Hij heette wie is heet, hij heet Verstaan,
[Ab] en wie de kening van his mooie [Bbm] Frieske land.
Zo'n vanuit Gilles, nou honderd schild,
[Ab] wie wie de kening en in [Bbm] de strieds afwielt.
[Db] En die nabben [Ab] zullen [Ebm] niet vergeen,
[Bbm] want die [Db] heldse Fries,
[Ab] zullen stik van die [Ebm] besteen.
[Bbm] En [Db] toen je de letter,
[Ab] dan zullen [Ebm] zijn er op,
[Bbm]
[Db] heilig kening redbaar,
[Ab]
[Ebm] Friesland op.
[Bbm] [Db]
[Ab] [Eb] Ja ik [Bbm] zong Friesland op.
[Db]
[Ab] [Bb] [Bbm] [Db] Besit je [Ab] het, [Eb] en z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je [Ab] het als waar.
[Eb] [Bbm] [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Ebm] dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder roond [Ab] van beneden.
[Ebm] [Bbm] [Db] Besit je [Ab] het, en [Ebm] z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je het [Ab] als waar.
[Eb] [Bbm] [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Ebm] dat die wel [Bbm] gelevert,
de [Db] helder roond [Ab] van beneden.
[Ebm] [Bbm] [Db] De helder roond [Ab] van beneden.
[Bbm]
[Ab]
[Eb] [F]
[Db] [Ab]
[Eb] [Ab] [Bbm] Dit wie het verhaal [Db] van de kening.
[Ab] Ik [Bb] haat het schreeuwen,
[F] mijn naam het [Db] orde draaien.
[Ab] Maar joe, toch mijn bloedvriend.
[Bb] En [Ab] nu ik dit volbracht ga,
over dan [Eb] in mijn meid.
[F] En breng mij [Db] gauw bij mijn vrienden,
[Ab] en dan ben ik dan weer vrij.
[Bbm]
U bent Redbad, zoon van Aardgilderskening.
U bent mijn stalker.
[Gb]
[Ab] [Bbm]
[Ab] [Bbm]
Een lang leven, het is mij jong,
[Ab] met leste [Eb] schot ben ik onvertred verwon.
Een soort verlenen, mijn vreun en lief,
[Ab] een stade rond neem ik als kie [Bbm] van mijn lief.
[Db] En bij [Ab] ontiek, zien ik hem al [Eb] steen.
[Bbm] Ik viel zien [Db] hond op m'n schouder,
[Ab] ken hem [Ebm] versteen.
[Bbm] Hij [Db] komt mij helgen,
[Ab] maar nog één ding, [Ebm] wat ik dwaan,
[Bbm] het [Db] verhaal van kening Redbad.
[Ab] On held z'n ien, on held z'n [Bbm] ien,
trofja, [Db]
[Ab] on [Bbm] held z'n ien, [Db] trofja.
[Ab] [Ebm] [Db] Besit je [Ab] het, en z'n ben's jaren,
[Db] nou stel je het als [Eb] waar.
[Db] Maar één ding [Ab] weet ik, dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder [Ab] roond van [Ebm] beneden.
[Db] Besit je [Ab] het, [Eb] en z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je het als [Ebm] waar.
[Bbm] [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Bb] dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder [Ab] roond van [Eb] beneden.
[Bbm] [Db] De helder [Ab] roond van beneden.
[Bbm]
[Ab] [Bbm]
[Ab] [Bbm]
Hij heette wie is heet, hij heet Verstaan,
[Ab] en wie de kening van his mooie [Bbm] Frieske land.
Zo'n vanuit Gilles, nou honderd schild,
[Ab] wie wie de kening en in [Bbm] de strieds afwielt.
[Db] En die nabben [Ab] zullen [Ebm] niet vergeen,
[Bbm] want die [Db] heldse Fries,
[Ab] zullen stik van die [Ebm] besteen.
[Bbm] En [Db] toen je de letter,
[Ab] dan zullen [Ebm] zijn er op,
[Bbm]
[Db] heilig kening redbaar,
[Ab]
[Ebm] Friesland op.
[Bbm] [Db]
[Ab] [Eb] Ja ik [Bbm] zong Friesland op.
[Db]
[Ab] [Bb] [Bbm] [Db] Besit je [Ab] het, [Eb] en z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je [Ab] het als waar.
[Eb] [Bbm] [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Ebm] dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder roond [Ab] van beneden.
[Ebm] [Bbm] [Db] Besit je [Ab] het, en [Ebm] z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je het [Ab] als waar.
[Eb] [Bbm] [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Ebm] dat die wel [Bbm] gelevert,
de [Db] helder roond [Ab] van beneden.
[Ebm] [Bbm] [Db] De helder roond [Ab] van beneden.
[Bbm]
[Ab]
[Eb] [F]
[Db] [Ab]
[Eb] [Ab] [Bbm] Dit wie het verhaal [Db] van de kening.
[Ab] Ik [Bb] haat het schreeuwen,
[F] mijn naam het [Db] orde draaien.
[Ab] Maar joe, toch mijn bloedvriend.
[Bb] En [Ab] nu ik dit volbracht ga,
over dan [Eb] in mijn meid.
[F] En breng mij [Db] gauw bij mijn vrienden,
[Ab] en dan ben ik dan weer vrij.
[Bbm]
Key:
Ab
Bbm
Db
Ebm
Eb
Ab
Bbm
Db
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Bbm] Ik ben Hallegrim, zoon van Aegisgar. _
U bent Redbad, zoon van Aardgilderskening.
U bent mijn stalker. _ _ _ _
[Gb] _ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Bbm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Bbm] _ _ _
Een lang leven, het is mij jong,
[Ab] met leste [Eb] schot ben ik onvertred verwon.
Een soort verlenen, mijn vreun en lief,
[Ab] een stade rond neem ik als kie [Bbm] van mijn lief. _
[Db] En bij _ _ [Ab] ontiek, zien ik hem al [Eb] steen.
_ _ [Bbm] Ik viel zien [Db] hond op m'n schouder,
[Ab] _ _ ken hem [Ebm] _ versteen.
_ [Bbm] _ Hij [Db] komt mij helgen,
[Ab] maar nog één ding, [Ebm] wat ik dwaan,
_ [Bbm] _ _ het [Db] verhaal van kening Redbad.
[Ab] On held z'n ien, on held z'n [Bbm] ien,
trofja, [Db] _ _
[Ab] _ _ on [Bbm] held z'n ien, [Db] trofja. _
[Ab] _ _ _ [Ebm] _ _ _ [Db] Besit je [Ab] het, en z'n ben's jaren,
[Db] nou stel je het als [Eb] waar.
_ _ [Db] Maar één ding [Ab] weet ik, dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder [Ab] roond van [Ebm] beneden.
_ _ _ [Db] Besit je [Ab] het, [Eb] en z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je het als [Ebm] waar.
_ [Bbm] _ [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Bb] dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder [Ab] roond van [Eb] beneden.
_ [Bbm] _ [Db] De helder [Ab] roond van beneden.
_ _ [Bbm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Bbm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Bbm] _ _
Hij heette wie is heet, hij heet Verstaan,
[Ab] en wie de kening van his mooie [Bbm] Frieske land. _
Zo'n vanuit Gilles, nou honderd schild, _
[Ab] wie wie de kening en in [Bbm] de strieds afwielt.
[Db] En die nabben _ [Ab] _ _ zullen [Ebm] niet vergeen,
_ [Bbm] _ want die [Db] heldse Fries,
[Ab] zullen stik van die [Ebm] besteen.
_ _ [Bbm] _ _ En [Db] toen je de letter,
_ _ [Ab] _ _ dan zullen [Ebm] zijn er op,
_ _ [Bbm] _ _ _
[Db] heilig kening redbaar,
_ [Ab] _ _ _ _
[Ebm] Friesland op.
_ _ [Bbm] _ _ [Db] _ _
[Ab] _ _ [Eb] Ja ik [Bbm] zong Friesland op.
[Db] _ _
[Ab] _ _ [Bb] _ _ [Bbm] _ [Db] Besit je [Ab] het, [Eb] en z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je [Ab] het als waar.
[Eb] _ _ [Bbm] _ [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Ebm] dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder roond [Ab] van beneden.
[Ebm] _ _ [Bbm] _ [Db] Besit je [Ab] het, en [Ebm] z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je het [Ab] als waar.
[Eb] _ _ [Bbm] _ [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Ebm] dat die wel [Bbm] gelevert,
de [Db] helder roond [Ab] van beneden.
[Ebm] _ _ [Bbm] _ [Db] De helder roond [Ab] van beneden.
_ _ _ [Bbm] _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ _ [F] _ _ _
[Db] _ _ _ _ [Ab] _ _ _ _
[Eb] _ _ [Ab] _ _ [Bbm] Dit wie het verhaal [Db] van de kening.
[Ab] _ _ _ Ik [Bb] haat het schreeuwen,
_ [F] _ mijn naam het [Db] orde draaien.
[Ab] Maar joe, toch mijn bloedvriend.
_ _ [Bb] _ En [Ab] nu ik dit volbracht ga,
_ _ _ over dan [Eb] in mijn meid.
_ [F] En breng mij [Db] gauw bij mijn vrienden,
[Ab] en dan ben _ _ _ _ _ ik dan weer _ _ _ vrij.
[Bbm] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Bbm] Ik ben Hallegrim, zoon van Aegisgar. _
U bent Redbad, zoon van Aardgilderskening.
U bent mijn stalker. _ _ _ _
[Gb] _ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Bbm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Bbm] _ _ _
Een lang leven, het is mij jong,
[Ab] met leste [Eb] schot ben ik onvertred verwon.
Een soort verlenen, mijn vreun en lief,
[Ab] een stade rond neem ik als kie [Bbm] van mijn lief. _
[Db] En bij _ _ [Ab] ontiek, zien ik hem al [Eb] steen.
_ _ [Bbm] Ik viel zien [Db] hond op m'n schouder,
[Ab] _ _ ken hem [Ebm] _ versteen.
_ [Bbm] _ Hij [Db] komt mij helgen,
[Ab] maar nog één ding, [Ebm] wat ik dwaan,
_ [Bbm] _ _ het [Db] verhaal van kening Redbad.
[Ab] On held z'n ien, on held z'n [Bbm] ien,
trofja, [Db] _ _
[Ab] _ _ on [Bbm] held z'n ien, [Db] trofja. _
[Ab] _ _ _ [Ebm] _ _ _ [Db] Besit je [Ab] het, en z'n ben's jaren,
[Db] nou stel je het als [Eb] waar.
_ _ [Db] Maar één ding [Ab] weet ik, dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder [Ab] roond van [Ebm] beneden.
_ _ _ [Db] Besit je [Ab] het, [Eb] en z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je het als [Ebm] waar.
_ [Bbm] _ [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Bb] dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder [Ab] roond van [Eb] beneden.
_ [Bbm] _ [Db] De helder [Ab] roond van beneden.
_ _ [Bbm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Bbm] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Bbm] _ _
Hij heette wie is heet, hij heet Verstaan,
[Ab] en wie de kening van his mooie [Bbm] Frieske land. _
Zo'n vanuit Gilles, nou honderd schild, _
[Ab] wie wie de kening en in [Bbm] de strieds afwielt.
[Db] En die nabben _ [Ab] _ _ zullen [Ebm] niet vergeen,
_ [Bbm] _ want die [Db] heldse Fries,
[Ab] zullen stik van die [Ebm] besteen.
_ _ [Bbm] _ _ En [Db] toen je de letter,
_ _ [Ab] _ _ dan zullen [Ebm] zijn er op,
_ _ [Bbm] _ _ _
[Db] heilig kening redbaar,
_ [Ab] _ _ _ _
[Ebm] Friesland op.
_ _ [Bbm] _ _ [Db] _ _
[Ab] _ _ [Eb] Ja ik [Bbm] zong Friesland op.
[Db] _ _
[Ab] _ _ [Bb] _ _ [Bbm] _ [Db] Besit je [Ab] het, [Eb] en z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je [Ab] het als waar.
[Eb] _ _ [Bbm] _ [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Ebm] dat die wel [Bbm] gelevert,
[Db] de helder roond [Ab] van beneden.
[Ebm] _ _ [Bbm] _ [Db] Besit je [Ab] het, en [Ebm] z'n ben's [Bbm] jaren,
[Db] nou stel je het [Ab] als waar.
[Eb] _ _ [Bbm] _ [Db] Maar één ding weet [Ab] ik, [Ebm] dat die wel [Bbm] gelevert,
de [Db] helder roond [Ab] van beneden.
[Ebm] _ _ [Bbm] _ [Db] De helder roond [Ab] van beneden.
_ _ _ [Bbm] _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ _ [F] _ _ _
[Db] _ _ _ _ [Ab] _ _ _ _
[Eb] _ _ [Ab] _ _ [Bbm] Dit wie het verhaal [Db] van de kening.
[Ab] _ _ _ Ik [Bb] haat het schreeuwen,
_ [F] _ mijn naam het [Db] orde draaien.
[Ab] Maar joe, toch mijn bloedvriend.
_ _ [Bb] _ En [Ab] nu ik dit volbracht ga,
_ _ _ over dan [Eb] in mijn meid.
_ [F] En breng mij [Db] gauw bij mijn vrienden,
[Ab] en dan ben _ _ _ _ _ ik dan weer _ _ _ vrij.
[Bbm] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _