Chords for Bieë Oma

Tempo:
91.7 bpm
Chords used:

F

C

Bb

G

Dm

Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Show Tuner
Bieë Oma chords
Start Jamming...
[C]
[F] Als kind ging ik bij oma [Bb] in Stekke [F] op bezoek, ze woonde [Dm] bij ons in de strouw, en ik wist ze vond [C] het leuk,
[F] want wie ik bij haar [Bb] binnenkwam, toen strouwde haar gezicht, [Dm] ze maakte mij een tasje kou [C] en zag toen tegen [F] mij.
En [C] wie [F] geet het met de papa, ligt de man nog in kinderbed, [C] vlut de knaar, die nog zo prachtig, [F] is het verken nog niet vet.
Wie neergeet Marieke trouwen, woerd is wijk het [Bb] kalfgeslacht, [G] is de hond nog in de ruzel, [C] heet het kind nog niet gelacht.
[F] Speelt toch Friens nog met de doeve, wred de kant nog [Bb] maar schoon op, heet het wredske [F] weer een fietske [C] en daar aan een [F] dikke krop.
Wie oma, wie oma, lacht ze [Bb] dik kapot, ze [F] vreugdigt, ze [C] vreugdigt het hummen [F] van de vat.
[Bb] Ze vreugdigt, ze [C] vreugdigt het hummen van [F] de vat.
Hups de meniskes in de knieën, zit nog houtworm in de kast, [C] is het beurtje algemeen, [F] zit de pinscher nou nog vast.
Heet het truikehoed geruffeld, voor het kindje [Bb] van het net, [G] zit die broen hem nog te kloeken, [C] heet nog Harry vorst verlet.
[F] Heet Andrees nog niet geschreven, heet het pert nog [Bb] op de stal, oma die is [F] niet nu gerk, [C] hij zou het toch [F] geren al.
Wie oma, wie oma, lacht ze [Bb] dik kapot, ze [F] vreugdigt, ze [C] vreugdigt het hummen [F] van de vat.
[Bb] Ze [F] vreugdigt, ze [C] vreugdigt het hummen van [F] de vat.
[C]
Het wo albino duister, [Bb] wie ik op [F] heima gong, ik hoorde mam [Dm] nog zeggen, [G] vertel mij toch eens [C] jong, [F] wie voor het met de oma [Bb] en wat het zie gezag, [F] wie ik er dit [C] vertelde loog ze krom [F] van de lach.
En [C] wie [F] geet het met de mama, ligt de pap nog in kingerbed, vlut [C] het verken nog zo prachtig, is de [F] knari nog niet vet, die niet geet het kalf moet rouwen, weurt is wijk Marie [Bb] geslag.
Is [G] het kind nog in de ruzel, heet [C] de oor nog niet gelach, speelt [F] de kat nog met de doeven, vret de vrens nog [Bb] moshen op, heet de haan alweer [F] een fietske en [C] de vret zijn dikke [F] krop.
Hups de de houtworm in de knieën, zit meneskes in de kas, is [C] de pinscher algemeen niet, zit [F] het puurtje nu weer vast, heet het kindje oetje ruffelt voor het ruiken van [Bb] het net.
Zit [G] nong Harri nog te kloeken, heet [C] die broen een vorst verlet, heet [F] het peert nog niet geschreven, stijt dan tres weer op [Bb] de stal, goot dat viere [F] kinder lachen met [C] de domme scheile [F] kal.
Bi oma, bi oma, lacht ze [Bb] dikke pot, ze vreugdigt, [F] ze vreugdigt [C] het [F] [Bb] [F] [C]
hummen van [F] de vod.
Key:  
F
134211111
C
3211
Bb
12341111
G
2131
Dm
2311
F
134211111
C
3211
Bb
12341111
Show All Diagrams
Chords
NotesBeta
Download PDF
Download Midi
Edit This Version
Hide Lyrics Hint
_ _ _ _ _ _ _ [C] _
_ _ [F] Als kind ging ik bij oma [Bb] in Stekke [F] op bezoek, ze woonde [Dm] bij ons in de strouw, en ik wist ze vond [C] het leuk,
[F] want wie ik bij haar [Bb] binnenkwam, toen strouwde haar gezicht, [Dm] ze maakte mij een tasje kou [C] en zag toen tegen [F] mij.
En [C] wie [F] geet het met de papa, ligt de man nog in kinderbed, [C] vlut de knaar, die nog zo prachtig, [F] is het verken nog niet vet.
Wie neergeet Marieke trouwen, woerd is wijk het [Bb] kalfgeslacht, [G] is de hond nog in de ruzel, [C] heet het kind nog niet gelacht.
[F] Speelt toch Friens nog met de doeve, wred de kant nog [Bb] maar schoon op, heet het wredske [F] weer een fietske [C] en daar aan een [F] dikke krop.
Wie oma, wie oma, lacht ze [Bb] dik kapot, ze [F] vreugdigt, ze [C] vreugdigt het hummen [F] van de vat.
[Bb] Ze vreugdigt, ze [C] vreugdigt het hummen van [F] de _ _ vat.
_ Hups de meniskes in de knieën, zit nog houtworm in de kast, [C] is het beurtje algemeen, [F] zit de pinscher nou nog vast.
Heet het truikehoed geruffeld, voor het kindje [Bb] van het net, [G] zit die broen hem nog te kloeken, [C] heet nog Harry vorst verlet.
[F] Heet Andrees nog niet geschreven, heet het pert nog [Bb] op de stal, oma die is [F] niet nu gerk, [C] hij zou het toch [F] geren al.
Wie oma, wie oma, lacht ze [Bb] dik kapot, ze [F] vreugdigt, ze [C] vreugdigt het hummen [F] van de vat.
[Bb] Ze [F] vreugdigt, ze [C] vreugdigt het hummen van [F] de _ vat.
_ _ _ _ [C] _ _ _
Het wo albino duister, [Bb] wie ik op [F] heima gong, ik hoorde mam [Dm] nog zeggen, [G] vertel mij toch eens [C] jong, [F] wie voor het met de oma [Bb] en wat het zie gezag, [F] wie ik er dit [C] vertelde loog ze krom [F] van de lach.
En [C] wie [F] geet het met de mama, ligt de pap nog in kingerbed, vlut [C] het verken nog zo prachtig, is de [F] knari nog niet vet, die niet geet het kalf moet rouwen, weurt is wijk Marie [Bb] geslag.
Is [G] het kind nog in de ruzel, heet [C] de oor nog niet gelach, speelt [F] de kat nog met de doeven, vret de vrens nog [Bb] moshen op, heet de haan alweer [F] een fietske en [C] de vret zijn dikke [F] krop.
Hups de de houtworm in de knieën, zit meneskes in de kas, is [C] de pinscher algemeen niet, zit [F] het puurtje nu weer vast, heet het kindje oetje ruffelt voor het ruiken van [Bb] het net.
Zit [G] nong Harri nog te kloeken, heet [C] die broen een vorst verlet, heet [F] het peert nog niet geschreven, stijt dan tres weer op [Bb] de stal, goot dat viere [F] kinder lachen met [C] de domme scheile [F] kal.
Bi oma, bi oma, lacht ze [Bb] dikke pot, ze vreugdigt, [F] ze vreugdigt [C] het _ [F] _ _ [Bb] _ _ [F] _ _ [C]
hummen van [F] de vod. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _