Chords for Bloody Mary Ronnie Ruysdael De Sjonnies
Tempo:
104.85 bpm
Chords used:
B
F#
E
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Jam Along & Learn...
Even inhaken bij je buurman of buurvrouw.
En daar gaat ie dan.
En 1, 2, 3.
1, 2, 3.
1, 2, 3.
Nog steeds zie ik in gedachten weer [E] mijn Mary.
[B]
Vloekend en zuchtend gelijk.
[F#] He man.
[B]
Overal waar ze kwam, schoepte [E] ze Harry.
Ze [B] kon zeilen, [F#] zoals nu nog [B] niemand kan.
Weet je hoe ze heette?
Ze heette Bloody Mary.
[E] Ze was de schrik der zee.
[F#]
Restreed op Bloody Mary.
En [B] op [A] alles wat [F#] ze deed.
[B]
[F#]
Waar haar schip verscheen, was de erg [E] hou knokke.
[B]
Niemand ontsnapte, levend [F#]
aangevecht.
[B]
Beloningen konden helaas geen mens [E] meer hoge.
[B] Want iedereen was zijn leven meer gehecht.
Weet je hoe ze heette?
Ze heette Bloody Mary.
[E] Ze was de schrik der zee.
[F#] Restreed op Bloody Mary.
En [B] op alles [A] wat [F#] ze deed.
[B]
[F#] Ja, dames en heren.
Weten jullie [B] wie Bloody Mary was?
Ze had die mooie, lange, dongerhoog, verfde haren.
Met [E] een flinke broed op, dames en heren.
Ze had één nadeel.
Ze had niet meer alle plekjes [F#] in de kratje.
Ze kon niet meer goed herhouden, dames en heren.
Ze werd [B]
hardnood.
Luisterrrrrrrr.
Maar op zekere dag, er was net [E] na het eten,
[B] viel Mary overbod, en ging [F#] toen heen.
Ze [B] kon niet zwemmen, dat was ze [E]
vergeten.
[B] Daarom zocht ze [F#] naar de witte [B]
geitensteen.
Dat was de Blarimerrie.
[E] Ze was de schrikder zijn.
[F#] Dus drink op Blarimerrie [B] en op [A] alles wat [F#] ze deed.
[B]
Ja dames en heren, toch jammer voor zo'n mooie mocheltje.
[F#] Dat ze eigenlijk niet kon zwemmen, dat had de kapitein van de schermen.
Maar dan moet je natuurlijk wel [E] zwemmen en schrikken.
Anders heb je dan niet opgeschieten.
Dames [F#] en heren, dit was de Blarimerrie.
[B] [N]
En daar gaat ie dan.
En 1, 2, 3.
1, 2, 3.
1, 2, 3.
Nog steeds zie ik in gedachten weer [E] mijn Mary.
[B]
Vloekend en zuchtend gelijk.
[F#] He man.
[B]
Overal waar ze kwam, schoepte [E] ze Harry.
Ze [B] kon zeilen, [F#] zoals nu nog [B] niemand kan.
Weet je hoe ze heette?
Ze heette Bloody Mary.
[E] Ze was de schrik der zee.
[F#]
Restreed op Bloody Mary.
En [B] op [A] alles wat [F#] ze deed.
[B]
[F#]
Waar haar schip verscheen, was de erg [E] hou knokke.
[B]
Niemand ontsnapte, levend [F#]
aangevecht.
[B]
Beloningen konden helaas geen mens [E] meer hoge.
[B] Want iedereen was zijn leven meer gehecht.
Weet je hoe ze heette?
Ze heette Bloody Mary.
[E] Ze was de schrik der zee.
[F#] Restreed op Bloody Mary.
En [B] op alles [A] wat [F#] ze deed.
[B]
[F#] Ja, dames en heren.
Weten jullie [B] wie Bloody Mary was?
Ze had die mooie, lange, dongerhoog, verfde haren.
Met [E] een flinke broed op, dames en heren.
Ze had één nadeel.
Ze had niet meer alle plekjes [F#] in de kratje.
Ze kon niet meer goed herhouden, dames en heren.
Ze werd [B]
hardnood.
Luisterrrrrrrr.
Maar op zekere dag, er was net [E] na het eten,
[B] viel Mary overbod, en ging [F#] toen heen.
Ze [B] kon niet zwemmen, dat was ze [E]
vergeten.
[B] Daarom zocht ze [F#] naar de witte [B]
geitensteen.
Dat was de Blarimerrie.
[E] Ze was de schrikder zijn.
[F#] Dus drink op Blarimerrie [B] en op [A] alles wat [F#] ze deed.
[B]
Ja dames en heren, toch jammer voor zo'n mooie mocheltje.
[F#] Dat ze eigenlijk niet kon zwemmen, dat had de kapitein van de schermen.
Maar dan moet je natuurlijk wel [E] zwemmen en schrikken.
Anders heb je dan niet opgeschieten.
Dames [F#] en heren, dit was de Blarimerrie.
[B] [N]
100% ➙ 105BPM
B
F#
E
A
B
F#
E
A
_ Even inhaken bij je buurman of buurvrouw.
En daar gaat ie dan.
En 1, 2, 3.
1, 2, 3.
1, 2, 3. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ Nog steeds zie ik in gedachten weer [E] mijn Mary.
_ _ _ _ [B]
Vloekend en zuchtend gelijk.
_ [F#] He man.
_ _ _ _ _ [B]
Overal waar ze kwam, schoepte [E] ze Harry.
_ _ Ze [B] kon zeilen, [F#] zoals nu nog [B] niemand kan.
Weet je hoe ze heette?
Ze heette Bloody Mary.
[E] Ze was de schrik der zee.
_ _ [F#]
Restreed op Bloody Mary.
En [B] op [A] alles wat [F#] ze deed.
_ [B] _
_ [F#] _ _ _ _
Waar haar schip verscheen, was de erg [E] hou knokke.
_ _ _ _ [B]
Niemand ontsnapte, levend _ [F#]
aangevecht.
_ _ _ _ [B]
Beloningen konden helaas geen mens [E] meer hoge.
_ _ _ _ [B] Want iedereen was zijn leven meer gehecht.
Weet je hoe ze heette?
_ Ze heette Bloody Mary.
[E] Ze was de schrik der zee.
[F#] Restreed op Bloody Mary.
En [B] op alles [A] wat [F#] ze deed.
_ [B]
[F#] Ja, dames en heren.
Weten jullie [B] wie Bloody Mary was?
Ze had die mooie, lange, dongerhoog, verfde haren.
Met [E] een flinke broed op, dames en heren.
Ze had één nadeel.
Ze had niet meer alle plekjes [F#] in de kratje.
Ze kon niet meer goed herhouden, dames en heren.
Ze werd [B]
hardnood.
_ Luisterrrrrrrr. _
Maar op zekere dag, er was net [E] na het eten,
_ _ _ [B] viel Mary overbod, en ging [F#] toen heen.
_ Ze [B] kon niet zwemmen, dat was ze [E]
vergeten.
_ _ _ [B] Daarom zocht ze [F#] naar de witte _ [B]
geitensteen.
_ _ _ Dat was de _ Blarimerrie.
[E] Ze was de schrikder zijn.
[F#] Dus drink op _ Blarimerrie [B] en op [A] alles wat [F#] ze deed.
_ [B]
Ja dames en heren, toch jammer voor zo'n mooie mocheltje.
[F#] Dat ze eigenlijk niet kon zwemmen, dat had de kapitein van de schermen.
Maar dan moet je natuurlijk wel [E] zwemmen en schrikken.
Anders heb je dan niet opgeschieten.
Dames [F#] en heren, dit was de Blarimerrie.
_ _ [B] _ _ _ _ _ _ _
[N] _ _ _ _ _ _
En daar gaat ie dan.
En 1, 2, 3.
1, 2, 3.
1, 2, 3. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ Nog steeds zie ik in gedachten weer [E] mijn Mary.
_ _ _ _ [B]
Vloekend en zuchtend gelijk.
_ [F#] He man.
_ _ _ _ _ [B]
Overal waar ze kwam, schoepte [E] ze Harry.
_ _ Ze [B] kon zeilen, [F#] zoals nu nog [B] niemand kan.
Weet je hoe ze heette?
Ze heette Bloody Mary.
[E] Ze was de schrik der zee.
_ _ [F#]
Restreed op Bloody Mary.
En [B] op [A] alles wat [F#] ze deed.
_ [B] _
_ [F#] _ _ _ _
Waar haar schip verscheen, was de erg [E] hou knokke.
_ _ _ _ [B]
Niemand ontsnapte, levend _ [F#]
aangevecht.
_ _ _ _ [B]
Beloningen konden helaas geen mens [E] meer hoge.
_ _ _ _ [B] Want iedereen was zijn leven meer gehecht.
Weet je hoe ze heette?
_ Ze heette Bloody Mary.
[E] Ze was de schrik der zee.
[F#] Restreed op Bloody Mary.
En [B] op alles [A] wat [F#] ze deed.
_ [B]
[F#] Ja, dames en heren.
Weten jullie [B] wie Bloody Mary was?
Ze had die mooie, lange, dongerhoog, verfde haren.
Met [E] een flinke broed op, dames en heren.
Ze had één nadeel.
Ze had niet meer alle plekjes [F#] in de kratje.
Ze kon niet meer goed herhouden, dames en heren.
Ze werd [B]
hardnood.
_ Luisterrrrrrrr. _
Maar op zekere dag, er was net [E] na het eten,
_ _ _ [B] viel Mary overbod, en ging [F#] toen heen.
_ Ze [B] kon niet zwemmen, dat was ze [E]
vergeten.
_ _ _ [B] Daarom zocht ze [F#] naar de witte _ [B]
geitensteen.
_ _ _ Dat was de _ Blarimerrie.
[E] Ze was de schrikder zijn.
[F#] Dus drink op _ Blarimerrie [B] en op [A] alles wat [F#] ze deed.
_ [B]
Ja dames en heren, toch jammer voor zo'n mooie mocheltje.
[F#] Dat ze eigenlijk niet kon zwemmen, dat had de kapitein van de schermen.
Maar dan moet je natuurlijk wel [E] zwemmen en schrikken.
Anders heb je dan niet opgeschieten.
Dames [F#] en heren, dit was de Blarimerrie.
_ _ [B] _ _ _ _ _ _ _
[N] _ _ _ _ _ _