Chords for Boetezitting 2009 W-Dreej - Weej halde van alles
Tempo:
114.8 bpm
Chords used:
F
Bb
C
Gb
Dm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bb] [F] [G] [C]
[F] Maar naderijnen,
[Bb] [F] [C] [F]
denk aan de lakje [Bb] pek, de [F] vaste ogen schek,
is ik en deze [G] dier bijzonder [C] lekker veel.
[F] Het is nu mijn acht of lief zijn [Bb] rent, en [F] het bedraagt de [C] sterren van de [F] hemelsvult.
[Dm] En mij haalt [Am] het [Bb] alles, je hoort [F] nu van alles,
wat door de pijn van [G] mijn feest [C] geworden is, [Bb] door de lak [F] maar misschien [Db] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden [C] ben ik geen [F] hetgeen is.
Maar
[Bb] [F]
denk aan mijn eigen [Bb] kind, waar het [F] geweldig vindt,
voor het lijkt met pak en [G] ander pak, nog [C] in te gaan.
[F] Vleumdreumd en enthousiast, heel het pak schijnt je [Bb] vast,
en [F] al niet eens [C] versnoken, drie [F] maaglieven stof.
[Dm] En mij haalt [A] het [Bb] alles, je [F] hoort nu van [Bb] alles,
wat [F] door de kleur [Em] van mijn feest [C] geworden is, [Bb] door de lak [F] maar misschien [A] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden [C] ben ik geen [F] hetgeen is.
[Bb] [F] [C] [F]
Denk aan de fles van [Bb] nooit, de [F] stil verloot die show,
dus ongegetenlijk [G] wat hij [C] zoal [F] beleefd.
Zie die vastgelopen [Bb] schriek, en de [F] his en roep in [Bb] bied,
dit [F] vastgelopen [C] opgepies [F] voorheen ons spreekt.
[Dm] En mij haalt [Am] het [Bb] alles, je hoort nu [F] van alles,
wat door de kleur van [Em] mijn feest [C] geworden is,
[Bb] door de lak [F] maar misschien [Db] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden ben [C] ik geen [F] hetgeen is.
[Dm] Wij houden met u ook van [F] vastgelopen, vastgelopen.
[Dm] En feesten kansen na die [C] zinnen morgen.
En [Dm] wij houden [Am] van alles, [Ebm] en wij houden [Bbm] van alles,
[B] je hoort nu [Gb] van [B] alles, wat [Gb] door de kleur [Ab] van mijn feest [Db] geworden is,
door [B] de lak [Gb] maar misschien [Bb] de tuin wordt [B] verbieden.
Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen [Gb] hetgeen is.
En [Ebm] wij houden [Bbm] van [B] alles, je hoort nu [Gb] van [B] alles,
wat [Gb] door de kleur van [Ab] mijn feest [Db] geworden is,
door [B] de lak [Gb] maar misschien [Dm] de tuin wordt verbieden.
[B] Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen hetgeen [Gb] is.
[B] Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen hetgeen is.
[Gb] geen hetgeen
[F] Maar naderijnen,
[Bb] [F] [C] [F]
denk aan de lakje [Bb] pek, de [F] vaste ogen schek,
is ik en deze [G] dier bijzonder [C] lekker veel.
[F] Het is nu mijn acht of lief zijn [Bb] rent, en [F] het bedraagt de [C] sterren van de [F] hemelsvult.
[Dm] En mij haalt [Am] het [Bb] alles, je hoort [F] nu van alles,
wat door de pijn van [G] mijn feest [C] geworden is, [Bb] door de lak [F] maar misschien [Db] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden [C] ben ik geen [F] hetgeen is.
Maar
[Bb] [F]
denk aan mijn eigen [Bb] kind, waar het [F] geweldig vindt,
voor het lijkt met pak en [G] ander pak, nog [C] in te gaan.
[F] Vleumdreumd en enthousiast, heel het pak schijnt je [Bb] vast,
en [F] al niet eens [C] versnoken, drie [F] maaglieven stof.
[Dm] En mij haalt [A] het [Bb] alles, je [F] hoort nu van [Bb] alles,
wat [F] door de kleur [Em] van mijn feest [C] geworden is, [Bb] door de lak [F] maar misschien [A] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden [C] ben ik geen [F] hetgeen is.
[Bb] [F] [C] [F]
Denk aan de fles van [Bb] nooit, de [F] stil verloot die show,
dus ongegetenlijk [G] wat hij [C] zoal [F] beleefd.
Zie die vastgelopen [Bb] schriek, en de [F] his en roep in [Bb] bied,
dit [F] vastgelopen [C] opgepies [F] voorheen ons spreekt.
[Dm] En mij haalt [Am] het [Bb] alles, je hoort nu [F] van alles,
wat door de kleur van [Em] mijn feest [C] geworden is,
[Bb] door de lak [F] maar misschien [Db] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden ben [C] ik geen [F] hetgeen is.
[Dm] Wij houden met u ook van [F] vastgelopen, vastgelopen.
[Dm] En feesten kansen na die [C] zinnen morgen.
En [Dm] wij houden [Am] van alles, [Ebm] en wij houden [Bbm] van alles,
[B] je hoort nu [Gb] van [B] alles, wat [Gb] door de kleur [Ab] van mijn feest [Db] geworden is,
door [B] de lak [Gb] maar misschien [Bb] de tuin wordt [B] verbieden.
Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen [Gb] hetgeen is.
En [Ebm] wij houden [Bbm] van [B] alles, je hoort nu [Gb] van [B] alles,
wat [Gb] door de kleur van [Ab] mijn feest [Db] geworden is,
door [B] de lak [Gb] maar misschien [Dm] de tuin wordt verbieden.
[B] Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen hetgeen [Gb] is.
[B] Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen hetgeen is.
[Gb] geen hetgeen
Key:
F
Bb
C
Gb
Dm
F
Bb
C
_ _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [G] _ _ [C] _ _
[F] _ Maar naderijnen, _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [F] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
denk aan de lakje [Bb] pek, de [F] vaste ogen schek,
is ik en deze [G] dier bijzonder [C] lekker veel.
[F] _ Het is nu mijn acht of lief zijn [Bb] rent, en [F] het bedraagt de [C] sterren van de [F] hemelsvult.
[Dm] En mij haalt [Am] het [Bb] alles, je hoort [F] nu van alles,
wat door de pijn van [G] mijn feest [C] geworden is, [Bb] door de lak [F] maar misschien [Db] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden [C] ben ik geen [F] hetgeen is.
Maar _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
denk aan mijn eigen [Bb] kind, waar het [F] geweldig vindt,
voor het lijkt met pak en [G] ander pak, nog [C] in te gaan.
[F] _ Vleumdreumd en enthousiast, heel het pak schijnt je [Bb] vast,
en [F] al niet eens [C] versnoken, drie [F] maaglieven stof.
[Dm] En mij haalt [A] het [Bb] alles, je [F] hoort nu van [Bb] alles,
wat [F] door de kleur [Em] van mijn feest [C] geworden is, [Bb] door de lak [F] maar misschien [A] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden [C] ben ik geen [F] hetgeen is.
_ _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [F] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Denk aan de fles van [Bb] nooit, de [F] stil verloot die show,
dus ongegetenlijk [G] wat hij [C] zoal [F] beleefd.
Zie die vastgelopen [Bb] schriek, en de [F] his en roep in [Bb] bied,
dit [F] vastgelopen [C] opgepies [F] voorheen ons spreekt.
[Dm] En mij haalt [Am] het [Bb] alles, je hoort nu [F] van alles,
wat door de kleur van [Em] mijn feest [C] geworden is,
[Bb] door de lak [F] maar misschien [Db] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden ben [C] ik geen [F] hetgeen is.
[Dm] _ _ _ Wij houden met u ook van [F] vastgelopen, _ _ vastgelopen. _ _
[Dm] _ _ _ En feesten kansen na die [C] zinnen morgen.
_ _ _ _ En [Dm] wij houden [Am] van alles, _ [Ebm] en wij houden [Bbm] van alles,
[B] je hoort nu [Gb] van [B] alles, wat [Gb] door de kleur [Ab] van mijn feest [Db] geworden is,
door [B] de lak [Gb] maar misschien [Bb] de tuin wordt _ [B] verbieden.
Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen [Gb] hetgeen is.
En [Ebm] wij houden [Bbm] van [B] alles, je hoort nu [Gb] van [B] alles,
wat [Gb] door de kleur van [Ab] mijn feest [Db] geworden is,
door [B] de lak [Gb] maar misschien [Dm] de tuin wordt verbieden.
[B] Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen hetgeen [Gb] is. _
[B] Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen hetgeen is.
_ _ _ [Gb] geen hetgeen _
[Bb] _ _ [F] _ _ [G] _ _ [C] _ _
[F] _ Maar naderijnen, _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [F] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
denk aan de lakje [Bb] pek, de [F] vaste ogen schek,
is ik en deze [G] dier bijzonder [C] lekker veel.
[F] _ Het is nu mijn acht of lief zijn [Bb] rent, en [F] het bedraagt de [C] sterren van de [F] hemelsvult.
[Dm] En mij haalt [Am] het [Bb] alles, je hoort [F] nu van alles,
wat door de pijn van [G] mijn feest [C] geworden is, [Bb] door de lak [F] maar misschien [Db] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden [C] ben ik geen [F] hetgeen is.
Maar _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
denk aan mijn eigen [Bb] kind, waar het [F] geweldig vindt,
voor het lijkt met pak en [G] ander pak, nog [C] in te gaan.
[F] _ Vleumdreumd en enthousiast, heel het pak schijnt je [Bb] vast,
en [F] al niet eens [C] versnoken, drie [F] maaglieven stof.
[Dm] En mij haalt [A] het [Bb] alles, je [F] hoort nu van [Bb] alles,
wat [F] door de kleur [Em] van mijn feest [C] geworden is, [Bb] door de lak [F] maar misschien [A] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden [C] ben ik geen [F] hetgeen is.
_ _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [F] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Denk aan de fles van [Bb] nooit, de [F] stil verloot die show,
dus ongegetenlijk [G] wat hij [C] zoal [F] beleefd.
Zie die vastgelopen [Bb] schriek, en de [F] his en roep in [Bb] bied,
dit [F] vastgelopen [C] opgepies [F] voorheen ons spreekt.
[Dm] En mij haalt [Am] het [Bb] alles, je hoort nu [F] van alles,
wat door de kleur van [Em] mijn feest [C] geworden is,
[Bb] door de lak [F] maar misschien [Db] de tuin [Dm] wordt [Bb] verbieden.
Dus [F] ongeschieden ben [C] ik geen [F] hetgeen is.
[Dm] _ _ _ Wij houden met u ook van [F] vastgelopen, _ _ vastgelopen. _ _
[Dm] _ _ _ En feesten kansen na die [C] zinnen morgen.
_ _ _ _ En [Dm] wij houden [Am] van alles, _ [Ebm] en wij houden [Bbm] van alles,
[B] je hoort nu [Gb] van [B] alles, wat [Gb] door de kleur [Ab] van mijn feest [Db] geworden is,
door [B] de lak [Gb] maar misschien [Bb] de tuin wordt _ [B] verbieden.
Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen [Gb] hetgeen is.
En [Ebm] wij houden [Bbm] van [B] alles, je hoort nu [Gb] van [B] alles,
wat [Gb] door de kleur van [Ab] mijn feest [Db] geworden is,
door [B] de lak [Gb] maar misschien [Dm] de tuin wordt verbieden.
[B] Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen hetgeen [Gb] is. _
[B] Dus [Gb] ongeschieden [Db] ben ik geen hetgeen is.
_ _ _ [Gb] geen hetgeen _