Chords for De Kast - In Nije Dei (reünieconcert 2006)
Tempo:
66.15 bpm
Chords used:
D
A
E
B
F#m
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[D] [B]
[D] Jongens, [B] ik weet dat er vol mensen meer hier droken.
[D] De onderstekkers zullen er vol meer zijn.
Hou die mobiele telefoon maar even om je heen.
[B] Zie al die mooie lampjes.
[D] Hier, jullie weten dat ze echt mooi zijn.
[A] Dit is een nieuwe dijk.
Dat moet er toch vol meer zijn.
[D] Kom maar.
[B]
[D] Mobieltjes, alles wordt luchtig.
[A]
[D] [A]
[B] [D]
[A] [G]
[A] [D]
[A] [D]
[A] [B] [D]
[F#m] [E] Ik ben je beginnende [A] beginnende.
[E] [D] Dat [E] ik niet [F#m] bij je ben.
[Bm]
[A] Je werkt [D] voor ons mee.
[E] Zoom te zijn.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij [E] bent mijn het.
Als [D] je doorgaat, dan ben ik er.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent mijn het.
Ik ga [D] met je
[A] blijven.
[Bm] Als je het lang wil komen.
[F#m] En je zusje [D] vraagt om je te houden.
[B] Dan vindt het lucht.
[E] Het zin om bij.
In een nieuwe [A] tijd.
[D] [A] Ik kwam net uit de huur.
[D] Het paard dat ik keer.
Het [A] wies onder een.
De tijd die er weer.
[D] Het herd dat ik [A] keer.
Het wiefels zijn.
Kom mij onder een joen.
Maar [D] zelfs in dat voel.
[A] Begin op een nij.
Want de leven gaat doen.
Twa [D] meeskeen boel.
Maar voel wel vrij.
[F#]
Dus zul je [A] daar bekennen.
[D]
[E] Dat ik niet [F#m] bij je ben.
[Bm]
[C#m] Je noemt het paard die [D] zin.
Zonder [E] zin.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent mijn het.
[D] Als je het doorgaat, dan ben ik er.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent [E] mijn het.
Ik ga met [D] je blijven.
[A] Als je [Bm] het lang wil komen.
[F#m] En je zusje vraagt [D] om je te houden.
Dan vindt [B] het lucht.
Het [E] zin om bij.
In een [A] nijden.
[E]
[A] [D] [C#m]
Hangen je [B] het kop.
[F#m] En ze zullen [D] aansprongen.
Jij [B] vindt het lucht.
Het [E] zin om bij.
[A] In een nijden.
[D]
[A]
[G]
[B] [A]
[N]
[D] [B]
[D] Jongens, [B] ik weet dat er vol mensen meer hier droken.
[D] De onderstekkers zullen er vol meer zijn.
Hou die mobiele telefoon maar even om je heen.
[B] Zie al die mooie lampjes.
[D] Hier, jullie weten dat ze echt mooi zijn.
[A] Dit is een nieuwe dijk.
Dat moet er toch vol meer zijn.
[D] Kom maar.
[B]
[D] Mobieltjes, alles wordt luchtig.
[A]
[D] [A]
[B] [D]
[A] [G]
[A] [D]
[A] [D]
[A] [B] [D]
[F#m] [E] Ik ben je beginnende [A] beginnende.
[E] [D] Dat [E] ik niet [F#m] bij je ben.
[Bm]
[A] Je werkt [D] voor ons mee.
[E] Zoom te zijn.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij [E] bent mijn het.
Als [D] je doorgaat, dan ben ik er.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent mijn het.
Ik ga [D] met je
[A] blijven.
[Bm] Als je het lang wil komen.
[F#m] En je zusje [D] vraagt om je te houden.
[B] Dan vindt het lucht.
[E] Het zin om bij.
In een nieuwe [A] tijd.
[D] [A] Ik kwam net uit de huur.
[D] Het paard dat ik keer.
Het [A] wies onder een.
De tijd die er weer.
[D] Het herd dat ik [A] keer.
Het wiefels zijn.
Kom mij onder een joen.
Maar [D] zelfs in dat voel.
[A] Begin op een nij.
Want de leven gaat doen.
Twa [D] meeskeen boel.
Maar voel wel vrij.
[F#]
Dus zul je [A] daar bekennen.
[D]
[E] Dat ik niet [F#m] bij je ben.
[Bm]
[C#m] Je noemt het paard die [D] zin.
Zonder [E] zin.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent mijn het.
[D] Als je het doorgaat, dan ben ik er.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent [E] mijn het.
Ik ga met [D] je blijven.
[A] Als je [Bm] het lang wil komen.
[F#m] En je zusje vraagt [D] om je te houden.
Dan vindt [B] het lucht.
Het [E] zin om bij.
In een [A] nijden.
[E]
[A] [D] [C#m]
Hangen je [B] het kop.
[F#m] En ze zullen [D] aansprongen.
Jij [B] vindt het lucht.
Het [E] zin om bij.
[A] In een nijden.
[D]
[A]
[G]
[B] [A]
[N]
Key:
D
A
E
B
F#m
D
A
E
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ [D] _ _ _ _ [B] _ _ _
[D] _ _ Jongens, _ [B] ik weet dat er vol mensen meer hier droken.
[D] De onderstekkers zullen er vol meer zijn.
Hou die mobiele telefoon maar even om je heen.
[B] Zie al die mooie lampjes.
[D] Hier, jullie weten dat ze echt mooi zijn.
[A] Dit is een nieuwe dijk. _
Dat moet er toch vol meer zijn.
[D] Kom maar.
_ [B] _ _
_ [D] Mobieltjes, alles wordt luchtig.
_ [A] _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ [A] _
_ [B] _ _ [D] _ _ _ _ _
[A] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[A] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
[A] _ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [A] _ _ _ [B] _ _ [D] _ _
_ _ _ _ [F#m] _ _ [E] Ik ben je beginnende [A] beginnende.
[E] _ _ [D] _ Dat [E] ik niet [F#m] bij je ben.
_ _ [Bm] _
[A] Je werkt [D] voor ons mee.
[E] Zoom te zijn. _
[A] Jij bent mijn hond.
Jij [E] bent mijn het.
Als [D] je doorgaat, dan ben ik er.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent mijn het.
Ik ga [D] met je _
[A] blijven.
[Bm] Als je het lang wil komen.
[F#m] En je zusje [D] vraagt om je te houden.
[B] Dan vindt het lucht.
[E] Het zin om bij. _ _ _
_ _ In een nieuwe [A] tijd. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ [A] _ _ _ Ik kwam net uit de huur.
[D] Het paard dat ik keer.
Het [A] wies onder een.
_ De tijd die er weer.
[D] Het herd dat ik [A] keer.
Het wiefels zijn.
Kom mij onder een joen.
Maar [D] zelfs in dat voel.
[A] Begin op een nij.
_ Want de leven gaat doen.
Twa [D] meeskeen boel.
Maar voel wel vrij.
_ [F#] _
Dus zul je [A] daar bekennen.
_ _ [D] _
[E] Dat ik niet [F#m] bij je ben.
_ _ [Bm] _
[C#m] Je noemt het paard die [D] zin.
Zonder [E] zin.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent mijn het.
[D] Als je het doorgaat, dan ben ik er.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent [E] mijn het.
Ik ga met [D] je blijven.
[A] Als je [Bm] het lang wil komen.
[F#m] En je zusje vraagt [D] om je te houden.
Dan vindt [B] het lucht.
Het [E] zin om bij. _ _ _ _
In een [A] nijden.
_ _ _ _ _ [E] _
_ [A] _ _ _ _ [D] _ _ [C#m]
Hangen je [B] het kop.
[F#m] En ze zullen [D] aansprongen.
Jij [B] vindt het lucht.
Het [E] zin om bij. _ _ _ _
[A] In een nijden. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [D] _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
[B] _ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _
_ [D] _ _ _ _ [B] _ _ _
[D] _ _ Jongens, _ [B] ik weet dat er vol mensen meer hier droken.
[D] De onderstekkers zullen er vol meer zijn.
Hou die mobiele telefoon maar even om je heen.
[B] Zie al die mooie lampjes.
[D] Hier, jullie weten dat ze echt mooi zijn.
[A] Dit is een nieuwe dijk. _
Dat moet er toch vol meer zijn.
[D] Kom maar.
_ [B] _ _
_ [D] Mobieltjes, alles wordt luchtig.
_ [A] _ _
_ _ _ [D] _ _ _ _ [A] _
_ [B] _ _ [D] _ _ _ _ _
[A] _ _ _ _ [G] _ _ _ _
[A] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
[A] _ _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [A] _ _ _ [B] _ _ [D] _ _
_ _ _ _ [F#m] _ _ [E] Ik ben je beginnende [A] beginnende.
[E] _ _ [D] _ Dat [E] ik niet [F#m] bij je ben.
_ _ [Bm] _
[A] Je werkt [D] voor ons mee.
[E] Zoom te zijn. _
[A] Jij bent mijn hond.
Jij [E] bent mijn het.
Als [D] je doorgaat, dan ben ik er.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent mijn het.
Ik ga [D] met je _
[A] blijven.
[Bm] Als je het lang wil komen.
[F#m] En je zusje [D] vraagt om je te houden.
[B] Dan vindt het lucht.
[E] Het zin om bij. _ _ _
_ _ In een nieuwe [A] tijd. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ [A] _ _ _ Ik kwam net uit de huur.
[D] Het paard dat ik keer.
Het [A] wies onder een.
_ De tijd die er weer.
[D] Het herd dat ik [A] keer.
Het wiefels zijn.
Kom mij onder een joen.
Maar [D] zelfs in dat voel.
[A] Begin op een nij.
_ Want de leven gaat doen.
Twa [D] meeskeen boel.
Maar voel wel vrij.
_ [F#] _
Dus zul je [A] daar bekennen.
_ _ [D] _
[E] Dat ik niet [F#m] bij je ben.
_ _ [Bm] _
[C#m] Je noemt het paard die [D] zin.
Zonder [E] zin.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent mijn het.
[D] Als je het doorgaat, dan ben ik er.
[A] Jij bent mijn hond.
Jij bent [E] mijn het.
Ik ga met [D] je blijven.
[A] Als je [Bm] het lang wil komen.
[F#m] En je zusje vraagt [D] om je te houden.
Dan vindt [B] het lucht.
Het [E] zin om bij. _ _ _ _
In een [A] nijden.
_ _ _ _ _ [E] _
_ [A] _ _ _ _ [D] _ _ [C#m]
Hangen je [B] het kop.
[F#m] En ze zullen [D] aansprongen.
Jij [B] vindt het lucht.
Het [E] zin om bij. _ _ _ _
[A] In een nijden. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [D] _ _
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
[B] _ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _