De Mensen Die We Missen Chords by Sela
Tempo:
125.2 bpm
Chords used:
Dm
Bb
A
C
Gm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bm]
[Gm] [Dm]
[C] [Bb]
[E] [A]
[Dm]
[D] [Gm]
[Dm] [Am] [Bb]
[A]
[Dm] God, U kent [Am] de namen [E] van de mensen die [Bb] we
[E] [F] missen, [Dm] geliefden die [D] nog steeds [A] met [Dm] ons beweven zijn.
[D] Wij [Dm] voelen hier [D] de leegte, [A] zij rusten [Dm] in uw [Gm] vrede.
God, U bent [G] de Vader van [A] de mensen uit de tijd.
[Dm]
[D] [Gm]
[Dm] [A] [Bb]
[A]
[Dm] God, U kent [D] de namen van [Dm] de [C] mensen die [F] we missen,
[Dm] geliefden die [Gm] zo hoorden [A] bij ons leven [Dm] elke dag.
[F] Wij zien de [Bb] lesstoelen, [A] zij zitten aan [Dm] uw tafel.
[Bb] God, U [Gm] bent de Vader van [A] de mensen [Dm] in ons hart.
[F] Troost [Bb] ons Heer, [F] wees ons nabij, laat ons [Bb] in uw armen [C] vrede vinden.
[A] Draag [Dm] ons [E] Heer [Bb] en [Gm] koester [C] ons, als [Gm] we denken aan [A] de [A] mensen die [Dm] we [D] missen.
[Gm]
[Dm] [C] [Bb]
[A]
[Dm] God, U kent [E] de namen van [Dm] de mensen [C] die [F] we missen.
[Dm] U delende [Gm] verhalen [A] van wie ons [Dm] dierbaar zijn.
[F] We danken voor [Bb] hun [Gm] leven, [A] we komen hen [Dm] weer tegen.
[Bb] God, U bent [Gm] de Vader [A] van het leven [Dm] voor altijd.
[F] Troost [Bb] ons Heer, [C] wees ons [F] nabij, laat ons [Bb] in uw armen [C] vrede vinden.
[C] [A] Draag [Dm] ons Heer [Gm] en koester [C] ons, als we denken [A] aan de mensen die [E] we missen.
[Dm] Wie helpt [C] er ons?
[F]
[Gm]
[Bb] Christus, Hij [C] alleen.
[C] [Bb] Wie draagt ons door [F] de
[Gm] moed?
[F] Christus, Hij [C] alleen.
[Cm] Wie [F] heeft ons [Bb] leefgebracht?
[Bbm] Wie [Eb] heeft de dood [Ab]
bezwagen?
[Fm] Wie
[Eb] brengt ons [Bb] weer samen?
[Fm] [Eb]
[Bb] Christus, Hij [C] alleen.
[F] Troost [Bb] ons Heer, [F] wees [C] ons nabij, laat [E] ons [Bb] in uw armen [C] vrede vinden.
[A] Draag ons [Dm] Heer [Bb] en koester [C] ons, als [Gm] we denken aan [A] de mensen die [E] we [Gm] missen.
[Dm]
[Gm] [Dm]
[C] [Bb]
[E] [A]
[Dm]
[D] [Gm]
[Dm] [Am] [Bb]
[A]
[Dm] God, U kent [Am] de namen [E] van de mensen die [Bb] we
[E] [F] missen, [Dm] geliefden die [D] nog steeds [A] met [Dm] ons beweven zijn.
[D] Wij [Dm] voelen hier [D] de leegte, [A] zij rusten [Dm] in uw [Gm] vrede.
God, U bent [G] de Vader van [A] de mensen uit de tijd.
[Dm]
[D] [Gm]
[Dm] [A] [Bb]
[A]
[Dm] God, U kent [D] de namen van [Dm] de [C] mensen die [F] we missen,
[Dm] geliefden die [Gm] zo hoorden [A] bij ons leven [Dm] elke dag.
[F] Wij zien de [Bb] lesstoelen, [A] zij zitten aan [Dm] uw tafel.
[Bb] God, U [Gm] bent de Vader van [A] de mensen [Dm] in ons hart.
[F] Troost [Bb] ons Heer, [F] wees ons nabij, laat ons [Bb] in uw armen [C] vrede vinden.
[A] Draag [Dm] ons [E] Heer [Bb] en [Gm] koester [C] ons, als [Gm] we denken aan [A] de [A] mensen die [Dm] we [D] missen.
[Gm]
[Dm] [C] [Bb]
[A]
[Dm] God, U kent [E] de namen van [Dm] de mensen [C] die [F] we missen.
[Dm] U delende [Gm] verhalen [A] van wie ons [Dm] dierbaar zijn.
[F] We danken voor [Bb] hun [Gm] leven, [A] we komen hen [Dm] weer tegen.
[Bb] God, U bent [Gm] de Vader [A] van het leven [Dm] voor altijd.
[F] Troost [Bb] ons Heer, [C] wees ons [F] nabij, laat ons [Bb] in uw armen [C] vrede vinden.
[C] [A] Draag [Dm] ons Heer [Gm] en koester [C] ons, als we denken [A] aan de mensen die [E] we missen.
[Dm] Wie helpt [C] er ons?
[F]
[Gm]
[Bb] Christus, Hij [C] alleen.
[C] [Bb] Wie draagt ons door [F] de
[Gm] moed?
[F] Christus, Hij [C] alleen.
[Cm] Wie [F] heeft ons [Bb] leefgebracht?
[Bbm] Wie [Eb] heeft de dood [Ab]
bezwagen?
[Fm] Wie
[Eb] brengt ons [Bb] weer samen?
[Fm] [Eb]
[Bb] Christus, Hij [C] alleen.
[F] Troost [Bb] ons Heer, [F] wees [C] ons nabij, laat [E] ons [Bb] in uw armen [C] vrede vinden.
[A] Draag ons [Dm] Heer [Bb] en koester [C] ons, als [Gm] we denken aan [A] de mensen die [E] we [Gm] missen.
[Dm]
Key:
Dm
Bb
A
C
Gm
Dm
Bb
A
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Bm] _ _
_ _ _ [Gm] _ _ _ _ [Dm] _
_ [C] _ _ _ [Bb] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _ _ [Gm] _
_ _ [Dm] _ _ _ [Am] _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Dm] God, U kent [Am] de namen [E] van de mensen die [Bb] we _ _ _
[E] [F] missen, _ _ [Dm] _ geliefden die [D] nog steeds [A] met [Dm] ons _ beweven zijn.
[D] Wij [Dm] voelen hier [D] de leegte, [A] zij _ rusten [Dm] in uw _ [Gm] vrede.
God, U bent [G] de Vader van [A] de mensen uit de tijd.
_ [Dm] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [Gm] _ _ _ _
[Dm] _ _ [A] _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [Dm] God, U kent [D] de namen van [Dm] de [C] mensen die [F] we _ _ missen, _ _
[Dm] _ geliefden die [Gm] zo hoorden [A] bij ons leven [Dm] elke dag.
[F] Wij zien de [Bb] _ lesstoelen, [A] zij zitten aan [Dm] uw tafel. _
[Bb] _ God, U [Gm] bent de Vader van [A] de mensen [Dm] in ons hart. _
_ _ _ _ [F] _ _ Troost [Bb] ons Heer, [F] wees ons nabij, _ _ _ laat ons [Bb] in uw armen [C] _ vrede vinden.
_ _ _ _ [A] _ _ Draag [Dm] ons [E] Heer _ [Bb] en [Gm] koester [C] ons, als [Gm] we denken aan [A] de [A] mensen die [Dm] we _ _ [D] missen.
_ _ _ [Gm] _ _ _ _
[Dm] _ _ [C] _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [Dm] God, U kent [E] de namen van [Dm] de mensen [C] die [F] we _ missen. _ _ _
[Dm] U delende _ [Gm] _ verhalen [A] van wie ons [Dm] dierbaar zijn. _
[F] We danken voor [Bb] hun [Gm] leven, [A] we komen hen [Dm] weer tegen. _
[Bb] God, U bent [Gm] de Vader [A] van het leven [Dm] voor altijd. _
_ _ _ _ [F] _ _ Troost [Bb] ons Heer, [C] wees ons [F] nabij, _ _ _ laat ons [Bb] in uw armen [C] vrede vinden.
_ _ [C] _ _ [A] _ _ Draag [Dm] ons _ Heer [Gm] en koester _ [C] ons, als we denken [A] aan de mensen die [E] we _ missen.
[Dm] _ _ _ _ _ Wie helpt [C] er ons?
[F] _ _ _ _
_ _ _ _ [Gm] _ _ _ _
[Bb] Christus, Hij _ [C] alleen. _
[C] _ _ _ _ [Bb] _ Wie draagt ons door [F] de _ _ _
_ _ _ _ [Gm] moed? _ _
[F] Christus, Hij _ [C] alleen. _
_ _ _ _ [Cm] Wie _ [F] heeft ons _ _ [Bb] _ leefgebracht? _
_ _ _ _ [Bbm] _ _ Wie [Eb] heeft de dood [Ab] _ _ _
bezwagen?
_ _ _ [Fm] Wie _ _
[Eb] brengt ons [Bb] weer _ samen?
_ _ _ _ [Fm] _ _ [Eb] _
[Bb] Christus, _ Hij [C] _ alleen. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] _ Troost [Bb] ons Heer, [F] wees [C] ons _ nabij, _ _ laat [E] ons [Bb] in uw armen [C] vrede _ vinden.
_ _ _ _ [A] _ Draag ons [Dm] _ Heer [Bb] en _ koester [C] ons, als [Gm] we denken aan [A] de mensen die [E] we _ [Gm] missen.
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Bm] _ _
_ _ _ [Gm] _ _ _ _ [Dm] _
_ [C] _ _ _ [Bb] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _ _ [Gm] _
_ _ [Dm] _ _ _ [Am] _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Dm] God, U kent [Am] de namen [E] van de mensen die [Bb] we _ _ _
[E] [F] missen, _ _ [Dm] _ geliefden die [D] nog steeds [A] met [Dm] ons _ beweven zijn.
[D] Wij [Dm] voelen hier [D] de leegte, [A] zij _ rusten [Dm] in uw _ [Gm] vrede.
God, U bent [G] de Vader van [A] de mensen uit de tijd.
_ [Dm] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [Gm] _ _ _ _
[Dm] _ _ [A] _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [Dm] God, U kent [D] de namen van [Dm] de [C] mensen die [F] we _ _ missen, _ _
[Dm] _ geliefden die [Gm] zo hoorden [A] bij ons leven [Dm] elke dag.
[F] Wij zien de [Bb] _ lesstoelen, [A] zij zitten aan [Dm] uw tafel. _
[Bb] _ God, U [Gm] bent de Vader van [A] de mensen [Dm] in ons hart. _
_ _ _ _ [F] _ _ Troost [Bb] ons Heer, [F] wees ons nabij, _ _ _ laat ons [Bb] in uw armen [C] _ vrede vinden.
_ _ _ _ [A] _ _ Draag [Dm] ons [E] Heer _ [Bb] en [Gm] koester [C] ons, als [Gm] we denken aan [A] de [A] mensen die [Dm] we _ _ [D] missen.
_ _ _ [Gm] _ _ _ _
[Dm] _ _ [C] _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ _ [Dm] God, U kent [E] de namen van [Dm] de mensen [C] die [F] we _ missen. _ _ _
[Dm] U delende _ [Gm] _ verhalen [A] van wie ons [Dm] dierbaar zijn. _
[F] We danken voor [Bb] hun [Gm] leven, [A] we komen hen [Dm] weer tegen. _
[Bb] God, U bent [Gm] de Vader [A] van het leven [Dm] voor altijd. _
_ _ _ _ [F] _ _ Troost [Bb] ons Heer, [C] wees ons [F] nabij, _ _ _ laat ons [Bb] in uw armen [C] vrede vinden.
_ _ [C] _ _ [A] _ _ Draag [Dm] ons _ Heer [Gm] en koester _ [C] ons, als we denken [A] aan de mensen die [E] we _ missen.
[Dm] _ _ _ _ _ Wie helpt [C] er ons?
[F] _ _ _ _
_ _ _ _ [Gm] _ _ _ _
[Bb] Christus, Hij _ [C] alleen. _
[C] _ _ _ _ [Bb] _ Wie draagt ons door [F] de _ _ _
_ _ _ _ [Gm] moed? _ _
[F] Christus, Hij _ [C] alleen. _
_ _ _ _ [Cm] Wie _ [F] heeft ons _ _ [Bb] _ leefgebracht? _
_ _ _ _ [Bbm] _ _ Wie [Eb] heeft de dood [Ab] _ _ _
bezwagen?
_ _ _ [Fm] Wie _ _
[Eb] brengt ons [Bb] weer _ samen?
_ _ _ _ [Fm] _ _ [Eb] _
[Bb] Christus, _ Hij [C] _ alleen. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] _ Troost [Bb] ons Heer, [F] wees [C] ons _ nabij, _ _ laat [E] ons [Bb] in uw armen [C] vrede _ vinden.
_ _ _ _ [A] _ Draag ons [Dm] _ Heer [Bb] en _ koester [C] ons, als [Gm] we denken aan [A] de mensen die [E] we _ [Gm] missen.
_ _ _ [Dm] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _