Chords for De Smurfen - Ik Moet Naar Bed
Tempo:
144.1 bpm
Chords used:
B
E
F#m
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E] Ik moet [B] naar bed, [F#m] maar ik heb geen slaap, ik [B] ben nog lang niet moe.
[E] Oh, ik moet [B] naar bed, [A] ja ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, [E] oh, oh.
[B] [F#m]
[B] [E]
[B] [A]
[B] [E]
[B] [F#m]
[B] [E] Naar bed,
[B] [F#m]
[B] [E] naar bed zijn eimelen.
Want slapen is iedereen verzocht.
Maar als je dan niet slapen kan, ja, ja, ja, wat moet je dan?
Ik ga liever naar buiten om te spelen.
Dat is veel leuker dan slapen, en er valt meer te beleven.
Oh, oh, oh, oh.
Ik moet [B] naar bed, [F#m] maar ik heb [B] geen slaap.
Oh, [E] ik moet [B] naar bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, [E] oh, oh.
[B]
[F#m] [B] Ik moet [E] naar [B] bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, [E] oh.
[B] Naar bed.
[F#m] [B]
[E] [B]
[A] [B]
[E] Nou, zijn eimelen of slapen is iedereen verzocht.
Ik droom eraf, is het oké?
Je maakt er de leukste dingen mee.
Kom, doe je ogen dicht, en pak m'n hand.
Dan gaan we met z'n tweetjes op reis in Dromeland.
Oh, oh, oh, oh.
[B] [F#m] Maar ik heb geen
[B] slaap.
Oh, [E]
[B] ik [A] moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, oh.
[E] Ik moet [B] naar bed, maar [F#m] ik heb geen slaap.
[B] Ik moet [E] naar [B] bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, [E] oh.
[B] [F#m] Nee, nee, ik [B] wil nog niet [E] slapen.
Heb ik [B] nog weleens geen slaap?
Nee, [A] ik wil nu nog niet naar mijn [B] bed.
Ik [E] ben nog lang niet moe.
Ik [B] wil naar buiten toe.
[F#m] Maar ik moet nu alweer naar [B] mijn bed.
[E]
[B] Ik [A] moet naar bed.
[B] [E] Naar bed.
[B] [F#m]
[B] [E]
[B] [A]
[B] [E] Naar bed.
[B] [F#m]
[B] [E]
[B] [A]
[E] Oh, oh, oh, oh.
Ik moet [B] naar bed, [F#m] maar ik heb geen
[B] slaap.
[E] Oh, ik moet
[B] naar mijn bedje toe.
Ja, [A] ik moet naar mijn bedje [B] toe.
Oh, oh, oh, oh.
[E] Oh, ik moet [B] naar bed, [A] ja ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, [E] oh, oh.
[B] [F#m]
[B] [E]
[B] [A]
[B] [E]
[B] [F#m]
[B] [E] Naar bed,
[B] [F#m]
[B] [E] naar bed zijn eimelen.
Want slapen is iedereen verzocht.
Maar als je dan niet slapen kan, ja, ja, ja, wat moet je dan?
Ik ga liever naar buiten om te spelen.
Dat is veel leuker dan slapen, en er valt meer te beleven.
Oh, oh, oh, oh.
Ik moet [B] naar bed, [F#m] maar ik heb [B] geen slaap.
Oh, [E] ik moet [B] naar bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, [E] oh, oh.
[B]
[F#m] [B] Ik moet [E] naar [B] bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, [E] oh.
[B] Naar bed.
[F#m] [B]
[E] [B]
[A] [B]
[E] Nou, zijn eimelen of slapen is iedereen verzocht.
Ik droom eraf, is het oké?
Je maakt er de leukste dingen mee.
Kom, doe je ogen dicht, en pak m'n hand.
Dan gaan we met z'n tweetjes op reis in Dromeland.
Oh, oh, oh, oh.
[B] [F#m] Maar ik heb geen
[B] slaap.
Oh, [E]
[B] ik [A] moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, oh.
[E] Ik moet [B] naar bed, maar [F#m] ik heb geen slaap.
[B] Ik moet [E] naar [B] bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, [E] oh.
[B] [F#m] Nee, nee, ik [B] wil nog niet [E] slapen.
Heb ik [B] nog weleens geen slaap?
Nee, [A] ik wil nu nog niet naar mijn [B] bed.
Ik [E] ben nog lang niet moe.
Ik [B] wil naar buiten toe.
[F#m] Maar ik moet nu alweer naar [B] mijn bed.
[E]
[B] Ik [A] moet naar bed.
[B] [E] Naar bed.
[B] [F#m]
[B] [E]
[B] [A]
[B] [E] Naar bed.
[B] [F#m]
[B] [E]
[B] [A]
[E] Oh, oh, oh, oh.
Ik moet [B] naar bed, [F#m] maar ik heb geen
[B] slaap.
[E] Oh, ik moet
[B] naar mijn bedje toe.
Ja, [A] ik moet naar mijn bedje [B] toe.
Oh, oh, oh, oh.
Key:
B
E
F#m
A
B
E
F#m
A
_ _ _ _ [E] _ _ Ik moet [B] naar bed, _ [F#m] maar ik heb geen slaap, ik [B] ben nog lang niet moe.
[E] Oh, ik moet [B] naar bed, _ [A] ja ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, [E] oh, oh. _ _
[B] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ [E] Naar bed, _ _
[B] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] naar bed zijn eimelen.
Want slapen is iedereen verzocht.
Maar als je dan niet slapen kan, ja, ja, ja, wat moet je dan?
Ik ga liever naar buiten om te spelen.
Dat is veel leuker dan slapen, en er valt meer te beleven.
Oh, oh, oh, oh.
Ik moet [B] naar bed, _ _ [F#m] maar ik heb _ _ [B] geen slaap.
Oh, [E] _ _ ik moet [B] naar bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, [E] oh, oh.
_ _ _ [B] _ _ _ _
[F#m] _ _ _ _ [B] Ik moet [E] naar _ _ _ [B] _ _ bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, [E] oh.
_ _ [B] Naar bed. _ _
[F#m] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[A] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] Nou, zijn eimelen of slapen is iedereen verzocht.
Ik droom eraf, is het oké?
Je maakt er de leukste dingen mee.
Kom, doe je ogen dicht, en pak m'n hand.
Dan gaan we met z'n tweetjes op reis in Dromeland. _
Oh, oh, oh, oh. _ _ _
[B] _ _ _ [F#m] Maar ik heb geen _
[B] _ _ slaap.
Oh, [E] _ _ _ _
[B] _ ik _ [A] moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, oh.
[E] _ _ Ik moet [B] naar bed, _ maar [F#m] ik heb geen slaap.
[B] Ik moet [E] naar _ _ [B] bed, _ ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, [E] oh. _ _ _
[B] _ _ _ [F#m] Nee, nee, _ ik [B] wil nog niet _ _ [E] _ _ slapen.
Heb ik [B] nog weleens geen slaap?
Nee, [A] ik wil nu nog niet naar mijn [B] bed.
_ Ik [E] ben nog lang niet moe.
Ik [B] wil naar buiten toe.
[F#m] Maar ik moet nu alweer naar [B] mijn bed.
_ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ Ik [A] moet naar bed. _ _
[B] _ _ _ [E] Naar bed. _
[B] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
[B] _ _ _ [E] Naar bed. _ _
_ [B] _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
[E] Oh, oh, oh, oh.
Ik moet [B] naar bed, _ _ [F#m] maar ik heb geen _ _
[B] slaap.
_ [E] Oh, ik moet _
[B] _ _ naar mijn bedje toe.
Ja, [A] ik moet naar mijn bedje [B] toe.
Oh, oh, oh, oh. _ _ _ _
[E] Oh, ik moet [B] naar bed, _ [A] ja ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, [E] oh, oh. _ _
[B] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ [E] Naar bed, _ _
[B] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] naar bed zijn eimelen.
Want slapen is iedereen verzocht.
Maar als je dan niet slapen kan, ja, ja, ja, wat moet je dan?
Ik ga liever naar buiten om te spelen.
Dat is veel leuker dan slapen, en er valt meer te beleven.
Oh, oh, oh, oh.
Ik moet [B] naar bed, _ _ [F#m] maar ik heb _ _ [B] geen slaap.
Oh, [E] _ _ ik moet [B] naar bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, [E] oh, oh.
_ _ _ [B] _ _ _ _
[F#m] _ _ _ _ [B] Ik moet [E] naar _ _ _ [B] _ _ bed, ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, [E] oh.
_ _ [B] Naar bed. _ _
[F#m] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[A] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[E] Nou, zijn eimelen of slapen is iedereen verzocht.
Ik droom eraf, is het oké?
Je maakt er de leukste dingen mee.
Kom, doe je ogen dicht, en pak m'n hand.
Dan gaan we met z'n tweetjes op reis in Dromeland. _
Oh, oh, oh, oh. _ _ _
[B] _ _ _ [F#m] Maar ik heb geen _
[B] _ _ slaap.
Oh, [E] _ _ _ _
[B] _ ik _ [A] moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, oh.
[E] _ _ Ik moet [B] naar bed, _ maar [F#m] ik heb geen slaap.
[B] Ik moet [E] naar _ _ [B] bed, _ ja [A] ik moet naar mijn [B] bedje toe.
Oh, oh, oh, [E] oh. _ _ _
[B] _ _ _ [F#m] Nee, nee, _ ik [B] wil nog niet _ _ [E] _ _ slapen.
Heb ik [B] nog weleens geen slaap?
Nee, [A] ik wil nu nog niet naar mijn [B] bed.
_ Ik [E] ben nog lang niet moe.
Ik [B] wil naar buiten toe.
[F#m] Maar ik moet nu alweer naar [B] mijn bed.
_ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ Ik [A] moet naar bed. _ _
[B] _ _ _ [E] Naar bed. _
[B] _ _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
[B] _ _ _ [E] Naar bed. _ _
_ [B] _ _ _ [F#m] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [E] _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [A] _ _ _ _
[E] Oh, oh, oh, oh.
Ik moet [B] naar bed, _ _ [F#m] maar ik heb geen _ _
[B] slaap.
_ [E] Oh, ik moet _
[B] _ _ naar mijn bedje toe.
Ja, [A] ik moet naar mijn bedje [B] toe.
Oh, oh, oh, oh. _ _ _ _