Dutch Boys - Ik Zal Nooit Meer Dronken Wezen Chords
Tempo:
121 bpm
Chords used:
C
F
Dm
Gm
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Dm] [C]
[Dm] [F] [Dm]
Hé, joh!
Wat was er [A] gistermiddag met u aan de hand?
Uw neus was rood, uw ogen [Dm] waren bleek.
Uw vrouw ging tekeren [A] met een stevig trambelant.
En dat was de vierde keer al [Dm] deze week.
[C] [F] Ach, ik wou gewoon eens kijken [C] hoe het was in het café.
[Gm] En kreeg door heel spontaan één [Gbm] [Gm] gassiebier.
[F] Twee, [Em] drie, [Dm] vier, vijf.
En toen je weer naar huis ging, [A] wist je niet meer wat je deed.
Want je [Db] zat te manken onder [Dm] onze stier.
Echt waar?
[C] Echt waar!
Nou, ik [F] zal nooit meer [Gm] dronken [C] wezen.
Ik [Gm] zal nooit [C] meer [F] dronken zijn.
Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken wezen.
Ik zal nooit [Gm] meer [F] dronken zijn.
[C]
Ik [F] zal nooit meer [Gm] dronken [C] wezen.
Ik [Gm] zal nooit [C] meer dronken [F] zijn.
Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken wezen.
Ik zal nooit [Gm] meer dronken [Am]
[Dm] zijn.
[C] Kom maar, Warps.
Ga even ernaar heen, joh.
[Dm] Jongens, ik kan jou [F] één ding beloven.
Wat is het?
[Dm]
Ja, je kunt het wel beloven, [A] maar daar hebben wij niks [Db] aan.
Want dat doe je al je hele [Dm] leven lang.
Je weet misschien nog wat je [A] in het weekend hebt gedaan.
Nou, de buurvrouw, die is elke [Dm] nacht nog bang.
[Bb]
[F] Ach, ik kon er niks aan doen, [C] want een kip ging er van deur.
[Gm] En jij dacht, hij zit misschien in [A] het café.
[Dm] Zo!
Maar om drie uur s'nacht stond jij hier [A] bij de buurvrouw voor de deur.
En we vakken bij haar in de [Dm] wijk de steen.
Ach nee!
[C] Ach ja!
[Dm] Nou!
[C] Ik [F] zal nooit meer [Bb] dronken [C] wezen.
Ik [Gm] zal nooit [C] meer dronken [F] zijn.
Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken wezen.
Ik zal nooit [G] meer dronken [F] zijn.
[Am] [Eb] [D]
[G] Ik zal nooit meer dronken [C] [D] wezen.
Ik zal [Am] nooit [D] meer dronken [G]
zijn.
Ik [C] zal [G] nooit meer dronken wezen.
Ik zal nooit [D] meer dronken [G] zijn.
[B] [Em] Ach joh, neem me toch naar genen [D] man!
Wat maakt dat nou nog uit?
[Em] Nee jongens, [G] het is [D] gebeurd!
[Em] Ach joh!
Graag gehoord,
[Dm] [F] [Dm]
Hé, joh!
Wat was er [A] gistermiddag met u aan de hand?
Uw neus was rood, uw ogen [Dm] waren bleek.
Uw vrouw ging tekeren [A] met een stevig trambelant.
En dat was de vierde keer al [Dm] deze week.
[C] [F] Ach, ik wou gewoon eens kijken [C] hoe het was in het café.
[Gm] En kreeg door heel spontaan één [Gbm] [Gm] gassiebier.
[F] Twee, [Em] drie, [Dm] vier, vijf.
En toen je weer naar huis ging, [A] wist je niet meer wat je deed.
Want je [Db] zat te manken onder [Dm] onze stier.
Echt waar?
[C] Echt waar!
Nou, ik [F] zal nooit meer [Gm] dronken [C] wezen.
Ik [Gm] zal nooit [C] meer [F] dronken zijn.
Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken wezen.
Ik zal nooit [Gm] meer [F] dronken zijn.
[C]
Ik [F] zal nooit meer [Gm] dronken [C] wezen.
Ik [Gm] zal nooit [C] meer dronken [F] zijn.
Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken wezen.
Ik zal nooit [Gm] meer dronken [Am]
[Dm] zijn.
[C] Kom maar, Warps.
Ga even ernaar heen, joh.
[Dm] Jongens, ik kan jou [F] één ding beloven.
Wat is het?
[Dm]
Ja, je kunt het wel beloven, [A] maar daar hebben wij niks [Db] aan.
Want dat doe je al je hele [Dm] leven lang.
Je weet misschien nog wat je [A] in het weekend hebt gedaan.
Nou, de buurvrouw, die is elke [Dm] nacht nog bang.
[Bb]
[F] Ach, ik kon er niks aan doen, [C] want een kip ging er van deur.
[Gm] En jij dacht, hij zit misschien in [A] het café.
[Dm] Zo!
Maar om drie uur s'nacht stond jij hier [A] bij de buurvrouw voor de deur.
En we vakken bij haar in de [Dm] wijk de steen.
Ach nee!
[C] Ach ja!
[Dm] Nou!
[C] Ik [F] zal nooit meer [Bb] dronken [C] wezen.
Ik [Gm] zal nooit [C] meer dronken [F] zijn.
Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken wezen.
Ik zal nooit [G] meer dronken [F] zijn.
[Am] [Eb] [D]
[G] Ik zal nooit meer dronken [C] [D] wezen.
Ik zal [Am] nooit [D] meer dronken [G]
zijn.
Ik [C] zal [G] nooit meer dronken wezen.
Ik zal nooit [D] meer dronken [G] zijn.
[B] [Em] Ach joh, neem me toch naar genen [D] man!
Wat maakt dat nou nog uit?
[Em] Nee jongens, [G] het is [D] gebeurd!
[Em] Ach joh!
Graag gehoord,
Key:
C
F
Dm
Gm
A
C
F
Dm
_ [Dm] _ _ _ _ [C] _ _ _
_ [Dm] _ _ _ [F] _ _ _ [Dm] _
Hé, joh!
Wat was er [A] gistermiddag met u aan de hand?
Uw neus was rood, uw ogen [Dm] waren bleek. _
Uw vrouw ging tekeren [A] met een stevig trambelant.
En dat was de vierde keer al [Dm] deze week. _
[C] [F] Ach, ik wou gewoon eens kijken [C] hoe het was in het café.
[Gm] En kreeg door heel spontaan één [Gbm] [Gm] gassiebier.
[F] Twee, [Em] drie, [Dm] vier, vijf.
En toen je weer naar huis ging, [A] wist je niet meer wat je deed.
Want je [Db] zat te manken onder [Dm] onze stier.
Echt waar?
[C] Echt waar!
Nou, ik [F] zal nooit _ meer [Gm] dronken [C] wezen. _ _
_ Ik [Gm] zal nooit _ [C] meer [F] dronken zijn.
_ _ Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken _ wezen.
_ _ Ik zal nooit _ [Gm] meer [F] dronken zijn.
_ _ [C]
Ik [F] zal nooit _ meer [Gm] dronken _ [C] wezen.
_ _ Ik [Gm] zal nooit [C] meer dronken [F] zijn. _
_ Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken _ wezen. _ _
Ik zal nooit _ [Gm] meer dronken [Am]
[Dm] zijn.
_ _ _ [C] Kom maar, Warps.
Ga even ernaar heen, joh.
[Dm] Jongens, ik kan jou [F] één ding beloven.
Wat is het?
[Dm]
Ja, je kunt het wel beloven, [A] maar daar hebben wij niks [Db] aan.
Want dat doe je al je hele [Dm] leven lang. _
Je weet misschien nog wat je [A] in het weekend hebt gedaan.
Nou, de buurvrouw, die is elke [Dm] nacht nog bang.
[Bb] _
[F] Ach, ik kon er niks aan doen, [C] want een kip ging er van deur.
[Gm] En jij dacht, hij zit misschien in [A] het café.
[Dm] Zo!
Maar om drie uur s'nacht stond jij hier [A] bij de buurvrouw voor de deur.
En we vakken bij haar in de [Dm] wijk de steen.
Ach nee!
[C] Ach ja!
[Dm] Nou!
[C] Ik [F] zal nooit _ meer [Bb] dronken [C] wezen. _ _
_ Ik [Gm] zal nooit [C] meer dronken [F] zijn.
_ _ Ik [Bb] zal _ nooit meer [F] dronken wezen.
_ _ _ Ik zal nooit [G] meer dronken [F] zijn.
[Am] _ [Eb] _ [D] _
_ [G] Ik zal nooit _ meer dronken [C] _ [D] wezen. _ _ _
Ik zal [Am] nooit [D] meer dronken [G]
zijn.
_ _ Ik [C] zal _ [G] nooit meer dronken wezen. _ _
_ Ik zal nooit [D] meer dronken [G] zijn.
[B] _ _ [Em] Ach joh, neem me toch naar genen [D] man!
Wat maakt dat nou nog uit?
[Em] Nee jongens, [G] het is [D] gebeurd!
[Em] Ach joh!
Graag gehoord,
_ [Dm] _ _ _ [F] _ _ _ [Dm] _
Hé, joh!
Wat was er [A] gistermiddag met u aan de hand?
Uw neus was rood, uw ogen [Dm] waren bleek. _
Uw vrouw ging tekeren [A] met een stevig trambelant.
En dat was de vierde keer al [Dm] deze week. _
[C] [F] Ach, ik wou gewoon eens kijken [C] hoe het was in het café.
[Gm] En kreeg door heel spontaan één [Gbm] [Gm] gassiebier.
[F] Twee, [Em] drie, [Dm] vier, vijf.
En toen je weer naar huis ging, [A] wist je niet meer wat je deed.
Want je [Db] zat te manken onder [Dm] onze stier.
Echt waar?
[C] Echt waar!
Nou, ik [F] zal nooit _ meer [Gm] dronken [C] wezen. _ _
_ Ik [Gm] zal nooit _ [C] meer [F] dronken zijn.
_ _ Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken _ wezen.
_ _ Ik zal nooit _ [Gm] meer [F] dronken zijn.
_ _ [C]
Ik [F] zal nooit _ meer [Gm] dronken _ [C] wezen.
_ _ Ik [Gm] zal nooit [C] meer dronken [F] zijn. _
_ Ik [Bb] zal nooit meer [F] dronken _ wezen. _ _
Ik zal nooit _ [Gm] meer dronken [Am]
[Dm] zijn.
_ _ _ [C] Kom maar, Warps.
Ga even ernaar heen, joh.
[Dm] Jongens, ik kan jou [F] één ding beloven.
Wat is het?
[Dm]
Ja, je kunt het wel beloven, [A] maar daar hebben wij niks [Db] aan.
Want dat doe je al je hele [Dm] leven lang. _
Je weet misschien nog wat je [A] in het weekend hebt gedaan.
Nou, de buurvrouw, die is elke [Dm] nacht nog bang.
[Bb] _
[F] Ach, ik kon er niks aan doen, [C] want een kip ging er van deur.
[Gm] En jij dacht, hij zit misschien in [A] het café.
[Dm] Zo!
Maar om drie uur s'nacht stond jij hier [A] bij de buurvrouw voor de deur.
En we vakken bij haar in de [Dm] wijk de steen.
Ach nee!
[C] Ach ja!
[Dm] Nou!
[C] Ik [F] zal nooit _ meer [Bb] dronken [C] wezen. _ _
_ Ik [Gm] zal nooit [C] meer dronken [F] zijn.
_ _ Ik [Bb] zal _ nooit meer [F] dronken wezen.
_ _ _ Ik zal nooit [G] meer dronken [F] zijn.
[Am] _ [Eb] _ [D] _
_ [G] Ik zal nooit _ meer dronken [C] _ [D] wezen. _ _ _
Ik zal [Am] nooit [D] meer dronken [G]
zijn.
_ _ Ik [C] zal _ [G] nooit meer dronken wezen. _ _
_ Ik zal nooit [D] meer dronken [G] zijn.
[B] _ _ [Em] Ach joh, neem me toch naar genen [D] man!
Wat maakt dat nou nog uit?
[Em] Nee jongens, [G] het is [D] gebeurd!
[Em] Ach joh!
Graag gehoord,