Chords for Eenmaal, tweemal, driemaal, 'n kusje
Tempo:
59.2 bpm
Chords used:
Ab
Eb
A
E
Bbm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Start Jamming...
[Ab] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, [Eb] oh, als maakte dat goed?
[Bbm]
Eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
[Eb] Oh, oh, oh, [Ab] als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik [Db] weer met hem als het moet?
Oh, la, la, wat maakte [Ab] dat?
Als ik het geweten [Eb] had, was ik al veel eerder [Db] uitgegaan.
Jussen is [Ab] een zaligheid, nu heb ik [Eb] alleen maar spijt
dat ik het niet [Ab] eerder heb gedaan.
[Eb] [Ab] Het liep tegen tien, dus ik moest naar huis
en toen zei tot mij een leuke [Eb] jongen
Kom [Bbm] dan zo een keer, ik breng je wel thuis.
En toen bij hem op [Ab] de fiets gesprongen
Hij liet me niet meteen naar binnen gaan
[Bb] maar trok me plots heel dicht tegen zich aan.
[Ab] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, [Eb] oh, als maakte dat goed?
[Bbm] Eenmaal, tweemaal, driemaal een [Eb] keusje.
Oh, oh, oh, [Ab] als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik [Db] weer maar zijn als het moet?
Oh, la, la, wat maakte [Ab] dat?
Als ik het geweten [Eb] had,
was ik al veel eerder [Ab] uitgegaan.
Jussen is een zaligheid, nu heb ik [Eb] alleen maar spijt
dat ik het niet [Ab] eerder heb gedaan.
[E] [A] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, oh, [E] als maakte dat goed?
[Bm] Eenmaal, tweemaal, driemaal een [E] keusje.
Oh, [A] oh, oh, als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik weer [D] maar zijn als het moet?
Oh, la, la, [A] wat maakte dat?
Als ik het [E] geweten had,
was ik al veel [A] eerder uitgegaan.
[D] Jussen is een [A] zaligheid, nu heb ik alleen maar [E] spijt
dat ik het niet eerder [A] heb gedaan.
Hij gaf [E] me eenmaal, tweemaal, [A] driemaal een keus.
Oh, oh, [Eb] oh, als maakte dat goed?
[Bbm]
Eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
[Eb] Oh, oh, oh, [Ab] als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik [Db] weer met hem als het moet?
Oh, la, la, wat maakte [Ab] dat?
Als ik het geweten [Eb] had, was ik al veel eerder [Db] uitgegaan.
Jussen is [Ab] een zaligheid, nu heb ik [Eb] alleen maar spijt
dat ik het niet [Ab] eerder heb gedaan.
[Eb] [Ab] Het liep tegen tien, dus ik moest naar huis
en toen zei tot mij een leuke [Eb] jongen
Kom [Bbm] dan zo een keer, ik breng je wel thuis.
En toen bij hem op [Ab] de fiets gesprongen
Hij liet me niet meteen naar binnen gaan
[Bb] maar trok me plots heel dicht tegen zich aan.
[Ab] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, [Eb] oh, als maakte dat goed?
[Bbm] Eenmaal, tweemaal, driemaal een [Eb] keusje.
Oh, oh, oh, [Ab] als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik [Db] weer maar zijn als het moet?
Oh, la, la, wat maakte [Ab] dat?
Als ik het geweten [Eb] had,
was ik al veel eerder [Ab] uitgegaan.
Jussen is een zaligheid, nu heb ik [Eb] alleen maar spijt
dat ik het niet [Ab] eerder heb gedaan.
[E] [A] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, oh, [E] als maakte dat goed?
[Bm] Eenmaal, tweemaal, driemaal een [E] keusje.
Oh, [A] oh, oh, als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik weer [D] maar zijn als het moet?
Oh, la, la, [A] wat maakte dat?
Als ik het [E] geweten had,
was ik al veel [A] eerder uitgegaan.
[D] Jussen is een [A] zaligheid, nu heb ik alleen maar [E] spijt
dat ik het niet eerder [A] heb gedaan.
Hij gaf [E] me eenmaal, tweemaal, [A] driemaal een keus.
Key:
Ab
Eb
A
E
Bbm
Ab
Eb
A
_ _ [Ab] _ _ _ _ Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, [Eb] oh, als maakte dat goed?
[Bbm]
Eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
[Eb] Oh, oh, oh, [Ab] als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik [Db] weer met hem als het moet?
Oh, la, la, wat maakte [Ab] dat?
Als ik het geweten [Eb] had, was ik al veel eerder [Db] uitgegaan.
Jussen is [Ab] een zaligheid, nu heb ik [Eb] alleen maar spijt
dat ik het niet [Ab] eerder heb gedaan.
[Eb] _ [Ab] Het liep tegen tien, dus ik moest naar huis
en toen zei tot mij een leuke [Eb] jongen
Kom [Bbm] dan zo een keer, ik breng je wel thuis.
En toen bij hem op [Ab] de fiets gesprongen
Hij liet me niet meteen naar binnen gaan
[Bb] maar trok me plots heel dicht tegen zich aan.
[Ab] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, [Eb] oh, als maakte dat goed?
[Bbm] Eenmaal, tweemaal, driemaal een [Eb] keusje.
Oh, oh, oh, [Ab] als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik [Db] weer maar zijn als het moet?
Oh, la, la, wat maakte [Ab] dat?
Als ik het geweten [Eb] had,
was ik al veel eerder [Ab] uitgegaan.
Jussen is een zaligheid, nu heb ik [Eb] alleen maar spijt
dat ik het niet [Ab] eerder heb gedaan.
[E] _ [A] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, oh, [E] als maakte dat goed?
[Bm] Eenmaal, tweemaal, driemaal een [E] keusje.
Oh, [A] oh, oh, als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik weer [D] maar zijn als het moet?
Oh, la, la, [A] wat maakte dat?
Als ik het [E] geweten had,
was ik al veel [A] eerder uitgegaan.
[D] Jussen is een [A] zaligheid, nu heb ik alleen maar [E] spijt
dat ik het niet eerder [A] heb gedaan.
Hij gaf [E] me eenmaal, tweemaal, [A] driemaal een keus. _
Oh, oh, [Eb] oh, als maakte dat goed?
[Bbm]
Eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
[Eb] Oh, oh, oh, [Ab] als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik [Db] weer met hem als het moet?
Oh, la, la, wat maakte [Ab] dat?
Als ik het geweten [Eb] had, was ik al veel eerder [Db] uitgegaan.
Jussen is [Ab] een zaligheid, nu heb ik [Eb] alleen maar spijt
dat ik het niet [Ab] eerder heb gedaan.
[Eb] _ [Ab] Het liep tegen tien, dus ik moest naar huis
en toen zei tot mij een leuke [Eb] jongen
Kom [Bbm] dan zo een keer, ik breng je wel thuis.
En toen bij hem op [Ab] de fiets gesprongen
Hij liet me niet meteen naar binnen gaan
[Bb] maar trok me plots heel dicht tegen zich aan.
[Ab] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, [Eb] oh, als maakte dat goed?
[Bbm] Eenmaal, tweemaal, driemaal een [Eb] keusje.
Oh, oh, oh, [Ab] als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik [Db] weer maar zijn als het moet?
Oh, la, la, wat maakte [Ab] dat?
Als ik het geweten [Eb] had,
was ik al veel eerder [Ab] uitgegaan.
Jussen is een zaligheid, nu heb ik [Eb] alleen maar spijt
dat ik het niet [Ab] eerder heb gedaan.
[E] _ [A] Hij gaf me eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Oh, oh, oh, [E] als maakte dat goed?
[Bm] Eenmaal, tweemaal, driemaal een [E] keusje.
Oh, [A] oh, oh, als zeker zou zoet.
Ja, ja, ja, eenmaal, tweemaal, driemaal een keusje.
Wil ik weer [D] maar zijn als het moet?
Oh, la, la, [A] wat maakte dat?
Als ik het [E] geweten had,
was ik al veel [A] eerder uitgegaan.
[D] Jussen is een [A] zaligheid, nu heb ik alleen maar [E] spijt
dat ik het niet eerder [A] heb gedaan.
Hij gaf [E] me eenmaal, tweemaal, [A] driemaal een keus. _