Chords for Elk mens die hef zich ‘n kruus te dragen

_ _ _ [F] _ _ _
[G] _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ [F] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ _ _ _ Elk mens [F] die heeft zich [G] een kruis [C] te dragen, [Am] op zich zijn die kruisen [Dm] precies even [G] groot.
[F] Het verschil is [G] dat één [Em] heeft de riemen van [Am] piepschoen en [F] de anderen [G] die hebben [C] van lood. _ _ _
_ Hier een [B] paar huizen _ [Am] _ verderop, _ waar [F] is daar [Dm] wel niet [G] _ gebeurd.
Wat [C] die mensen [Em] daar met moe [Am] maken, _ _ _ zo [F#] slim hebben we [D] het lang niet [G] _ gehad.
[E] _ _
_ [A] Scham je [Am] huis voor je [Gm] donkere _ [C] uren van [F] zuchten vol _ _
_ [Fm] _ zelfsneuigheid. _ _
[C] Het mooiste zal [A] weten [Dm] als elk van [G] zijn last [C] wordt _ _ _ bevrijd.
_ _ _ [G] _ _ _
[C] Elk mens [F] die heeft zich [G] een kruis te [C] dragen, [Am] op zich zijn die kruisen [Dm] precies even [G] groot.
[F] Het verschil is [G] dat één heeft [Em] de riemen van [Am] _
piepschoen [F] en de anderen [G] die hebben van [C] lood. _ _
_ _ _ _ [F] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ _ _ _ [F] _ _
_ [G] _ _ _ [C] _ _
_ _ Bij _ gramieten [Em] rug van te prakken [Am]
zetten, _ _ lijkt [F] het vaker dan nodig [G] is voor.
_ _ Kijk [C] dan om [Em] je _ heen en [C] lust er weer naar hoe [D]
andere _ verhalen [G] zijn _
_ [E] _ gegaan.
[A] Ik hang me _ [Am] waarschijn [Gm] voor de diepste [C] _ zuchten en die [F]
schutteldoek, slof aan [Fm] de tronen.
_ _ Kijk [C] goed om [Am] je heen en [Dm] dan zie je weer precies waar je [C] staat. _
_ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ [C] Elk mens [F] die heeft zich [G] een kruis te [C] dragen, [Am] op zich zijn [G] die kruisen [Dm] precies even [G] groot.
[F] Het verschil is [G] dat één heeft [Em] de riemen van [Am] piepschoen [F] en de anderen [G] die hebben van [C] lood.
_ _ _ Hij [Cm] heeft al een [Fm] miljoen kruisen op [A#] zijn bulten [D#] zongooiden [Fm] en als er dan door een engel zegt [G] woed,
[Cm] pak maar weer [Fm] een, het [A#] maakt niet uit [D#] welke.
[Fm] Dan zoek je _ uiteindelijk, [F#m] als er [Am] een _ [G] aankomt, je eigen weer [C] _ _ [G] _ _ _
[A] tussenuit.
_ [D] Elk mens [G] die heeft zich [A] een kruis te [D] dragen, [Bm] op zich [B] zijn die kruisen [G] precies even [A] _ groot.
Het [G] verschil is dat [A] één [F#m] heeft de riemen [Bm] van _ _ piepschoen [G] en de anderen [A] die hebben [F#] van _ _ lood.
[Em] En een lood die [A] met toren [D] de dood. _ _ _
_ _ _ _ _ [G] _
_ _ [A] _ _ _ [D] _
_ [Bm] _ _ _ _ _
_ _ [Em] _ _ [A] _ _
_ [G] _ _ _ [A] _ _
_ [F#m] _ _ _ [Bm] _ _
_ [G] _ _ _ [A] _ _
_ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _