Chords for Engelbewaarder
Tempo:
129.75 bpm
Chords used:
Ab
Db
Eb
A
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Ab] [Eb]
[Ab]
Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten, ben aan het dromen.
[Db] Je zit in een auto [Ab] en voel me bepreid, daarin zit mijn leven, ik heb alle tijd.
Je zit zonder zorgen, nergens aan denken, even maar stoppen, om bij te denken.
[Db] Een flitsende lampen, [Ab] een motor die draait, toch waar zit in haar, in je hoofd die kraait.
Ik weet nu, dat [Db] er een engelbewaarder [Ab] bestaat, je kunt haar niet zien, als ze zachtjes tegen je [Eb]
praat.
[Ab] Ik weet nu ook, dat [Db] zo'n engelbewaarder op [Ab] je blijft, ik kan het weten, ik ben [Eb] er zelf eens door [Ab] gerecht.
Tien kilometer, dan ben je thuis, je zit in de verte, het dak van je huis, [Db] je voelt dat je slaap hebt.
[Ab] Toch rij je maar door, een engelbewaarder die bijna beloofd.
En dan zie je bloemen, alles is wit, het is toch je moeder, die naast je zit.
Je [Db] kijkt in haar ogen [Ab] en ziet dan een draad, alsof ze wil zeggen, [Eb] voorzichtig [Ab] betalen.
Ik weet nu, dat er [Db] een engelbewaarder [Ab] bestaat, je kunt haar niet zien, als ze zachtjes tegen je [Eb] praat.
[Ab] Ik weet nu ook, dat [Db] zo'n engelbewaarder op [Ab] je blijft, ik kan het weten, ik ben er zelf [Eb]
eens door [Ab] gerecht.
[Db] [Ab]
[Eb]
[Ab] [A] Ik weet nu, dat er een [D] engelbewaarder [A] bestaat, je kunt haar niet zien, als ze zachtjes tegen je praat.
[E] [A] Ik weet nu ook, [D] dat zo'n engelbewaarder [A] op je blijft, ik kan het weten, ik ben er [E] zelf eens door [A]
gerecht.
Ik kan het weten, ik [E] ben er zelf eens door gerecht.
[Ab]
Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten, ben aan het dromen.
[Db] Je zit in een auto [Ab] en voel me bepreid, daarin zit mijn leven, ik heb alle tijd.
Je zit zonder zorgen, nergens aan denken, even maar stoppen, om bij te denken.
[Db] Een flitsende lampen, [Ab] een motor die draait, toch waar zit in haar, in je hoofd die kraait.
Ik weet nu, dat [Db] er een engelbewaarder [Ab] bestaat, je kunt haar niet zien, als ze zachtjes tegen je [Eb]
praat.
[Ab] Ik weet nu ook, dat [Db] zo'n engelbewaarder op [Ab] je blijft, ik kan het weten, ik ben [Eb] er zelf eens door [Ab] gerecht.
Tien kilometer, dan ben je thuis, je zit in de verte, het dak van je huis, [Db] je voelt dat je slaap hebt.
[Ab] Toch rij je maar door, een engelbewaarder die bijna beloofd.
En dan zie je bloemen, alles is wit, het is toch je moeder, die naast je zit.
Je [Db] kijkt in haar ogen [Ab] en ziet dan een draad, alsof ze wil zeggen, [Eb] voorzichtig [Ab] betalen.
Ik weet nu, dat er [Db] een engelbewaarder [Ab] bestaat, je kunt haar niet zien, als ze zachtjes tegen je [Eb] praat.
[Ab] Ik weet nu ook, dat [Db] zo'n engelbewaarder op [Ab] je blijft, ik kan het weten, ik ben er zelf [Eb]
eens door [Ab] gerecht.
[Db] [Ab]
[Eb]
[Ab] [A] Ik weet nu, dat er een [D] engelbewaarder [A] bestaat, je kunt haar niet zien, als ze zachtjes tegen je praat.
[E] [A] Ik weet nu ook, [D] dat zo'n engelbewaarder [A] op je blijft, ik kan het weten, ik ben er [E] zelf eens door [A]
gerecht.
Ik kan het weten, ik [E] ben er zelf eens door gerecht.
Key:
Ab
Db
Eb
A
E
Ab
Db
Eb
[Ab] _ _ _ _ _ _ [Eb] _ _
_ _ [Ab] _ _ _ _ _ _
_ _ Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten, ben aan het dromen.
[Db] Je zit in een auto [Ab] en voel me bepreid, daarin zit mijn leven, ik heb alle tijd. _ _ _ _ _
Je zit zonder zorgen, nergens aan denken, even maar stoppen, om bij te denken.
[Db] Een flitsende lampen, [Ab] een motor die draait, toch waar zit in haar, in je hoofd die _ kraait.
_ _ Ik weet nu, dat [Db] er een _ engelbewaarder [Ab] bestaat, _ _ _ je kunt haar niet zien, _ als ze zachtjes tegen je [Eb]
praat.
_ _ [Ab] Ik weet nu ook, dat [Db] zo'n _ engelbewaarder op [Ab] je blijft, _ _ ik kan het weten, ik ben [Eb] er zelf eens door [Ab] gerecht.
_ _ _ _ _ _ Tien kilometer, dan ben je thuis, je zit in de verte, het dak van je huis, [Db] je voelt dat je slaap hebt.
[Ab] Toch rij je maar door, een _ engelbewaarder die bijna _ beloofd. _
_ _ _ En dan zie je bloemen, alles is wit, het is toch je moeder, die naast je zit.
Je [Db] kijkt in haar ogen [Ab] en ziet dan een draad, alsof ze wil zeggen, [Eb] voorzichtig [Ab] betalen. _ _ _ _
Ik weet nu, _ dat er [Db] een _ engelbewaarder [Ab] bestaat, _ _ je kunt haar niet zien, als ze zachtjes tegen je [Eb] praat. _ _ _
[Ab] Ik weet nu ook, dat [Db] zo'n _ engelbewaarder op [Ab] je blijft, _ _ _ ik kan het weten, ik ben er zelf [Eb]
eens door [Ab] gerecht. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Db] _ _ _ _ [Ab] _ _
_ _ _ _ _ _ [Eb] _ _
[Ab] _ _ _ _ [A] _ Ik weet nu, dat er een [D] _ engelbewaarder [A] bestaat, _ _ _ je kunt haar niet zien, _ als ze zachtjes tegen je praat.
[E] _ _ _ [A] Ik weet nu ook, _ [D] dat zo'n _ engelbewaarder [A] op je blijft, _ _ _ ik kan het weten, ik ben er [E] zelf eens door [A]
gerecht.
_ _ _ _ Ik kan het weten, ik [E] ben er zelf eens door _ gerecht. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Ab] _ _ _ _ _ _
_ _ Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten, ben aan het dromen.
[Db] Je zit in een auto [Ab] en voel me bepreid, daarin zit mijn leven, ik heb alle tijd. _ _ _ _ _
Je zit zonder zorgen, nergens aan denken, even maar stoppen, om bij te denken.
[Db] Een flitsende lampen, [Ab] een motor die draait, toch waar zit in haar, in je hoofd die _ kraait.
_ _ Ik weet nu, dat [Db] er een _ engelbewaarder [Ab] bestaat, _ _ _ je kunt haar niet zien, _ als ze zachtjes tegen je [Eb]
praat.
_ _ [Ab] Ik weet nu ook, dat [Db] zo'n _ engelbewaarder op [Ab] je blijft, _ _ ik kan het weten, ik ben [Eb] er zelf eens door [Ab] gerecht.
_ _ _ _ _ _ Tien kilometer, dan ben je thuis, je zit in de verte, het dak van je huis, [Db] je voelt dat je slaap hebt.
[Ab] Toch rij je maar door, een _ engelbewaarder die bijna _ beloofd. _
_ _ _ En dan zie je bloemen, alles is wit, het is toch je moeder, die naast je zit.
Je [Db] kijkt in haar ogen [Ab] en ziet dan een draad, alsof ze wil zeggen, [Eb] voorzichtig [Ab] betalen. _ _ _ _
Ik weet nu, _ dat er [Db] een _ engelbewaarder [Ab] bestaat, _ _ je kunt haar niet zien, als ze zachtjes tegen je [Eb] praat. _ _ _
[Ab] Ik weet nu ook, dat [Db] zo'n _ engelbewaarder op [Ab] je blijft, _ _ _ ik kan het weten, ik ben er zelf [Eb]
eens door [Ab] gerecht. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Db] _ _ _ _ [Ab] _ _
_ _ _ _ _ _ [Eb] _ _
[Ab] _ _ _ _ [A] _ Ik weet nu, dat er een [D] _ engelbewaarder [A] bestaat, _ _ _ je kunt haar niet zien, _ als ze zachtjes tegen je praat.
[E] _ _ _ [A] Ik weet nu ook, _ [D] dat zo'n _ engelbewaarder [A] op je blijft, _ _ _ ik kan het weten, ik ben er [E] zelf eens door [A]
gerecht.
_ _ _ _ Ik kan het weten, ik [E] ben er zelf eens door _ gerecht. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _