Chords for Erwin de Vries - Widde hoeske leutje ulsda
Tempo:
102.5 bpm
Chords used:
Dm
A
Gm
D
C
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F] Heel mooi weer door Skibidoor en dan mag je regelmatig komen.
En ze vroegen mij van wie [C#] André, ze komen van regelmatig.
Regelmatig.
[B] En ze doen ook een beetje [N] hetzelfde woord.
Ja.
Van Mercedes.
Van een wit auto.
Van een wit auto.
Oké, daar beginnen we mee.
Dutsen.
Dus ja, oké.
Ik zeg jullie allemaal wel toes.
Meer zeggen of niet?
Nou vrienden en vrienden.
Tot de volgende keer.
[Dm]
Als [C] mijn vrouw [Dm] de deur op gaat, kom ik over [Gm] de voetjes aan.
[A] Want elke vrijdag gaat ze zo met haar [Dm] vriendin.
Als mijn neus op het best staat, dan mag ik op haar [Gm] onderhaan.
En mijn [A] vrouw denkt, dat kan ze niet [Dm] veel helpen dan.
[F] [C] Als mijn [B] [F#] Mercedes [Dm] daar op ligt, want ze wil een [G] schilder in ons daan.
[A] En mijn Mercedes, die kruist mijn [Dm] lichterachterbroek.
Als mijn vrouw erop loopt, dan zit ik in het tweede oosje [Gm] in het daan.
Zwaai [A] ik met toets, waar ik mijn groot glas van [Dm] ze [Am] bestrook.
Nou, maak je weer aan.
[Dm] In [F] het tweede oosje [Gm] loopt je in ons daan.
O, maar ik kan ook [C] niet bezig gaan.
Mijn vrouw, [F] die [Dm] tweede oosje [Gm] loopt in [D#] [A] ons [B] daan.
Door slone [C#m] stank op [Dm] ledertjes.
[B] Geweldig [C#] drinken [Dm] aan de bar, met veel cocktails en tequila.
[Gm]
Wat, [A] wat is er?
Kom even, geef me [Dm] wel een minhoor.
Haal mij niet nog zo'n oude knaap.
En liep niet lief, vullen we [Gm] je aan.
Van [A] Goanita, maar de lange [Dm]
onderboxenloos.
[A#] Ze wil zich weer suderen, [A] met hun speurde dingen.
Waar is u?
In [Dm] Vuurheiligsteja?
[A#] Hij wil niet meer u huren, [G#] dus [A] ik ga weg.
Er
[Dm] [A#]
[A] komt
[Dm] [N]
een vrouw met klaarmijn.
[A] Er komt een vrouw met klaarmijn?
[Dm] Mar, mar, mar, mar, mar.
[E] [Dm] Mar, mar, mar, mar, mar, mar.
[D] [Dm] Er waren mooie baby's bij.
[G] [Gm]
Maar niet zo lief als jij.
Hulp is [A] een drie bestonden lies.
[D] [N] Er was een vrouw heen.
Ken je hulp?
Is echt zo.
Kan ook een handel dan.
Kent u die uitdrukking?
Maak je rond.
Dominique Lemdaart.
Ken ik ook.
Ik ken ook
Homer Gerrit de Vosheid.
Ken ik ook.
Ik ken ook
Uit Ongedrofelijk.
In het Grote Tegenbos.
Ken ik ook.
Ik ken ook
Jij komt me in bezit noemen.
Ik ken ook
O ja, ik ken ook wat leuks.
Mar, mar, mar.
Dit is niet leuk.
Ken ik ook.
Ken ik nog meer.
O, wacht.
Goedemorgen, zijn we weer?
Ja, ja, ja.
Goh, we zitten helemaal vol in die zaal.
Ja, zeker.
Ja.
Ah.
Uh
Ik kan nog meer.
Ik kan nog veel meer, volgens mij.
Wel is dat.
O ja, wacht eens even.
Uh
Misschien herken je hem.
Ja, dat is moeilijk.
Supergrover.
Wat een heerlijke bloemetjes.
Smeurvenietje.
Bloemetjes.
Wat was mijn
Ellie.
Ellie.
Jij.
Ik ken je toch wel.
[G] [N] Ja, dat
Uh, hier is mijn kapotte kakker van het zesde paddius.
Kunnen jullie opnamen?
Dus ik kom elke week weer met piep.
[F#] Het verveelt me al een beetje, [E] volgens mij.
[Dm]
Waar waren mooie baby's bij?
Maar om twaalf uur is het loes
Dan word ik [A] plankgast [Gm] Richting Duitsland
[A] Dan strik ik mijn oren [D] kleed
[A] Terwijl mijn aderaar gaal of [Dm] grond
En om twaalf uur is het loes
[C#] Weggedoogd, naagd [Gm] en kraag
[D] En om [Gm] twee uur
Schen je er een [A] biertje in
[F#m] Als je vla [D] van schoon [Dm] kan
[C#] [Dm] In [D] tweedehonderdste [Gm] leuntje Ja
[C]
Dan neem ik m'n weefel [Dm] aan die [A] dag
In [Dm] tweedehonderdste [Gm] leuntje Ja
[G#] [A] Op zoldersta, [Dm] weedertje
In tweedehonderdste [Gm] leuntje
Dan [C] neem ik m'n [Dm] weefel aan die dag
In tweedehonderdste leuntje
[Gm]
[A] Mag [C] [B] zij mij [C#] huren
[Dm] Ja
[A#] Ja [A] Ja Ja Ja
Ja Ja
[Dm] [E]
[D] Dank u [N] wel
En ze vroegen mij van wie [C#] André, ze komen van regelmatig.
Regelmatig.
[B] En ze doen ook een beetje [N] hetzelfde woord.
Ja.
Van Mercedes.
Van een wit auto.
Van een wit auto.
Oké, daar beginnen we mee.
Dutsen.
Dus ja, oké.
Ik zeg jullie allemaal wel toes.
Meer zeggen of niet?
Nou vrienden en vrienden.
Tot de volgende keer.
[Dm]
Als [C] mijn vrouw [Dm] de deur op gaat, kom ik over [Gm] de voetjes aan.
[A] Want elke vrijdag gaat ze zo met haar [Dm] vriendin.
Als mijn neus op het best staat, dan mag ik op haar [Gm] onderhaan.
En mijn [A] vrouw denkt, dat kan ze niet [Dm] veel helpen dan.
[F] [C] Als mijn [B] [F#] Mercedes [Dm] daar op ligt, want ze wil een [G] schilder in ons daan.
[A] En mijn Mercedes, die kruist mijn [Dm] lichterachterbroek.
Als mijn vrouw erop loopt, dan zit ik in het tweede oosje [Gm] in het daan.
Zwaai [A] ik met toets, waar ik mijn groot glas van [Dm] ze [Am] bestrook.
Nou, maak je weer aan.
[Dm] In [F] het tweede oosje [Gm] loopt je in ons daan.
O, maar ik kan ook [C] niet bezig gaan.
Mijn vrouw, [F] die [Dm] tweede oosje [Gm] loopt in [D#] [A] ons [B] daan.
Door slone [C#m] stank op [Dm] ledertjes.
[B] Geweldig [C#] drinken [Dm] aan de bar, met veel cocktails en tequila.
[Gm]
Wat, [A] wat is er?
Kom even, geef me [Dm] wel een minhoor.
Haal mij niet nog zo'n oude knaap.
En liep niet lief, vullen we [Gm] je aan.
Van [A] Goanita, maar de lange [Dm]
onderboxenloos.
[A#] Ze wil zich weer suderen, [A] met hun speurde dingen.
Waar is u?
In [Dm] Vuurheiligsteja?
[A#] Hij wil niet meer u huren, [G#] dus [A] ik ga weg.
Er
[Dm] [A#]
[A] komt
[Dm] [N]
een vrouw met klaarmijn.
[A] Er komt een vrouw met klaarmijn?
[Dm] Mar, mar, mar, mar, mar.
[E] [Dm] Mar, mar, mar, mar, mar, mar.
[D] [Dm] Er waren mooie baby's bij.
[G] [Gm]
Maar niet zo lief als jij.
Hulp is [A] een drie bestonden lies.
[D] [N] Er was een vrouw heen.
Ken je hulp?
Is echt zo.
Kan ook een handel dan.
Kent u die uitdrukking?
Maak je rond.
Dominique Lemdaart.
Ken ik ook.
Ik ken ook
Homer Gerrit de Vosheid.
Ken ik ook.
Ik ken ook
Uit Ongedrofelijk.
In het Grote Tegenbos.
Ken ik ook.
Ik ken ook
Jij komt me in bezit noemen.
Ik ken ook
O ja, ik ken ook wat leuks.
Mar, mar, mar.
Dit is niet leuk.
Ken ik ook.
Ken ik nog meer.
O, wacht.
Goedemorgen, zijn we weer?
Ja, ja, ja.
Goh, we zitten helemaal vol in die zaal.
Ja, zeker.
Ja.
Ah.
Uh
Ik kan nog meer.
Ik kan nog veel meer, volgens mij.
Wel is dat.
O ja, wacht eens even.
Uh
Misschien herken je hem.
Ja, dat is moeilijk.
Supergrover.
Wat een heerlijke bloemetjes.
Smeurvenietje.
Bloemetjes.
Wat was mijn
Ellie.
Ellie.
Jij.
Ik ken je toch wel.
[G] [N] Ja, dat
Uh, hier is mijn kapotte kakker van het zesde paddius.
Kunnen jullie opnamen?
Dus ik kom elke week weer met piep.
[F#] Het verveelt me al een beetje, [E] volgens mij.
[Dm]
Waar waren mooie baby's bij?
Maar om twaalf uur is het loes
Dan word ik [A] plankgast [Gm] Richting Duitsland
[A] Dan strik ik mijn oren [D] kleed
[A] Terwijl mijn aderaar gaal of [Dm] grond
En om twaalf uur is het loes
[C#] Weggedoogd, naagd [Gm] en kraag
[D] En om [Gm] twee uur
Schen je er een [A] biertje in
[F#m] Als je vla [D] van schoon [Dm] kan
[C#] [Dm] In [D] tweedehonderdste [Gm] leuntje Ja
[C]
Dan neem ik m'n weefel [Dm] aan die [A] dag
In [Dm] tweedehonderdste [Gm] leuntje Ja
[G#] [A] Op zoldersta, [Dm] weedertje
In tweedehonderdste [Gm] leuntje
Dan [C] neem ik m'n [Dm] weefel aan die dag
In tweedehonderdste leuntje
[Gm]
[A] Mag [C] [B] zij mij [C#] huren
[Dm] Ja
[A#] Ja [A] Ja Ja Ja
Ja Ja
[Dm] [E]
[D] Dank u [N] wel
Key:
Dm
A
Gm
D
C
Dm
A
Gm
_ [F] _ Heel mooi weer door Skibidoor en dan mag je regelmatig komen.
En ze vroegen mij van wie [C#] André, ze komen van regelmatig.
Regelmatig.
[B] En ze doen ook een beetje [N] hetzelfde woord.
Ja.
_ Van Mercedes.
Van een wit auto.
Van een wit auto.
Oké, daar beginnen we mee.
Dutsen.
Dus ja, oké.
Ik zeg jullie allemaal wel toes.
_ Meer zeggen of niet?
Nou vrienden en vrienden.
Tot de volgende keer.
_ [Dm] _
Als _ _ [C] mijn vrouw [Dm] de deur op gaat, kom ik over [Gm] de voetjes aan.
[A] Want elke vrijdag gaat ze zo met haar [Dm] vriendin.
_ Als mijn neus op het best staat, dan mag ik op haar [Gm] onderhaan.
En mijn [A] vrouw denkt, dat kan ze niet [Dm] veel helpen dan.
[F] _ [C] _ _ Als mijn [B] [F#] Mercedes [Dm] daar op ligt, want ze wil een [G] schilder in ons daan.
[A] En mijn Mercedes, die kruist mijn _ [Dm] lichterachterbroek.
Als mijn vrouw erop loopt, dan zit ik in het tweede oosje [Gm] in het daan.
Zwaai [A] ik met toets, waar ik mijn groot glas van [Dm] ze [Am] bestrook.
Nou, maak je weer aan.
[Dm] In [F] het tweede oosje [Gm] loopt je in ons daan.
O, maar ik kan ook [C] niet bezig gaan.
Mijn vrouw, [F] die _ _ [Dm] _ tweede oosje [Gm] loopt in _ [D#] [A] ons [B] daan.
Door slone [C#m] stank op [Dm] ledertjes.
_ _ _ [B] Geweldig [C#] drinken [Dm] aan de bar, met veel cocktails en tequila.
[Gm]
Wat, [A] wat is er?
Kom even, geef me [Dm] wel een minhoor. _
Haal mij niet nog zo'n oude knaap.
En liep niet lief, vullen we [Gm] je aan.
Van [A] Goanita, maar de lange [Dm] _
onderboxenloos.
_ _ [A#] Ze wil zich weer suderen, [A] _ met hun speurde dingen.
Waar is u?
In _ [Dm] Vuurheiligsteja?
_ [A#] Hij wil niet meer u huren, [G#] dus [A] ik ga weg.
Er _ _ _
_ [Dm] _ _ _ [A#] _ _ _ _
_ [A] _ komt _ _ _ _
_ _ [Dm] _ _ _ _ _ [N] _
een _ _ _ _ _ _ _ _ _ vrouw met klaarmijn.
[A] Er komt een vrouw met klaarmijn?
_ _ [Dm] Mar, _ _ _ _ _ _ _ _ _ mar, mar, mar, mar.
_ [E] [Dm] Mar, mar, mar, mar, mar, mar.
_ [D] _ [Dm] _ _ Er waren mooie baby's bij.
_ _ [G] _ [Gm] _
Maar niet zo lief als jij.
_ Hulp is [A] een drie bestonden lies.
_ _ [D] _ _ [N] Er was een vrouw heen. _ _ _ _ _ _
_ Ken je hulp?
_ _ _ Is echt zo.
_ Kan ook een handel dan. _ _ _
_ Kent u die uitdrukking? _ _
Maak je rond.
_ _ Dominique Lemdaart. _
Ken ik ook.
_ _ _ Ik ken _ _ ook_
Homer Gerrit de Vosheid. _
Ken ik ook.
_ Ik ken _ ook_
Uit Ongedrofelijk.
In het Grote Tegenbos. _ _ _ _
Ken ik ook.
_ _ _ Ik ken ook_
Jij komt me in bezit noemen.
Ik ken ook_
O ja, ik ken ook wat leuks.
Mar, mar, mar.
Dit is niet leuk.
_ _ _ _ _ _ _
Ken ik ook.
_ _ _ _ Ken ik nog meer.
O, wacht.
_ _ _ Goedemorgen, zijn we weer?
_ Ja, ja, ja.
Goh, we zitten helemaal vol in die zaal.
Ja, zeker.
Ja. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Ah.
Uh_
Ik kan nog meer.
Ik kan nog veel meer, volgens mij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ Wel is dat. _ _ _
_ _ _ _ _ O ja, wacht eens even.
_ Uh_
Misschien herken je hem. _ _ _
_ _ Ja, _ _ _ dat is moeilijk.
_ _ _ Supergrover. _ _
_ Wat _ _ _ _ een heerlijke bloemetjes.
_ Smeurvenietje. _
_ _ _ Bloemetjes. _ _
Wat was _ mijn_ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ellie.
Ellie.
_ _ _ Jij. _ _
_ _ _ _ _ Ik _ ken je toch wel. _ _ _ _ _
_ [G] _ [N] _ _ Ja, dat_
Uh, hier is mijn kapotte kakker van het zesde paddius.
_ _ Kunnen jullie opnamen?
_ _ _ _ _ Dus ik kom elke week weer met piep. _ _ _ _ _
[F#] Het verveelt me al een beetje, [E] volgens mij.
_ [Dm] _ _ _
_ Waar waren mooie baby's bij? _ _
Maar om twaalf uur is het loes
Dan word ik [A] plankgast [Gm] Richting _ Duitsland
_ [A] Dan strik ik mijn oren [D] kleed
[A] Terwijl mijn aderaar gaal of [Dm] grond _ _
_ _ _ En om twaalf uur is het loes
_ _ _ [C#] Weggedoogd, naagd [Gm] en kraag
[D] En om [Gm] twee uur
Schen je er een [A] biertje in
[F#m] Als je vla [D] van schoon [Dm] kan
_ _ _ _ _ [C#] [Dm] In _ _ _ _ _ [D] _ tweedehonderdste [Gm] _ leuntje Ja
_ _ [C] _
Dan neem ik m'n weefel [Dm] aan die [A] dag
_ In [Dm] _ tweedehonderdste [Gm] leuntje Ja
[G#] _ [A] Op zoldersta, [Dm] weedertje
In _ _ _ tweedehonderdste [Gm] leuntje
Dan _ [C] _ _ neem ik m'n [Dm] weefel aan die dag
In tweedehonderdste leuntje
[Gm] _
[A] Mag [C] [B] zij mij [C#] huren
[Dm] _ _ Ja
[A#] _ Ja [A] Ja Ja Ja
Ja Ja
_ _ [Dm] _ _ [E] _
_ [D] Dank u [N] wel _ _ _ _
En ze vroegen mij van wie [C#] André, ze komen van regelmatig.
Regelmatig.
[B] En ze doen ook een beetje [N] hetzelfde woord.
Ja.
_ Van Mercedes.
Van een wit auto.
Van een wit auto.
Oké, daar beginnen we mee.
Dutsen.
Dus ja, oké.
Ik zeg jullie allemaal wel toes.
_ Meer zeggen of niet?
Nou vrienden en vrienden.
Tot de volgende keer.
_ [Dm] _
Als _ _ [C] mijn vrouw [Dm] de deur op gaat, kom ik over [Gm] de voetjes aan.
[A] Want elke vrijdag gaat ze zo met haar [Dm] vriendin.
_ Als mijn neus op het best staat, dan mag ik op haar [Gm] onderhaan.
En mijn [A] vrouw denkt, dat kan ze niet [Dm] veel helpen dan.
[F] _ [C] _ _ Als mijn [B] [F#] Mercedes [Dm] daar op ligt, want ze wil een [G] schilder in ons daan.
[A] En mijn Mercedes, die kruist mijn _ [Dm] lichterachterbroek.
Als mijn vrouw erop loopt, dan zit ik in het tweede oosje [Gm] in het daan.
Zwaai [A] ik met toets, waar ik mijn groot glas van [Dm] ze [Am] bestrook.
Nou, maak je weer aan.
[Dm] In [F] het tweede oosje [Gm] loopt je in ons daan.
O, maar ik kan ook [C] niet bezig gaan.
Mijn vrouw, [F] die _ _ [Dm] _ tweede oosje [Gm] loopt in _ [D#] [A] ons [B] daan.
Door slone [C#m] stank op [Dm] ledertjes.
_ _ _ [B] Geweldig [C#] drinken [Dm] aan de bar, met veel cocktails en tequila.
[Gm]
Wat, [A] wat is er?
Kom even, geef me [Dm] wel een minhoor. _
Haal mij niet nog zo'n oude knaap.
En liep niet lief, vullen we [Gm] je aan.
Van [A] Goanita, maar de lange [Dm] _
onderboxenloos.
_ _ [A#] Ze wil zich weer suderen, [A] _ met hun speurde dingen.
Waar is u?
In _ [Dm] Vuurheiligsteja?
_ [A#] Hij wil niet meer u huren, [G#] dus [A] ik ga weg.
Er _ _ _
_ [Dm] _ _ _ [A#] _ _ _ _
_ [A] _ komt _ _ _ _
_ _ [Dm] _ _ _ _ _ [N] _
een _ _ _ _ _ _ _ _ _ vrouw met klaarmijn.
[A] Er komt een vrouw met klaarmijn?
_ _ [Dm] Mar, _ _ _ _ _ _ _ _ _ mar, mar, mar, mar.
_ [E] [Dm] Mar, mar, mar, mar, mar, mar.
_ [D] _ [Dm] _ _ Er waren mooie baby's bij.
_ _ [G] _ [Gm] _
Maar niet zo lief als jij.
_ Hulp is [A] een drie bestonden lies.
_ _ [D] _ _ [N] Er was een vrouw heen. _ _ _ _ _ _
_ Ken je hulp?
_ _ _ Is echt zo.
_ Kan ook een handel dan. _ _ _
_ Kent u die uitdrukking? _ _
Maak je rond.
_ _ Dominique Lemdaart. _
Ken ik ook.
_ _ _ Ik ken _ _ ook_
Homer Gerrit de Vosheid. _
Ken ik ook.
_ Ik ken _ ook_
Uit Ongedrofelijk.
In het Grote Tegenbos. _ _ _ _
Ken ik ook.
_ _ _ Ik ken ook_
Jij komt me in bezit noemen.
Ik ken ook_
O ja, ik ken ook wat leuks.
Mar, mar, mar.
Dit is niet leuk.
_ _ _ _ _ _ _
Ken ik ook.
_ _ _ _ Ken ik nog meer.
O, wacht.
_ _ _ Goedemorgen, zijn we weer?
_ Ja, ja, ja.
Goh, we zitten helemaal vol in die zaal.
Ja, zeker.
Ja. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Ah.
Uh_
Ik kan nog meer.
Ik kan nog veel meer, volgens mij. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ Wel is dat. _ _ _
_ _ _ _ _ O ja, wacht eens even.
_ Uh_
Misschien herken je hem. _ _ _
_ _ Ja, _ _ _ dat is moeilijk.
_ _ _ Supergrover. _ _
_ Wat _ _ _ _ een heerlijke bloemetjes.
_ Smeurvenietje. _
_ _ _ Bloemetjes. _ _
Wat was _ mijn_ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Ellie.
Ellie.
_ _ _ Jij. _ _
_ _ _ _ _ Ik _ ken je toch wel. _ _ _ _ _
_ [G] _ [N] _ _ Ja, dat_
Uh, hier is mijn kapotte kakker van het zesde paddius.
_ _ Kunnen jullie opnamen?
_ _ _ _ _ Dus ik kom elke week weer met piep. _ _ _ _ _
[F#] Het verveelt me al een beetje, [E] volgens mij.
_ [Dm] _ _ _
_ Waar waren mooie baby's bij? _ _
Maar om twaalf uur is het loes
Dan word ik [A] plankgast [Gm] Richting _ Duitsland
_ [A] Dan strik ik mijn oren [D] kleed
[A] Terwijl mijn aderaar gaal of [Dm] grond _ _
_ _ _ En om twaalf uur is het loes
_ _ _ [C#] Weggedoogd, naagd [Gm] en kraag
[D] En om [Gm] twee uur
Schen je er een [A] biertje in
[F#m] Als je vla [D] van schoon [Dm] kan
_ _ _ _ _ [C#] [Dm] In _ _ _ _ _ [D] _ tweedehonderdste [Gm] _ leuntje Ja
_ _ [C] _
Dan neem ik m'n weefel [Dm] aan die [A] dag
_ In [Dm] _ tweedehonderdste [Gm] leuntje Ja
[G#] _ [A] Op zoldersta, [Dm] weedertje
In _ _ _ tweedehonderdste [Gm] leuntje
Dan _ [C] _ _ neem ik m'n [Dm] weefel aan die dag
In tweedehonderdste leuntje
[Gm] _
[A] Mag [C] [B] zij mij [C#] huren
[Dm] _ _ Ja
[A#] _ Ja [A] Ja Ja Ja
Ja Ja
_ _ [Dm] _ _ [E] _
_ [D] Dank u [N] wel _ _ _ _