Chords for Gebroeders Rossig - Wij Gaan Après-Skieën
Tempo:
130.15 bpm
Chords used:
Bb
F
C
Dm
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Ab] [Bb]
We [D]
[Bb] gaan afbeskiën [F] naar de klok [C] van Dienen.
[Dm]
[Bb] Bovenin die hutte [F] is het altijd [C] feest.
[Dm] Wij gaan [Bb] afbeskiën, [F] zakken door [C] de knieën.
[Dm] Bosse [Bb] dansers, [F] pindemieelboetjes en geweest.
Ja, ja, ja, ja, ja.
[C] Hoor ik u?
[F]
[Bb] [F] [C] [F]
[Bb] [F] [C] We [Dm] gingen naar de sneeuw toe en [F] ons moeder [C] wilde mee.
[Dm] Dat zagen wij [Bb] niet zitten, [F] dat was geen goed [C] idee.
[Dm] De auto was [Bb] al volgepakt, [F] daar kon ze niet [C] meer bij.
[Dm] Maar in [Bb] de skibox was een [C] plaatsje vrij.
[Bb] Op hun [C] banken zingen wij het holleborst
[Bb] Doe ons nog maar een biertje, want [Gm] van skiën krijg je dorst
[Bb]
[Dm] Wij [Bb] gaan appels [F] skiën, na de klok [C] van drieën
[Dm] Bovenin [Bb] die hutten [F] is het [C] altijd feest
[Dm] Wij gaan [Bb] appels skiën, [Dm]
[C] zakken door de [G] knieën
[Dm] Als ze [Bb] dansen springen, hier moet [F] je zeggen wees
Ja, ja, [C] [F] ja, ja, ja, ja, ja
Appels, [Bb] appels, [F] appels, appels, [C] appels, [F] appels, [Bb] [F] appels
[C] We [Dm] zaten met [Bb] z'n allen in [F] de skilift naar [C] de Top
[Dm] Daar ging toen [Bb] onze moeder [F] de skileraan [C] voorop
[Dm] Op de [Bb] piste kwam ze net [F] de noodgaan naar [C] beneden
[Dm] Ging onderuit [Bb] en rak ze wat [C] in tween
[Bb] Bovenop de banken [C] zingen wij het holleborst
[Bb] Doe ons nog maar een biertje, want [Gm] van skiën krijg je dorst
Wij [D]
[Bb] gaan atles [F] skiën, na de klok [Am] van drieën
[Dm]
Boven in [Bb] die [F] hutten, is het [C] altijd feest
[Dm] Wij gaan [Bb] atles skiën, [Dm] zakken door [C] de [Dm] knieën
Plassen, [Bb] dansen, springen, hier moet je [F] zijn geweest
[A] [F]
[C] [F]
[Bb] [F] [C] [F]
[Bb] [F] [C] [Dm]
Stokken [Bb] en belatten, ja [F] die gooit ze [C] aan de [G] kant
[D] Ze gaat nu [Bb] voor het [F] feestje, in mooi [C] Tirolerand
[Dm] Een biertje [Bb] ontaan, wraadworst daar, want krijg ze [C] nooit genoeg
[Dm] We zakken door [Bb] tot [C] morgenvroeg
[F]
Atles skiën, ja [D] atles skiën
[C] Ja la la, la la la [F] la la
Atles skiën, ja [Dm] atles skiën
[C] Ja la la, la la la [F] la la
[D] Wij gaan atles [A] skiën, na de [E] klok van [Gbm] drieën
Boven [D] in die [A] hutten, is het [E] altijd feest
[D] Wij gaan atles [A] skiën, zakken [E] door de [Gbm] knieën
Plassen, dansen, springen, hier [E] moet je zijn geweest
[Gbm]
Wij gaan [D] atles [A] skiën, na de [E] klok van [D] drieën
Boven in die [A] hutten, is het [E] altijd feest
[Gbm]
Wij gaan atles skiën, zakken [E] door de [Gbm] knieën
Plassen, dansen, springen, hier [E] moet je [A] zijn geweest
[Gbm]
Plassen, [D] dansen, springen, [A] hier [E] moet je [G] zijn geweest
We [D]
[Bb] gaan afbeskiën [F] naar de klok [C] van Dienen.
[Dm]
[Bb] Bovenin die hutte [F] is het altijd [C] feest.
[Dm] Wij gaan [Bb] afbeskiën, [F] zakken door [C] de knieën.
[Dm] Bosse [Bb] dansers, [F] pindemieelboetjes en geweest.
Ja, ja, ja, ja, ja.
[C] Hoor ik u?
[F]
[Bb] [F] [C] [F]
[Bb] [F] [C] We [Dm] gingen naar de sneeuw toe en [F] ons moeder [C] wilde mee.
[Dm] Dat zagen wij [Bb] niet zitten, [F] dat was geen goed [C] idee.
[Dm] De auto was [Bb] al volgepakt, [F] daar kon ze niet [C] meer bij.
[Dm] Maar in [Bb] de skibox was een [C] plaatsje vrij.
[Bb] Op hun [C] banken zingen wij het holleborst
[Bb] Doe ons nog maar een biertje, want [Gm] van skiën krijg je dorst
[Bb]
[Dm] Wij [Bb] gaan appels [F] skiën, na de klok [C] van drieën
[Dm] Bovenin [Bb] die hutten [F] is het [C] altijd feest
[Dm] Wij gaan [Bb] appels skiën, [Dm]
[C] zakken door de [G] knieën
[Dm] Als ze [Bb] dansen springen, hier moet [F] je zeggen wees
Ja, ja, [C] [F] ja, ja, ja, ja, ja
Appels, [Bb] appels, [F] appels, appels, [C] appels, [F] appels, [Bb] [F] appels
[C] We [Dm] zaten met [Bb] z'n allen in [F] de skilift naar [C] de Top
[Dm] Daar ging toen [Bb] onze moeder [F] de skileraan [C] voorop
[Dm] Op de [Bb] piste kwam ze net [F] de noodgaan naar [C] beneden
[Dm] Ging onderuit [Bb] en rak ze wat [C] in tween
[Bb] Bovenop de banken [C] zingen wij het holleborst
[Bb] Doe ons nog maar een biertje, want [Gm] van skiën krijg je dorst
Wij [D]
[Bb] gaan atles [F] skiën, na de klok [Am] van drieën
[Dm]
Boven in [Bb] die [F] hutten, is het [C] altijd feest
[Dm] Wij gaan [Bb] atles skiën, [Dm] zakken door [C] de [Dm] knieën
Plassen, [Bb] dansen, springen, hier moet je [F] zijn geweest
[A] [F]
[C] [F]
[Bb] [F] [C] [F]
[Bb] [F] [C] [Dm]
Stokken [Bb] en belatten, ja [F] die gooit ze [C] aan de [G] kant
[D] Ze gaat nu [Bb] voor het [F] feestje, in mooi [C] Tirolerand
[Dm] Een biertje [Bb] ontaan, wraadworst daar, want krijg ze [C] nooit genoeg
[Dm] We zakken door [Bb] tot [C] morgenvroeg
[F]
Atles skiën, ja [D] atles skiën
[C] Ja la la, la la la [F] la la
Atles skiën, ja [Dm] atles skiën
[C] Ja la la, la la la [F] la la
[D] Wij gaan atles [A] skiën, na de [E] klok van [Gbm] drieën
Boven [D] in die [A] hutten, is het [E] altijd feest
[D] Wij gaan atles [A] skiën, zakken [E] door de [Gbm] knieën
Plassen, dansen, springen, hier [E] moet je zijn geweest
[Gbm]
Wij gaan [D] atles [A] skiën, na de [E] klok van [D] drieën
Boven in die [A] hutten, is het [E] altijd feest
[Gbm]
Wij gaan atles skiën, zakken [E] door de [Gbm] knieën
Plassen, dansen, springen, hier [E] moet je [A] zijn geweest
[Gbm]
Plassen, [D] dansen, springen, [A] hier [E] moet je [G] zijn geweest
Key:
Bb
F
C
Dm
D
Bb
F
C
[Ab] _ _ _ [Bb] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ We _ _ _ [D] _
[Bb] gaan afbeskiën [F] naar de klok [C] van Dienen.
[Dm]
[Bb] Bovenin die hutte [F] is het altijd [C] feest.
[Dm] Wij gaan [Bb] afbeskiën, [F] zakken door [C] de knieën.
[Dm] Bosse [Bb] dansers, _ [F] pindemieelboetjes en geweest. _
_ Ja, ja, _ ja, _ ja, ja.
[C] Hoor ik u?
[F] _ _
[Bb] _ _ _ _ [F] _ [C] _ _ [F] _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ [C] We [Dm] gingen naar de sneeuw toe en [F] ons moeder [C] wilde mee.
[Dm] Dat zagen wij [Bb] niet zitten, [F] dat was geen goed [C] idee.
[Dm] De auto was [Bb] al volgepakt, [F] daar kon ze niet [C] meer bij.
[Dm] Maar in [Bb] de skibox was een [C] plaatsje vrij.
_ _ [Bb] Op hun [C] banken zingen wij het holleborst
[Bb] Doe ons nog maar een biertje, want [Gm] van skiën krijg je dorst
[Bb] _
_ _ [Dm] Wij [Bb] gaan appels [F] skiën, na de klok [C] van drieën
[Dm] Bovenin [Bb] die hutten [F] is het [C] altijd feest
[Dm] Wij gaan [Bb] appels skiën, [Dm]
[C] zakken door de [G] knieën
[Dm] Als ze [Bb] dansen springen, hier moet [F] je zeggen wees
Ja, _ ja, _ [C] [F] ja, ja, ja, ja, ja
_ _ _ Appels, [Bb] appels, [F] appels, appels, [C] appels, [F] appels, _ [Bb] _ [F] appels
_ [C] We [Dm] zaten met [Bb] z'n allen in [F] de skilift naar [C] de Top
[Dm] Daar ging toen [Bb] onze moeder [F] de skileraan [C] voorop
[Dm] Op de [Bb] piste kwam ze net [F] de noodgaan naar [C] beneden
[Dm] Ging onderuit [Bb] en rak ze wat [C] in tween
_ _ [Bb] Bovenop de banken [C] zingen wij het holleborst
[Bb] Doe ons nog maar een biertje, want [Gm] van skiën krijg je dorst
Wij _ _ _ [D]
[Bb] gaan atles [F] skiën, na de klok [Am] van drieën
[Dm]
Boven in [Bb] die [F] hutten, is het [C] altijd feest
[Dm] Wij gaan [Bb] atles skiën, [Dm] zakken door [C] de [Dm] knieën
Plassen, [Bb] dansen, springen, hier moet je [F] zijn geweest _
_ _ _ _ _ [A] _ _ [F] _
_ _ _ _ _ [C] _ [F] _ _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [F] _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [Dm]
Stokken [Bb] en belatten, ja [F] die gooit ze [C] aan de [G] kant
[D] Ze gaat nu [Bb] voor het [F] feestje, in mooi _ [C] Tirolerand
[Dm] Een biertje [Bb] ontaan, wraadworst daar, want krijg ze [C] nooit genoeg
[Dm] We zakken door [Bb] tot _ [C] _ _ morgenvroeg
[F] _
Atles skiën, ja [D] atles skiën
[C] Ja la la, la la la [F] la la
_ _ Atles _ skiën, ja [Dm] atles skiën
[C] Ja la la, la la la [F] la la
_ [D] Wij gaan atles [A] skiën, na de [E] klok van [Gbm] drieën
Boven [D] in die [A] hutten, is het [E] altijd feest
[D] Wij gaan atles [A] skiën, zakken [E] door de [Gbm] knieën
Plassen, dansen, springen, hier [E] moet je zijn geweest
[Gbm]
Wij gaan [D] atles [A] skiën, na de [E] klok van [D] drieën
Boven in die [A] hutten, is het [E] altijd feest
[Gbm]
Wij gaan atles skiën, zakken [E] door de [Gbm] knieën
Plassen, dansen, springen, hier [E] moet je [A] zijn geweest
[Gbm]
Plassen, [D] dansen, springen, [A] hier [E] moet je [G] zijn geweest _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ We _ _ _ [D] _
[Bb] gaan afbeskiën [F] naar de klok [C] van Dienen.
[Dm]
[Bb] Bovenin die hutte [F] is het altijd [C] feest.
[Dm] Wij gaan [Bb] afbeskiën, [F] zakken door [C] de knieën.
[Dm] Bosse [Bb] dansers, _ [F] pindemieelboetjes en geweest. _
_ Ja, ja, _ ja, _ ja, ja.
[C] Hoor ik u?
[F] _ _
[Bb] _ _ _ _ [F] _ [C] _ _ [F] _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ [C] We [Dm] gingen naar de sneeuw toe en [F] ons moeder [C] wilde mee.
[Dm] Dat zagen wij [Bb] niet zitten, [F] dat was geen goed [C] idee.
[Dm] De auto was [Bb] al volgepakt, [F] daar kon ze niet [C] meer bij.
[Dm] Maar in [Bb] de skibox was een [C] plaatsje vrij.
_ _ [Bb] Op hun [C] banken zingen wij het holleborst
[Bb] Doe ons nog maar een biertje, want [Gm] van skiën krijg je dorst
[Bb] _
_ _ [Dm] Wij [Bb] gaan appels [F] skiën, na de klok [C] van drieën
[Dm] Bovenin [Bb] die hutten [F] is het [C] altijd feest
[Dm] Wij gaan [Bb] appels skiën, [Dm]
[C] zakken door de [G] knieën
[Dm] Als ze [Bb] dansen springen, hier moet [F] je zeggen wees
Ja, _ ja, _ [C] [F] ja, ja, ja, ja, ja
_ _ _ Appels, [Bb] appels, [F] appels, appels, [C] appels, [F] appels, _ [Bb] _ [F] appels
_ [C] We [Dm] zaten met [Bb] z'n allen in [F] de skilift naar [C] de Top
[Dm] Daar ging toen [Bb] onze moeder [F] de skileraan [C] voorop
[Dm] Op de [Bb] piste kwam ze net [F] de noodgaan naar [C] beneden
[Dm] Ging onderuit [Bb] en rak ze wat [C] in tween
_ _ [Bb] Bovenop de banken [C] zingen wij het holleborst
[Bb] Doe ons nog maar een biertje, want [Gm] van skiën krijg je dorst
Wij _ _ _ [D]
[Bb] gaan atles [F] skiën, na de klok [Am] van drieën
[Dm]
Boven in [Bb] die [F] hutten, is het [C] altijd feest
[Dm] Wij gaan [Bb] atles skiën, [Dm] zakken door [C] de [Dm] knieën
Plassen, [Bb] dansen, springen, hier moet je [F] zijn geweest _
_ _ _ _ _ [A] _ _ [F] _
_ _ _ _ _ [C] _ [F] _ _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [F] _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [Dm]
Stokken [Bb] en belatten, ja [F] die gooit ze [C] aan de [G] kant
[D] Ze gaat nu [Bb] voor het [F] feestje, in mooi _ [C] Tirolerand
[Dm] Een biertje [Bb] ontaan, wraadworst daar, want krijg ze [C] nooit genoeg
[Dm] We zakken door [Bb] tot _ [C] _ _ morgenvroeg
[F] _
Atles skiën, ja [D] atles skiën
[C] Ja la la, la la la [F] la la
_ _ Atles _ skiën, ja [Dm] atles skiën
[C] Ja la la, la la la [F] la la
_ [D] Wij gaan atles [A] skiën, na de [E] klok van [Gbm] drieën
Boven [D] in die [A] hutten, is het [E] altijd feest
[D] Wij gaan atles [A] skiën, zakken [E] door de [Gbm] knieën
Plassen, dansen, springen, hier [E] moet je zijn geweest
[Gbm]
Wij gaan [D] atles [A] skiën, na de [E] klok van [D] drieën
Boven in die [A] hutten, is het [E] altijd feest
[Gbm]
Wij gaan atles skiën, zakken [E] door de [Gbm] knieën
Plassen, dansen, springen, hier [E] moet je [A] zijn geweest
[Gbm]
Plassen, [D] dansen, springen, [A] hier [E] moet je [G] zijn geweest _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _