Chords for Geubels & Schack - Ik Dans Op De WC (Mark With a K Remix)(Official Videoclip)
Tempo:
150.05 bpm
Chords used:
A
F#m
C#m
B
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Iedereen in quarantaine, al dagen wil [F#m]
onttreinen.
Ik loop de [C#m] muren op, gang met de kat in de [B]
gordijnen.
Soms [A] moet ik oesten, want er komen nog [F#m] geen slijmen.
De brokken die [C#m] nu vallen, gaan we later [B] samen lijmen.
Respect voor [A] alle helden van verplegers op [F#m] de supermarkt.
17 [C#m] mensen in ons land, pam pam pam, [B]
aanklap.
Niks [A] ongedoend, corona is [F#m] in het land.
Dus ik heb [C#m] mijn feestje thuis gepland.
[A] [F#m]
[C#m] [B]
[A] [F#m]
[C#m] [B]
[A] Ik ben een bekende kind, [F#m] ik jump op tv.
[C#m] Mijn vrouw gaat op feestje, [B] dus moeten we wel eens zingen.
[A] Ik ben een bekende kind, [F#m] ik jump op tv.
[C#m] Mijn vrouw gaat op feestje, [B] dus moeten we wel eens zingen.
[A] Zingen, zingen, zingen, zingen, zingen, zingen.
Ik ben een bekende kind.
[Am] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende [A] kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[G]
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik heb nog niets opgezien, [F#m] een jongboon, een keer of [C#m] tien.
Honderd keer gewandeld met [B] een hond.
Dat is [A] gezond, maar het maakt me niet [F#m] meer blij.
[C#m] Dat beest is zelfs niet [B] van mij.
Ik heb [A] in thuis niet ingewezen, maar [F#m] mijn broek in het gewezen.
[C#m] Want ik zit hier thuis, verschuilselijk [B] dat het hond van me aanraast.
[A] Ik weet het, [F#m]
het is rot.
[C#m] Mijn vrouw is gewoon op [C#] feestje, in een wagen.
[A] Blijf in [F#m]
uw kot.
Ik [C#m] meen het.
Ik meen [B] het.
Blijf thuis.
[A] [F#m]
[C#m] [B]
[A] Ik ben een bekende kind.
[F#m] Ik ben een bekende kind.
[C#m] Ik ben een bekende kind.
Ik [B] ben een bekende [A] kind.
[F#m] Ik ben een bekende kind.
[C#m] Ik ben een bekende kind.
[B] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[C]
Ik ben een bekende [A] kind.
[F#m]
[C#m] [B]
[A] Ik ben [F#m] een bekende kind.
[C#m] Ik [B] ben een bekende kind.
[A] Ik [F#m]
[C#m] [B]
ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[F#m] [C#m] [B]
[F#m]
onttreinen.
Ik loop de [C#m] muren op, gang met de kat in de [B]
gordijnen.
Soms [A] moet ik oesten, want er komen nog [F#m] geen slijmen.
De brokken die [C#m] nu vallen, gaan we later [B] samen lijmen.
Respect voor [A] alle helden van verplegers op [F#m] de supermarkt.
17 [C#m] mensen in ons land, pam pam pam, [B]
aanklap.
Niks [A] ongedoend, corona is [F#m] in het land.
Dus ik heb [C#m] mijn feestje thuis gepland.
[A] [F#m]
[C#m] [B]
[A] [F#m]
[C#m] [B]
[A] Ik ben een bekende kind, [F#m] ik jump op tv.
[C#m] Mijn vrouw gaat op feestje, [B] dus moeten we wel eens zingen.
[A] Ik ben een bekende kind, [F#m] ik jump op tv.
[C#m] Mijn vrouw gaat op feestje, [B] dus moeten we wel eens zingen.
[A] Zingen, zingen, zingen, zingen, zingen, zingen.
Ik ben een bekende kind.
[Am] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende [A] kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[G]
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik heb nog niets opgezien, [F#m] een jongboon, een keer of [C#m] tien.
Honderd keer gewandeld met [B] een hond.
Dat is [A] gezond, maar het maakt me niet [F#m] meer blij.
[C#m] Dat beest is zelfs niet [B] van mij.
Ik heb [A] in thuis niet ingewezen, maar [F#m] mijn broek in het gewezen.
[C#m] Want ik zit hier thuis, verschuilselijk [B] dat het hond van me aanraast.
[A] Ik weet het, [F#m]
het is rot.
[C#m] Mijn vrouw is gewoon op [C#] feestje, in een wagen.
[A] Blijf in [F#m]
uw kot.
Ik [C#m] meen het.
Ik meen [B] het.
Blijf thuis.
[A] [F#m]
[C#m] [B]
[A] Ik ben een bekende kind.
[F#m] Ik ben een bekende kind.
[C#m] Ik ben een bekende kind.
Ik [B] ben een bekende [A] kind.
[F#m] Ik ben een bekende kind.
[C#m] Ik ben een bekende kind.
[B] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[C]
Ik ben een bekende [A] kind.
[F#m]
[C#m] [B]
[A] Ik ben [F#m] een bekende kind.
[C#m] Ik [B] ben een bekende kind.
[A] Ik [F#m]
[C#m] [B]
ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[F#m] [C#m] [B]
[F#m]
Key:
A
F#m
C#m
B
Am
A
F#m
C#m
Iedereen in quarantaine, al dagen wil [F#m]
onttreinen.
Ik loop de [C#m] muren op, gang met de kat in de [B]
gordijnen.
Soms [A] moet ik oesten, want er komen nog [F#m] geen slijmen.
De brokken die [C#m] nu vallen, gaan we later [B] samen lijmen.
Respect voor [A] alle helden van verplegers op [F#m] de supermarkt.
17 [C#m] mensen in ons land, pam pam pam, [B]
aanklap.
Niks [A] ongedoend, corona is [F#m] in het land.
Dus ik heb [C#m] mijn feestje thuis gepland.
_ _ [A] _ _ _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [A] _ _ _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ [A] Ik ben een bekende kind, [F#m] ik jump op tv.
[C#m] Mijn vrouw gaat op feestje, [B] dus moeten we wel eens zingen.
[A] Ik ben een bekende kind, [F#m] ik jump op tv.
[C#m] Mijn vrouw gaat op feestje, [B] dus moeten we wel eens zingen.
[A] Zingen, zingen, zingen, zingen, zingen, zingen. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ik ben een bekende kind. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Am] _ _ _ Ik ben een bekende kind.
Ik ben _ een bekende kind.
Ik ben een bekende [A] kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik _ _ _ ben een bekende kind. _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [A] Ik ben een bekende kind.
Ik heb nog niets opgezien, [F#m] een jongboon, een keer of [C#m] tien.
Honderd keer gewandeld met [B] een hond.
Dat is [A] gezond, maar het maakt me niet [F#m] meer blij.
_ [C#m] Dat beest is zelfs niet [B] van mij.
Ik heb [A] in thuis niet ingewezen, maar [F#m] mijn broek in het gewezen.
[C#m] Want ik zit hier thuis, verschuilselijk [B] dat het hond van me aanraast.
[A] _ Ik weet het, [F#m]
het is rot.
[C#m] Mijn vrouw is gewoon op [C#] feestje, in een wagen.
_ _ [A] _ _ Blijf in [F#m]
uw kot.
Ik [C#m] meen het.
Ik meen [B] het.
Blijf thuis.
[A] _ _ _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [A] Ik ben een bekende kind.
[F#m] Ik ben een bekende kind.
[C#m] Ik ben een bekende kind.
Ik [B] ben een bekende _ _ [A] _ _ kind.
[F#m] Ik ben een bekende kind.
[C#m] Ik ben een bekende kind.
[B] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
_ _ _ Ik ben een bekende kind.
_ [C] _
_ Ik ben een bekende [A] kind.
_ _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [A] _ _ Ik ben [F#m] een bekende kind.
_ _ _ [C#m] _ _ _ Ik [B] ben een bekende kind.
_ [A] Ik _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[F#m] _ _ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [F#m] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
onttreinen.
Ik loop de [C#m] muren op, gang met de kat in de [B]
gordijnen.
Soms [A] moet ik oesten, want er komen nog [F#m] geen slijmen.
De brokken die [C#m] nu vallen, gaan we later [B] samen lijmen.
Respect voor [A] alle helden van verplegers op [F#m] de supermarkt.
17 [C#m] mensen in ons land, pam pam pam, [B]
aanklap.
Niks [A] ongedoend, corona is [F#m] in het land.
Dus ik heb [C#m] mijn feestje thuis gepland.
_ _ [A] _ _ _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [A] _ _ _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ [A] Ik ben een bekende kind, [F#m] ik jump op tv.
[C#m] Mijn vrouw gaat op feestje, [B] dus moeten we wel eens zingen.
[A] Ik ben een bekende kind, [F#m] ik jump op tv.
[C#m] Mijn vrouw gaat op feestje, [B] dus moeten we wel eens zingen.
[A] Zingen, zingen, zingen, zingen, zingen, zingen. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ik ben een bekende kind. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Am] _ _ _ Ik ben een bekende kind.
Ik ben _ een bekende kind.
Ik ben een bekende [A] kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik _ _ _ ben een bekende kind. _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [A] Ik ben een bekende kind.
Ik heb nog niets opgezien, [F#m] een jongboon, een keer of [C#m] tien.
Honderd keer gewandeld met [B] een hond.
Dat is [A] gezond, maar het maakt me niet [F#m] meer blij.
_ [C#m] Dat beest is zelfs niet [B] van mij.
Ik heb [A] in thuis niet ingewezen, maar [F#m] mijn broek in het gewezen.
[C#m] Want ik zit hier thuis, verschuilselijk [B] dat het hond van me aanraast.
[A] _ Ik weet het, [F#m]
het is rot.
[C#m] Mijn vrouw is gewoon op [C#] feestje, in een wagen.
_ _ [A] _ _ Blijf in [F#m]
uw kot.
Ik [C#m] meen het.
Ik meen [B] het.
Blijf thuis.
[A] _ _ _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [A] Ik ben een bekende kind.
[F#m] Ik ben een bekende kind.
[C#m] Ik ben een bekende kind.
Ik [B] ben een bekende _ _ [A] _ _ kind.
[F#m] Ik ben een bekende kind.
[C#m] Ik ben een bekende kind.
[B] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
_ _ _ Ik ben een bekende kind.
_ [C] _
_ Ik ben een bekende [A] kind.
_ _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [A] _ _ Ik ben [F#m] een bekende kind.
_ _ _ [C#m] _ _ _ Ik [B] ben een bekende kind.
_ [A] Ik _ _ [F#m] _
_ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[A] Ik ben een bekende kind.
Ik ben een bekende kind.
[F#m] _ _ _ _ [C#m] _ _ _ _ [B] _
_ _ _ [F#m] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _