Chords for Gio - ik denk aan jou lyrics
Tempo:
92.8 bpm
Chords used:
C
D
Em
G
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Ik denk aan [D] jou, [G] als je nu maar [C] bij mij bent.
[E] Want bij jou, [G] voel ik me gewoon [C]
vrij.
Ik denk aan [E] jou, voel ik [G] me terug in [C] de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [D] zijn.
Ik denk aan jou, [E]
ik denk [Am] aan jou.
[D]
Als ik even naar je foto kijk, voel ik [Em] jouw [A] aanwezigheid.
Een moment van stilte in mijn hart.
[E] Naar de [D] tijd.
[A] Ik wou heel even dat je aan me [E] zei, maar niet [D] voor de eeuwigheid.
[C] Waarom moest je [D] nou zo nodig [G] gaan?
[Am] Gaat het goed?
Zo goed [B] om met jou te zijn.
Gaat het [C] goed, met mij om je te zien, met [D] een ander.
Ik [Em] denk aan [D] jou, [G] als je nu maar [C] bij mij bent.
Want [Em] bij jou, [G] voel ik me gewoon [C] vrij.
Ik denk [Em] aan [E] jou, voel ik [G] me terug in [C] de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [A] zijn.
Ik denk aan jou, [D] [E]
ik denk [A] aan jou.
[D]
[C] Gewoon schoon, ik duik je aan de been.
[Em] Ik duik je net en aan de [A] been.
Als je nu maar hier bij mij, [G] samen bent.
[A] De gedachten zijn de [Em] pissekeerde.
Want hij betroog mijn hartbegin.
[C] Waarom moest je nou zo nodig [A]
gaan?
[Am] Gaat het goed?
Zo goed [Bm] om met jou te zijn.
Gaat het [C] goed, met mij om je te zien, met [D] een ander.
[Em] [D] [G] Als je nu maar bij [C] mij bent.
Want bij [Em] [E] jou, voel ik me [C] gewoon vrij.
Ik denk aan [Em] jou, [E] voel ik me [G] terug in de [C] tijd.
[Am] Want dan konden we [B] samen zijn.
[D]
[C] Ik denk aan jou, [Em] alleen aan jou.
[C] Ik kan je niet zo laten gaan.
Wat [D] heb jij mij aangedaan?
[C] Ik denk aan jou, [Em] alleen [D] aan jou.
[Am] Gaat het goed?
Zo [Bm] goed om met jou [D] te zien, met een ander.
[G] [D] [F] Ik [Em] denk aan jou, als je [C] nu maar bij mij bent.
[Em] Want [D] bij jou, voel [G] ik me gewoon [C] vrij.
Ik denk aan [Em] jou, [D] voel ik me terug [C] in de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [E] zijn.
Ik denk aan [Em] jou, [C] alleen aan jou.
[Em] [E] Ik denk [G] [C]
[Em] aan jou, [G] voel ik me terug in de tijd.
[C] Want dan konden we [A] samen zijn.
Ik denk aan jou, voel ik me terug in de tijd.
Ik denk aan jou, voel ik me terug in de [G] tijd.
Want dan konden we samen zijn.
[N]
[E] Want bij jou, [G] voel ik me gewoon [C]
vrij.
Ik denk aan [E] jou, voel ik [G] me terug in [C] de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [D] zijn.
Ik denk aan jou, [E]
ik denk [Am] aan jou.
[D]
Als ik even naar je foto kijk, voel ik [Em] jouw [A] aanwezigheid.
Een moment van stilte in mijn hart.
[E] Naar de [D] tijd.
[A] Ik wou heel even dat je aan me [E] zei, maar niet [D] voor de eeuwigheid.
[C] Waarom moest je [D] nou zo nodig [G] gaan?
[Am] Gaat het goed?
Zo goed [B] om met jou te zijn.
Gaat het [C] goed, met mij om je te zien, met [D] een ander.
Ik [Em] denk aan [D] jou, [G] als je nu maar [C] bij mij bent.
Want [Em] bij jou, [G] voel ik me gewoon [C] vrij.
Ik denk [Em] aan [E] jou, voel ik [G] me terug in [C] de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [A] zijn.
Ik denk aan jou, [D] [E]
ik denk [A] aan jou.
[D]
[C] Gewoon schoon, ik duik je aan de been.
[Em] Ik duik je net en aan de [A] been.
Als je nu maar hier bij mij, [G] samen bent.
[A] De gedachten zijn de [Em] pissekeerde.
Want hij betroog mijn hartbegin.
[C] Waarom moest je nou zo nodig [A]
gaan?
[Am] Gaat het goed?
Zo goed [Bm] om met jou te zijn.
Gaat het [C] goed, met mij om je te zien, met [D] een ander.
[Em] [D] [G] Als je nu maar bij [C] mij bent.
Want bij [Em] [E] jou, voel ik me [C] gewoon vrij.
Ik denk aan [Em] jou, [E] voel ik me [G] terug in de [C] tijd.
[Am] Want dan konden we [B] samen zijn.
[D]
[C] Ik denk aan jou, [Em] alleen aan jou.
[C] Ik kan je niet zo laten gaan.
Wat [D] heb jij mij aangedaan?
[C] Ik denk aan jou, [Em] alleen [D] aan jou.
[Am] Gaat het goed?
Zo [Bm] goed om met jou [D] te zien, met een ander.
[G] [D] [F] Ik [Em] denk aan jou, als je [C] nu maar bij mij bent.
[Em] Want [D] bij jou, voel [G] ik me gewoon [C] vrij.
Ik denk aan [Em] jou, [D] voel ik me terug [C] in de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [E] zijn.
Ik denk aan [Em] jou, [C] alleen aan jou.
[Em] [E] Ik denk [G] [C]
[Em] aan jou, [G] voel ik me terug in de tijd.
[C] Want dan konden we [A] samen zijn.
Ik denk aan jou, voel ik me terug in de tijd.
Ik denk aan jou, voel ik me terug in de [G] tijd.
Want dan konden we samen zijn.
[N]
Key:
C
D
Em
G
E
C
D
Em
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ik denk aan [D] jou, [G] als je nu maar [C] bij mij bent.
[E] Want bij _ jou, [G] voel ik me gewoon [C]
vrij.
Ik denk aan [E] jou, voel ik [G] me terug in [C] de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [D] zijn.
Ik denk aan jou, [E] _ _ _ _
ik denk [Am] aan jou.
_ [D] _ _ _
Als ik even naar je foto kijk, voel ik [Em] jouw [A] aanwezigheid.
Een moment van stilte in mijn hart.
[E] Naar de [D] tijd.
[A] Ik wou heel even dat je aan me [E] zei, maar niet [D] voor de eeuwigheid.
[C] Waarom moest je [D] nou zo nodig [G] gaan?
[Am] Gaat het goed?
Zo goed [B] om met jou te zijn.
Gaat het [C] goed, met mij om je te zien, met [D] een ander.
Ik [Em] denk aan [D] jou, [G] als je nu maar [C] bij mij bent.
Want [Em] bij _ jou, [G] voel ik me gewoon [C] vrij.
Ik denk [Em] aan [E] jou, voel ik [G] me terug in [C] de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [A] _ zijn.
Ik denk aan jou, [D] _ _ _ _ [E]
ik denk [A] aan jou.
_ [D] _ _ _
[C] Gewoon schoon, ik duik je aan de been.
[Em] Ik duik je net en aan de [A] been.
Als je nu maar hier bij mij, [G] samen bent.
[A] De gedachten zijn de [Em] pissekeerde.
Want hij betroog mijn hartbegin.
[C] Waarom moest je nou zo nodig [A] _
gaan?
[Am] Gaat het goed?
Zo goed [Bm] om met jou te zijn.
Gaat het [C] goed, met mij om je te zien, met [D] een ander. _ _
_ [Em] _ _ [D] _ [G] Als je nu maar bij [C] mij bent.
Want bij [Em] _ _ [E] jou, voel ik me [C] gewoon vrij.
Ik denk aan [Em] jou, [E] voel ik me [G] terug in de [C] tijd.
[Am] Want dan konden we [B] samen zijn.
[D] _ _
[C] Ik denk aan jou, [Em] alleen aan jou.
[C] Ik kan je niet zo laten gaan.
Wat [D] heb jij mij aangedaan?
[C] Ik denk aan jou, [Em] alleen [D] aan jou.
[Am] Gaat het goed?
Zo [Bm] goed om met jou [D] te zien, met een ander.
[G] _ _ [D] _ _ _ [F] Ik [Em] denk aan jou, _ _ als je [C] nu maar bij mij bent.
[Em] Want [D] bij jou, voel [G] ik me gewoon [C] vrij.
Ik denk aan [Em] jou, _ [D] voel ik me terug [C] in de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [E] zijn.
Ik denk aan [Em] jou, _ _ _ [C] alleen aan jou.
[Em] _ [E] Ik denk _ [G] _ _ [C] _
[Em] aan jou, _ [G] voel ik me terug in de tijd.
[C] Want dan konden we [A] samen zijn.
Ik denk aan jou, voel ik me terug in de tijd.
Ik denk aan jou, voel ik me terug in de [G] tijd.
Want dan konden we samen zijn. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ik denk aan [D] jou, [G] als je nu maar [C] bij mij bent.
[E] Want bij _ jou, [G] voel ik me gewoon [C]
vrij.
Ik denk aan [E] jou, voel ik [G] me terug in [C] de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [D] zijn.
Ik denk aan jou, [E] _ _ _ _
ik denk [Am] aan jou.
_ [D] _ _ _
Als ik even naar je foto kijk, voel ik [Em] jouw [A] aanwezigheid.
Een moment van stilte in mijn hart.
[E] Naar de [D] tijd.
[A] Ik wou heel even dat je aan me [E] zei, maar niet [D] voor de eeuwigheid.
[C] Waarom moest je [D] nou zo nodig [G] gaan?
[Am] Gaat het goed?
Zo goed [B] om met jou te zijn.
Gaat het [C] goed, met mij om je te zien, met [D] een ander.
Ik [Em] denk aan [D] jou, [G] als je nu maar [C] bij mij bent.
Want [Em] bij _ jou, [G] voel ik me gewoon [C] vrij.
Ik denk [Em] aan [E] jou, voel ik [G] me terug in [C] de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [A] _ zijn.
Ik denk aan jou, [D] _ _ _ _ [E]
ik denk [A] aan jou.
_ [D] _ _ _
[C] Gewoon schoon, ik duik je aan de been.
[Em] Ik duik je net en aan de [A] been.
Als je nu maar hier bij mij, [G] samen bent.
[A] De gedachten zijn de [Em] pissekeerde.
Want hij betroog mijn hartbegin.
[C] Waarom moest je nou zo nodig [A] _
gaan?
[Am] Gaat het goed?
Zo goed [Bm] om met jou te zijn.
Gaat het [C] goed, met mij om je te zien, met [D] een ander. _ _
_ [Em] _ _ [D] _ [G] Als je nu maar bij [C] mij bent.
Want bij [Em] _ _ [E] jou, voel ik me [C] gewoon vrij.
Ik denk aan [Em] jou, [E] voel ik me [G] terug in de [C] tijd.
[Am] Want dan konden we [B] samen zijn.
[D] _ _
[C] Ik denk aan jou, [Em] alleen aan jou.
[C] Ik kan je niet zo laten gaan.
Wat [D] heb jij mij aangedaan?
[C] Ik denk aan jou, [Em] alleen [D] aan jou.
[Am] Gaat het goed?
Zo [Bm] goed om met jou [D] te zien, met een ander.
[G] _ _ [D] _ _ _ [F] Ik [Em] denk aan jou, _ _ als je [C] nu maar bij mij bent.
[Em] Want [D] bij jou, voel [G] ik me gewoon [C] vrij.
Ik denk aan [Em] jou, _ [D] voel ik me terug [C] in de tijd.
[Am] Want dan konden we samen [E] zijn.
Ik denk aan [Em] jou, _ _ _ [C] alleen aan jou.
[Em] _ [E] Ik denk _ [G] _ _ [C] _
[Em] aan jou, _ [G] voel ik me terug in de tijd.
[C] Want dan konden we [A] samen zijn.
Ik denk aan jou, voel ik me terug in de tijd.
Ik denk aan jou, voel ik me terug in de [G] tijd.
Want dan konden we samen zijn. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _