Chords for Guido Belcanto - Willy & Wanda - Vrije Geluiden 30-09-12 HD
Tempo:
150 bpm
Chords used:
D
G
A
Bm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[D] Wanda had een bloemenwinkel, en Willy [G] werkte bij de [D] post, twee doodgewone mensen, die werkten voor [A] de kost.
Ze leerden [D] elkander kennen door een [G] advertentie in de [D] gazet.
Nu komen ze samen, eenmaal per week, [A] voor een beetje seksuele [D] pret.
Wanda's kamer was gedonderd, in [G] rood [D]
neonlicht.
Zware make-up en liep roze op haar [A] gezicht.
[D] Ze liep de kamer op en neer, een [G] tijger in, in [D] haar kooi.
Een zweepje in haar hand gekleumd, [A] wachtend op haar [D] prooi.
Het zwarte leder van haar laarzen [G]
glomt in die rode [D] vloed.
Levensgevaarlijk zag ze eruit, dat wist ze [A] goed.
[D] En daar klopte hij aan haar deuren, [G] verlegen, onschuldig [D] en braaf.
Op zoek naar vernedering, [A] Willy [D]
haarslaat.
[G] Willy en Wanda, [D]
ongelukkigbaar.
Ze kunnen mekaar niet missen, Meester S.
en [A] Martella.
[G]
Daar alleen kan liefde wonen, [D] daar is de liefde zo.
[Bm]
[D] Laarmen houdt van elkaar, [A] met hartstok [D] in het bloed.
[G]
[D]
[A]
[D]
Ze begonnen het spel der liefde, [G]
op een speciale [D] manier.
Willy liep te Wanda's schoenen, dat deed haar veel [A] plezier.
Ze
[D] gaf hem ransel met haar zweep, [G] en noemde hem schurftige [D] hond.
En Willy streelde haar derriere, een [A] glimlach op zijn [D]
mond.
O, Wanda was middelgeloos, en [G] Willy werd niet [D] gespaard.
Zij voelde zich verbonden, met al het [A] kwaad op haar hart.
[D]
En Willy was de verlosser, als [G] hij zich zo [D] gepijnigd wist.
Net als zijn idool, Jezus Christus, [A] de ultieme [D] masochist.
Op een dag trouwde ze met elkaar,
[G] Wanda in het zwart en Willy [D] in het wit.
Zij kreeg Bok's handschoenen cadeau, en hij een nieuw [A] gebit.
[D] Als één van hen zou sterven, zal de [G] andere kreperen van [D] pijn.
In het koninkrijk der liefde, [A] moet men met z'n tweeën [D] zijn.
[G] Willy en Wanda, [D] een gelukkig maandag.
Ze kunnen mekaar niet missen, de meesteres en de [A]
martelaat.
[G] Daar alleen kan liefde wonen, [D] daar is er [Bm]
liefdezoet.
[D] Waar men houdt van elkaar, met [A]
hartstof in het [D] bloed.
[G]
[D] [Bm]
[D]
Ze leerden [D] elkander kennen door een [G] advertentie in de [D] gazet.
Nu komen ze samen, eenmaal per week, [A] voor een beetje seksuele [D] pret.
Wanda's kamer was gedonderd, in [G] rood [D]
neonlicht.
Zware make-up en liep roze op haar [A] gezicht.
[D] Ze liep de kamer op en neer, een [G] tijger in, in [D] haar kooi.
Een zweepje in haar hand gekleumd, [A] wachtend op haar [D] prooi.
Het zwarte leder van haar laarzen [G]
glomt in die rode [D] vloed.
Levensgevaarlijk zag ze eruit, dat wist ze [A] goed.
[D] En daar klopte hij aan haar deuren, [G] verlegen, onschuldig [D] en braaf.
Op zoek naar vernedering, [A] Willy [D]
haarslaat.
[G] Willy en Wanda, [D]
ongelukkigbaar.
Ze kunnen mekaar niet missen, Meester S.
en [A] Martella.
[G]
Daar alleen kan liefde wonen, [D] daar is de liefde zo.
[Bm]
[D] Laarmen houdt van elkaar, [A] met hartstok [D] in het bloed.
[G]
[D]
[A]
[D]
Ze begonnen het spel der liefde, [G]
op een speciale [D] manier.
Willy liep te Wanda's schoenen, dat deed haar veel [A] plezier.
Ze
[D] gaf hem ransel met haar zweep, [G] en noemde hem schurftige [D] hond.
En Willy streelde haar derriere, een [A] glimlach op zijn [D]
mond.
O, Wanda was middelgeloos, en [G] Willy werd niet [D] gespaard.
Zij voelde zich verbonden, met al het [A] kwaad op haar hart.
[D]
En Willy was de verlosser, als [G] hij zich zo [D] gepijnigd wist.
Net als zijn idool, Jezus Christus, [A] de ultieme [D] masochist.
Op een dag trouwde ze met elkaar,
[G] Wanda in het zwart en Willy [D] in het wit.
Zij kreeg Bok's handschoenen cadeau, en hij een nieuw [A] gebit.
[D] Als één van hen zou sterven, zal de [G] andere kreperen van [D] pijn.
In het koninkrijk der liefde, [A] moet men met z'n tweeën [D] zijn.
[G] Willy en Wanda, [D] een gelukkig maandag.
Ze kunnen mekaar niet missen, de meesteres en de [A]
martelaat.
[G] Daar alleen kan liefde wonen, [D] daar is er [Bm]
liefdezoet.
[D] Waar men houdt van elkaar, met [A]
hartstof in het [D] bloed.
[G]
[D] [Bm]
[D]
Key:
D
G
A
Bm
D
G
A
Bm
[D] _ Wanda had een _ _ bloemenwinkel, _ _ en Willy [G] _ werkte bij de [D] post, _ _ _ _ _ twee doodgewone mensen, _ _ die werkten voor [A] de kost. _
_ _ _ _ _ _ Ze leerden [D] _ elkander kennen door een _ [G] advertentie in de [D] gazet.
_ _ Nu komen ze samen, eenmaal per week, [A] voor een beetje _ seksuele [D] pret. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Wanda's kamer was _ gedonderd, in [G] rood _ _ _ [D]
neonlicht.
_ _ _ Zware make-up en liep roze _ _ op _ haar _ [A] gezicht. _ _
_ _ _ _ _ [D] Ze liep de kamer op en neer, een [G] tijger in, _ in [D] haar kooi.
_ Een zweepje in haar hand _ gekleumd, [A] _ wachtend op haar [D] prooi. _ _ _ _
_ _ Het zwarte _ leder van haar _ laarzen [G] _
glomt in die rode [D] _ vloed. _ _
_ _ _ _ Levensgevaarlijk zag ze eruit, _ _ _ dat wist ze [A] _ goed. _ _ _ _ _
_ _ [D] En daar klopte hij aan haar deuren, _ _ _ [G] verlegen, _ onschuldig [D] en braaf.
_ _ Op zoek _ naar _ _ vernedering, _ [A] Willy _ _ _ _ [D] _
haarslaat. _ _ _ _ _ _ _
[G] Willy _ en _ Wanda, _ _ [D] _ _ _ _ _
ongelukkigbaar.
_ _ Ze kunnen mekaar niet _ missen, Meester S.
en [A] Martella. _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _
Daar alleen kan liefde wonen, _ [D] daar is de liefde zo.
_ [Bm] _
_ _ _ [D] _ _ Laarmen houdt van elkaar, _ [A] met hartstok _ [D] in het _ bloed. _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ Ze begonnen het spel der liefde, _ _ _ [G] _
op een speciale [D] manier. _ _
_ Willy liep te Wanda's schoenen, _ _ _ _ _ dat deed haar veel [A] plezier.
_ Ze _ _
_ _ _ [D] _ gaf hem ransel met haar zweep, _ _ [G] en noemde hem schurftige [D] hond.
_ _ En Willy _ streelde haar _ _ derriere, een [A] glimlach _ op zijn [D]
mond. _ _ _ _ _ _ _
O, Wanda was _ middelgeloos, _ _ _ en [G] Willy _ werd niet [D] gespaard. _ _ _ _
Zij voelde zich verbonden, _ _ _ _ _ met al het [A] kwaad op haar hart.
_ _ _ _ _ _ [D] _
En Willy was de verlosser, _ _ als [G] hij zich zo _ [D] gepijnigd wist.
_ _ Net als zijn idool, Jezus Christus, [A] de ultieme _ [D] _ masochist. _ _
_ _ _ _ _ Op een dag _ trouwde ze met elkaar, _
[G] Wanda in het zwart en Willy [D] in het wit. _
_ _ _ Zij kreeg Bok's handschoenen cadeau, _ _ en hij een nieuw [A] gebit. _ _ _ _ _
_ _ _ [D] Als één van hen zou sterven, _ zal de [G] andere kreperen van [D] pijn.
_ In het _ koninkrijk der _ _ _ liefde, [A] moet men met z'n _ tweeën [D] zijn. _ _ _ _ _ _ _
_ [G] Willy _ _ en _ Wanda, _ [D] _ een _ gelukkig _ maandag.
_ Ze kunnen mekaar niet missen, _ de meesteres en de _ [A] _ _
_ martelaat. _ _ _ _ _
[G] _ Daar alleen kan _ liefde wonen, [D] daar is er _ _ [Bm] _
liefdezoet.
_ _ [D] _ Waar men houdt van elkaar, _ met [A]
hartstof _ in het [D] bloed. _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ [Bm] _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ze leerden [D] _ elkander kennen door een _ [G] advertentie in de [D] gazet.
_ _ Nu komen ze samen, eenmaal per week, [A] voor een beetje _ seksuele [D] pret. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Wanda's kamer was _ gedonderd, in [G] rood _ _ _ [D]
neonlicht.
_ _ _ Zware make-up en liep roze _ _ op _ haar _ [A] gezicht. _ _
_ _ _ _ _ [D] Ze liep de kamer op en neer, een [G] tijger in, _ in [D] haar kooi.
_ Een zweepje in haar hand _ gekleumd, [A] _ wachtend op haar [D] prooi. _ _ _ _
_ _ Het zwarte _ leder van haar _ laarzen [G] _
glomt in die rode [D] _ vloed. _ _
_ _ _ _ Levensgevaarlijk zag ze eruit, _ _ _ dat wist ze [A] _ goed. _ _ _ _ _
_ _ [D] En daar klopte hij aan haar deuren, _ _ _ [G] verlegen, _ onschuldig [D] en braaf.
_ _ Op zoek _ naar _ _ vernedering, _ [A] Willy _ _ _ _ [D] _
haarslaat. _ _ _ _ _ _ _
[G] Willy _ en _ Wanda, _ _ [D] _ _ _ _ _
ongelukkigbaar.
_ _ Ze kunnen mekaar niet _ missen, Meester S.
en [A] Martella. _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _
Daar alleen kan liefde wonen, _ [D] daar is de liefde zo.
_ [Bm] _
_ _ _ [D] _ _ Laarmen houdt van elkaar, _ [A] met hartstok _ [D] in het _ bloed. _ _
_ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ Ze begonnen het spel der liefde, _ _ _ [G] _
op een speciale [D] manier. _ _
_ Willy liep te Wanda's schoenen, _ _ _ _ _ dat deed haar veel [A] plezier.
_ Ze _ _
_ _ _ [D] _ gaf hem ransel met haar zweep, _ _ [G] en noemde hem schurftige [D] hond.
_ _ En Willy _ streelde haar _ _ derriere, een [A] glimlach _ op zijn [D]
mond. _ _ _ _ _ _ _
O, Wanda was _ middelgeloos, _ _ _ en [G] Willy _ werd niet [D] gespaard. _ _ _ _
Zij voelde zich verbonden, _ _ _ _ _ met al het [A] kwaad op haar hart.
_ _ _ _ _ _ [D] _
En Willy was de verlosser, _ _ als [G] hij zich zo _ [D] gepijnigd wist.
_ _ Net als zijn idool, Jezus Christus, [A] de ultieme _ [D] _ masochist. _ _
_ _ _ _ _ Op een dag _ trouwde ze met elkaar, _
[G] Wanda in het zwart en Willy [D] in het wit. _
_ _ _ Zij kreeg Bok's handschoenen cadeau, _ _ en hij een nieuw [A] gebit. _ _ _ _ _
_ _ _ [D] Als één van hen zou sterven, _ zal de [G] andere kreperen van [D] pijn.
_ In het _ koninkrijk der _ _ _ liefde, [A] moet men met z'n _ tweeën [D] zijn. _ _ _ _ _ _ _
_ [G] Willy _ _ en _ Wanda, _ [D] _ een _ gelukkig _ maandag.
_ Ze kunnen mekaar niet missen, _ de meesteres en de _ [A] _ _
_ martelaat. _ _ _ _ _
[G] _ Daar alleen kan _ liefde wonen, [D] daar is er _ _ [Bm] _
liefdezoet.
_ _ [D] _ Waar men houdt van elkaar, _ met [A]
hartstof _ in het [D] bloed. _ _ _
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ [Bm] _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _