Chords for Hans De Booij - Annabel • TopPop
Tempo:
128.7 bpm
Chords used:
G
C
Bb
Cm
Ab
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
[G]
Iemand zei dit is Annabel, [C]
ze moet nog naar het station.
Neem jij je wagen dan [Gm] haalt ze het wel.
[Am] Ik zei dat is goed en reed zo [N] stom als ik kon.
We kwamen aan bij [G] een leeg perron [C] en ik zei het zit [G] je niet mee.
[C]
Heel in de verte [G] ging de laatste wagon [Bb] en Annabel zei [A] oké ik ga met je [Ab] mee.
[G]
[C]
En later lagen [Em] we samen zoals [C] dat heet een beetje moe [G] maar voldaan.
[D]
[Em] Er kwam al licht door de ramen ze [Db] zei ik heb geen tijd voor ontbijt [D] ik moet gaan.
[C]
Ik zei alleen nog tot ziens Annabel en ik dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
[C]
Ik dacht ik draai me [G] om en slaap nog even door maar [Bb] twee uur later was ik [A] nog wakker lag [Ab] stil [G] op mijn rug.
[Cm] Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
[Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
[C]
[Bb]
[Ab]
[Eb]
[G] [Cm]
Zo bleef ik twee dagen [G] liggen in bed [C]
ik was totaal van de [G] kaart.
[C]
Toen stond ik op ik [G] moest niet denken maar doen want zonder haar was ik geen [D] stuiver meer waard.
[Gm]
Ik ging de stad door [N] op zoek naar een glimp en ik dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
[C]
Ik ging zelfs [G] hardlog praten in mezelf en [Bb] niemand zei je stond uren met [A] je [Ab] handen op de leuning van [G] de brug.
[F] Annabel het wordt [Cm] niets zonder jou [Bb] Annabel.
[Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel.
[Cm]
[Bb]
[Ab]
[Eb]
[G]
[C] En op een avond zag ik haar weer ze stapte net op de [G] tram.
[C] Ze was nog mooier dan [G] de vorige keer ik riep [D] haar naam en trapte hard op mijn rem.
[C] Ik sprong de auto [G] uit en greep haar [C] vast ze stond stil en keek om.
Ze keek me aan maar [G] was nauwelijks verrast ik [Bb] zei hey waar moet je [A] naartoe ze [Ab] zijn naar het [G] station.
[C] Ik bracht haar weg ze kocht een kaartje Parijs ik zei ja nog [G] één erbij.
[Cm]
De locatief gaf twee maal [Gbm] enkele reis en Annabel keek [D] even opzij.
[C]
Ik zei ik heb je gevonden vandaag ik laat je nooit meer [G] alleen.
[C]
Al reis je door naar [G] Barcelona alvraag al [Bb] reis je door naar het eind [A] van de wereld ik [Ab] ga [G] met je mee.
[Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
[Cm]
Annabel het wordt niets zonder [Bb] jou Annabel.
[Cm] [Bb]
[Ab] [Eb]
[G]
[G]
Iemand zei dit is Annabel, [C]
ze moet nog naar het station.
Neem jij je wagen dan [Gm] haalt ze het wel.
[Am] Ik zei dat is goed en reed zo [N] stom als ik kon.
We kwamen aan bij [G] een leeg perron [C] en ik zei het zit [G] je niet mee.
[C]
Heel in de verte [G] ging de laatste wagon [Bb] en Annabel zei [A] oké ik ga met je [Ab] mee.
[G]
[C]
En later lagen [Em] we samen zoals [C] dat heet een beetje moe [G] maar voldaan.
[D]
[Em] Er kwam al licht door de ramen ze [Db] zei ik heb geen tijd voor ontbijt [D] ik moet gaan.
[C]
Ik zei alleen nog tot ziens Annabel en ik dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
[C]
Ik dacht ik draai me [G] om en slaap nog even door maar [Bb] twee uur later was ik [A] nog wakker lag [Ab] stil [G] op mijn rug.
[Cm] Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
[Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
[C]
[Bb]
[Ab]
[Eb]
[G] [Cm]
Zo bleef ik twee dagen [G] liggen in bed [C]
ik was totaal van de [G] kaart.
[C]
Toen stond ik op ik [G] moest niet denken maar doen want zonder haar was ik geen [D] stuiver meer waard.
[Gm]
Ik ging de stad door [N] op zoek naar een glimp en ik dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
[C]
Ik ging zelfs [G] hardlog praten in mezelf en [Bb] niemand zei je stond uren met [A] je [Ab] handen op de leuning van [G] de brug.
[F] Annabel het wordt [Cm] niets zonder jou [Bb] Annabel.
[Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel.
[Cm]
[Bb]
[Ab]
[Eb]
[G]
[C] En op een avond zag ik haar weer ze stapte net op de [G] tram.
[C] Ze was nog mooier dan [G] de vorige keer ik riep [D] haar naam en trapte hard op mijn rem.
[C] Ik sprong de auto [G] uit en greep haar [C] vast ze stond stil en keek om.
Ze keek me aan maar [G] was nauwelijks verrast ik [Bb] zei hey waar moet je [A] naartoe ze [Ab] zijn naar het [G] station.
[C] Ik bracht haar weg ze kocht een kaartje Parijs ik zei ja nog [G] één erbij.
[Cm]
De locatief gaf twee maal [Gbm] enkele reis en Annabel keek [D] even opzij.
[C]
Ik zei ik heb je gevonden vandaag ik laat je nooit meer [G] alleen.
[C]
Al reis je door naar [G] Barcelona alvraag al [Bb] reis je door naar het eind [A] van de wereld ik [Ab] ga [G] met je mee.
[Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
[Cm]
Annabel het wordt niets zonder [Bb] jou Annabel.
[Cm] [Bb]
[Ab] [Eb]
[G]
Key:
G
C
Bb
Cm
Ab
G
C
Bb
[C] _ _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _
Iemand zei dit is Annabel, [C]
ze moet nog naar het station. _
Neem jij je wagen dan [Gm] haalt ze het wel.
[Am] Ik zei dat is goed en reed zo [N] stom als ik kon. _
We kwamen aan bij [G] een leeg perron [C] en ik zei het zit [G] je niet mee.
_ [C]
Heel in de verte [G] ging de laatste wagon [Bb] en Annabel zei [A] oké ik ga met je [Ab] mee.
[G] _
_ _ _ _ _ [C]
En later lagen [Em] we samen zoals [C] dat heet een beetje moe [G] maar voldaan.
[D] _
[Em] Er kwam al licht door de ramen ze [Db] zei ik heb geen tijd voor ontbijt [D] ik moet gaan.
_ [C]
Ik zei alleen nog tot ziens Annabel en ik dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
_ [C]
Ik dacht ik draai me [G] om en slaap nog even door maar [Bb] twee uur later was ik [A] nog wakker lag [Ab] stil [G] op mijn rug.
_ _ _ [Cm] Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
_ _ _ _ [Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
_ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ [Ab] _
_ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ [G] _ _ _ [Cm]
Zo bleef ik twee dagen [G] liggen in bed [C]
ik was totaal van de [G] kaart.
_ [C]
Toen stond ik op ik [G] moest niet denken maar doen want zonder haar was ik geen [D] stuiver meer waard.
_ [Gm]
Ik ging de stad door [N] op zoek naar een glimp en ik dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
_ _ [C]
Ik ging zelfs [G] hardlog praten in mezelf en [Bb] niemand zei je stond uren met [A] je [Ab] handen op de leuning van [G] de brug.
_ _ _ [F] Annabel het wordt [Cm] niets zonder jou [Bb] Annabel.
_ _ _ _ _ [Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel.
_ _ _ _ _ [Cm] _
_ _ _ _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ [Ab] _
_ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ [G] _ _ _
[C] En op een avond zag ik haar weer ze stapte net op de [G] tram.
_ [C] Ze was nog mooier dan [G] de vorige keer ik riep [D] haar naam en trapte hard op mijn rem.
_ [C] Ik sprong de auto [G] uit en greep haar [C] vast ze stond stil en keek om. _ _
Ze keek me aan maar [G] was nauwelijks verrast ik [Bb] zei hey waar moet je [A] naartoe ze [Ab] zijn naar het [G] station.
_ _ _ _ [C] Ik bracht haar weg ze kocht een kaartje Parijs ik zei ja nog [G] één erbij.
_ [Cm]
De locatief gaf twee maal [Gbm] enkele reis en Annabel keek [D] even opzij.
_ _ [C]
Ik zei ik heb je gevonden vandaag ik laat je nooit meer [G] alleen.
_ _ [C]
Al reis je door naar [G] Barcelona alvraag al [Bb] reis je door naar het eind [A] van de wereld ik [Ab] ga [G] met je mee.
_ _ _ _ [Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
_ _ _ _ [Cm]
Annabel het wordt niets zonder [Bb] jou Annabel.
_ _ _ _ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ [G] _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _
Iemand zei dit is Annabel, [C]
ze moet nog naar het station. _
Neem jij je wagen dan [Gm] haalt ze het wel.
[Am] Ik zei dat is goed en reed zo [N] stom als ik kon. _
We kwamen aan bij [G] een leeg perron [C] en ik zei het zit [G] je niet mee.
_ [C]
Heel in de verte [G] ging de laatste wagon [Bb] en Annabel zei [A] oké ik ga met je [Ab] mee.
[G] _
_ _ _ _ _ [C]
En later lagen [Em] we samen zoals [C] dat heet een beetje moe [G] maar voldaan.
[D] _
[Em] Er kwam al licht door de ramen ze [Db] zei ik heb geen tijd voor ontbijt [D] ik moet gaan.
_ [C]
Ik zei alleen nog tot ziens Annabel en ik dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
_ [C]
Ik dacht ik draai me [G] om en slaap nog even door maar [Bb] twee uur later was ik [A] nog wakker lag [Ab] stil [G] op mijn rug.
_ _ _ [Cm] Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
_ _ _ _ [Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
_ _ _ _ [C] _
_ _ _ _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ [Ab] _
_ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ [G] _ _ _ [Cm]
Zo bleef ik twee dagen [G] liggen in bed [C]
ik was totaal van de [G] kaart.
_ [C]
Toen stond ik op ik [G] moest niet denken maar doen want zonder haar was ik geen [D] stuiver meer waard.
_ [Gm]
Ik ging de stad door [N] op zoek naar een glimp en ik dacht ik zie jou nooit meer [G] terug.
_ _ [C]
Ik ging zelfs [G] hardlog praten in mezelf en [Bb] niemand zei je stond uren met [A] je [Ab] handen op de leuning van [G] de brug.
_ _ _ [F] Annabel het wordt [Cm] niets zonder jou [Bb] Annabel.
_ _ _ _ _ [Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb] Annabel.
_ _ _ _ _ [Cm] _
_ _ _ _ _ [Bb] _
_ _ _ _ _ [Ab] _
_ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ [G] _ _ _
[C] En op een avond zag ik haar weer ze stapte net op de [G] tram.
_ [C] Ze was nog mooier dan [G] de vorige keer ik riep [D] haar naam en trapte hard op mijn rem.
_ [C] Ik sprong de auto [G] uit en greep haar [C] vast ze stond stil en keek om. _ _
Ze keek me aan maar [G] was nauwelijks verrast ik [Bb] zei hey waar moet je [A] naartoe ze [Ab] zijn naar het [G] station.
_ _ _ _ [C] Ik bracht haar weg ze kocht een kaartje Parijs ik zei ja nog [G] één erbij.
_ [Cm]
De locatief gaf twee maal [Gbm] enkele reis en Annabel keek [D] even opzij.
_ _ [C]
Ik zei ik heb je gevonden vandaag ik laat je nooit meer [G] alleen.
_ _ [C]
Al reis je door naar [G] Barcelona alvraag al [Bb] reis je door naar het eind [A] van de wereld ik [Ab] ga [G] met je mee.
_ _ _ _ [Cm]
Annabel het wordt niets zonder jou [Bb]
Annabel.
_ _ _ _ [Cm]
Annabel het wordt niets zonder [Bb] jou Annabel.
_ _ _ _ [Cm] _ _ _ _ _ _ _
[Bb] _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ [G] _ _ _