Chords for Hillbrow & Hakkieshart - Theuns Jordaan
Tempo:
117.95 bpm
Chords used:
C
A
F
G
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Jam Along & Learn...
Die oude man [G] zit voor die [F] straatcafé.
mensen, [F] dood in hun [G] beel.
Woemeleigstraat, [Em] Rewondiba.
Fontana's op, [C] doodlaat in die hand.
[F] Kalfoet, Kinners in [C] die straat.
[F] Vuis, parkeerplek, aan.
[C] hou dan die hand.
[Am] op die [G] hand.
mensen, [F] dood in hun [G] beel.
Woemeleigstraat, [Em] Rewondiba.
Fontana's op, [C] doodlaat in die hand.
[F] Kalfoet, Kinners in [C] die straat.
[F] Vuis, parkeerplek, aan.
[C] hou dan die hand.
[Am] op die [G] hand.
100% ➙ 118BPM
C
A
F
G
E
C
A
F
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Die oude man [G] zit voor die [F] straatcafé.
_ [C] Kijk al die mensen, [F] dood in hun [G] beel.
_ [F] _
_ Woemeleigstraat, _ [Em] Rewondiba. _ _
_ Fontana's op, _ _ [C] doodlaat in die hand.
_ _ [F] _ Kalfoet, Kinners in [C] die straat.
_ _ _ [F] Vuis, _ parkeerplek, aan.
_ [Am] _ _ [F] En hou dan die hand, _ [C] hou dan die hand.
_ [F] Hou _ [Am] op die [G] hand. _ _ _
[G] _ _ _ _ [C] En geef, geef, [C] geef. _ _ _ _
[G] Geef, geef, [F] geef. _ _
Jouw zintuwen, jouw broek.
_ Jouw [Em] kleren volghaard.
_ _ Geef [G] jouw hart, [C] voor jouw braak.
_ _ [F] Geef jouw [G] hart, [C] voor jouw braak.
_ _ _ _ [G] _
_ [C] Een kwartstraat, Oerwijk.
[F] Een meisje met blik, _ dat is een Harry Kresna. _
Wat vraag wat [G] ik zoek, [F] ken ik van Jezus.
_ Vraag man op je stook, het is een heel brouw rekord.
[C] En Esther op koets, [G]
en het is [F] lang na twaalf uur.
_ [C] _ _
En die [F] heel brouw [C] torensteen. _
_ _ _ _ [F] Zijn in die naak, zij zijn in die naak.
Zij [F] zijn [C] voor die tjankies [G] wat wacht. _ _ _ _
_ _ _ [C] En geef, [G] _
geef, [C] geef. _ _ _ _
[G] Geef, geef, [F] geef.
_ _ Jouw zintuwen, jouw dromen.
Jouw [C] toekomst volgaard. _
_ Geef jouw [G] hart, [C] voor jouw braak.
_ _ [F] _ Geef [G] jouw hart, [C] voor jouw braak. _ _ _ _ _ _
[F] En die luchten gaan aan, en [C] die Chelsea Hotel.
_ [F] Stemmen en muziek, klinken [C] elke woonstel.
En ons [F] zit in die zon en ons drank wijn.
[C] _ _ _ Onze wijn, de heldse lot [C] pijn.
En in die land, ja.
Kom [F] ons drank op Jan, _ wat zij dromen oorleef.
Op Jan, wat krijg wat hij [G] vraagt. _
_ _ Ja.
_ _ [C] En geef, [G] _ geef, geef. _ _
_ _ _ Geef, geef, [F] geef.
_ _ Jouw zintuwen, jouw dromen.
Jouw kleren volgaard.
_ _ Geef jouw [G] hart, [C] voor jouw braak.
_ Kom [F] ons drinken, geef jouw hart, [C] voor jouw braak. _
_ [F] _ _ _ _ _ [C] Geef, geef, _ geef. _ _ _
Geef, [G] geef, [C] geef. _ _
_ _ Geef, geef, [C] geef.
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ik zie het langkal aankomen.
Waar mijn hart, verklaart mijn stom.
_ [D] Zij snaren hier in trakrom.
_ [A] Krak is krak.
[E] Al is zele goed [A] vermom. _
_ _ _ _ _ [D] Want de geikie wat lek wordt [A] gaat.
_ _ [E] Is voor mijn wijnglas [A] als spuit.
En [D] houdt mijn sporen in stof langs [A] het pad.
_ _ [E] Want die hakkie van mijn hart is [A] te zwak.
_ [E] Ja, die hakkie van mijn hart is [A] te zwak. _ _ _ _ _
_ Elke keer het wekken dank het zijn kwijn. _
_ Maar die luchten het net rooier geschuim. _
En [D] die hoek het me de keren verdwaai. _
_ [A] Mijn hart, _ [E] het ook maar [D] een [A] bijte lui. _ _ _ _ _
Want de geikie wat lek wordt gaat. _ _
_ [E] Is voor mijn wijnglas als [A] spuit.
En houdt mijn [D] sporen in stof langs het pad. _
_ [E] Want die hakkie van mijn hart is te zwak. _
Ja, [E] die hakkie van mijn hart is te [A] zwak. _
_ _ [D] _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _ [A] _ _
_ _ [E] _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ Ik hou het dwaal ik in straten rond.
_ _ Wat er aan van als gevocht.
_ [D] Ik luister met de leeuwen mond.
_ [A] Ik zoek een land, [E] met een plekje voor mijn [B] woorden [D] stort.
_ [A] _ _ _ [A] _ [D] Want de geikie wat [A] lek wordt gaat.
_ _ _ [E] Is voor mijn [A] wijnglas als spuit.
_ En houdt [D] mijn sporen in stof [A] langs het pad.
_ _ [E] Want die hakkie van mijn hart is te [A] zwak.
_ Ja, [D] die hakkie van mijn hart is te [A] zwak.
_ _ _ [E] _
Overval [A] wijnvatten smut.
En houdt [D] mijn sporen in stof langs [A] het pad.
_ _ [E] Want die hakkie van mijn hart [A] is te zwak.
_ _ Ja, die [E] hakkie van mijn hart los gaat.
_ _ [E] Ja, die hakkie van mijn hart [A] zal met wat.
_ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Die oude man [G] zit voor die [F] straatcafé.
_ [C] Kijk al die mensen, [F] dood in hun [G] beel.
_ [F] _
_ Woemeleigstraat, _ [Em] Rewondiba. _ _
_ Fontana's op, _ _ [C] doodlaat in die hand.
_ _ [F] _ Kalfoet, Kinners in [C] die straat.
_ _ _ [F] Vuis, _ parkeerplek, aan.
_ [Am] _ _ [F] En hou dan die hand, _ [C] hou dan die hand.
_ [F] Hou _ [Am] op die [G] hand. _ _ _
[G] _ _ _ _ [C] En geef, geef, [C] geef. _ _ _ _
[G] Geef, geef, [F] geef. _ _
Jouw zintuwen, jouw broek.
_ Jouw [Em] kleren volghaard.
_ _ Geef [G] jouw hart, [C] voor jouw braak.
_ _ [F] Geef jouw [G] hart, [C] voor jouw braak.
_ _ _ _ [G] _
_ [C] Een kwartstraat, Oerwijk.
[F] Een meisje met blik, _ dat is een Harry Kresna. _
Wat vraag wat [G] ik zoek, [F] ken ik van Jezus.
_ Vraag man op je stook, het is een heel brouw rekord.
[C] En Esther op koets, [G]
en het is [F] lang na twaalf uur.
_ [C] _ _
En die [F] heel brouw [C] torensteen. _
_ _ _ _ [F] Zijn in die naak, zij zijn in die naak.
Zij [F] zijn [C] voor die tjankies [G] wat wacht. _ _ _ _
_ _ _ [C] En geef, [G] _
geef, [C] geef. _ _ _ _
[G] Geef, geef, [F] geef.
_ _ Jouw zintuwen, jouw dromen.
Jouw [C] toekomst volgaard. _
_ Geef jouw [G] hart, [C] voor jouw braak.
_ _ [F] _ Geef [G] jouw hart, [C] voor jouw braak. _ _ _ _ _ _
[F] En die luchten gaan aan, en [C] die Chelsea Hotel.
_ [F] Stemmen en muziek, klinken [C] elke woonstel.
En ons [F] zit in die zon en ons drank wijn.
[C] _ _ _ Onze wijn, de heldse lot [C] pijn.
En in die land, ja.
Kom [F] ons drank op Jan, _ wat zij dromen oorleef.
Op Jan, wat krijg wat hij [G] vraagt. _
_ _ Ja.
_ _ [C] En geef, [G] _ geef, geef. _ _
_ _ _ Geef, geef, [F] geef.
_ _ Jouw zintuwen, jouw dromen.
Jouw kleren volgaard.
_ _ Geef jouw [G] hart, [C] voor jouw braak.
_ Kom [F] ons drinken, geef jouw hart, [C] voor jouw braak. _
_ [F] _ _ _ _ _ [C] Geef, geef, _ geef. _ _ _
Geef, [G] geef, [C] geef. _ _
_ _ Geef, geef, [C] geef.
_ _ _ _ _ _ [G] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ik zie het langkal aankomen.
Waar mijn hart, verklaart mijn stom.
_ [D] Zij snaren hier in trakrom.
_ [A] Krak is krak.
[E] Al is zele goed [A] vermom. _
_ _ _ _ _ [D] Want de geikie wat lek wordt [A] gaat.
_ _ [E] Is voor mijn wijnglas [A] als spuit.
En [D] houdt mijn sporen in stof langs [A] het pad.
_ _ [E] Want die hakkie van mijn hart is [A] te zwak.
_ [E] Ja, die hakkie van mijn hart is [A] te zwak. _ _ _ _ _
_ Elke keer het wekken dank het zijn kwijn. _
_ Maar die luchten het net rooier geschuim. _
En [D] die hoek het me de keren verdwaai. _
_ [A] Mijn hart, _ [E] het ook maar [D] een [A] bijte lui. _ _ _ _ _
Want de geikie wat lek wordt gaat. _ _
_ [E] Is voor mijn wijnglas als [A] spuit.
En houdt mijn [D] sporen in stof langs het pad. _
_ [E] Want die hakkie van mijn hart is te zwak. _
Ja, [E] die hakkie van mijn hart is te [A] zwak. _
_ _ [D] _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _ [A] _ _
_ _ [E] _ _ _ _ [A] _ _
_ _ _ Ik hou het dwaal ik in straten rond.
_ _ Wat er aan van als gevocht.
_ [D] Ik luister met de leeuwen mond.
_ [A] Ik zoek een land, [E] met een plekje voor mijn [B] woorden [D] stort.
_ [A] _ _ _ [A] _ [D] Want de geikie wat [A] lek wordt gaat.
_ _ _ [E] Is voor mijn [A] wijnglas als spuit.
_ En houdt [D] mijn sporen in stof [A] langs het pad.
_ _ [E] Want die hakkie van mijn hart is te [A] zwak.
_ Ja, [D] die hakkie van mijn hart is te [A] zwak.
_ _ _ [E] _
Overval [A] wijnvatten smut.
En houdt [D] mijn sporen in stof langs [A] het pad.
_ _ [E] Want die hakkie van mijn hart [A] is te zwak.
_ _ Ja, die [E] hakkie van mijn hart los gaat.
_ _ [E] Ja, die hakkie van mijn hart [A] zal met wat.
_ [N] _ _