Chords for In de Hemel is de Heer
Tempo:
140.05 bpm
Chords used:
C
D
Em
B
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Am] [E]
[D]
[E] [B]
[D]
[E] De hemel [C] is de heer, [D] zijn glans is als [B] kristal.
Hij is [E] de heilige [C] van God, [D] en hij heerst over het [Bm] heel lauw.
Er [Em] is maagd in [C] zijn oor, als [D] de water een bruis [C] zijn stem.
Als [Em] de zon op de zee [C] schoonbouwt, [D]
gehoorsteer hij het dood van [B] zijn troon.
[F#]
Heer aan [Em] u, oude [C] macht, alle [B] heerlijkheid, heel kracht.
Heer aan [Em] u, je is [C] de eer, en [D] de ontwassenheid, de [G] geheer.
[F#] Heer [Em] aan u, oude [C] macht, [D] alle heerlijkheid, [B]
heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de [B] ontwassenheid, de geheer.
[E] Op je [C] neigere tijd, staan [D] de engelen om [B] zijn troon.
[E] De wijsteren [C] zijn zieraad, [D] en de schoonheid van [Bm] zijn kroon.
Er [Em] is maagd in [C] zijn oor, als [E] de water een bruis [C] zijn stem.
Als [Em] de zon op de zee [C] schoonbouwt, [D] gehoorsteer hij het dood van [B] zijn troon.
Heer [Em] aan u, oude [C] macht, [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de ontwassenheid, de [G] geheer.
Heer [Em] aan u, oude [C] macht, [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de ontwassenheid, [B] de geheer.
Het
[Em] eerigheid in onze harten,
[D] eerigheid over het [C] heel oud.
[Em] Eerigheid in onze levens,
[D] eerigheid [F#] over [Em] alles.
[C]
[D] [B]
[Em] Eerigheid [C]
[D] over [G]
[Em] [C] alles.
[B] [Bm]
[Em] [C]
[D] [B]
[Em] Heer aan u, [C] oude macht, [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [G] de ontwassenheid, [B] de [Em] geheer.
Heer [C] aan u, oude macht, [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de ontwassenheid, [B] de geheer.
[E]
[D]
[E] [B]
[D]
[E] De hemel [C] is de heer, [D] zijn glans is als [B] kristal.
Hij is [E] de heilige [C] van God, [D] en hij heerst over het [Bm] heel lauw.
Er [Em] is maagd in [C] zijn oor, als [D] de water een bruis [C] zijn stem.
Als [Em] de zon op de zee [C] schoonbouwt, [D]
gehoorsteer hij het dood van [B] zijn troon.
[F#]
Heer aan [Em] u, oude [C] macht, alle [B] heerlijkheid, heel kracht.
Heer aan [Em] u, je is [C] de eer, en [D] de ontwassenheid, de [G] geheer.
[F#] Heer [Em] aan u, oude [C] macht, [D] alle heerlijkheid, [B]
heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de [B] ontwassenheid, de geheer.
[E] Op je [C] neigere tijd, staan [D] de engelen om [B] zijn troon.
[E] De wijsteren [C] zijn zieraad, [D] en de schoonheid van [Bm] zijn kroon.
Er [Em] is maagd in [C] zijn oor, als [E] de water een bruis [C] zijn stem.
Als [Em] de zon op de zee [C] schoonbouwt, [D] gehoorsteer hij het dood van [B] zijn troon.
Heer [Em] aan u, oude [C] macht, [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de ontwassenheid, de [G] geheer.
Heer [Em] aan u, oude [C] macht, [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de ontwassenheid, [B] de geheer.
Het
[Em] eerigheid in onze harten,
[D] eerigheid over het [C] heel oud.
[Em] Eerigheid in onze levens,
[D] eerigheid [F#] over [Em] alles.
[C]
[D] [B]
[Em] Eerigheid [C]
[D] over [G]
[Em] [C] alles.
[B] [Bm]
[Em] [C]
[D] [B]
[Em] Heer aan u, [C] oude macht, [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [G] de ontwassenheid, [B] de [Em] geheer.
Heer [C] aan u, oude macht, [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de ontwassenheid, [B] de geheer.
[E]
Key:
C
D
Em
B
E
C
D
Em
_ _ _ [Am] _ _ _ [E] _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ [B] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _
[E] De hemel [C] is de heer, _ [D] zijn glans is als [B] kristal.
_ Hij is [E] de heilige [C] van God, [D] en hij heerst over het [Bm] heel lauw.
Er [Em] is maagd in [C] zijn oor, als [D] de water een bruis [C] zijn stem.
Als [Em] de zon op de zee [C] _ schoonbouwt, [D]
gehoorsteer hij het dood van [B] zijn _ _ troon.
_ _ _ _ _ _ [F#] _
_ _ Heer aan [Em] u, oude [C] macht, alle [B] _ heerlijkheid, heel kracht.
Heer aan [Em] u, je is [C] de eer, en [D] de _ ontwassenheid, de [G] geheer.
[F#] Heer [Em] aan u, oude [C] macht, _ [D] alle heerlijkheid, [B]
heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de _ [B] ontwassenheid, de _ _ geheer. _ _ _
[E] Op je _ [C] neigere tijd, staan [D] de engelen om [B] zijn troon. _
[E] De wijsteren [C] zijn _ zieraad, [D] en de schoonheid van [Bm] zijn kroon.
Er [Em] is maagd in [C] zijn oor, als [E] de water een bruis [C] zijn stem.
Als [Em] de zon op de zee [C] _ schoonbouwt, [D] gehoorsteer hij het dood van [B] zijn _ troon.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Heer [Em] aan u, oude [C] macht, _ [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de _ ontwassenheid, de [G] _ geheer.
Heer [Em] aan u, oude [C] macht, _ [D] alle _ heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de _ ontwassenheid, [B] de _ _ geheer.
Het _
[Em] eerigheid in onze harten, _ _
[D] eerigheid over het [C] heel oud. _ _
[Em] Eerigheid in onze levens, _ _
[D] _ _ _ eerigheid [F#] _ over [Em] _ alles.
_ [C] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[Em] _ Eerigheid _ [C] _ _ _
[D] over _ _ _ [G] _ _ _ _
[Em] _ _ _ [C] alles. _ _ _
[B] _ _ _ _ [Bm] _ _ _ _
[Em] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [B] _ _ _
[Em] Heer aan u, [C] oude macht, _ [D] alle _ heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [G] de _ _ ontwassenheid, _ [B] de _ [Em] geheer.
Heer [C] aan u, oude macht, _ [D] alle _ heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de _ ontwassenheid, [B] de _ _ geheer.
_ _ _ [E] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ [B] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _
[E] De hemel [C] is de heer, _ [D] zijn glans is als [B] kristal.
_ Hij is [E] de heilige [C] van God, [D] en hij heerst over het [Bm] heel lauw.
Er [Em] is maagd in [C] zijn oor, als [D] de water een bruis [C] zijn stem.
Als [Em] de zon op de zee [C] _ schoonbouwt, [D]
gehoorsteer hij het dood van [B] zijn _ _ troon.
_ _ _ _ _ _ [F#] _
_ _ Heer aan [Em] u, oude [C] macht, alle [B] _ heerlijkheid, heel kracht.
Heer aan [Em] u, je is [C] de eer, en [D] de _ ontwassenheid, de [G] geheer.
[F#] Heer [Em] aan u, oude [C] macht, _ [D] alle heerlijkheid, [B]
heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de _ [B] ontwassenheid, de _ _ geheer. _ _ _
[E] Op je _ [C] neigere tijd, staan [D] de engelen om [B] zijn troon. _
[E] De wijsteren [C] zijn _ zieraad, [D] en de schoonheid van [Bm] zijn kroon.
Er [Em] is maagd in [C] zijn oor, als [E] de water een bruis [C] zijn stem.
Als [Em] de zon op de zee [C] _ schoonbouwt, [D] gehoorsteer hij het dood van [B] zijn _ troon.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ Heer [Em] aan u, oude [C] macht, _ [D] alle heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de _ ontwassenheid, de [G] _ geheer.
Heer [Em] aan u, oude [C] macht, _ [D] alle _ heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de _ ontwassenheid, [B] de _ _ geheer.
Het _
[Em] eerigheid in onze harten, _ _
[D] eerigheid over het [C] heel oud. _ _
[Em] Eerigheid in onze levens, _ _
[D] _ _ _ eerigheid [F#] _ over [Em] _ alles.
_ [C] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
[Em] _ Eerigheid _ [C] _ _ _
[D] over _ _ _ [G] _ _ _ _
[Em] _ _ _ [C] alles. _ _ _
[B] _ _ _ _ [Bm] _ _ _ _
[Em] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
[D] _ _ _ _ [B] _ _ _
[Em] Heer aan u, [C] oude macht, _ [D] alle _ heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [G] de _ _ ontwassenheid, _ [B] de _ [Em] geheer.
Heer [C] aan u, oude macht, _ [D] alle _ heerlijkheid, [B] heel kracht.
Heer [Em] aan u, je is [C] de eer, en [D] de _ ontwassenheid, [B] de _ _ geheer.
_ _ _ [E] _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _