Chords for Jannes - Wij Vieren Het Leven (Officiële Video)
Tempo:
125.9 bpm
Chords used:
F
Bb
Eb
Gb
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bb] Want de kost van de rood, we [Cm] zijn nog [Bb] lang niet door.
[Eb] Alle [F] heken,
[Eb] [F]
leven [Bb] door.
[F]
[Bb] Ze maken ons gek, geld is op, [F] het is crisis tijd.
[E] [Eb] De banken zijn blut, wat we spaarden [Bb] zijn wij nu [F] kwijt.
[Bb] Geen werk dus geen poel, en straks ook nog [Eb] zonder ons,
Maar we leven [Bb] en zien de lach, [F]
nog [Bb] elke dag.
Want de kost van de rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [F] een feestje, want we vieren [Eb] het leven.
Het duurt toch [F] maar even, ja [Bb] we maken er wat van.
Al gaan we op de fiets en hebben verder niks, wat kan het [F] ons schelen.
We hebben eten [Eb] en drinken, wat dat wil [F] gaan zinken, blijven [Bb] we lang.
[Eb] [F]
[Bb] [F]
[Bb] Stretsen maar wat, de een zegt dit [F] en de ander dat.
[E] [Eb] Ik gelas er niet mee, ik ben die praatjes [Bb] nu meer dan zat.
[F]
[Bb] Geen werk dus geen poel, en straks ook nog [Eb] zonder ons,
Maar ik leef [Bb] en ik zie de lach, [F]
nog [Bb] elke dag.
Want ook al spaarden rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [F] een feestje, want we vieren [Eb] het leven.
Het duurt toch [F] maar even, [Bb] ja we maken er wat van.
Al gaan we op de fiets en hebben verder niks, wat kan het [F] ons schelen.
We hebben eten [Eb] en drinken, wat dat wil [F] gaan zinken, blijven we [Bb] lang.
[Gm] En is maar wat, je hebt zelf van waard, [F] weet dat het [Gm] zonnetje schijnt.
[F] [Gm] Morgen is morgen, maar leef vandaag, [C] het doet geen centje [F]
pijn.
[Gb] Want [B] ook al spaarden rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [Gb] een feestje, want we vieren [E] het leven.
Het duurt toch [Gb] maar even, ja [B] we maken er wat [Gb] van.
Al gaan we op de [B] fiets en hebben verder niks, wat kan het [Gb] ons schelen.
We hebben eten [E] en drinken, wat dat wil [Gb] gaan zinken, blijven [B] we lang.
We hebben eten en [E]
drinken, wat dat [Gb] wil gaan [B] zinken, blijven we lang.
[N]
[Eb] Alle [F] heken,
[Eb] [F]
leven [Bb] door.
[F]
[Bb] Ze maken ons gek, geld is op, [F] het is crisis tijd.
[E] [Eb] De banken zijn blut, wat we spaarden [Bb] zijn wij nu [F] kwijt.
[Bb] Geen werk dus geen poel, en straks ook nog [Eb] zonder ons,
Maar we leven [Bb] en zien de lach, [F]
nog [Bb] elke dag.
Want de kost van de rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [F] een feestje, want we vieren [Eb] het leven.
Het duurt toch [F] maar even, ja [Bb] we maken er wat van.
Al gaan we op de fiets en hebben verder niks, wat kan het [F] ons schelen.
We hebben eten [Eb] en drinken, wat dat wil [F] gaan zinken, blijven [Bb] we lang.
[Eb] [F]
[Bb] [F]
[Bb] Stretsen maar wat, de een zegt dit [F] en de ander dat.
[E] [Eb] Ik gelas er niet mee, ik ben die praatjes [Bb] nu meer dan zat.
[F]
[Bb] Geen werk dus geen poel, en straks ook nog [Eb] zonder ons,
Maar ik leef [Bb] en ik zie de lach, [F]
nog [Bb] elke dag.
Want ook al spaarden rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [F] een feestje, want we vieren [Eb] het leven.
Het duurt toch [F] maar even, [Bb] ja we maken er wat van.
Al gaan we op de fiets en hebben verder niks, wat kan het [F] ons schelen.
We hebben eten [Eb] en drinken, wat dat wil [F] gaan zinken, blijven we [Bb] lang.
[Gm] En is maar wat, je hebt zelf van waard, [F] weet dat het [Gm] zonnetje schijnt.
[F] [Gm] Morgen is morgen, maar leef vandaag, [C] het doet geen centje [F]
pijn.
[Gb] Want [B] ook al spaarden rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [Gb] een feestje, want we vieren [E] het leven.
Het duurt toch [Gb] maar even, ja [B] we maken er wat [Gb] van.
Al gaan we op de [B] fiets en hebben verder niks, wat kan het [Gb] ons schelen.
We hebben eten [E] en drinken, wat dat wil [Gb] gaan zinken, blijven [B] we lang.
We hebben eten en [E]
drinken, wat dat [Gb] wil gaan [B] zinken, blijven we lang.
[N]
Key:
F
Bb
Eb
Gb
E
F
Bb
Eb
[Bb] Want de kost van de rood, we [Cm] zijn nog [Bb] lang niet door.
[Eb] Alle [F] heken, _ _ _
_ _ _ [Eb] _ _ _ _ [F] _
_ leven [Bb] door.
_ _ _ [F] _
_ _ [Bb] Ze maken ons gek, _ geld is op, [F] het is crisis tijd. _
_ _ [E] [Eb] De banken zijn blut, _ wat we spaarden [Bb] zijn wij nu [F] kwijt.
_ _ [Bb] Geen werk dus geen poel, en straks ook nog [Eb] zonder ons, _ _
Maar we leven [Bb] en zien de lach, [F] _
nog [Bb] elke _ dag.
Want de kost van de rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [F] een feestje, _ _ want we vieren [Eb] het leven.
Het duurt toch [F] maar even, ja [Bb] we maken er wat van.
Al gaan we op de fiets en hebben verder niks, wat kan het [F] ons schelen. _ _
We hebben eten [Eb] en drinken, wat dat wil [F] gaan zinken, blijven [Bb] we lang. _ _
_ _ _ [Eb] _ _ _ _ [F] _
_ _ _ [Bb] _ _ _ _ [F] _
_ _ _ [Bb] Stretsen maar wat, de een zegt dit [F] en de ander dat. _ _
_ _ [E] [Eb] Ik gelas er niet mee, ik ben die praatjes [Bb] nu meer dan zat.
[F] _
_ _ [Bb] Geen werk dus geen poel, en straks ook nog [Eb] zonder ons, _ _
Maar ik leef [Bb] en ik zie de lach, [F] _
nog [Bb] elke dag. _ _
Want ook al spaarden rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [F] een feestje, _ _ want we vieren [Eb] het leven.
Het duurt toch [F] maar even, [Bb] ja we maken er wat van.
Al gaan we op de fiets en hebben verder niks, wat kan het [F] ons schelen. _ _
We hebben eten [Eb] en drinken, wat dat wil [F] gaan zinken, blijven we [Bb] lang. _ _ _ _
_ _ _ [Gm] En is maar wat, je hebt zelf van waard, [F] weet dat het [Gm] zonnetje schijnt.
[F] _ [Gm] Morgen is morgen, maar leef vandaag, [C] het doet geen centje [F]
pijn.
_ [Gb] _ Want [B] ook al spaarden rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [Gb] een _ feestje, _ want we vieren [E] het leven.
Het duurt toch [Gb] maar even, ja [B] we maken er wat [Gb] van.
Al gaan we op de [B] fiets en hebben verder niks, wat kan het [Gb] ons schelen.
_ _ We hebben eten [E] en drinken, wat dat wil [Gb] gaan zinken, blijven [B] we lang.
_ _ We hebben eten en [E]
drinken, wat dat [Gb] wil gaan [B] zinken, blijven we lang.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _
[Eb] Alle [F] heken, _ _ _
_ _ _ [Eb] _ _ _ _ [F] _
_ leven [Bb] door.
_ _ _ [F] _
_ _ [Bb] Ze maken ons gek, _ geld is op, [F] het is crisis tijd. _
_ _ [E] [Eb] De banken zijn blut, _ wat we spaarden [Bb] zijn wij nu [F] kwijt.
_ _ [Bb] Geen werk dus geen poel, en straks ook nog [Eb] zonder ons, _ _
Maar we leven [Bb] en zien de lach, [F] _
nog [Bb] elke _ dag.
Want de kost van de rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [F] een feestje, _ _ want we vieren [Eb] het leven.
Het duurt toch [F] maar even, ja [Bb] we maken er wat van.
Al gaan we op de fiets en hebben verder niks, wat kan het [F] ons schelen. _ _
We hebben eten [Eb] en drinken, wat dat wil [F] gaan zinken, blijven [Bb] we lang. _ _
_ _ _ [Eb] _ _ _ _ [F] _
_ _ _ [Bb] _ _ _ _ [F] _
_ _ _ [Bb] Stretsen maar wat, de een zegt dit [F] en de ander dat. _ _
_ _ [E] [Eb] Ik gelas er niet mee, ik ben die praatjes [Bb] nu meer dan zat.
[F] _
_ _ [Bb] Geen werk dus geen poel, en straks ook nog [Eb] zonder ons, _ _
Maar ik leef [Bb] en ik zie de lach, [F] _
nog [Bb] elke dag. _ _
Want ook al spaarden rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [F] een feestje, _ _ want we vieren [Eb] het leven.
Het duurt toch [F] maar even, [Bb] ja we maken er wat van.
Al gaan we op de fiets en hebben verder niks, wat kan het [F] ons schelen. _ _
We hebben eten [Eb] en drinken, wat dat wil [F] gaan zinken, blijven we [Bb] lang. _ _ _ _
_ _ _ [Gm] En is maar wat, je hebt zelf van waard, [F] weet dat het [Gm] zonnetje schijnt.
[F] _ [Gm] Morgen is morgen, maar leef vandaag, [C] het doet geen centje [F]
pijn.
_ [Gb] _ Want [B] ook al spaarden rood, we zijn nog lang niet door.
Dus we bouwen [Gb] een _ feestje, _ want we vieren [E] het leven.
Het duurt toch [Gb] maar even, ja [B] we maken er wat [Gb] van.
Al gaan we op de [B] fiets en hebben verder niks, wat kan het [Gb] ons schelen.
_ _ We hebben eten [E] en drinken, wat dat wil [Gb] gaan zinken, blijven [B] we lang.
_ _ We hebben eten en [E]
drinken, wat dat [Gb] wil gaan [B] zinken, blijven we lang.
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _