Jou Pa Is Hier Chords by Bok Van Blerk
Tempo:
168 bpm
Chords used:
Eb
Bb
F
A
G
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Eb]
[F] [Bb]
[Eb] [F] [Bb] Dit was een donkere avond op het donkere [Eb] pad.
En mijn hele band [F] was even [A] kiesgespad.
[Bb] En ons kuiver dierde [Eb] nowhere.
Want hij viel een [G] spambenaas geen spek.
[Bb] Maar die tiende ernaast in onze dove [Eb] lucht.
En die dove lucht [F] wordt toen een boerse [Bb] plucht.
Want ons komt altijd weer in de middel van nowhere.
[Eb] En langs zijn deze moers, zijn dochter mooi.
Maar met [F] haar kogelkijks gaan we [Eb] naar die plaats [F] die nooit.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit [Eb] Johanne ten emie.
[Bb] Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] beloof me oor, [Eb] het is niet mijn schat.
[Bb]
[Eb] [F] Aha, [Bb] [Eb] jij weet.
[F]
[Bb] Kom bij die plaats, hij is aan van [Eb] lekke stok.
En ik schrik mij lang [F] toe dat [A] hoeraast [Bb] dan.
Hij zei, jij raakt niet aan mijn dochterbok.
[Eb] Ik bind jouw oomhouds vast, [F] ik druk je binnenhok.
[Bb] Dit is het einde van jouw [Eb] carrière.
Met mijn stokknip, mij [F] zal ik op hokken streken.
[Bb] En met haar woorden, vaars en gedachten.
Ze [Eb] lijkt op zijn kamer, [Bb] deurgaan [F] maar in.
En ik [Bb] zei, hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit Johanne [Eb] ten emie.
[Bb] Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] beloof me oor, [Eb] het is niet mijn schat.
[Bb] Ze lacht niet met me, ze is een [E] lepperdvet.
[Eb] Met mijn kaalboeren [F] wordt ik een lepperdmet.
[Bb] Gooi [Eb] jouw suiker [F] op mij.
[Bb]
Gooi [Eb] jouw suiker [F] op mij.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, mijn koeraatje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het [Bb] rugmeitje.
Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit Johanne [Eb] ten emie.
[Bb] Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] beloof me oor, [Eb] het is [Fm] niet [Bb] mijn schat.
[F] [Bb]
[Eb] [F] [Bb] Dit was een donkere avond op het donkere [Eb] pad.
En mijn hele band [F] was even [A] kiesgespad.
[Bb] En ons kuiver dierde [Eb] nowhere.
Want hij viel een [G] spambenaas geen spek.
[Bb] Maar die tiende ernaast in onze dove [Eb] lucht.
En die dove lucht [F] wordt toen een boerse [Bb] plucht.
Want ons komt altijd weer in de middel van nowhere.
[Eb] En langs zijn deze moers, zijn dochter mooi.
Maar met [F] haar kogelkijks gaan we [Eb] naar die plaats [F] die nooit.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit [Eb] Johanne ten emie.
[Bb] Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] beloof me oor, [Eb] het is niet mijn schat.
[Bb]
[Eb] [F] Aha, [Bb] [Eb] jij weet.
[F]
[Bb] Kom bij die plaats, hij is aan van [Eb] lekke stok.
En ik schrik mij lang [F] toe dat [A] hoeraast [Bb] dan.
Hij zei, jij raakt niet aan mijn dochterbok.
[Eb] Ik bind jouw oomhouds vast, [F] ik druk je binnenhok.
[Bb] Dit is het einde van jouw [Eb] carrière.
Met mijn stokknip, mij [F] zal ik op hokken streken.
[Bb] En met haar woorden, vaars en gedachten.
Ze [Eb] lijkt op zijn kamer, [Bb] deurgaan [F] maar in.
En ik [Bb] zei, hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit Johanne [Eb] ten emie.
[Bb] Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] beloof me oor, [Eb] het is niet mijn schat.
[Bb] Ze lacht niet met me, ze is een [E] lepperdvet.
[Eb] Met mijn kaalboeren [F] wordt ik een lepperdmet.
[Bb] Gooi [Eb] jouw suiker [F] op mij.
[Bb]
Gooi [Eb] jouw suiker [F] op mij.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, mijn koeraatje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het [Bb] rugmeitje.
Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit Johanne [Eb] ten emie.
[Bb] Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] beloof me oor, [Eb] het is [Fm] niet [Bb] mijn schat.
Key:
Eb
Bb
F
A
G
Eb
Bb
F
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ _ [F] _ _ [Bb] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [F] _ _ [Bb] Dit was een donkere avond op het donkere [Eb] pad.
En mijn hele band [F] was even _ [A] kiesgespad.
[Bb] En ons kuiver dierde _ [Eb] nowhere.
Want hij viel een _ [G] spambenaas geen spek.
[Bb] Maar die tiende ernaast in onze dove [Eb] lucht.
En die dove lucht [F] wordt toen een boerse [Bb] plucht.
Want ons komt altijd weer in de middel van nowhere.
[Eb] En langs zijn deze moers, zijn dochter mooi.
Maar met [F] haar kogelkijks gaan we [Eb] naar die plaats [F] die nooit.
[Bb] _ Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] _ Hey, [Eb] jouw _ paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] _ _ Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit _ [Eb] Johanne ten emie.
[Bb] _ Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] _ beloof me oor, [Eb] het is niet mijn schat.
[Bb] _ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [F] _ _ Aha, [Bb] _ _ _ _ _ [Eb] jij weet.
_ _ _ [F] _ _ _
[Bb] Kom bij die plaats, hij is aan van [Eb] lekke stok.
En ik schrik mij lang [F] toe dat [A] hoeraast [Bb] dan.
Hij zei, jij raakt niet aan mijn dochterbok.
[Eb] Ik bind jouw oomhouds vast, [F] ik druk je _ binnenhok.
[Bb] Dit is het einde van jouw [Eb] carrière.
Met mijn stokknip, mij [F] zal ik op hokken streken.
[Bb] En met haar woorden, vaars en gedachten.
Ze [Eb] lijkt op zijn kamer, [Bb] deurgaan [F] maar in.
En ik [Bb] zei, hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] _ Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] _ Hey, [Eb] jouw _ paarshief, [F] ze zit Johanne [Eb] ten emie. _
[Bb] _ Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] _ beloof me oor, [Eb] het is niet mijn schat.
[Bb] Ze lacht niet met me, ze is een [E] _ lepperdvet.
[Eb] Met mijn kaalboeren [F] wordt ik een lepperdmet.
[Bb] _ _ Gooi [Eb] jouw suiker [F] op mij.
_ _ _ _ _ [Bb] _
_ Gooi [Eb] jouw suiker [F] op mij. _ _ _ _ _ _
_ [Bb] Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] _ Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, mijn koeraatje.
[Bb] _ Hey, [Eb] jouw _ paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het _ [Bb] rugmeitje.
Hey, [Eb] jouw _ paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] _ Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit Johanne [Eb] ten emie.
[Bb] _ Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] _ beloof me oor, [Eb] het is [Fm] niet [Bb] mijn schat. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [Eb] _
_ _ _ _ [F] _ _ [Bb] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [F] _ _ [Bb] Dit was een donkere avond op het donkere [Eb] pad.
En mijn hele band [F] was even _ [A] kiesgespad.
[Bb] En ons kuiver dierde _ [Eb] nowhere.
Want hij viel een _ [G] spambenaas geen spek.
[Bb] Maar die tiende ernaast in onze dove [Eb] lucht.
En die dove lucht [F] wordt toen een boerse [Bb] plucht.
Want ons komt altijd weer in de middel van nowhere.
[Eb] En langs zijn deze moers, zijn dochter mooi.
Maar met [F] haar kogelkijks gaan we [Eb] naar die plaats [F] die nooit.
[Bb] _ Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] _ Hey, [Eb] jouw _ paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] _ _ Hey, [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit _ [Eb] Johanne ten emie.
[Bb] _ Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] _ beloof me oor, [Eb] het is niet mijn schat.
[Bb] _ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [F] _ _ Aha, [Bb] _ _ _ _ _ [Eb] jij weet.
_ _ _ [F] _ _ _
[Bb] Kom bij die plaats, hij is aan van [Eb] lekke stok.
En ik schrik mij lang [F] toe dat [A] hoeraast [Bb] dan.
Hij zei, jij raakt niet aan mijn dochterbok.
[Eb] Ik bind jouw oomhouds vast, [F] ik druk je _ binnenhok.
[Bb] Dit is het einde van jouw [Eb] carrière.
Met mijn stokknip, mij [F] zal ik op hokken streken.
[Bb] En met haar woorden, vaars en gedachten.
Ze [Eb] lijkt op zijn kamer, [Bb] deurgaan [F] maar in.
En ik [Bb] zei, hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] _ Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] _ Hey, [Eb] jouw _ paarshief, [F] ze zit Johanne [Eb] ten emie. _
[Bb] _ Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] _ beloof me oor, [Eb] het is niet mijn schat.
[Bb] Ze lacht niet met me, ze is een [E] _ lepperdvet.
[Eb] Met mijn kaalboeren [F] wordt ik een lepperdmet.
[Bb] _ _ Gooi [Eb] jouw suiker [F] op mij.
_ _ _ _ _ [Bb] _
_ Gooi [Eb] jouw suiker [F] op mij. _ _ _ _ _ _
_ [Bb] Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het rugmeitje.
[Bb] _ Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] jouw paarshief, mijn koeraatje.
[Bb] _ Hey, [Eb] jouw _ paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] het _ [Bb] rugmeitje.
Hey, [Eb] jouw _ paarshief, [F] jouw paarshief, [Eb] mijn koeraatje.
[Bb] _ Hey, _ [Eb] jouw paarshief, [F] ze zit Johanne [Eb] ten emie.
[Bb] _ Hey, [Eb] jij raakt me wat, [F] _ beloof me oor, [Eb] het is [Fm] niet [Bb] mijn schat. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _