Chords for Kabouter Plop - Er zit een gat in mijn dak
Tempo:
113.05 bpm
Chords used:
Ab
Eb
A
Db
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[C]
[F] [G] [A] Doe niet overdrijven, hè, Klusje.
Ik doe het zo voorzichtig mogelijk.
Want ik zal eens iets zeggen, hè.
Webbel.
Oeps, ik praat weer te veel, zeker?
Inderdaad, ja.
Jullie hebben gelijk.
Ik zal Klusje verder verzorgen.
Dan is hij over enkele dagen weer helemaal de [G] oude.
Hé, Klusje.
[Gb] [Cm]
[G] Volk.
[Cm] Dag, Luu.
Dag, Luitje.
Dag, Luitje.
[Eb] [Bbm] Luiep de Luie, Klus.
Ben [Eb] jij [Db] nu al aan het verkleden voor carnaval?
[Eb] Man.
Nee, Luu.
[Cm] Klusje heeft zich erg [Bbm] veel pijn gedaan en daarom verzorg ik hem nu.
[G] [C] En [N] wil jij zeker weten hoe het komt dat Klus zich zo'n pijn heeft gedaan?
Wel, dat zal ik eens vlug gaan vertellen.
Jij laat maar, Kwibbeltje.
Ik zal het wel vertellen.
Luister.
[Ab] Vanmorgen stond ik heel vroeg op
Ik voelde druppels op mijn kop
Ik [Eb] keek omhoog en zag toen pas
[Fm] Wat [Db] er daarbovenaan [Ebm] was
Er [Ab] was een gat, het was heel groot
[Eb] [Ab] En door dat gat viel er een nood
[Dbm] [Eb] Daarna viel er een dak op mij
[Ab] En [Db] ook een heel groot [Ab] vogeleid
[Bbm] Er [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
Er zit [Ab] een gat in mijn dak
Ik voel [Eb] me niet op mijn gemak
Er zit [Ab] een gat [Db] in mijn [Ab] dak
[Gb] Er [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
[Bbm] Er zit [Ab] een gat in mijn dak
[Fm] Ik voel [Db] me niet op mijn gemak
[Eb] Het is door [Ab] dat [Db] gat in mijn [Ab] dak
[Eb] [Db] Maar [Eb] wat heeft dat [Ab] nu met Klus te maken?
Wel, dat zal ik eens vlug zeggen.
Ik riep toen mijn vriend Klus erbij
Hij zei dat is echt iets voorbij
[Dbm] [Eb] Hij timmerde een uur of tien
[Fm] [Db]
[Eb] [Ab] Klus riep toen hij tegen de deur
[Eb] [Ab] En vroeg van vreugde op en neer
[Dbm] [Eb] Toen hoorde ik lawaai en krab
[Ab] Er [Db] was een nieuwe gat in [Eb] mijn dak
[Ab] Daarom zit [Db] jij hier zo, Klus.
Ja, maar ik heb wel nog een gat in mijn dak.
[Ab]
Als we nu zetten, zal je dak op. Ja!
[Eb]
Dan zal ik maar helpen, zeker?
Anders komt toch iets van terecht.
[Ab] Klus!
[Db] [Ab] Er [Gb] [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
[Eb] Er zit [Bbm] een [Ab] gat in mijn dak
[Fm] Ik voel [Db] me niet op mijn gemak
[Eb] Het is door [Ab] dat [Db] gat in mijn [Ab] dak
[Gbm] [G] Er [A] zit [D] een gat in mijn dak
Er zit [A] een gat in mijn dak
Ik voel [E] me niet op mijn gemak
Er zit [A] een [D] gat in [A] mijn dak
[Bm] Er [A] zit [D] een gat in mijn [Bm] dak
Er zit, er zit, er zit [A] een gat in mijn dak
[Gbm] Ik voel [D] me niet op mijn [Bm] gemak
[E] Dit is de [A] dag [D] van de vrouwen.
[A] Lei, lei, [D] lei, la, la.
Lei, lei, [A] lei, la, la, la.
Lei, lei, [E] lei, la, la.
[A] Als
[D] [A] [Bm] [A] ik [D] van de vrouwen ga.
[Bm] Als ik van de [A] vrouwen ga.
[Gbm] Ik voel [Bm] me niet op mijn gemak.
[E] Dit is de [A] dag [D] van de [A] vrouwen.
[F] [G] [A] Doe niet overdrijven, hè, Klusje.
Ik doe het zo voorzichtig mogelijk.
Want ik zal eens iets zeggen, hè.
Webbel.
Oeps, ik praat weer te veel, zeker?
Inderdaad, ja.
Jullie hebben gelijk.
Ik zal Klusje verder verzorgen.
Dan is hij over enkele dagen weer helemaal de [G] oude.
Hé, Klusje.
[Gb] [Cm]
[G] Volk.
[Cm] Dag, Luu.
Dag, Luitje.
Dag, Luitje.
[Eb] [Bbm] Luiep de Luie, Klus.
Ben [Eb] jij [Db] nu al aan het verkleden voor carnaval?
[Eb] Man.
Nee, Luu.
[Cm] Klusje heeft zich erg [Bbm] veel pijn gedaan en daarom verzorg ik hem nu.
[G] [C] En [N] wil jij zeker weten hoe het komt dat Klus zich zo'n pijn heeft gedaan?
Wel, dat zal ik eens vlug gaan vertellen.
Jij laat maar, Kwibbeltje.
Ik zal het wel vertellen.
Luister.
[Ab] Vanmorgen stond ik heel vroeg op
Ik voelde druppels op mijn kop
Ik [Eb] keek omhoog en zag toen pas
[Fm] Wat [Db] er daarbovenaan [Ebm] was
Er [Ab] was een gat, het was heel groot
[Eb] [Ab] En door dat gat viel er een nood
[Dbm] [Eb] Daarna viel er een dak op mij
[Ab] En [Db] ook een heel groot [Ab] vogeleid
[Bbm] Er [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
Er zit [Ab] een gat in mijn dak
Ik voel [Eb] me niet op mijn gemak
Er zit [Ab] een gat [Db] in mijn [Ab] dak
[Gb] Er [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
[Bbm] Er zit [Ab] een gat in mijn dak
[Fm] Ik voel [Db] me niet op mijn gemak
[Eb] Het is door [Ab] dat [Db] gat in mijn [Ab] dak
[Eb] [Db] Maar [Eb] wat heeft dat [Ab] nu met Klus te maken?
Wel, dat zal ik eens vlug zeggen.
Ik riep toen mijn vriend Klus erbij
Hij zei dat is echt iets voorbij
[Dbm] [Eb] Hij timmerde een uur of tien
[Fm] [Db]
[Eb] [Ab] Klus riep toen hij tegen de deur
[Eb] [Ab] En vroeg van vreugde op en neer
[Dbm] [Eb] Toen hoorde ik lawaai en krab
[Ab] Er [Db] was een nieuwe gat in [Eb] mijn dak
[Ab] Daarom zit [Db] jij hier zo, Klus.
Ja, maar ik heb wel nog een gat in mijn dak.
[Ab]
Als we nu zetten, zal je dak op. Ja!
[Eb]
Dan zal ik maar helpen, zeker?
Anders komt toch iets van terecht.
[Ab] Klus!
[Db] [Ab] Er [Gb] [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
[Eb] Er zit [Bbm] een [Ab] gat in mijn dak
[Fm] Ik voel [Db] me niet op mijn gemak
[Eb] Het is door [Ab] dat [Db] gat in mijn [Ab] dak
[Gbm] [G] Er [A] zit [D] een gat in mijn dak
Er zit [A] een gat in mijn dak
Ik voel [E] me niet op mijn gemak
Er zit [A] een [D] gat in [A] mijn dak
[Bm] Er [A] zit [D] een gat in mijn [Bm] dak
Er zit, er zit, er zit [A] een gat in mijn dak
[Gbm] Ik voel [D] me niet op mijn [Bm] gemak
[E] Dit is de [A] dag [D] van de vrouwen.
[A] Lei, lei, [D] lei, la, la.
Lei, lei, [A] lei, la, la, la.
Lei, lei, [E] lei, la, la.
[A] Als
[D] [A] [Bm] [A] ik [D] van de vrouwen ga.
[Bm] Als ik van de [A] vrouwen ga.
[Gbm] Ik voel [Bm] me niet op mijn gemak.
[E] Dit is de [A] dag [D] van de [A] vrouwen.
Key:
Ab
Eb
A
Db
D
Ab
Eb
A
_ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ [F] _ [G] _ [A] Doe niet overdrijven, hè, Klusje.
Ik doe het zo voorzichtig mogelijk.
Want ik zal eens iets zeggen, hè.
Webbel.
_ Oeps, ik praat weer te veel, zeker?
Inderdaad, ja.
_ Jullie hebben gelijk.
Ik zal Klusje verder verzorgen.
Dan is hij over enkele dagen weer helemaal de [G] oude.
Hé, Klusje.
_ [Gb] _ [Cm] _ _
_ [G] _ _ _ Volk.
[Cm] Dag, Luu.
Dag, Luitje.
Dag, Luitje. _ _
[Eb] _ [Bbm] Luiep de Luie, Klus.
Ben [Eb] jij [Db] nu al aan het verkleden voor carnaval?
_ [Eb] Man.
Nee, Luu.
[Cm] Klusje heeft zich erg [Bbm] veel pijn gedaan en daarom verzorg ik hem nu.
[G] _ _ [C] En [N] wil jij zeker weten hoe het komt dat Klus zich zo'n pijn heeft gedaan?
Wel, dat zal ik eens vlug gaan vertellen.
Jij laat maar, Kwibbeltje. _ _
Ik zal het wel vertellen. _ _ _ _
Luister. _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ _ Vanmorgen stond ik heel vroeg op
Ik _ voelde druppels op mijn kop
Ik [Eb] keek omhoog en zag toen pas
[Fm] Wat [Db] er _ daarbovenaan [Ebm] was
_ Er [Ab] was een gat, het was heel groot
_ _ [Eb] [Ab] En door dat gat viel er een nood
_ [Dbm] _ [Eb] Daarna viel er een dak op mij
_ [Ab] En [Db] ook een heel groot _ [Ab] vogeleid
[Bbm] Er [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
_ Er zit [Ab] een gat in mijn dak
_ Ik voel [Eb] me niet op mijn gemak
_ Er zit [Ab] een gat [Db] in mijn [Ab] dak
[Gb] Er [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
[Bbm] _ Er zit [Ab] een gat in mijn dak
[Fm] _ Ik voel [Db] me niet op mijn gemak
[Eb] Het is door [Ab] dat [Db] gat in mijn [Ab] dak
[Eb] [Db] Maar [Eb] wat heeft dat [Ab] nu met Klus te maken?
Wel, dat zal ik eens vlug zeggen.
Ik riep toen mijn vriend Klus erbij
_ Hij zei dat is echt iets voorbij
_ [Dbm] [Eb] Hij timmerde een uur of tien
_ [Fm] _ _ [Db] _ _
_ _ [Eb] _ _ _ [Ab] Klus riep toen hij tegen de deur
_ _ [Eb] [Ab] En vroeg van vreugde op en neer
_ [Dbm] [Eb] Toen hoorde ik lawaai en krab
_ _ [Ab] Er [Db] was een nieuwe gat in [Eb] mijn dak
[Ab] _ Daarom zit [Db] jij hier zo, Klus.
Ja, maar ik heb wel nog een gat in mijn dak.
[Ab] _
Als we nu zetten, zal je dak op. Ja!
_ [Eb] _
Dan zal ik maar helpen, zeker?
Anders komt toch iets van terecht.
[Ab] Klus!
[Db] _ _ [Ab] Er [Gb] [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
[Eb] Er zit [Bbm] een [Ab] gat in mijn dak
_ [Fm] _ Ik voel [Db] me niet op mijn gemak
[Eb] Het is door [Ab] dat [Db] gat in mijn [Ab] dak
[Gbm] [G] Er [A] zit [D] een gat in mijn dak
_ Er zit [A] een gat in mijn dak
_ Ik voel [E] me niet op mijn gemak
_ Er zit [A] een [D] gat in [A] mijn dak
[Bm] Er [A] zit [D] een gat in mijn [Bm] dak
Er zit, er zit, er zit [A] een gat in mijn dak
[Gbm] _ Ik voel [D] me niet op mijn [Bm] gemak
[E] _ Dit is de [A] dag [D] van de vrouwen.
[A] _ Lei, lei, [D] lei, la, la.
_ _ _ Lei, lei, [A] lei, la, la, la.
_ _ Lei, lei, [E] lei, la, _ _ _ la.
_ [A] Als _
[D] _ _ [A] _ _ [Bm] [A] ik [D] van de vrouwen ga.
_ [Bm] Als ik van de [A] vrouwen ga.
_ _ [Gbm] _ Ik voel [Bm] me niet op mijn gemak.
[E] _ Dit is de [A] dag [D] van de [A] vrouwen. _ _ _ _
_ _ _ [F] _ [G] _ [A] Doe niet overdrijven, hè, Klusje.
Ik doe het zo voorzichtig mogelijk.
Want ik zal eens iets zeggen, hè.
Webbel.
_ Oeps, ik praat weer te veel, zeker?
Inderdaad, ja.
_ Jullie hebben gelijk.
Ik zal Klusje verder verzorgen.
Dan is hij over enkele dagen weer helemaal de [G] oude.
Hé, Klusje.
_ [Gb] _ [Cm] _ _
_ [G] _ _ _ Volk.
[Cm] Dag, Luu.
Dag, Luitje.
Dag, Luitje. _ _
[Eb] _ [Bbm] Luiep de Luie, Klus.
Ben [Eb] jij [Db] nu al aan het verkleden voor carnaval?
_ [Eb] Man.
Nee, Luu.
[Cm] Klusje heeft zich erg [Bbm] veel pijn gedaan en daarom verzorg ik hem nu.
[G] _ _ [C] En [N] wil jij zeker weten hoe het komt dat Klus zich zo'n pijn heeft gedaan?
Wel, dat zal ik eens vlug gaan vertellen.
Jij laat maar, Kwibbeltje. _ _
Ik zal het wel vertellen. _ _ _ _
Luister. _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ _ Vanmorgen stond ik heel vroeg op
Ik _ voelde druppels op mijn kop
Ik [Eb] keek omhoog en zag toen pas
[Fm] Wat [Db] er _ daarbovenaan [Ebm] was
_ Er [Ab] was een gat, het was heel groot
_ _ [Eb] [Ab] En door dat gat viel er een nood
_ [Dbm] _ [Eb] Daarna viel er een dak op mij
_ [Ab] En [Db] ook een heel groot _ [Ab] vogeleid
[Bbm] Er [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
_ Er zit [Ab] een gat in mijn dak
_ Ik voel [Eb] me niet op mijn gemak
_ Er zit [Ab] een gat [Db] in mijn [Ab] dak
[Gb] Er [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
[Bbm] _ Er zit [Ab] een gat in mijn dak
[Fm] _ Ik voel [Db] me niet op mijn gemak
[Eb] Het is door [Ab] dat [Db] gat in mijn [Ab] dak
[Eb] [Db] Maar [Eb] wat heeft dat [Ab] nu met Klus te maken?
Wel, dat zal ik eens vlug zeggen.
Ik riep toen mijn vriend Klus erbij
_ Hij zei dat is echt iets voorbij
_ [Dbm] [Eb] Hij timmerde een uur of tien
_ [Fm] _ _ [Db] _ _
_ _ [Eb] _ _ _ [Ab] Klus riep toen hij tegen de deur
_ _ [Eb] [Ab] En vroeg van vreugde op en neer
_ [Dbm] [Eb] Toen hoorde ik lawaai en krab
_ _ [Ab] Er [Db] was een nieuwe gat in [Eb] mijn dak
[Ab] _ Daarom zit [Db] jij hier zo, Klus.
Ja, maar ik heb wel nog een gat in mijn dak.
[Ab] _
Als we nu zetten, zal je dak op. Ja!
_ [Eb] _
Dan zal ik maar helpen, zeker?
Anders komt toch iets van terecht.
[Ab] Klus!
[Db] _ _ [Ab] Er [Gb] [Ab] zit [Db] een gat in mijn dak
[Eb] Er zit [Bbm] een [Ab] gat in mijn dak
_ [Fm] _ Ik voel [Db] me niet op mijn gemak
[Eb] Het is door [Ab] dat [Db] gat in mijn [Ab] dak
[Gbm] [G] Er [A] zit [D] een gat in mijn dak
_ Er zit [A] een gat in mijn dak
_ Ik voel [E] me niet op mijn gemak
_ Er zit [A] een [D] gat in [A] mijn dak
[Bm] Er [A] zit [D] een gat in mijn [Bm] dak
Er zit, er zit, er zit [A] een gat in mijn dak
[Gbm] _ Ik voel [D] me niet op mijn [Bm] gemak
[E] _ Dit is de [A] dag [D] van de vrouwen.
[A] _ Lei, lei, [D] lei, la, la.
_ _ _ Lei, lei, [A] lei, la, la, la.
_ _ Lei, lei, [E] lei, la, _ _ _ la.
_ [A] Als _
[D] _ _ [A] _ _ [Bm] [A] ik [D] van de vrouwen ga.
_ [Bm] Als ik van de [A] vrouwen ga.
_ _ [Gbm] _ Ik voel [Bm] me niet op mijn gemak.
[E] _ Dit is de [A] dag [D] van de [A] vrouwen. _ _ _ _