Chords for Kaptein span die seile - Straatligkinders (Official video)
Tempo:
139.95 bpm
Chords used:
C
F
G
Am
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E] Zo zijn we.
[C]
[F]
[G] [Am] [C]
[F]
[C] [Am] [C]
[F]
[Am]
[F]
[C] [D]
[F]
[Am] [C]
[F]
[C] [G]
[Am] Kaptein, zij [F] is mijn.
Daar [C] waar ik stond opkomen.
[G] Mocht ik niet waar ik stond.
Maar zij, voor [F] mij.
[C] Kaptein,
Zwaar [G] die stijlen.
[Am] Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond vallen.
Zij, zij, zij, zij.
Oh, [G] [F] oh, oh.
Zij kwam [C] van mijn echter.
[D] Over [C] in het dag.
[F] Onze linda.
De meertijd die [Am] jij.
[C] In mijn koude doek.
[F]
Laat [C] de zon lijnen.
Voor alken.
Des [F] vijf zijn er.
En allemaal lijkt.
Zijn [Am] schijn.
Dat was [C] mijn, dat was mijn.
[F] Mijn.
[C] Kaptein, zwaar [G] die stijlen.
[A] Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond opkomen.
[G] Ik wil die word is.
Zijn,
[F] Maar mijn.
[C] Kaptein, zwaar [G] die stijlen.
[Am] Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond vallen.
Zij, zij, zij.
Oh, [G]
oh, [F] oh.
Zij kwam van mijn echter.
[G] [Am] Zijn schijn.
[C] [F] Kaptein.
[G] Zijn [Am] schijn.
[C] Ik weet niet. Zijn schijn.
[D] Kaptein,
[C]
Zijn schijn.
Ik [F] kan het niet.
[Gm] [F] [C]
[D]
Kaptein,
Zij is mijn.
[C] Daar waar ik stond opkomen.
Ik wil die word [G] is.
Maar [F] mijn.
[C] Kaptein,
Zwaar [G] die stijlen.
[A] Kaptein,
Zij [F] is mijn.
[C] [G]
[F] [C]
[C]
[F]
[G] [Am] [C]
[F]
[C] [Am] [C]
[F]
[Am]
[F]
[C] [D]
[F]
[Am] [C]
[F]
[C] [G]
[Am] Kaptein, zij [F] is mijn.
Daar [C] waar ik stond opkomen.
[G] Mocht ik niet waar ik stond.
Maar zij, voor [F] mij.
[C] Kaptein,
Zwaar [G] die stijlen.
[Am] Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond vallen.
Zij, zij, zij, zij.
Oh, [G] [F] oh, oh.
Zij kwam [C] van mijn echter.
[D] Over [C] in het dag.
[F] Onze linda.
De meertijd die [Am] jij.
[C] In mijn koude doek.
[F]
Laat [C] de zon lijnen.
Voor alken.
Des [F] vijf zijn er.
En allemaal lijkt.
Zijn [Am] schijn.
Dat was [C] mijn, dat was mijn.
[F] Mijn.
[C] Kaptein, zwaar [G] die stijlen.
[A] Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond opkomen.
[G] Ik wil die word is.
Zijn,
[F] Maar mijn.
[C] Kaptein, zwaar [G] die stijlen.
[Am] Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond vallen.
Zij, zij, zij.
Oh, [G]
oh, [F] oh.
Zij kwam van mijn echter.
[G] [Am] Zijn schijn.
[C] [F] Kaptein.
[G] Zijn [Am] schijn.
[C] Ik weet niet. Zijn schijn.
[D] Kaptein,
[C]
Zijn schijn.
Ik [F] kan het niet.
[Gm] [F] [C]
[D]
Kaptein,
Zij is mijn.
[C] Daar waar ik stond opkomen.
Ik wil die word [G] is.
Maar [F] mijn.
[C] Kaptein,
Zwaar [G] die stijlen.
[A] Kaptein,
Zij [F] is mijn.
[C] [G]
[F] [C]
Key:
C
F
G
Am
D
C
F
G
[E] Zo zijn we. _ _ _ _ _
_ [C] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
[G] _ [Am] _ _ _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
[C] _ [Am] _ _ _ _ _ [C] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] _ _ _ _
_ [Am] _ _ _ _ _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [C] _ _ _ _ _ [D] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [Am] _ _ _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [Am] _ Kaptein, zij [F] is mijn.
Daar [C] waar ik stond opkomen.
[G] Mocht ik niet waar ik stond.
Maar zij, voor [F] mij. _
_ [C] _ Kaptein,
Zwaar [G] die stijlen. _
_ [Am] _ Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond vallen.
Zij, zij, zij, zij.
Oh, [G] _ _ _ [F] oh, oh.
Zij kwam [C] van mijn echter.
[D] Over [C] in het dag.
[F] Onze linda.
_ _ De meertijd die [Am] _ jij.
[C] In mijn koude doek.
_ [F] _ _ _ _ _
Laat [C] de zon lijnen.
_ Voor alken.
Des [F] vijf zijn er.
En allemaal lijkt.
Zijn [Am] _ schijn.
Dat was [C] mijn, dat was mijn.
[F] Mijn. _ _ _ _ _
_ [C] _ _ _ _ _ Kaptein, zwaar [G] die stijlen.
_ _ [A] _ Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond opkomen.
[G] Ik wil die word is.
Zijn, _ _ _
[F] Maar mijn.
_ _ [C] Kaptein, zwaar [G] die stijlen.
_ _ [Am] _ Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond vallen.
Zij, zij, zij.
Oh, [G] _ _
oh, [F] oh.
Zij kwam van mijn echter.
_ _ _ _ [G] [Am] Zijn schijn.
_ [C] _ _ _ _ [F] _ Kaptein.
_ _ _ [G] Zijn [Am] _ schijn.
_ _ [C] _ _ _ _ Ik weet niet. Zijn schijn. _ _ _ _
[D] _ Kaptein,
_ _ [C] _ _ _
_ Zijn schijn.
Ik _ [F] kan het niet.
_ [Gm] _ _ _ [F] _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ Kaptein,
Zij is mijn.
[C] Daar waar ik stond opkomen.
Ik wil die word [G] is. _
Maar [F] mijn.
_ _ [C] _ Kaptein,
Zwaar [G] die stijlen.
_ _ [A] _ Kaptein,
Zij [F] is mijn.
_ _ [C] _ _ _ _ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [F] _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [C] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
[G] _ [Am] _ _ _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
[C] _ [Am] _ _ _ _ _ [C] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] _ _ _ _
_ [Am] _ _ _ _ _ _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [C] _ _ _ _ _ [D] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [Am] _ _ _ _ _ [C] _ _
_ [F] _ _ _ _ _ _ _
_ [C] _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [Am] _ Kaptein, zij [F] is mijn.
Daar [C] waar ik stond opkomen.
[G] Mocht ik niet waar ik stond.
Maar zij, voor [F] mij. _
_ [C] _ Kaptein,
Zwaar [G] die stijlen. _
_ [Am] _ Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond vallen.
Zij, zij, zij, zij.
Oh, [G] _ _ _ [F] oh, oh.
Zij kwam [C] van mijn echter.
[D] Over [C] in het dag.
[F] Onze linda.
_ _ De meertijd die [Am] _ jij.
[C] In mijn koude doek.
_ [F] _ _ _ _ _
Laat [C] de zon lijnen.
_ Voor alken.
Des [F] vijf zijn er.
En allemaal lijkt.
Zijn [Am] _ schijn.
Dat was [C] mijn, dat was mijn.
[F] Mijn. _ _ _ _ _
_ [C] _ _ _ _ _ Kaptein, zwaar [G] die stijlen.
_ _ [A] _ Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond opkomen.
[G] Ik wil die word is.
Zijn, _ _ _
[F] Maar mijn.
_ _ [C] Kaptein, zwaar [G] die stijlen.
_ _ [Am] _ Kaptein,
[F] Zij is mijn.
Daar [C] waar ik stond vallen.
Zij, zij, zij.
Oh, [G] _ _
oh, [F] oh.
Zij kwam van mijn echter.
_ _ _ _ [G] [Am] Zijn schijn.
_ [C] _ _ _ _ [F] _ Kaptein.
_ _ _ [G] Zijn [Am] _ schijn.
_ _ [C] _ _ _ _ Ik weet niet. Zijn schijn. _ _ _ _
[D] _ Kaptein,
_ _ [C] _ _ _
_ Zijn schijn.
Ik _ [F] kan het niet.
_ [Gm] _ _ _ [F] _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [D] _ _
_ _ _ _ _ _ Kaptein,
Zij is mijn.
[C] Daar waar ik stond opkomen.
Ik wil die word [G] is. _
Maar [F] mijn.
_ _ [C] _ Kaptein,
Zwaar [G] die stijlen.
_ _ [A] _ Kaptein,
Zij [F] is mijn.
_ _ [C] _ _ _ _ _ _ _ _ [G] _ _ _
_ [F] _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _