Chords for Kinderen voor Kinderen 24 - Ik wil een huisdier
Tempo:
148.15 bpm
Chords used:
G
C
F
Am
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret

Start Jamming...
[Am] [F]
[G] [C] [Am] [F]
[G] Ik [C] wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em]
[A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, maar dat vind [C] ik niet leuk.
[E] Mijn vriendin het jaar, hond heeft zeven puppy's [Am] laatst gehad.
[G] Ik ben [C] bezig kijken [G] en ik zag [C] meteen zijn trap.
[E] Het beestje keek me aan en wilde best wel [Am] met me mee.
[F] Ik vroeg het [C] aan hun moeder, [F] zij vroeg het [C] ook.
[G] Ze zei [C] natuurlijk nee, nee, nee.
Ik wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] [A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, maar dat vind [C] ik niet leuk.
[E] Mijn broertje zeurt al weken, hij wil graag een [Am] eigen rat.
[G] Met zo'n mooie [C] lange staart, zo [G] prachtig glanzend [C] en zo glad.
[E] Maar als hij er aan tafel weer een keer [Am] over begint.
[F] Roept mijn moeder [C] heel hysterisch, [G] want ze dat geen [C] huis hier vindt.
[Db] Ik wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em]
[A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, maar dat vind [C] ik niet leuk.
[E] Lacht dat ik me te vervelen, al de stof voor [Am] de tv.
[G] Toen kwam een [C] vriendje spelen [G] en hij bracht zijn [C] slangen mee.
[E] We hebben ze in bakken zitten kropen [Am] langs mijn hand.
[F] Knopte ik de [C] moeder boven, [F]
[C] [G] ze schreeuwde [C] moord en brand.
[Eb] Als ik later op mijn zwelboom, neem ik heel veel dieren in [Bb] huis.
Om [Fm] altijd mee te spelen, me nooit meer te [G] vervelen.
Nooit meer alleen, altijd vrienden om me heen.
Ik [C] wil een hond, [Am] ik wil een hamster, [F] een konijn [G] of een parkiet.
[Am] Of desnoods [Dm] wel een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] [A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, maar dat vind [C] ik niet leuk.
Ik wil een hond, ik [Am] wil een [F] hamster, een konijn [G] of een parkiet.
[Am] Of desnoods [Dm] wel een [G] kanarie, maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Maar wat ik [G] niet begrijp, [Em] is dat het doet me [A] heel veel pijn.
[Dm] Bij ons [G] staat op het kerstmenu, als [C] hoofdgerecht konijn.
[N]
[G] [C] [Am] [F]
[G] Ik [C] wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em]
[A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, maar dat vind [C] ik niet leuk.
[E] Mijn vriendin het jaar, hond heeft zeven puppy's [Am] laatst gehad.
[G] Ik ben [C] bezig kijken [G] en ik zag [C] meteen zijn trap.
[E] Het beestje keek me aan en wilde best wel [Am] met me mee.
[F] Ik vroeg het [C] aan hun moeder, [F] zij vroeg het [C] ook.
[G] Ze zei [C] natuurlijk nee, nee, nee.
Ik wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] [A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, maar dat vind [C] ik niet leuk.
[E] Mijn broertje zeurt al weken, hij wil graag een [Am] eigen rat.
[G] Met zo'n mooie [C] lange staart, zo [G] prachtig glanzend [C] en zo glad.
[E] Maar als hij er aan tafel weer een keer [Am] over begint.
[F] Roept mijn moeder [C] heel hysterisch, [G] want ze dat geen [C] huis hier vindt.
[Db] Ik wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em]
[A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, maar dat vind [C] ik niet leuk.
[E] Lacht dat ik me te vervelen, al de stof voor [Am] de tv.
[G] Toen kwam een [C] vriendje spelen [G] en hij bracht zijn [C] slangen mee.
[E] We hebben ze in bakken zitten kropen [Am] langs mijn hand.
[F] Knopte ik de [C] moeder boven, [F]
[C] [G] ze schreeuwde [C] moord en brand.
[Eb] Als ik later op mijn zwelboom, neem ik heel veel dieren in [Bb] huis.
Om [Fm] altijd mee te spelen, me nooit meer te [G] vervelen.
Nooit meer alleen, altijd vrienden om me heen.
Ik [C] wil een hond, [Am] ik wil een hamster, [F] een konijn [G] of een parkiet.
[Am] Of desnoods [Dm] wel een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] [A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, maar dat vind [C] ik niet leuk.
Ik wil een hond, ik [Am] wil een [F] hamster, een konijn [G] of een parkiet.
[Am] Of desnoods [Dm] wel een [G] kanarie, maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Maar wat ik [G] niet begrijp, [Em] is dat het doet me [A] heel veel pijn.
[Dm] Bij ons [G] staat op het kerstmenu, als [C] hoofdgerecht konijn.
[N]
Key:
G
C
F
Am
E
G
C
F
_ _ _ _ _ [Am] _ _ [F] _
_ [G] _ _ [C] _ _ [Am] _ _ [F] _
_ [G] Ik [C] wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] _
[A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, _ maar dat vind [C] ik niet leuk. _ _ _
_ _ [E] Mijn vriendin het jaar, hond heeft zeven puppy's [Am] laatst gehad.
[G] Ik ben [C] bezig kijken [G] en ik zag [C] meteen zijn trap.
[E] Het beestje keek me aan en wilde best wel [Am] met me mee.
[F] Ik vroeg het [C] aan hun moeder, [F] zij vroeg het [C] ook.
[G] Ze zei [C] natuurlijk nee, nee, nee.
Ik wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] _ [A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, _ maar dat vind [C] ik niet leuk. _
_ _ _ _ [E] Mijn broertje zeurt al weken, hij wil graag een [Am] eigen rat.
[G] Met zo'n mooie [C] lange staart, zo [G] prachtig glanzend [C] en zo glad.
[E] Maar als hij er aan tafel weer een keer [Am] over begint.
[F] Roept mijn moeder [C] heel hysterisch, [G] want ze dat geen [C] huis hier vindt. _ _ _
_ [Db] Ik wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] _
[A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, _ maar dat vind [C] ik niet leuk. _ _ _
_ _ [E] Lacht dat ik me te vervelen, al de stof voor [Am] de tv.
[G] Toen kwam een [C] vriendje spelen [G] en hij bracht zijn [C] slangen mee.
[E] We hebben ze in bakken zitten kropen [Am] langs mijn hand.
[F] Knopte ik de [C] moeder boven, [F] _
_ [C] _ [G] ze schreeuwde [C] moord en brand. _
_ _ _ _ _ [Eb] _ Als ik later op mijn zwelboom, neem ik heel veel dieren in [Bb] _ huis.
Om [Fm] altijd mee te spelen, me nooit meer te [G] vervelen.
Nooit meer alleen, altijd vrienden om me _ heen.
_ _ Ik [C] wil een hond, [Am] ik wil een hamster, [F] een konijn [G] of een parkiet.
[Am] Of desnoods [Dm] wel een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] _ [A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, _ maar dat vind [C] ik niet leuk.
Ik wil een hond, ik [Am] wil een [F] hamster, een konijn [G] of een parkiet.
[Am] Of desnoods [Dm] wel een [G] kanarie, maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Maar wat ik [G] niet begrijp, [Em] is dat het doet me [A] heel veel pijn.
[Dm] Bij ons [G] staat op het kerstmenu, als [C] hoofdgerecht konijn. _ _ _ _ _
_ [N] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ [C] _ _ [Am] _ _ [F] _
_ [G] Ik [C] wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] _
[A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, _ maar dat vind [C] ik niet leuk. _ _ _
_ _ [E] Mijn vriendin het jaar, hond heeft zeven puppy's [Am] laatst gehad.
[G] Ik ben [C] bezig kijken [G] en ik zag [C] meteen zijn trap.
[E] Het beestje keek me aan en wilde best wel [Am] met me mee.
[F] Ik vroeg het [C] aan hun moeder, [F] zij vroeg het [C] ook.
[G] Ze zei [C] natuurlijk nee, nee, nee.
Ik wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] _ [A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, _ maar dat vind [C] ik niet leuk. _
_ _ _ _ [E] Mijn broertje zeurt al weken, hij wil graag een [Am] eigen rat.
[G] Met zo'n mooie [C] lange staart, zo [G] prachtig glanzend [C] en zo glad.
[E] Maar als hij er aan tafel weer een keer [Am] over begint.
[F] Roept mijn moeder [C] heel hysterisch, [G] want ze dat geen [C] huis hier vindt. _ _ _
_ [Db] Ik wil een hond, ik [A] wil een hamster, [F] een konijn of [G] een parkiet.
[Am] Of desnoods wel [Dm] een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] _
[A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, _ maar dat vind [C] ik niet leuk. _ _ _
_ _ [E] Lacht dat ik me te vervelen, al de stof voor [Am] de tv.
[G] Toen kwam een [C] vriendje spelen [G] en hij bracht zijn [C] slangen mee.
[E] We hebben ze in bakken zitten kropen [Am] langs mijn hand.
[F] Knopte ik de [C] moeder boven, [F] _
_ [C] _ [G] ze schreeuwde [C] moord en brand. _
_ _ _ _ _ [Eb] _ Als ik later op mijn zwelboom, neem ik heel veel dieren in [Bb] _ huis.
Om [Fm] altijd mee te spelen, me nooit meer te [G] vervelen.
Nooit meer alleen, altijd vrienden om me _ heen.
_ _ Ik [C] wil een hond, [Am] ik wil een hamster, [F] een konijn [G] of een parkiet.
[Am] Of desnoods [Dm] wel een kanarie, [G] maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Want mijn moeder [G] is er tegen, [Em] _ [A] krijgt de jeugd.
[Dm] Een goudvis [G] zal wel mogen, _ maar dat vind [C] ik niet leuk.
Ik wil een hond, ik [Am] wil een [F] hamster, een konijn [G] of een parkiet.
[Am] Of desnoods [Dm] wel een [G] kanarie, maar ik mag dat [E] allemaal niet.
[F] Maar wat ik [G] niet begrijp, [Em] is dat het doet me [A] heel veel pijn.
[Dm] Bij ons [G] staat op het kerstmenu, als [C] hoofdgerecht konijn. _ _ _ _ _
_ [N] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _