Chords for Kinderen voor Kinderen 5 - Kriebeltrui

_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Bbm] _ _ _ _ [C] _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _ [Bbm] Je hoorde tikken van [Eb] de pennen, [Bb] oma gaat me echt [Eb] verwennen.
[Bb] Rijdt een [Eb] mooie nieuwe trui, nee [Dm] mijn oma heeft niet luier.
[G] Eerst een breihoek [Abm] uitgezocht, _ [Cm] _ _ [Abm] ik [Cm] was echt heel [Eb] enthousiast.
Heb [C] die trui vlug [Eb] aangepakt. _
[Cm] _ _ [Em] _ Ik spring en ik kriebel, hij krikt en hij [Cm] jeukt.
Hij blaast en hij [A] kriebelt, ik word gek van dat ding.
Ik spring en ik kriebel, hij krikt en hij jeukt.
Hij blaast en hij [E] kriebelt, ik word gek van [Dm] iets.
Ik spring en ik kriebel, hij krikt en hij [Eb] jeukt.
Hij blaast en ik word gek van dat ding.
Ik spring en ik [Cm] kriebel, hij krikt en hij jeukt.
Hij blaast en hij [Bb] kriebelt.
_ [Eb] _ _
[Bb] _ [Eb] _ _ [Bb] Een ramp, een [Eb] ongeluk, een slof.
[Bb] Ach die trui [Eb] die is niet tof.
[Bb] Hij scheurt op [Eb] mijn borst en [Dm] hij steekt in mijn nek.
[Bb] Oma neem die trui [G] terug, [Cm] want hij krikt zo op mijn rug.
Vult een dier en bukkels daar.
En [Gm] hij [C] staat me ook zo [Cm] raar.
Ik word gek van dat ding.
Ik spring en ik kriebel, hij [F] krikt en hij jeukt.
Hij blaast en ik kriebel, ik word gek van dat [Dm] ding.
Ik spring en ik kriebel, hij [F] krikt en hij jeukt.
Hij blaast en ik kriebel.
Ik word gek van dat ding.
Zij springt en ze [C] kriebelt.
Hij [F] krikt en hij jeukt.
Hij blaast en ik kriebel.
Ik word gek van dat [Dm] ding.
Zij springt en ze [Cm] kriebelt.
Hij krikt en hij jeukt.
Hij blaast en ik kriebel. _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _
Ach, wat een [Eb] leuk truitje.
[Bb] Is die van je moeder?
[Eb] Of is die van [Bb] je opa?
[Ebm] Zal ik er eventjes een [Dbm] gaatje in branden?
[Gb] _ _
_ _ [B] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Gb] _ _ _ _ _ [F]
Ik word gek van dat ding.
Ik spring en ik kriebel.
Hij krikt en hij jeukt.
Hij blaast en ik kriebel.
Ik word gek van dat [Ebm] ding.
Ik spring en ik [Ab] kriebel.
Hij krikt en hij jeukt.
hij plaatst en ik [F] riep al zuiver [Bb] geen kleur
_ _ _ _ [Dbm] _ _
[Bb] _ _ [Ebm] _ [Dbm] en ik _
[Db] _ [B] rieped al zo duur
[Db] ik _ [Gb] riep [B] fals _ _
[N] _ _ _ _ _ _ _ _