Chords for Kinderen voor Kinderen 7 - Ik ben toch zeker Sinterklaas niet

_ _ _ _ _ _ _ [C] _
_ [G] _ _ [N] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Moet je voor de aardigheid eens horen wat ze allemaal naar Sinterklaas vragen.
Hier, _ kassettenrecorders, _ computerspelletjes, een _ huiswerkautomaat, ha ha ha ha, een tennisracket.
_ Kunnen ze niet gewoon een paar leuke kleine aardige dingetjes bedenken?
Nou, hier staat bijvoorbeeld een kassettenbandje van Mordonna op.
Dat valt nog wel mee, vind ik.
Ja, dat noem jij maar, valt wel mee.
Hier, wat mis ik nog?
25 piek.
Hier, Sascha, niets onder de 20 gulden.
[Gb] Lieve schat, dat kan die goedheiligman nooit betalen.
[E] Dan heb jij mijn lijstje nog niet gezien, schat.
Dan heb je mijn lijstje nog niet gezien.
Ga jij ook al beginnen?
Maak je nou niet zo druk.
Ik praat morgen wel even met ze.
Dat zou ik zeker doen.
Geef mij die twee lijstjes maar even hier.
Het zijn _ belachelijke Sinterklaaslijstjes.
_ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ [Bb] _ _ _
_ _ _ _ _ [C] _ _ _
_ _ _ _ _ [Bb] _ _ _
_ _ _ _ [C] Ik wil een broertje en een mooie rode [G] fiets en een hele grote teddybeer maar meestal krijg ik niet.
[C] Ik wil een reepa en een nieuwe [Bb] toverdoos.
Hoewel ik zo [C] verleden ben, wordt mijn [G] vader al zo boos. _
[Ab] En hij wordt groot [A] en hij wordt groter.
[Bb] Hij valt bijna [G] uit elkaar.
_ [C] Sinterklaas niet.
Er staat geen geldboom in de tuin.
Dat is Sinterklaas niet.
Ik heb een negatief [Am] fortuin.
Als een strak bangbiljetten [G] groeien op mijn rug.
[F] Ben jij de eerste die het [G] hoort?
Kom dan nog maar eens terug [C] met Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
Ik ben toch [C] gek.
Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
[A] Als een strak bangbiljetten [G] groeien op mijn rug.
[F] Ben jij de eerste die het hoort?
Kom dan [G] nog maar eens terug.
_ [C] Ik ben een wolfman en een dag met een [Gm] slot en een turbo-bomb.
Wat is [C] dat?
Waarmee zo bang ik word?
Ik wil een computer en een huisdekautomaat.
[Gm] Hoewel ik kleine [Bb] witte heb, wordt mijn [G] vader al zo kwaad. _
[Ab] En hij wordt groot [A] en hij wordt groter.
[Bb] Hij valt [G] bijna uit elkaar.
_ [C] Sinterklaas niet.
Er staat geen geldboom in de tuin.
Dat is Sinterklaas niet.
Ik heb een negatief fortuin.
[Am] Als een strak bangbiljetten [G] groeien op mijn rug.
[F] Ben jij de eerste die het [G] hoort?
Kom dan nog maar eens terug [C] met Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
Ik ben toch [C] gek.
Sinterklaas niet.
[Bb]
Sinterklaas.
[Am] Als een strak bangbiljetten [G] groeien op mijn rug.
[F] Ben jij de eerste die het hoort?
Kom dan [G] nog maar eens terug.
_ [Bb] Mijn vader is geen miljonair.
[Gm] Is zelfs geen directeur.
[Bb] Hij is niet eens bekend.
[Cm] Bij de Belastinginspecteur.
Hij trouwt niet met mijn moeder.
[Cm] Dus niet met een rijke vrouw.
[Bb] Hij heeft niet eens een eigen huis.
Laat staan een _ _ [Fm] _ _ _
_ [G] _ [Cm] vredelijke vent.
[Fm] Dan werkt er bij een puitniep [G] in.
Geeft teken op een cent.
Ik ben toch [C] zeker Sinterklaas niet.
Er staat geen geldboom in de tuin.
Dat is Sinterklaas niet.
Ik heb een negatief fortuin.
[Am] Als een strak bangbiljetten [G] groeien op mijn rug.
[F] Ben jij de eerste die het [G] hoort?
Kom dan nog maar eens terug.
[C] Maar Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
Ik ben toch zeker [C] Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
[Am] Als een strak bangbiljetten [G] groeien op mijn rug.
[F] Ben jij de eerste die het hoort?
[G] Kom dan nog maar eens terug.
[C] Maar Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
Ik ben toch zeker [C] Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
[Am] Als een strak bangbiljetten groeien [G] op mijn rug.
[F] Ben jij de eerste die het hoort?
[G] Kom dan nog maar eens terug.
[C] Maar Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
Ik ben toch zeker [C] Sinterklaas niet.
[Bb] Sinterklaas.
[N] _ _ _