Chords for Kwante Hippe - De Waereld is Moeëj
Tempo:
69.925 bpm
Chords used:
C
F
Gm
Dm
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F] De wereld is moe, hoe is hoe [Gm] aas ze is.
[G] Kiek [Dm] wat ze hes en [C] druim vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
[C] Nooit is ze lags, [Dm] kiek in de gier, kiek [Bb] in de zon, maar [F] niet de geel.
[C] Want de verblind, hou [Bb] ik bekend dat ik mij verdrink, [C] dat het kan.
[Am] [C] Denk [F] niet dat ooit, ooit [C] is toch later, ooit [Dm] is nog wiet.
Aas [Bb] en aan ooit, dings best [F] zijn ook wiet, dus [C] leven en doe en [Gm] loop met mij, me.
[C]
De [F] wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes, dood [C] wat ze kies en niet [F] wat om mis.
De wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes en [C] druim vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
[C] [Dm]
[Bb] [F] [C] [Gm]
[F] Kiek [C] naar dat beuk, dat laag [Dm] en dat stroom, [Bb] groeien en het bluin tussen [F] hagem en oor.
Dan is [C] het toch goed, dan is [Gm] het toch moe, je raast ze dags, [C] vandaag.
Huur [F] de energie, dan vul [C] ze de griek, rieken [Dm] als geld.
[Bb] De geit maak je, laat [F] ik niet kennen, draai [C] met me, me, laag [Gm] en zing.
[C]
De [F] wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes, dood [C] wat ze kies en niet [F] wat om mis.
De wereld is moe, [Am] hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes en druim [C] vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
[C] [Gm]
[Dm] [C] [F] [C]
[Bb] [C] [C] Dan is [F] het toch, is [Dm] het toch, is [C] het toch, dan is [Gm] het toch moe.
[C] Dan is [F] het toch, is het toch, [C] is het toch, dan is [Gm] het toch [C] moe.
[F] Dan is het toch, is het toch, is [C] het toch, dan is [Gm] het toch moe.
[C] Dan is [F] het toch, is het toch, is [C] het toch, [Gm] dan is het toch moe
[C] [Gm] De [F] wereld is [C] moe, [Am] zo [Bb] haast ze is.
[Dm] [Gm] Kiek [Dm] was ze hes, dood [C] was ze kins, en eet wat [F] er mis.
De wereld is moe, zo [Gm] haast ze is.
Kiek [Dm] was ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
De wereld is moe, zo [Gm] haast ze is.
Kiek was [Dm] ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
[Dm] Kiek was ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
[G] Kiek [Dm] wat ze hes en [C] druim vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
[C] Nooit is ze lags, [Dm] kiek in de gier, kiek [Bb] in de zon, maar [F] niet de geel.
[C] Want de verblind, hou [Bb] ik bekend dat ik mij verdrink, [C] dat het kan.
[Am] [C] Denk [F] niet dat ooit, ooit [C] is toch later, ooit [Dm] is nog wiet.
Aas [Bb] en aan ooit, dings best [F] zijn ook wiet, dus [C] leven en doe en [Gm] loop met mij, me.
[C]
De [F] wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes, dood [C] wat ze kies en niet [F] wat om mis.
De wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes en [C] druim vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
[C] [Dm]
[Bb] [F] [C] [Gm]
[F] Kiek [C] naar dat beuk, dat laag [Dm] en dat stroom, [Bb] groeien en het bluin tussen [F] hagem en oor.
Dan is [C] het toch goed, dan is [Gm] het toch moe, je raast ze dags, [C] vandaag.
Huur [F] de energie, dan vul [C] ze de griek, rieken [Dm] als geld.
[Bb] De geit maak je, laat [F] ik niet kennen, draai [C] met me, me, laag [Gm] en zing.
[C]
De [F] wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes, dood [C] wat ze kies en niet [F] wat om mis.
De wereld is moe, [Am] hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes en druim [C] vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
[C] [Gm]
[Dm] [C] [F] [C]
[Bb] [C] [C] Dan is [F] het toch, is [Dm] het toch, is [C] het toch, dan is [Gm] het toch moe.
[C] Dan is [F] het toch, is het toch, [C] is het toch, dan is [Gm] het toch [C] moe.
[F] Dan is het toch, is het toch, is [C] het toch, dan is [Gm] het toch moe.
[C] Dan is [F] het toch, is het toch, is [C] het toch, [Gm] dan is het toch moe
[C] [Gm] De [F] wereld is [C] moe, [Am] zo [Bb] haast ze is.
[Dm] [Gm] Kiek [Dm] was ze hes, dood [C] was ze kins, en eet wat [F] er mis.
De wereld is moe, zo [Gm] haast ze is.
Kiek [Dm] was ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
De wereld is moe, zo [Gm] haast ze is.
Kiek was [Dm] ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
[Dm] Kiek was ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
Key:
C
F
Gm
Dm
Bb
C
F
Gm
_ _ _ _ _ _ _ _
_ [F] De wereld is moe, hoe is hoe [Gm] aas ze is.
[G] Kiek [Dm] wat ze hes en [C] druim vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
_ _ [C] Nooit is ze lags, [Dm] kiek in de gier, kiek [Bb] in de zon, maar [F] niet de geel.
[C] Want de verblind, hou [Bb] ik bekend dat ik mij verdrink, [C] dat het kan.
[Am] [C] Denk [F] niet dat ooit, ooit [C] is toch later, ooit [Dm] is nog wiet.
Aas [Bb] en aan ooit, dings best [F] zijn ook wiet, dus [C] leven en doe en [Gm] loop met mij, me.
_ _ [C] _
_ De [F] wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes, dood [C] wat ze kies en niet [F] wat om mis.
De wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes en [C] druim vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
_ _ _ _ _ [C] _ _ [Dm] _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [Gm] _
_ [F] _ _ Kiek [C] naar dat beuk, dat laag [Dm] en dat stroom, [Bb] groeien en het bluin tussen [F] hagem en oor.
Dan is [C] het toch goed, dan is [Gm] het toch moe, je raast ze dags, [C] vandaag.
Huur [F] de energie, dan vul [C] ze de griek, rieken [Dm] als geld.
[Bb] De geit maak je, laat [F] ik niet kennen, draai [C] met me, me, laag [Gm] en zing.
_ _ _ [C] _
_ De [F] wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes, dood [C] wat ze kies en niet [F] wat om mis.
_ De wereld is moe, [Am] hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes en druim [C] vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
_ _ _ _ _ [C] _ _ [Gm] _
[Dm] _ [C] _ [F] _ _ _ [C] _ _ _
[Bb] _ [C] [C] Dan is [F] het toch, is [Dm] het toch, is [C] het toch, dan is [Gm] het toch moe.
[C] Dan is [F] het toch, is het toch, [C] is het toch, dan is [Gm] het toch [C] moe.
[F] Dan is het toch, is het toch, is [C] het toch, dan is [Gm] het toch moe.
[C] Dan is [F] het toch, is het toch, is [C] het toch, [Gm] dan is het toch moe_
_ [C] _ _ [Gm] De [F] wereld is [C] moe, [Am] zo [Bb] haast ze is.
[Dm] [Gm] Kiek [Dm] was ze hes, dood [C] was ze kins, en eet wat [F] er mis.
_ De wereld is moe, zo [Gm] haast ze is.
Kiek [Dm] was ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
_ De wereld is moe, zo [Gm] haast ze is.
Kiek was [Dm] ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
_ [Dm] Kiek was ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben. _ _ _
_ [F] De wereld is moe, hoe is hoe [Gm] aas ze is.
[G] Kiek [Dm] wat ze hes en [C] druim vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
_ _ [C] Nooit is ze lags, [Dm] kiek in de gier, kiek [Bb] in de zon, maar [F] niet de geel.
[C] Want de verblind, hou [Bb] ik bekend dat ik mij verdrink, [C] dat het kan.
[Am] [C] Denk [F] niet dat ooit, ooit [C] is toch later, ooit [Dm] is nog wiet.
Aas [Bb] en aan ooit, dings best [F] zijn ook wiet, dus [C] leven en doe en [Gm] loop met mij, me.
_ _ [C] _
_ De [F] wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes, dood [C] wat ze kies en niet [F] wat om mis.
De wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes en [C] druim vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
_ _ _ _ _ [C] _ _ [Dm] _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ [C] _ _ [Gm] _
_ [F] _ _ Kiek [C] naar dat beuk, dat laag [Dm] en dat stroom, [Bb] groeien en het bluin tussen [F] hagem en oor.
Dan is [C] het toch goed, dan is [Gm] het toch moe, je raast ze dags, [C] vandaag.
Huur [F] de energie, dan vul [C] ze de griek, rieken [Dm] als geld.
[Bb] De geit maak je, laat [F] ik niet kennen, draai [C] met me, me, laag [Gm] en zing.
_ _ _ [C] _
_ De [F] wereld is moe, hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes, dood [C] wat ze kies en niet [F] wat om mis.
_ De wereld is moe, [Am] hoe [Gm] aas ze is.
Kiek [Dm] wat ze hes en druim [C] vandaag, terwijl ze [F] wakker best.
_ _ _ _ _ [C] _ _ [Gm] _
[Dm] _ [C] _ [F] _ _ _ [C] _ _ _
[Bb] _ [C] [C] Dan is [F] het toch, is [Dm] het toch, is [C] het toch, dan is [Gm] het toch moe.
[C] Dan is [F] het toch, is het toch, [C] is het toch, dan is [Gm] het toch [C] moe.
[F] Dan is het toch, is het toch, is [C] het toch, dan is [Gm] het toch moe.
[C] Dan is [F] het toch, is het toch, is [C] het toch, [Gm] dan is het toch moe_
_ [C] _ _ [Gm] De [F] wereld is [C] moe, [Am] zo [Bb] haast ze is.
[Dm] [Gm] Kiek [Dm] was ze hes, dood [C] was ze kins, en eet wat [F] er mis.
_ De wereld is moe, zo [Gm] haast ze is.
Kiek [Dm] was ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
_ De wereld is moe, zo [Gm] haast ze is.
Kiek was [Dm] ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben.
_ [Dm] Kiek was ze hes, en druim [C] vandaag, wil ze [F] waker ben. _ _ _