Dat Soort Volk Chords by Liesbeth List
Tempo:
129.2 bpm
Chords used:
Dm
Em
C
G
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N] [G]
[Dm] [Em]
[Dm]
[Em] [Dm] Je hebt, je hebt de oudste broer, zo'n vane kale vent, stom [Em] als een mannenmoer, [Dm] die zijn
eigen naam niet kent, die drinkt [Em] zoveel meneer, [Dm] en die is zo vaak [Em] lam, [Dm] dat is ongeveer, [G] geen
ene moer meer [Dm] kan, hij is volslagen [Em] maf, [Dm] maar vindt zichzelf [Em] een heer, [Dm]
[Am] hij is elke avond
zat, [Dm] van wijn [Em] die troebel is, [Dm] en smorgens zit ie mat, te [G] maffen in de mis, stijf als
een [C] heikenbind, als een [Dm] altaarkaars zo geel, [Em] hij stottert op het als een kind, [Dm]
en hij is
ook nog scheef, [Dm]
zegt [Em] nou zelf [Dm] meneer, dat soort volk [C] meneer, [Dm] dat denkt niet na meneer,
[G] dat [Dm] denkt niet na, [Em] [Dm]
dat [Em] bent, [Dm]
en dan de [C] andere broer, zijn [Dm] beenhaar heeft misschien nog nooit
een kam [C] gezien, en hij is [Dm] een valse hoer, al geeft ie de [C] armen dan de hemden van zijn
[Dm] gat, hij is [Em] getrouwd met Han, [Dm]
zo'n meisje uit de stad, nou ja een andere stad, maar [G] dat
is hem niet genoeg, [Dm] hij scharrelt [Em] heel het af, met [Dm] aktertas en das, dophoed en [Em] winterjas
en zo'n [Dm] opgeboetste, [Em] daf, [Dm]
hij doet [Am] graag reuze, chique waar is [Dm] het voor geen cent, nou
ja als u een [C] stuiver bent, [Dm] speel dan niet voor een piek,
[Em] [Dm] zegt nou [G] zelf meneer, [Dm] dat soort
volk [Em] meneer, [Dm]
dat leeft niet echt [G] meneer, [Dm] dat leeft niet echt, [Em] [Dm] dat knoeit,
[Em] [Dm] en dan de rest
van het [G] stel, de moeder die [C] stom lacht, wraaaskoud als de [Dm] hel, daarboven dag [Em] en nacht, [Dm]
besnort,
bebaard, verstart, [Em] papa's vergeeld portret,
[Em] [Dm] hij is het dieren van een zwak hart, [G] een zwak
hart, bij een andere vrouw [C] in bed,
[D] nu kijkt hij hoe zijn schaar [C] slurpt van de kouwe pap,
[Dm] en dat gaat er dan van, [Em] en dat [Dm] gaat er dan van, [G] [Dm]
[Em] [Dm] en die stokouwe [G]
[Dm] vrouw, die al net drilt
en [Em] beeft, ze denkt, sterf maar [Dm] gauw omdat ze centen heeft, [Dm]
ze zijn niet [C] eens meer stil,
[Dm] als ze wat zeggen wil, [Em] [Dm] [G] zegt nou zelf [Dm] meneer, dat soort [Em] volk meneer, [Dm] dat praat [G] nooit echt,
[Dm] dat praat nooit [Em] echt meneer, [Dm]
dat [Em] telt, [Dm] [G]
[Dm] en [Em] dan,
[Dm] en [Em] dan, [Dm]
en dan [C] is er nog Jan, [F] blij als een [F] lentewee,
en Jan [C] houdt echt van mij, [F] zoals ik [C] hou van Jan, [F] en Jan zegt vaak ik [Dm] zal een huis gaan bouwen,
[Am] meet, met ramen [Dm] overal, en kamers groot en [Dm] dijt, daarin ga ik bij jou, [Am] fijnboedens wil je zien,
[Dm] en al is het nog niet gauw, [Am] het komt toch wel,
[Dm] misschien, [Am] [Dm]
want de anderen willen het niet,
[Am] [Dm] de anderen willen het niet, [Am] die zeggen [C] strijk en [F] zet, Jan is nog goed voor jou, ze vinden mij maar
net een [C] kattenmeppers vrouw, ik [F] heb nooit een kat gevild, of [Dm] het moest lang geleden zijn,
of [Am] ik heb het niet [Dm] gewild, maar het beest stopt [Dm] naar azijn, nou ja, [E]
ze willen het [Dm] niet,
[C]
[Dm] ze willen [Em] het niet, [Dm]
als [C] welkaar soms zien, dat het dan geen toeval hoort, dan zegt [E] Jan meid,
misschien ga ik er wel vandoor, en dan zegt hij ik loop weg, en dan,
heel eventjes geloof ik wat hij zegt meneer, heel eventjes, [C] [Dm]
[Em] [Dm] heel [C] eventjes,
[Dm] [Em] [Dm]
wat [G] weet ik, [C] [Dm]
[C] dat soort volk [Dm] meneer, [C] dat [Dm] [Em] loopt niet [Dm] weg, [Em] [Dm]
dat loopt [C] niet weg meneer, [G] [Dm] dat loopt niet weg,
[Em] [Dm]
[C] [Em] maar het is al [Dm] laat meneer, [G] [Dm] en ik, ik [Em] moet echt [Dm] naar huis.
[Em] [Dm] [Dm]
[Em] [Dm] [Em]
[Dm] [Em]
[Dm] [Em]
[Dm] [Em] [Dm]
[Em]
[Dm]
[N]
[Dm] [Em]
[Dm]
[Em] [Dm] Je hebt, je hebt de oudste broer, zo'n vane kale vent, stom [Em] als een mannenmoer, [Dm] die zijn
eigen naam niet kent, die drinkt [Em] zoveel meneer, [Dm] en die is zo vaak [Em] lam, [Dm] dat is ongeveer, [G] geen
ene moer meer [Dm] kan, hij is volslagen [Em] maf, [Dm] maar vindt zichzelf [Em] een heer, [Dm]
[Am] hij is elke avond
zat, [Dm] van wijn [Em] die troebel is, [Dm] en smorgens zit ie mat, te [G] maffen in de mis, stijf als
een [C] heikenbind, als een [Dm] altaarkaars zo geel, [Em] hij stottert op het als een kind, [Dm]
en hij is
ook nog scheef, [Dm]
zegt [Em] nou zelf [Dm] meneer, dat soort volk [C] meneer, [Dm] dat denkt niet na meneer,
[G] dat [Dm] denkt niet na, [Em] [Dm]
dat [Em] bent, [Dm]
en dan de [C] andere broer, zijn [Dm] beenhaar heeft misschien nog nooit
een kam [C] gezien, en hij is [Dm] een valse hoer, al geeft ie de [C] armen dan de hemden van zijn
[Dm] gat, hij is [Em] getrouwd met Han, [Dm]
zo'n meisje uit de stad, nou ja een andere stad, maar [G] dat
is hem niet genoeg, [Dm] hij scharrelt [Em] heel het af, met [Dm] aktertas en das, dophoed en [Em] winterjas
en zo'n [Dm] opgeboetste, [Em] daf, [Dm]
hij doet [Am] graag reuze, chique waar is [Dm] het voor geen cent, nou
ja als u een [C] stuiver bent, [Dm] speel dan niet voor een piek,
[Em] [Dm] zegt nou [G] zelf meneer, [Dm] dat soort
volk [Em] meneer, [Dm]
dat leeft niet echt [G] meneer, [Dm] dat leeft niet echt, [Em] [Dm] dat knoeit,
[Em] [Dm] en dan de rest
van het [G] stel, de moeder die [C] stom lacht, wraaaskoud als de [Dm] hel, daarboven dag [Em] en nacht, [Dm]
besnort,
bebaard, verstart, [Em] papa's vergeeld portret,
[Em] [Dm] hij is het dieren van een zwak hart, [G] een zwak
hart, bij een andere vrouw [C] in bed,
[D] nu kijkt hij hoe zijn schaar [C] slurpt van de kouwe pap,
[Dm] en dat gaat er dan van, [Em] en dat [Dm] gaat er dan van, [G] [Dm]
[Em] [Dm] en die stokouwe [G]
[Dm] vrouw, die al net drilt
en [Em] beeft, ze denkt, sterf maar [Dm] gauw omdat ze centen heeft, [Dm]
ze zijn niet [C] eens meer stil,
[Dm] als ze wat zeggen wil, [Em] [Dm] [G] zegt nou zelf [Dm] meneer, dat soort [Em] volk meneer, [Dm] dat praat [G] nooit echt,
[Dm] dat praat nooit [Em] echt meneer, [Dm]
dat [Em] telt, [Dm] [G]
[Dm] en [Em] dan,
[Dm] en [Em] dan, [Dm]
en dan [C] is er nog Jan, [F] blij als een [F] lentewee,
en Jan [C] houdt echt van mij, [F] zoals ik [C] hou van Jan, [F] en Jan zegt vaak ik [Dm] zal een huis gaan bouwen,
[Am] meet, met ramen [Dm] overal, en kamers groot en [Dm] dijt, daarin ga ik bij jou, [Am] fijnboedens wil je zien,
[Dm] en al is het nog niet gauw, [Am] het komt toch wel,
[Dm] misschien, [Am] [Dm]
want de anderen willen het niet,
[Am] [Dm] de anderen willen het niet, [Am] die zeggen [C] strijk en [F] zet, Jan is nog goed voor jou, ze vinden mij maar
net een [C] kattenmeppers vrouw, ik [F] heb nooit een kat gevild, of [Dm] het moest lang geleden zijn,
of [Am] ik heb het niet [Dm] gewild, maar het beest stopt [Dm] naar azijn, nou ja, [E]
ze willen het [Dm] niet,
[C]
[Dm] ze willen [Em] het niet, [Dm]
als [C] welkaar soms zien, dat het dan geen toeval hoort, dan zegt [E] Jan meid,
misschien ga ik er wel vandoor, en dan zegt hij ik loop weg, en dan,
heel eventjes geloof ik wat hij zegt meneer, heel eventjes, [C] [Dm]
[Em] [Dm] heel [C] eventjes,
[Dm] [Em] [Dm]
wat [G] weet ik, [C] [Dm]
[C] dat soort volk [Dm] meneer, [C] dat [Dm] [Em] loopt niet [Dm] weg, [Em] [Dm]
dat loopt [C] niet weg meneer, [G] [Dm] dat loopt niet weg,
[Em] [Dm]
[C] [Em] maar het is al [Dm] laat meneer, [G] [Dm] en ik, ik [Em] moet echt [Dm] naar huis.
[Em] [Dm] [Dm]
[Em] [Dm] [Em]
[Dm] [Em]
[Dm] [Em]
[Dm] [Em] [Dm]
[Em]
[Dm]
[N]
Key:
Dm
Em
C
G
Am
Dm
Em
C
_ _ _ [N] _ _ _ [G] _ _
_ [Dm] _ _ _ _ [Em] _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Em] _ _ [Dm] Je hebt, _ _ je hebt de oudste broer, _ zo'n vane kale vent, _ stom [Em] als een mannenmoer, [Dm] die zijn
eigen naam niet kent, _ die drinkt [Em] zoveel meneer, _ [Dm] _ en die is zo vaak [Em] lam, _ [Dm] dat is ongeveer, [G] geen
ene moer meer [Dm] kan, hij is volslagen [Em] maf, [Dm] _ maar vindt zichzelf [Em] een heer, _ [Dm] _
_ [Am] hij is elke avond
zat, [Dm] _ van wijn [Em] die troebel is, [Dm] en smorgens zit ie mat, te [G] maffen in de mis, _ stijf als
een [C] heikenbind, als een [Dm] altaarkaars zo geel, [Em] hij stottert op het als een kind, [Dm] _
en hij is
ook nog scheef, [Dm] _ _
zegt [Em] nou zelf [Dm] meneer, dat soort volk [C] meneer, _ [Dm] dat denkt niet na meneer,
[G] dat [Dm] denkt niet na, _ _ [Em] _ _ _ [Dm] _
_ dat [Em] bent, _ [Dm] _ _
en dan de [C] andere broer, zijn [Dm] beenhaar heeft misschien nog nooit
een kam [C] gezien, en hij is [Dm] een valse hoer, al geeft ie de [C] armen dan de hemden van zijn
[Dm] gat, _ hij is [Em] getrouwd met Han, [Dm]
zo'n meisje uit de stad, nou ja een andere stad, maar [G] dat
is hem niet genoeg, [Dm] hij scharrelt [Em] heel het af, met [Dm] aktertas en das, dophoed en [Em] winterjas
en zo'n [Dm] opgeboetste, _ _ [Em] daf, _ _ [Dm] _
hij doet [Am] graag reuze, chique waar is [Dm] het voor geen cent, nou
ja als u een [C] stuiver bent, [Dm] speel dan niet voor een piek, _
[Em] _ _ [Dm] _ _ zegt nou [G] zelf meneer, [Dm] _ dat soort
volk [Em] meneer, _ [Dm]
dat leeft niet echt [G] meneer, [Dm] dat leeft niet echt, _ _ [Em] _ _ [Dm] dat knoeit, _
[Em] _ _ [Dm] _ en dan de rest
van het [G] stel, _ de moeder die [C] stom lacht, wraaaskoud als de [Dm] hel, _ _ daarboven dag [Em] en nacht, [Dm] _
besnort,
bebaard, verstart, [Em] papa's vergeeld portret, _
_ [Em] _ _ [Dm] hij is het dieren van een zwak hart, [G] een zwak
hart, bij een andere vrouw [C] in bed, _
_ [D] nu kijkt hij hoe zijn schaar [C] slurpt van de kouwe pap,
[Dm] en dat gaat er dan van, _ [Em] en dat [Dm] gaat er dan van, _ _ [G] _ _ [Dm] _ _ _ _
[Em] _ _ [Dm] _ _ en die stokouwe [G] _
[Dm] vrouw, die al net drilt
en [Em] beeft, ze denkt, sterf maar [Dm] gauw omdat ze centen heeft, _ [Dm] _ _
ze zijn niet [C] eens meer stil,
[Dm] als ze wat zeggen wil, [Em] _ _ [Dm] _ _ _ [G] zegt nou zelf [Dm] meneer, dat soort [Em] volk meneer, [Dm] dat praat [G] nooit echt,
_ [Dm] dat praat nooit [Em] echt meneer, _ [Dm] _ _
dat [Em] telt, _ [Dm] _ _ _ _ [G] _
_ _ [Dm] _ _ en [Em] dan, _
[Dm] _ _ en [Em] dan, _ _ [Dm] _
en dan [C] is er nog Jan, [F] blij als een [F] lentewee,
en Jan [C] houdt echt van mij, [F] zoals ik [C] hou van Jan, [F] en Jan zegt vaak ik [Dm] zal een huis gaan bouwen,
[Am] meet, met ramen [Dm] overal, en kamers groot en [Dm] dijt, daarin ga ik bij jou, [Am] fijnboedens wil je zien,
[Dm] en al is het nog niet gauw, [Am] het komt toch wel, _ _ _ _ _
[Dm] _ _ misschien, [Am] _ _ [Dm] _ _
_ want de anderen willen het niet, _ _ _
_ [Am] _ _ [Dm] _ de anderen willen het niet, [Am] _ die zeggen [C] strijk en [F] zet, Jan is nog goed voor jou, ze vinden mij maar
net een [C] kattenmeppers vrouw, ik [F] heb nooit een kat gevild, of [Dm] het moest lang geleden zijn,
of [Am] ik heb het niet [Dm] gewild, maar het beest stopt [Dm] naar azijn, nou ja, [E] _ _ _ _
ze willen het [Dm] niet,
_ _ _ [C] _ _
[Dm] _ ze willen [Em] het niet, [Dm] _ _
als [C] welkaar soms zien, dat het dan geen toeval hoort, dan zegt [E] Jan meid,
misschien ga ik er wel vandoor, en dan zegt hij ik loop weg, en dan,
heel eventjes geloof ik wat hij zegt meneer, _ heel eventjes, [C] _ _ _ [Dm] _ _ _ _
[Em] _ [Dm] heel _ _ _ [C] eventjes,
[Dm] _ _ _ _ _ [Em] _ _ [Dm] _
wat [G] weet ik, [C] _ _ [Dm] _ _ _
[C] dat soort volk [Dm] meneer, _ _ [C] dat _ [Dm] _ _ _ [Em] loopt niet [Dm] weg, _ _ _ _ [Em] _ _ [Dm] _
_ _ dat loopt [C] niet weg _ _ meneer, _ [G] _ [Dm] dat loopt niet weg, _ _
_ [Em] _ _ _ [Dm] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ [Em] maar het is al [Dm] laat meneer, _ _ [G] _ [Dm] en ik, _ ik [Em] moet echt _ [Dm] naar huis.
[Em] _ _ _ [Dm] _ _ _ _ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
[Em] _ _ [Dm] _ _ _ _ _ [Em] _
_ _ [Dm] _ _ _ _ [Em] _ _
_ [Dm] _ _ _ _ [Em] _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ [Em] _ _ [Dm] _
_ _ _ _ _ [Em] _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _
_ [Dm] _ _ _ _ [Em] _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [Em] _ _ [Dm] Je hebt, _ _ je hebt de oudste broer, _ zo'n vane kale vent, _ stom [Em] als een mannenmoer, [Dm] die zijn
eigen naam niet kent, _ die drinkt [Em] zoveel meneer, _ [Dm] _ en die is zo vaak [Em] lam, _ [Dm] dat is ongeveer, [G] geen
ene moer meer [Dm] kan, hij is volslagen [Em] maf, [Dm] _ maar vindt zichzelf [Em] een heer, _ [Dm] _
_ [Am] hij is elke avond
zat, [Dm] _ van wijn [Em] die troebel is, [Dm] en smorgens zit ie mat, te [G] maffen in de mis, _ stijf als
een [C] heikenbind, als een [Dm] altaarkaars zo geel, [Em] hij stottert op het als een kind, [Dm] _
en hij is
ook nog scheef, [Dm] _ _
zegt [Em] nou zelf [Dm] meneer, dat soort volk [C] meneer, _ [Dm] dat denkt niet na meneer,
[G] dat [Dm] denkt niet na, _ _ [Em] _ _ _ [Dm] _
_ dat [Em] bent, _ [Dm] _ _
en dan de [C] andere broer, zijn [Dm] beenhaar heeft misschien nog nooit
een kam [C] gezien, en hij is [Dm] een valse hoer, al geeft ie de [C] armen dan de hemden van zijn
[Dm] gat, _ hij is [Em] getrouwd met Han, [Dm]
zo'n meisje uit de stad, nou ja een andere stad, maar [G] dat
is hem niet genoeg, [Dm] hij scharrelt [Em] heel het af, met [Dm] aktertas en das, dophoed en [Em] winterjas
en zo'n [Dm] opgeboetste, _ _ [Em] daf, _ _ [Dm] _
hij doet [Am] graag reuze, chique waar is [Dm] het voor geen cent, nou
ja als u een [C] stuiver bent, [Dm] speel dan niet voor een piek, _
[Em] _ _ [Dm] _ _ zegt nou [G] zelf meneer, [Dm] _ dat soort
volk [Em] meneer, _ [Dm]
dat leeft niet echt [G] meneer, [Dm] dat leeft niet echt, _ _ [Em] _ _ [Dm] dat knoeit, _
[Em] _ _ [Dm] _ en dan de rest
van het [G] stel, _ de moeder die [C] stom lacht, wraaaskoud als de [Dm] hel, _ _ daarboven dag [Em] en nacht, [Dm] _
besnort,
bebaard, verstart, [Em] papa's vergeeld portret, _
_ [Em] _ _ [Dm] hij is het dieren van een zwak hart, [G] een zwak
hart, bij een andere vrouw [C] in bed, _
_ [D] nu kijkt hij hoe zijn schaar [C] slurpt van de kouwe pap,
[Dm] en dat gaat er dan van, _ [Em] en dat [Dm] gaat er dan van, _ _ [G] _ _ [Dm] _ _ _ _
[Em] _ _ [Dm] _ _ en die stokouwe [G] _
[Dm] vrouw, die al net drilt
en [Em] beeft, ze denkt, sterf maar [Dm] gauw omdat ze centen heeft, _ [Dm] _ _
ze zijn niet [C] eens meer stil,
[Dm] als ze wat zeggen wil, [Em] _ _ [Dm] _ _ _ [G] zegt nou zelf [Dm] meneer, dat soort [Em] volk meneer, [Dm] dat praat [G] nooit echt,
_ [Dm] dat praat nooit [Em] echt meneer, _ [Dm] _ _
dat [Em] telt, _ [Dm] _ _ _ _ [G] _
_ _ [Dm] _ _ en [Em] dan, _
[Dm] _ _ en [Em] dan, _ _ [Dm] _
en dan [C] is er nog Jan, [F] blij als een [F] lentewee,
en Jan [C] houdt echt van mij, [F] zoals ik [C] hou van Jan, [F] en Jan zegt vaak ik [Dm] zal een huis gaan bouwen,
[Am] meet, met ramen [Dm] overal, en kamers groot en [Dm] dijt, daarin ga ik bij jou, [Am] fijnboedens wil je zien,
[Dm] en al is het nog niet gauw, [Am] het komt toch wel, _ _ _ _ _
[Dm] _ _ misschien, [Am] _ _ [Dm] _ _
_ want de anderen willen het niet, _ _ _
_ [Am] _ _ [Dm] _ de anderen willen het niet, [Am] _ die zeggen [C] strijk en [F] zet, Jan is nog goed voor jou, ze vinden mij maar
net een [C] kattenmeppers vrouw, ik [F] heb nooit een kat gevild, of [Dm] het moest lang geleden zijn,
of [Am] ik heb het niet [Dm] gewild, maar het beest stopt [Dm] naar azijn, nou ja, [E] _ _ _ _
ze willen het [Dm] niet,
_ _ _ [C] _ _
[Dm] _ ze willen [Em] het niet, [Dm] _ _
als [C] welkaar soms zien, dat het dan geen toeval hoort, dan zegt [E] Jan meid,
misschien ga ik er wel vandoor, en dan zegt hij ik loop weg, en dan,
heel eventjes geloof ik wat hij zegt meneer, _ heel eventjes, [C] _ _ _ [Dm] _ _ _ _
[Em] _ [Dm] heel _ _ _ [C] eventjes,
[Dm] _ _ _ _ _ [Em] _ _ [Dm] _
wat [G] weet ik, [C] _ _ [Dm] _ _ _
[C] dat soort volk [Dm] meneer, _ _ [C] dat _ [Dm] _ _ _ [Em] loopt niet [Dm] weg, _ _ _ _ [Em] _ _ [Dm] _
_ _ dat loopt [C] niet weg _ _ meneer, _ [G] _ [Dm] dat loopt niet weg, _ _
_ [Em] _ _ _ [Dm] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ _ _ [Em] maar het is al [Dm] laat meneer, _ _ [G] _ [Dm] en ik, _ ik [Em] moet echt _ [Dm] naar huis.
[Em] _ _ _ [Dm] _ _ _ _ _ _ [Dm] _ _ _ _ _
[Em] _ _ [Dm] _ _ _ _ _ [Em] _
_ _ [Dm] _ _ _ _ [Em] _ _
_ [Dm] _ _ _ _ [Em] _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ [Em] _ _ [Dm] _
_ _ _ _ _ [Em] _ _ _
[Dm] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [N] _ _ _