Lekker Op De Trekker Chords by Mannenkoor Karrespoor
Tempo:
131.9 bpm
Chords used:
F
C
Bb
B
Dm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B] [C]
[F] Granen was een [C] moederjongen van het land, de land, [Bb] Hij had een boerderij [F] uit en ook een vlok, de land.
[Bb] Geboken van de [F] donderzijds, maar toch was hij niet blij, [C] In Kouweywolde met de mid naar de [F] boerderij.
In de kranten zette [C] hij een oproep achterin, [Bb] Woerd hij uit het wolf [F] of zoekt daar een boer in?
[Bb] Geen enkele reactie, [F] de Kouweys waren niet, [C] En nooit die scheuterders die kopboeren in de werving ziet.
Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
[F] Kranen zong het lied op [C] de lokale radio, [Bb] En voor dat hij het wist, [F] stond hij in de studio.
[Bb] Als wel wat hij verond, [F] een buik en een asje teet, [C] Succes had hij nou wel, maar een vrouw die had hij [F] niet.
Waarom niet dan vertellen [C] in de grote steden, [Bb] Die vloegen naar Mecca is, [F] draaien met de zee.
[Bb] Maar kranen zei dan nee, [F] geen sokken voor een vriend, [C] Die niet bang van werken is en ook een trekker riep.
Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
[F] Toen had de dag weer het [C] naruus van een poenee, [Bb] Hij in zijn auto vlugste [F] hard over de wegen heen.
[Bb] Lansendwijken voor [F] een bremmer aan gezin, [C] Hij knapte achter op de hek, zo de cabine [F] in.
Hij kwam daarop, en op [C] hun boeren mee terecht, [Bb] Die herfstvliegloer van hout, [F] de toestel drukte weg.
[Bb] En daar in de cabine, [F] daar is het onverwukt, [C] Niemand heeft daarna nog wat van, op de vrouw de shirt.
[F] Want het is hekken op [C] de trekker, met de vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen [F] Kouweys wordt boer in.
Want het is hekken op [C] de trekker, met de hassen, [F] de hassen, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
Kom nu en geniet van wat het boerenleven biedt!
[Dm] [N]
[F] Granen was een [C] moederjongen van het land, de land, [Bb] Hij had een boerderij [F] uit en ook een vlok, de land.
[Bb] Geboken van de [F] donderzijds, maar toch was hij niet blij, [C] In Kouweywolde met de mid naar de [F] boerderij.
In de kranten zette [C] hij een oproep achterin, [Bb] Woerd hij uit het wolf [F] of zoekt daar een boer in?
[Bb] Geen enkele reactie, [F] de Kouweys waren niet, [C] En nooit die scheuterders die kopboeren in de werving ziet.
Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
[F] Kranen zong het lied op [C] de lokale radio, [Bb] En voor dat hij het wist, [F] stond hij in de studio.
[Bb] Als wel wat hij verond, [F] een buik en een asje teet, [C] Succes had hij nou wel, maar een vrouw die had hij [F] niet.
Waarom niet dan vertellen [C] in de grote steden, [Bb] Die vloegen naar Mecca is, [F] draaien met de zee.
[Bb] Maar kranen zei dan nee, [F] geen sokken voor een vriend, [C] Die niet bang van werken is en ook een trekker riep.
Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
[F] Toen had de dag weer het [C] naruus van een poenee, [Bb] Hij in zijn auto vlugste [F] hard over de wegen heen.
[Bb] Lansendwijken voor [F] een bremmer aan gezin, [C] Hij knapte achter op de hek, zo de cabine [F] in.
Hij kwam daarop, en op [C] hun boeren mee terecht, [Bb] Die herfstvliegloer van hout, [F] de toestel drukte weg.
[Bb] En daar in de cabine, [F] daar is het onverwukt, [C] Niemand heeft daarna nog wat van, op de vrouw de shirt.
[F] Want het is hekken op [C] de trekker, met de vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen [F] Kouweys wordt boer in.
Want het is hekken op [C] de trekker, met de hassen, [F] de hassen, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
[C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
Kom nu en geniet van wat het boerenleven biedt!
[Dm] [N]
Key:
F
C
Bb
B
Dm
F
C
Bb
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [F] Granen was een [C] moederjongen van het land, de land, [Bb] Hij had een boerderij [F] uit en ook een vlok, de land.
[Bb] Geboken van de [F] donderzijds, maar toch was hij niet blij, [C] In Kouweywolde met de mid naar de [F] boerderij.
In de kranten zette [C] hij een oproep achterin, [Bb] Woerd hij uit het wolf [F] of zoekt daar een boer in?
[Bb] Geen enkele reactie, [F] de Kouweys waren niet, [C] En nooit die scheuterders die kopboeren in de werving ziet. _ _ _ _
_ _ Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de _ vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in. _ _ _ _
_ _ _ _ [F] Kranen zong het lied op [C] de lokale radio, [Bb] En voor dat hij het wist, [F] stond hij in de studio.
[Bb] Als wel wat hij verond, [F] een buik en een asje teet, [C] Succes had hij nou wel, maar een vrouw die had hij [F] niet.
Waarom niet dan vertellen [C] in de grote steden, [Bb] Die vloegen naar Mecca is, [F] draaien met de zee.
[Bb] Maar kranen zei dan nee, [F] geen sokken voor een vriend, [C] Die niet bang van werken is en ook een trekker riep. _ _ _ _
_ _ Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de _ vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in. _ _ _ _
_ _ _ [F] Toen had de dag weer het [C] naruus van een poenee, [Bb] Hij in zijn auto vlugste [F] hard over de wegen heen.
[Bb] _ Lansendwijken voor [F] een bremmer aan gezin, [C] Hij knapte achter op de hek, zo de cabine [F] in.
Hij kwam daarop, en op [C] hun boeren mee terecht, [Bb] Die herfstvliegloer van hout, [F] de toestel drukte weg.
[Bb] En daar in de cabine, [F] daar is het onverwukt, [C] Niemand heeft daarna nog wat van, op de vrouw de shirt. _ _ _ _
_ _ [F] Want het is hekken op [C] de trekker, met de _ vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de _ vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen [F] Kouweys wordt boer in.
Want het is hekken op [C] de trekker, met de hassen, [F] de hassen, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
Kom nu en geniet van wat het boerenleven biedt! _ _ _ _
[Dm] _ _ [N] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ [F] Granen was een [C] moederjongen van het land, de land, [Bb] Hij had een boerderij [F] uit en ook een vlok, de land.
[Bb] Geboken van de [F] donderzijds, maar toch was hij niet blij, [C] In Kouweywolde met de mid naar de [F] boerderij.
In de kranten zette [C] hij een oproep achterin, [Bb] Woerd hij uit het wolf [F] of zoekt daar een boer in?
[Bb] Geen enkele reactie, [F] de Kouweys waren niet, [C] En nooit die scheuterders die kopboeren in de werving ziet. _ _ _ _
_ _ Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de _ vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in. _ _ _ _
_ _ _ _ [F] Kranen zong het lied op [C] de lokale radio, [Bb] En voor dat hij het wist, [F] stond hij in de studio.
[Bb] Als wel wat hij verond, [F] een buik en een asje teet, [C] Succes had hij nou wel, maar een vrouw die had hij [F] niet.
Waarom niet dan vertellen [C] in de grote steden, [Bb] Die vloegen naar Mecca is, [F] draaien met de zee.
[Bb] Maar kranen zei dan nee, [F] geen sokken voor een vriend, [C] Die niet bang van werken is en ook een trekker riep. _ _ _ _
_ _ Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de _ vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in. _ _ _ _
_ _ _ [F] Toen had de dag weer het [C] naruus van een poenee, [Bb] Hij in zijn auto vlugste [F] hard over de wegen heen.
[Bb] _ Lansendwijken voor [F] een bremmer aan gezin, [C] Hij knapte achter op de hek, zo de cabine [F] in.
Hij kwam daarop, en op [C] hun boeren mee terecht, [Bb] Die herfstvliegloer van hout, [F] de toestel drukte weg.
[Bb] En daar in de cabine, [F] daar is het onverwukt, [C] Niemand heeft daarna nog wat van, op de vrouw de shirt. _ _ _ _
_ _ [F] Want het is hekken op [C] de trekker, met de _ vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
Want [F] het is hekken op [C] de trekker, met de _ vlugvleugje, [F] de vlugvleug, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen [F] Kouweys wordt boer in.
Want het is hekken op [C] de trekker, met de hassen, [F] de hassen, Ja het is hekken op [Bb] de trekker,
_ [C] Geef je leven zin, toen Kouweys wordt boer in.
Kom nu en geniet van wat het boerenleven biedt! _ _ _ _
[Dm] _ _ [N] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _