Chords for Mieke - Ik Heb Vandag De Zon Besteld - Lyrics
Tempo:
63.45 bpm
Chords used:
G
D
C
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[G]
Vogels die komen [C] weer terug want het wordt zomer [G] in Nederland.
Het wind speelt een spuil [C] met de wolken, de zon [G] kijkt op het Noordzeestrand.
[D] Een lachend gezicht, maar een ijsboze trem [G] in een kinderhaak.
[D] Bij een haringraam kijken de mensen omhoog, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
[D] Kijk [G] naar de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Moe van het moesten, [C] gelang in de zon [G] en nog net niet verbrand.
Vissen die spelen [C] het spel met de visser [G] aan de waterpans.
[D] Een houtlicht bedekt op het strand voor de zon [G] met een wachtend draad.
[D] Zal morgen wel regenen is de slagzin vandaag, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk [G] naar de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Een vliegtuig vertrekt met [C] een groep witte mensen [G] naar een heel ver land.
Een oma leert laat in [C] haar leven nog zwemmen [G] in een autowindland.
Er [D] loopt een meisje van 18 op het eind van haar jeugd [G] in een jurk van de
[D] En iedereen weet dat het morgen weer koud is, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk naar [G] de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk naar [G] de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Vogels die komen [C] weer terug want het wordt zomer [G] in Nederland.
Het wind speelt een spuil [C] met de wolken, de zon [G] kijkt op het Noordzeestrand.
[D] Een lachend gezicht, maar een ijsboze trem [G] in een kinderhaak.
[D] Bij een haringraam kijken de mensen omhoog, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
[D] Kijk [G] naar de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Moe van het moesten, [C] gelang in de zon [G] en nog net niet verbrand.
Vissen die spelen [C] het spel met de visser [G] aan de waterpans.
[D] Een houtlicht bedekt op het strand voor de zon [G] met een wachtend draad.
[D] Zal morgen wel regenen is de slagzin vandaag, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk [G] naar de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Een vliegtuig vertrekt met [C] een groep witte mensen [G] naar een heel ver land.
Een oma leert laat in [C] haar leven nog zwemmen [G] in een autowindland.
Er [D] loopt een meisje van 18 op het eind van haar jeugd [G] in een jurk van de
[D] En iedereen weet dat het morgen weer koud is, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk naar [G] de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk naar [G] de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Key:
G
D
C
G
D
C
G
D
_ _ _ _ _ _ _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Vogels die komen [C] weer terug want het wordt zomer [G] in Nederland.
_ Het wind speelt een spuil [C] met de wolken, de zon [G] kijkt op het Noordzeestrand.
[D] Een lachend gezicht, maar een ijsboze trem [G] in een kinderhaak.
[D] Bij een haringraam kijken de mensen omhoog, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon _ besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
[D] Kijk [G] naar de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
_ Moe van het moesten, [C] gelang in de zon [G] en nog net niet verbrand.
Vissen die spelen [C] het spel met de visser [G] aan de waterpans.
[D] Een houtlicht bedekt op het strand voor de zon [G] met een wachtend draad.
[D] Zal morgen wel regenen is de slagzin vandaag, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk [G] naar de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Een vliegtuig vertrekt met [C] een groep witte mensen [G] naar een heel ver land.
Een oma leert laat in [C] haar leven nog zwemmen [G] in een autowindland.
Er [D] loopt een meisje van 18 op het eind van haar jeugd [G] in een jurk van de_
[D] En iedereen weet dat het morgen weer koud is, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag _ de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk naar [G] de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk naar [G] de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
O warme zomer, kom maar gauw. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ Vogels die komen [C] weer terug want het wordt zomer [G] in Nederland.
_ Het wind speelt een spuil [C] met de wolken, de zon [G] kijkt op het Noordzeestrand.
[D] Een lachend gezicht, maar een ijsboze trem [G] in een kinderhaak.
[D] Bij een haringraam kijken de mensen omhoog, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon _ besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
[D] Kijk [G] naar de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
_ Moe van het moesten, [C] gelang in de zon [G] en nog net niet verbrand.
Vissen die spelen [C] het spel met de visser [G] aan de waterpans.
[D] Een houtlicht bedekt op het strand voor de zon [G] met een wachtend draad.
[D] Zal morgen wel regenen is de slagzin vandaag, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk [G] naar de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Een vliegtuig vertrekt met [C] een groep witte mensen [G] naar een heel ver land.
Een oma leert laat in [C] haar leven nog zwemmen [G] in een autowindland.
Er [D] loopt een meisje van 18 op het eind van haar jeugd [G] in een jurk van de_
[D] En iedereen weet dat het morgen weer koud is, [G] zo is Nederland.
Ik heb vandaag _ de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk naar [G] de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
Ik heb vandaag de zon besteld en heb de winter maar [D] afgebeld.
Kijk naar [G] de hemel, hij is zo blauw.
O warme zomer, kom maar gauw.
O warme zomer, kom maar gauw. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _