Mijn Engelbewaarder Chords by Mieke
Tempo:
111.65 bpm
Chords used:
F
Bb
C
Db
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Db] [F] [Bb]
[F]
[C] [F]
Duizenden strepen, duizenden bomen, ik ben in gedachten, ik ben aan het dromen.
[Bb] Ik zit in mijn auto [F] en voel me bevrijd, daarin zit mijn leven, [C] ik heb [F] alle tijd.
Je zit zonder zorgen, nergens aan denken, even maar stoppen om bij te denken.
[Bb] Flitsende lampen, [F] de motor die draait, toch waarschuwt een haak [C] in je [F] hoofd die kraait.
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel [F] bewaarder bestaat.
Je kunt hem niet zien, als hij zachtjes tegen je [C] praat.
Ik weet [F] nu ook, dat [Bb] zo'n engel bewaarder [F] er is.
Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens [F] doorgerijd.
Een kilometer, dan ben je weer thuis, je ziet in de verte het dak van je huis.
Je [Bb] voelt dat je slaap hebt, [F] toch rij je maar door, door de waarde [C] die bijna [F] verloor.
Ondanks je bloemen, alles is wit, het is ook je moeder die naast je zit.
[Bb] Je kijkt in haar ogen [F] en ziet dan een vrouw, alsof ze wil zeggen [C] voorzichtig [F] voortaan.
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel bewaarder bestaat.
[F]
Je kunt hem niet zien, als hij zachtjes tegen je [C] praat.
Ik weet [F] nu ook, [Bb] dat zo'n engel bewaarder [F] er is.
Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens [F] doorgerijd.
[Bb]
[F]
[C] [F]
Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten, ben aan het dromen.
[Bb] Ik zit in mijn auto [F] en voel me bevrijd, daarin zit mijn leven, [C] ik heb alle [F] tijd.
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel bewaarder [F] bestaat.
Je kunt hem niet zien, als hij zachtjes tegen je [C] praat.
Ik weet [F] nu ook, [Bb] dat zo'n engel bewaarder [F] er is.
Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens [F]
doorgerijd.
Ik weet nu, [Bb] dat er een engel bewaarder [F] bestaat.
Je kunt hem niet zien.
[C]
[F] [Bb]
[F]
[C] [F]
Duizenden strepen, duizenden bomen, ik ben in gedachten, ik ben aan het dromen.
[Bb] Ik zit in mijn auto [F] en voel me bevrijd, daarin zit mijn leven, [C] ik heb [F] alle tijd.
Je zit zonder zorgen, nergens aan denken, even maar stoppen om bij te denken.
[Bb] Flitsende lampen, [F] de motor die draait, toch waarschuwt een haak [C] in je [F] hoofd die kraait.
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel [F] bewaarder bestaat.
Je kunt hem niet zien, als hij zachtjes tegen je [C] praat.
Ik weet [F] nu ook, dat [Bb] zo'n engel bewaarder [F] er is.
Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens [F] doorgerijd.
Een kilometer, dan ben je weer thuis, je ziet in de verte het dak van je huis.
Je [Bb] voelt dat je slaap hebt, [F] toch rij je maar door, door de waarde [C] die bijna [F] verloor.
Ondanks je bloemen, alles is wit, het is ook je moeder die naast je zit.
[Bb] Je kijkt in haar ogen [F] en ziet dan een vrouw, alsof ze wil zeggen [C] voorzichtig [F] voortaan.
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel bewaarder bestaat.
[F]
Je kunt hem niet zien, als hij zachtjes tegen je [C] praat.
Ik weet [F] nu ook, [Bb] dat zo'n engel bewaarder [F] er is.
Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens [F] doorgerijd.
[Bb]
[F]
[C] [F]
Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten, ben aan het dromen.
[Bb] Ik zit in mijn auto [F] en voel me bevrijd, daarin zit mijn leven, [C] ik heb alle [F] tijd.
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel bewaarder [F] bestaat.
Je kunt hem niet zien, als hij zachtjes tegen je [C] praat.
Ik weet [F] nu ook, [Bb] dat zo'n engel bewaarder [F] er is.
Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens [F]
doorgerijd.
Ik weet nu, [Bb] dat er een engel bewaarder [F] bestaat.
Je kunt hem niet zien.
[C]
[F] [Bb]
Key:
F
Bb
C
Db
F
Bb
C
Db
[Db] _ [F] _ _ _ _ _ [Bb] _ _
_ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Duizenden strepen, duizenden bomen, ik ben in gedachten, ik ben aan het dromen.
[Bb] Ik zit in mijn auto [F] en voel me bevrijd, daarin zit mijn leven, [C] ik heb [F] alle tijd. _ _ _
_ _ Je zit zonder zorgen, nergens aan denken, even maar stoppen om bij te denken.
_ [Bb] Flitsende lampen, [F] de motor die draait, toch waarschuwt een haak [C] in je [F] hoofd die kraait. _ _ _
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel [F] bewaarder bestaat. _ _ _
Je kunt hem niet _ zien, als hij zachtjes tegen je [C] praat. _
_ Ik weet [F] nu ook, dat [Bb] zo'n engel bewaarder [F] er is. _ _ _
_ _ Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens [F] doorgerijd. _ _
_ _ _ _ _ Een kilometer, dan ben je weer thuis, je ziet in de verte het dak van je huis.
Je [Bb] voelt dat je slaap hebt, [F] toch rij je maar door, door de waarde [C] die bijna [F] _ verloor. _
_ _ _ _ Ondanks je bloemen, alles is wit, het is ook je moeder die naast je zit.
[Bb] Je kijkt in haar ogen [F] en ziet dan een vrouw, alsof ze wil zeggen [C] voorzichtig [F] voortaan. _ _ _
_ Ik weet nu, dat [Bb] er een engel _ bewaarder bestaat.
[F] _ _ _ _
_ Je kunt hem niet zien, _ als hij zachtjes tegen je [C] praat. _
_ Ik weet [F] nu ook, _ [Bb] dat zo'n engel bewaarder [F] er is. _ _
_ _ Ik kan het weten, _ ik ben [C] mezelf eens [F] doorgerijd. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Bb] _ _ _
_ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ [C] _ _ [F] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten, ben aan het dromen.
[Bb] Ik zit in mijn auto [F] en voel me bevrijd, daarin zit mijn leven, [C] ik heb alle [F] tijd. _ _ _
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel bewaarder [F] _ bestaat. _ _
Je kunt hem niet zien, _ als hij zachtjes tegen je [C] praat. _ _
Ik weet [F] nu ook, _ [Bb] dat zo'n engel bewaarder [F] er is. _ _ _ _ _
Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens _ [F] _ _ _ _ _
doorgerijd.
Ik weet nu, [Bb] dat er een engel bewaarder [F] bestaat. _ _ _
Je kunt hem niet zien. _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ [F] _ _ _ _ _ [Bb] _
_ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Duizenden strepen, duizenden bomen, ik ben in gedachten, ik ben aan het dromen.
[Bb] Ik zit in mijn auto [F] en voel me bevrijd, daarin zit mijn leven, [C] ik heb [F] alle tijd. _ _ _
_ _ Je zit zonder zorgen, nergens aan denken, even maar stoppen om bij te denken.
_ [Bb] Flitsende lampen, [F] de motor die draait, toch waarschuwt een haak [C] in je [F] hoofd die kraait. _ _ _
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel [F] bewaarder bestaat. _ _ _
Je kunt hem niet _ zien, als hij zachtjes tegen je [C] praat. _
_ Ik weet [F] nu ook, dat [Bb] zo'n engel bewaarder [F] er is. _ _ _
_ _ Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens [F] doorgerijd. _ _
_ _ _ _ _ Een kilometer, dan ben je weer thuis, je ziet in de verte het dak van je huis.
Je [Bb] voelt dat je slaap hebt, [F] toch rij je maar door, door de waarde [C] die bijna [F] _ verloor. _
_ _ _ _ Ondanks je bloemen, alles is wit, het is ook je moeder die naast je zit.
[Bb] Je kijkt in haar ogen [F] en ziet dan een vrouw, alsof ze wil zeggen [C] voorzichtig [F] voortaan. _ _ _
_ Ik weet nu, dat [Bb] er een engel _ bewaarder bestaat.
[F] _ _ _ _
_ Je kunt hem niet zien, _ als hij zachtjes tegen je [C] praat. _
_ Ik weet [F] nu ook, _ [Bb] dat zo'n engel bewaarder [F] er is. _ _
_ _ Ik kan het weten, _ ik ben [C] mezelf eens [F] doorgerijd. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [Bb] _ _ _
_ _ [F] _ _ _ _ _ _
_ [C] _ _ [F] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten, ben aan het dromen.
[Bb] Ik zit in mijn auto [F] en voel me bevrijd, daarin zit mijn leven, [C] ik heb alle [F] tijd. _ _ _
Ik weet nu, dat [Bb] er een engel bewaarder [F] _ bestaat. _ _
Je kunt hem niet zien, _ als hij zachtjes tegen je [C] praat. _ _
Ik weet [F] nu ook, _ [Bb] dat zo'n engel bewaarder [F] er is. _ _ _ _ _
Ik kan het weten, ik ben [C] mezelf eens _ [F] _ _ _ _ _
doorgerijd.
Ik weet nu, [Bb] dat er een engel bewaarder [F] bestaat. _ _ _
Je kunt hem niet zien. _ _ _ _
_ _ _ [C] _ _ _ _ _
_ _ [F] _ _ _ _ _ [Bb] _