Chords for Mijn Stad - Filet d'Anvers
Tempo:
95.05 bpm
Chords used:
G
D
Em
C
Am
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Em]
[C] [D]
[G] S'nachts in de wijk, dan is [Em] mijn stad toch maar gewoon een [G] boerengat, omdat er dan niet vuil [Em] gebeurt.
[Am] Maar als je rond zit, echt te [D] gwaar, en a gier leeft, weet u wel waar, gebeurt er vuil,
wat dan niet [G] kan.
Sommige mensen [Em] roepen hard, een senior die z'n zetallen zwart, omdat ze zelf [Bm] hoogkleppen dragen.
[C] Of als je zegt, ik denk [D] petang, dan wordt het direct wat vlomsbelang, of zij dat volgen
z'n [G] ontzalven.
[C] En toch,
[D] ik wil gewoon [Bm] bewaandelen, in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, [Am] omdat ik [D] hier al [G] eeuwig woon.
Ik hoor van mensen op [Em] tv, die zijn dan zo gezij, [G] bij wij, en die komen hier [Em] dan wonen.
[Am] Ze vinden Antwerpen de [D] stad, maar voor hun spreken wij te plat, en maken wij te veel [G] lawaai.
Wel van zo'n mensen kraak [Em] ik, tschat ik, z'n die echt wel leverkwaad.
Als wij niet goed zijn, [Bm] blijft dan weg.
[C] Ik kan in Limburg toch niet [D] zeggen, dat ze het waar apparaat moeten leggen, want ieder
stad is z'n [G] gebrek.
[Em]
[G] [Em]
[Am] [D]
[G]
[Em]
[Bm]
[C] [D]
[G]
[C] En toch,
[D] ik wil gewoon [Bm] bewaandelen, in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, [Am] omdat [D] ik hier al [G] eeuwig woon.
Mijn vader, dat was mijn [Em] schat, ik rijd met hem zo eens [G] door de stad.
En hij heeft twee uur lang [Em] gezwijgen, [Am] ik leed hem de stad nog zo [D] eens zingen.
En hij zei, jongen, ik wil hier weg, in boven ding, ik [G] ben verleid.
De depen strop, dat [Em] vondemt sterk, het zout dat vondemt karmisch, niks dan dekaars [Bm] verraken mensen.
[C] De grote markt vondemt [D] plizaat, de ruik van pitta, degoutant, als zij het is tijd, jongen,
[G] om te wensen.
[C] En toch, [Dm] ik wil gewoon [Bm] bewaandelen, in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen,
[Am] omdat [D] ik hier al [G] eeuwig woon.
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen,
[Am] ik ben hier [D] geboren, [G] ik ben het gewoon.
[C] [D]
[G] S'nachts in de wijk, dan is [Em] mijn stad toch maar gewoon een [G] boerengat, omdat er dan niet vuil [Em] gebeurt.
[Am] Maar als je rond zit, echt te [D] gwaar, en a gier leeft, weet u wel waar, gebeurt er vuil,
wat dan niet [G] kan.
Sommige mensen [Em] roepen hard, een senior die z'n zetallen zwart, omdat ze zelf [Bm] hoogkleppen dragen.
[C] Of als je zegt, ik denk [D] petang, dan wordt het direct wat vlomsbelang, of zij dat volgen
z'n [G] ontzalven.
[C] En toch,
[D] ik wil gewoon [Bm] bewaandelen, in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, [Am] omdat ik [D] hier al [G] eeuwig woon.
Ik hoor van mensen op [Em] tv, die zijn dan zo gezij, [G] bij wij, en die komen hier [Em] dan wonen.
[Am] Ze vinden Antwerpen de [D] stad, maar voor hun spreken wij te plat, en maken wij te veel [G] lawaai.
Wel van zo'n mensen kraak [Em] ik, tschat ik, z'n die echt wel leverkwaad.
Als wij niet goed zijn, [Bm] blijft dan weg.
[C] Ik kan in Limburg toch niet [D] zeggen, dat ze het waar apparaat moeten leggen, want ieder
stad is z'n [G] gebrek.
[Em]
[G] [Em]
[Am] [D]
[G]
[Em]
[Bm]
[C] [D]
[G]
[C] En toch,
[D] ik wil gewoon [Bm] bewaandelen, in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, [Am] omdat [D] ik hier al [G] eeuwig woon.
Mijn vader, dat was mijn [Em] schat, ik rijd met hem zo eens [G] door de stad.
En hij heeft twee uur lang [Em] gezwijgen, [Am] ik leed hem de stad nog zo [D] eens zingen.
En hij zei, jongen, ik wil hier weg, in boven ding, ik [G] ben verleid.
De depen strop, dat [Em] vondemt sterk, het zout dat vondemt karmisch, niks dan dekaars [Bm] verraken mensen.
[C] De grote markt vondemt [D] plizaat, de ruik van pitta, degoutant, als zij het is tijd, jongen,
[G] om te wensen.
[C] En toch, [Dm] ik wil gewoon [Bm] bewaandelen, in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen,
[Am] omdat [D] ik hier al [G] eeuwig woon.
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen,
[Am] ik ben hier [D] geboren, [G] ik ben het gewoon.
Key:
G
D
Em
C
Am
G
D
Em
_ _ _ _ [Em] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [D] _ _ _
[G] S'nachts in de wijk, dan is [Em] mijn stad toch maar gewoon een [G] boerengat, omdat er dan niet vuil [Em] gebeurt. _ _ _
[Am] Maar als je rond zit, echt te [D] gwaar, en a gier leeft, weet u wel waar, gebeurt er vuil,
wat dan niet [G] kan. _ _ _
_ Sommige mensen [Em] roepen hard, een senior die z'n zetallen zwart, omdat ze zelf [Bm] hoogkleppen dragen. _ _
[C] Of als je zegt, ik denk [D] petang, dan wordt het direct wat vlomsbelang, of zij dat volgen
z'n [G] ontzalven. _ _ _
_ _ _ [C] En toch, _ _ _
[D] ik wil gewoon _ [Bm] _ bewaandelen, _ _ _ in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
_ _ _ [C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, _ _ [Am] omdat ik [D] hier al [G] eeuwig woon.
_ _ _ Ik hoor van mensen op [Em] tv, die zijn dan zo gezij, [G] bij wij, en die komen hier [Em] dan wonen.
_ _ [Am] Ze vinden Antwerpen de [D] stad, maar voor hun spreken wij te plat, en maken wij te veel [G] lawaai.
_ _ _ Wel van zo'n mensen kraak [Em] ik, tschat ik, z'n die echt wel leverkwaad.
Als wij niet goed zijn, [Bm] blijft dan weg.
_ _ [C] Ik kan in Limburg toch niet [D] zeggen, dat ze het waar apparaat moeten leggen, want ieder
stad is z'n [G] gebrek. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Em] _ _ _ _
[G] _ _ _ _ [Em] _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ [Em] _ _ _ _
_ _ _ _ [Bm] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ [C] En toch, _ _ _
[D] ik wil gewoon [Bm] _ bewaandelen, _ _ _ in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
_ _ _ [C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, _ _ [Am] omdat [D] ik hier al [G] eeuwig woon.
_ _ _ Mijn vader, dat was mijn [Em] schat, ik rijd met hem zo eens [G] door de stad.
En hij heeft twee uur lang [Em] gezwijgen, _ _ [Am] ik leed hem de stad nog zo [D] eens zingen.
En hij zei, jongen, ik wil hier weg, in boven ding, ik [G] ben verleid.
_ _ De depen strop, dat [Em] vondemt sterk, het zout dat vondemt karmisch, niks dan dekaars [Bm] verraken mensen.
_ _ _ [C] De grote markt vondemt [D] plizaat, de ruik van pitta, degoutant, als zij het is tijd, jongen,
[G] om te wensen. _ _ _ _ _ _
[C] En toch, _ _ _ [Dm] ik wil gewoon [Bm] _ bewaandelen, _ _ _ in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon. _ _
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, _ _ _
[Am] omdat [D] ik hier al [G] eeuwig woon. _ _
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, _ _
[Am] ik ben hier [D] geboren, [G] ik ben het gewoon. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [D] _ _ _
[G] S'nachts in de wijk, dan is [Em] mijn stad toch maar gewoon een [G] boerengat, omdat er dan niet vuil [Em] gebeurt. _ _ _
[Am] Maar als je rond zit, echt te [D] gwaar, en a gier leeft, weet u wel waar, gebeurt er vuil,
wat dan niet [G] kan. _ _ _
_ Sommige mensen [Em] roepen hard, een senior die z'n zetallen zwart, omdat ze zelf [Bm] hoogkleppen dragen. _ _
[C] Of als je zegt, ik denk [D] petang, dan wordt het direct wat vlomsbelang, of zij dat volgen
z'n [G] ontzalven. _ _ _
_ _ _ [C] En toch, _ _ _
[D] ik wil gewoon _ [Bm] _ bewaandelen, _ _ _ in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
_ _ _ [C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, _ _ [Am] omdat ik [D] hier al [G] eeuwig woon.
_ _ _ Ik hoor van mensen op [Em] tv, die zijn dan zo gezij, [G] bij wij, en die komen hier [Em] dan wonen.
_ _ [Am] Ze vinden Antwerpen de [D] stad, maar voor hun spreken wij te plat, en maken wij te veel [G] lawaai.
_ _ _ Wel van zo'n mensen kraak [Em] ik, tschat ik, z'n die echt wel leverkwaad.
Als wij niet goed zijn, [Bm] blijft dan weg.
_ _ [C] Ik kan in Limburg toch niet [D] zeggen, dat ze het waar apparaat moeten leggen, want ieder
stad is z'n [G] gebrek. _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Em] _ _ _ _
[G] _ _ _ _ [Em] _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ _ [Em] _ _ _ _
_ _ _ _ [Bm] _ _ _ _
[C] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ [G] _ _ _ _
_ _ _ [C] En toch, _ _ _
[D] ik wil gewoon [Bm] _ bewaandelen, _ _ _ in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon.
_ _ _ [C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, _ _ [Am] omdat [D] ik hier al [G] eeuwig woon.
_ _ _ Mijn vader, dat was mijn [Em] schat, ik rijd met hem zo eens [G] door de stad.
En hij heeft twee uur lang [Em] gezwijgen, _ _ [Am] ik leed hem de stad nog zo [D] eens zingen.
En hij zei, jongen, ik wil hier weg, in boven ding, ik [G] ben verleid.
_ _ De depen strop, dat [Em] vondemt sterk, het zout dat vondemt karmisch, niks dan dekaars [Bm] verraken mensen.
_ _ _ [C] De grote markt vondemt [D] plizaat, de ruik van pitta, degoutant, als zij het is tijd, jongen,
[G] om te wensen. _ _ _ _ _ _
[C] En toch, _ _ _ [Dm] ik wil gewoon [Bm] _ bewaandelen, _ _ _ in [Am] mijn stad [D] die proper is [G] en schoon. _ _
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, _ _ _
[Am] omdat [D] ik hier al [G] eeuwig woon. _ _
[C] Ik wil maar zeker [Bm] veilig voelen, _ _
[Am] ik ben hier [D] geboren, [G] ik ben het gewoon. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _