Chords for Mooi Wark - Hey, Hey, Die Kerstman
Tempo:
104.05 bpm
Chords used:
F
C
Bb
G
Gm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[F] Goh, [Bb] begint het hier toch snel [F] niet?
We zitten alweer bijna op het [Bb] einde van het jaar.
[C] Maar mijn [F] werk wenst jullie allemaal [Bb] fijne kerstdagen [F] en een super en een gezond nieuw jaar.
Maar pas [C] uit, niet te veel [F] zoeken, want dat doen wij wel.
[Bb] [F]
[C] [F]
Het kerstfeest is voor iedereen, voor jong en oud, arm of [Gm] rieg.
Borrelkinde wereld, het maakt niet uit.
[C] We vieren het allemaal met elkaar, tegen het einde van het jaar.
Kerstfeest is een feest voor [F] iedereen.
Hoewel ben ik zelf niet zo gelovig, daar is mijn kerst ook niet zo nodig.
Het kerstverhaal dat duurt er [Bb] toch ook bij.
[C] De kerstboom met z'n kerstversiering, al die zooi weer van de vliering.
De kerstman komt er ook [F] gezellig bij.
Hé kijk, daar [C] eenmaal!
[F]
Hé, hé, [C] kerstman, [Bb] hij [F] komt hier elk [C] jaar.
[F]
Hé, hé, [C] kerstman, [Bb] hij komt z'n [C] feestje naar.
[F]
Hé, hé, kerstman, [Bb] na, na, na, [F] na, na.
Hé, hé, kerstman, [C] hij drinkt een [F] feest en nog iets.
Wat zeggen nou?
Jo, jo, jo.
[Ab] Ho, ho, nee, [F] de kerstman zegt al dit.
Ho, ho, ho.
De kerstdagentijd nog niet zo raar.
Lekkere soep met [Gm] mekaar.
Cadeaus uitpakken bij de Dennenbog.
[C] De snij die valt weer op de straten.
Kinderen die een snijpop maken.
Kerstfeest is een feest voor [F] iedereen.
Ja, voor iedereen.
Hoewel ben ik zelf niet zo gelovig, daar is mijn kerst ook niet zo nodig.
Het kerstverhaal dat duurt er [Bb] toch ook bij.
[C] De kerstboom met z'n kerstversiering.
Al die zooi weer van de vliering.
De kerstman komt er ook [Fm] gezellig [F] bij.
Kijk nou eenmaal, [C] joh, heb je.
[F] Hé, hé, kerstman, [Bb] hij komt hier [F] elk jaar.
Hé, hé, kerstman, [Bb] hij komt z'n [C] feestje naar.
[F] Hé, hé, kerstman, [Bb] na, na, na, [F] na, na.
Hé, hé, kerstman, [C] hij brengt een [F] feest en vries.
Hé, waar heb je die [Bb] kerstman door in z'n zak [F] gezeten?
Bij mijn kroon.
Kerstboom, [C] joh.
[F] Oh, ik dacht al.
[G]
Hé, hé, kerstman, [C] hij komt hier [G] elk jaar.
Hé, hé, kerstman, [C] hij komt z'n [D] vries in.
[G]
Hé, hé, kerstman, [C] na, na, [G] na, na, na.
Hé, hé, kerstman, [D] hij [G] brengt een feest en vries.
Wat zeg je nou?
Jo, jo, jo.
Ho, ho, ho, je bent toch geen rapper?
Wat zeg je, Harm A?
Wat zeg je, Dikke Geert?
Wat zeg je dus?
Ho, ho, ho.
Ja, kijk nou, snap je het verhaal?
Ho, ho, ho.
[N]
We zitten alweer bijna op het [Bb] einde van het jaar.
[C] Maar mijn [F] werk wenst jullie allemaal [Bb] fijne kerstdagen [F] en een super en een gezond nieuw jaar.
Maar pas [C] uit, niet te veel [F] zoeken, want dat doen wij wel.
[Bb] [F]
[C] [F]
Het kerstfeest is voor iedereen, voor jong en oud, arm of [Gm] rieg.
Borrelkinde wereld, het maakt niet uit.
[C] We vieren het allemaal met elkaar, tegen het einde van het jaar.
Kerstfeest is een feest voor [F] iedereen.
Hoewel ben ik zelf niet zo gelovig, daar is mijn kerst ook niet zo nodig.
Het kerstverhaal dat duurt er [Bb] toch ook bij.
[C] De kerstboom met z'n kerstversiering, al die zooi weer van de vliering.
De kerstman komt er ook [F] gezellig bij.
Hé kijk, daar [C] eenmaal!
[F]
Hé, hé, [C] kerstman, [Bb] hij [F] komt hier elk [C] jaar.
[F]
Hé, hé, [C] kerstman, [Bb] hij komt z'n [C] feestje naar.
[F]
Hé, hé, kerstman, [Bb] na, na, na, [F] na, na.
Hé, hé, kerstman, [C] hij drinkt een [F] feest en nog iets.
Wat zeggen nou?
Jo, jo, jo.
[Ab] Ho, ho, nee, [F] de kerstman zegt al dit.
Ho, ho, ho.
De kerstdagentijd nog niet zo raar.
Lekkere soep met [Gm] mekaar.
Cadeaus uitpakken bij de Dennenbog.
[C] De snij die valt weer op de straten.
Kinderen die een snijpop maken.
Kerstfeest is een feest voor [F] iedereen.
Ja, voor iedereen.
Hoewel ben ik zelf niet zo gelovig, daar is mijn kerst ook niet zo nodig.
Het kerstverhaal dat duurt er [Bb] toch ook bij.
[C] De kerstboom met z'n kerstversiering.
Al die zooi weer van de vliering.
De kerstman komt er ook [Fm] gezellig [F] bij.
Kijk nou eenmaal, [C] joh, heb je.
[F] Hé, hé, kerstman, [Bb] hij komt hier [F] elk jaar.
Hé, hé, kerstman, [Bb] hij komt z'n [C] feestje naar.
[F] Hé, hé, kerstman, [Bb] na, na, na, [F] na, na.
Hé, hé, kerstman, [C] hij brengt een [F] feest en vries.
Hé, waar heb je die [Bb] kerstman door in z'n zak [F] gezeten?
Bij mijn kroon.
Kerstboom, [C] joh.
[F] Oh, ik dacht al.
[G]
Hé, hé, kerstman, [C] hij komt hier [G] elk jaar.
Hé, hé, kerstman, [C] hij komt z'n [D] vries in.
[G]
Hé, hé, kerstman, [C] na, na, [G] na, na, na.
Hé, hé, kerstman, [D] hij [G] brengt een feest en vries.
Wat zeg je nou?
Jo, jo, jo.
Ho, ho, ho, je bent toch geen rapper?
Wat zeg je, Harm A?
Wat zeg je, Dikke Geert?
Wat zeg je dus?
Ho, ho, ho.
Ja, kijk nou, snap je het verhaal?
Ho, ho, ho.
[N]
Key:
F
C
Bb
G
Gm
F
C
Bb
[F] _ _ _ _ _ Goh, [Bb] begint het hier toch snel [F] niet?
_ We zitten alweer bijna op het [Bb] einde van het jaar.
_ [C] Maar mijn [F] werk wenst jullie allemaal [Bb] fijne kerstdagen [F] en een super en een gezond nieuw jaar.
Maar pas [C] uit, niet te veel [F] zoeken, want dat doen wij wel. _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ _ _ _
_ [C] _ _ [F] _ _ _ _ _
_ _ Het kerstfeest is voor iedereen, voor jong en oud, arm of [Gm] rieg.
Borrelkinde wereld, het maakt niet uit.
_ [C] We vieren het allemaal met elkaar, tegen het einde van het jaar.
Kerstfeest is een feest voor [F] iedereen.
_ _ Hoewel ben ik zelf niet zo gelovig, daar is mijn kerst ook niet zo nodig.
Het kerstverhaal dat duurt er [Bb] toch ook bij.
_ [C] De kerstboom met z'n kerstversiering, al die zooi weer van de vliering.
De kerstman komt er ook [F] gezellig bij.
Hé kijk, daar [C] eenmaal!
_ _ _ [F]
Hé, hé, [C] kerstman, [Bb] hij [F] komt hier elk [C] jaar.
[F]
Hé, hé, [C] kerstman, [Bb] hij komt z'n [C] feestje naar.
[F]
Hé, hé, kerstman, [Bb] na, na, na, [F] na, na.
Hé, hé, kerstman, [C] hij drinkt een [F] feest en nog iets.
Wat zeggen nou?
Jo, jo, jo.
[Ab] Ho, ho, nee, [F] de kerstman zegt al dit.
Ho, ho, ho.
De kerstdagentijd nog niet zo raar.
Lekkere soep met [Gm] mekaar.
Cadeaus uitpakken bij de Dennenbog.
_ [C] De snij die valt weer op de straten.
Kinderen die een snijpop maken.
Kerstfeest is een feest voor [F] iedereen.
Ja, voor iedereen.
Hoewel ben ik zelf niet zo gelovig, daar is mijn kerst ook niet zo nodig.
Het kerstverhaal dat duurt er [Bb] toch ook bij.
_ _ [C] De kerstboom met z'n kerstversiering.
Al die zooi weer van de vliering.
De kerstman komt er ook [Fm] gezellig [F] bij.
Kijk nou eenmaal, [C] joh, heb je. _
_ [F] Hé, hé, kerstman, [Bb] hij komt hier [F] elk jaar.
Hé, hé, kerstman, [Bb] hij komt z'n [C] feestje naar.
[F] Hé, hé, kerstman, [Bb] na, na, na, [F] na, na.
_ Hé, hé, kerstman, [C] hij brengt een [F] feest en vries.
Hé, waar heb je die [Bb] kerstman door in z'n zak [F] gezeten?
Bij mijn kroon.
Kerstboom, [C] joh.
[F] Oh, ik dacht al.
[G]
Hé, hé, kerstman, [C] hij komt hier [G] elk jaar.
Hé, hé, kerstman, [C] hij komt z'n [D] vries in.
_ [G]
Hé, hé, kerstman, [C] na, na, [G] na, na, na.
Hé, hé, kerstman, [D] hij [G] brengt een feest en vries.
Wat zeg je nou?
Jo, jo, jo.
Ho, ho, ho, je bent toch geen rapper?
Wat zeg je, Harm A?
Wat zeg je, Dikke Geert?
Wat zeg je dus?
Ho, ho, ho.
Ja, kijk nou, snap je het verhaal?
Ho, ho, ho.
_ _ _ [N] _ _ _ _ _
_ We zitten alweer bijna op het [Bb] einde van het jaar.
_ [C] Maar mijn [F] werk wenst jullie allemaal [Bb] fijne kerstdagen [F] en een super en een gezond nieuw jaar.
Maar pas [C] uit, niet te veel [F] zoeken, want dat doen wij wel. _ _ _ _ _ _
_ [Bb] _ _ [F] _ _ _ _ _
_ [C] _ _ [F] _ _ _ _ _
_ _ Het kerstfeest is voor iedereen, voor jong en oud, arm of [Gm] rieg.
Borrelkinde wereld, het maakt niet uit.
_ [C] We vieren het allemaal met elkaar, tegen het einde van het jaar.
Kerstfeest is een feest voor [F] iedereen.
_ _ Hoewel ben ik zelf niet zo gelovig, daar is mijn kerst ook niet zo nodig.
Het kerstverhaal dat duurt er [Bb] toch ook bij.
_ [C] De kerstboom met z'n kerstversiering, al die zooi weer van de vliering.
De kerstman komt er ook [F] gezellig bij.
Hé kijk, daar [C] eenmaal!
_ _ _ [F]
Hé, hé, [C] kerstman, [Bb] hij [F] komt hier elk [C] jaar.
[F]
Hé, hé, [C] kerstman, [Bb] hij komt z'n [C] feestje naar.
[F]
Hé, hé, kerstman, [Bb] na, na, na, [F] na, na.
Hé, hé, kerstman, [C] hij drinkt een [F] feest en nog iets.
Wat zeggen nou?
Jo, jo, jo.
[Ab] Ho, ho, nee, [F] de kerstman zegt al dit.
Ho, ho, ho.
De kerstdagentijd nog niet zo raar.
Lekkere soep met [Gm] mekaar.
Cadeaus uitpakken bij de Dennenbog.
_ [C] De snij die valt weer op de straten.
Kinderen die een snijpop maken.
Kerstfeest is een feest voor [F] iedereen.
Ja, voor iedereen.
Hoewel ben ik zelf niet zo gelovig, daar is mijn kerst ook niet zo nodig.
Het kerstverhaal dat duurt er [Bb] toch ook bij.
_ _ [C] De kerstboom met z'n kerstversiering.
Al die zooi weer van de vliering.
De kerstman komt er ook [Fm] gezellig [F] bij.
Kijk nou eenmaal, [C] joh, heb je. _
_ [F] Hé, hé, kerstman, [Bb] hij komt hier [F] elk jaar.
Hé, hé, kerstman, [Bb] hij komt z'n [C] feestje naar.
[F] Hé, hé, kerstman, [Bb] na, na, na, [F] na, na.
_ Hé, hé, kerstman, [C] hij brengt een [F] feest en vries.
Hé, waar heb je die [Bb] kerstman door in z'n zak [F] gezeten?
Bij mijn kroon.
Kerstboom, [C] joh.
[F] Oh, ik dacht al.
[G]
Hé, hé, kerstman, [C] hij komt hier [G] elk jaar.
Hé, hé, kerstman, [C] hij komt z'n [D] vries in.
_ [G]
Hé, hé, kerstman, [C] na, na, [G] na, na, na.
Hé, hé, kerstman, [D] hij [G] brengt een feest en vries.
Wat zeg je nou?
Jo, jo, jo.
Ho, ho, ho, je bent toch geen rapper?
Wat zeg je, Harm A?
Wat zeg je, Dikke Geert?
Wat zeg je dus?
Ho, ho, ho.
Ja, kijk nou, snap je het verhaal?
Ho, ho, ho.
_ _ _ [N] _ _ _ _ _