Chords for Mooi Wark - Slecht Op Zundag - Officiele Album Track
Tempo:
115.1 bpm
Chords used:
Ab
Db
Eb
F
Abm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[N]
[Ab]
De hele week lachend, deze mest.
Eindelijk weekend vind ik nou wel best.
Want uit gezoeg ben ik meer dan zat.
Ik kan wel rannen, door ik toen zin aan had.
[Db] Ik neem er vast tienen, wat kan mij dat toch
[Ab] verrekken?
[Db] Ook nog een tweede, omdat ze zo lekker [Ab] smekken.
[Eb] Smart als ik wakker word met pijn in de maag.
[Ab] Ik heb die veel bewaarde turnketting zaag.
Voel [Db] mij slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Ik voel me af.
Ik voel [Ab] mij slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Ik voel me af.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zit nooit weer.
[F] Dat zeg ik [Db] wel vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weehoe!
Weehoe!
[Db] Weehoe!
[Ab] Weehoe!
Weehoe!
Weehoe!
Weehoe!
Ik zat al in die kroeg toen zij door binnen kwam.
Hun donders lekker dief, ik stond in vuur en vlam.
Stemmen uit de chanson, ze was mooi en rond.
Waar ik moeder had was, naar een kuddel gestand.
[Db] Ik kreeg de toer in de wang, kom mij dat toch
[Ab] verrekken.
[Db] Maar ik kreeg de tweede, laat hem dat maar lekker [Ab] smaken.
[Eb] Smart als ik wakker word met pijn in de maag.
Ik heb [C] die veel bewaarde turnketting zaag.
Ik [Db] voel me slecht op z'n dag.
En het schittert af.
Slecht op z'n dag.
Ze vullen af.
Ik voel [Ab] me slecht op z'n dag.
En het schittert af.
Slecht op z'n dag.
Ze vullen af.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zoek nooit weer.
[F] Dat zeg ik wel [Db] vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, [Db] weeuw.
[Ab]
Nou [Ab] al die jaren, en niks van meer.
Maar wel, ik heb het nog verkeerd.
Mijn vrouw had mij zeggen dat het kan.
Maar daar is iets, waar ik echt niet kan.
[Db] Slecht op z'n dag.
Ik voel me slecht op z'n [F] dag.
[Ab] Slecht op z'n dag.
Ik voel me slecht op z'n dag.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zoek nooit weer.
[F] Dat [Db] zeg ik wel vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw.
[Abm] Oh, oh,
[Ebm] [Abm] [Db]
[Ab]
[Db] [Ab]
oh.
[G]
[N]
[Ab]
De hele week lachend, deze mest.
Eindelijk weekend vind ik nou wel best.
Want uit gezoeg ben ik meer dan zat.
Ik kan wel rannen, door ik toen zin aan had.
[Db] Ik neem er vast tienen, wat kan mij dat toch
[Ab] verrekken?
[Db] Ook nog een tweede, omdat ze zo lekker [Ab] smekken.
[Eb] Smart als ik wakker word met pijn in de maag.
[Ab] Ik heb die veel bewaarde turnketting zaag.
Voel [Db] mij slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Ik voel me af.
Ik voel [Ab] mij slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Ik voel me af.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zit nooit weer.
[F] Dat zeg ik [Db] wel vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weehoe!
Weehoe!
[Db] Weehoe!
[Ab] Weehoe!
Weehoe!
Weehoe!
Weehoe!
Ik zat al in die kroeg toen zij door binnen kwam.
Hun donders lekker dief, ik stond in vuur en vlam.
Stemmen uit de chanson, ze was mooi en rond.
Waar ik moeder had was, naar een kuddel gestand.
[Db] Ik kreeg de toer in de wang, kom mij dat toch
[Ab] verrekken.
[Db] Maar ik kreeg de tweede, laat hem dat maar lekker [Ab] smaken.
[Eb] Smart als ik wakker word met pijn in de maag.
Ik heb [C] die veel bewaarde turnketting zaag.
Ik [Db] voel me slecht op z'n dag.
En het schittert af.
Slecht op z'n dag.
Ze vullen af.
Ik voel [Ab] me slecht op z'n dag.
En het schittert af.
Slecht op z'n dag.
Ze vullen af.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zoek nooit weer.
[F] Dat zeg ik wel [Db] vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, [Db] weeuw.
[Ab]
Nou [Ab] al die jaren, en niks van meer.
Maar wel, ik heb het nog verkeerd.
Mijn vrouw had mij zeggen dat het kan.
Maar daar is iets, waar ik echt niet kan.
[Db] Slecht op z'n dag.
Ik voel me slecht op z'n [F] dag.
[Ab] Slecht op z'n dag.
Ik voel me slecht op z'n dag.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zoek nooit weer.
[F] Dat [Db] zeg ik wel vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw, weeuw.
[Abm] Oh, oh,
[Ebm] [Abm] [Db]
[Ab]
[Db] [Ab]
oh.
[G]
[N]
Key:
Ab
Db
Eb
F
Abm
Ab
Db
Eb
_ _ _ _ _ _ _ [N] _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
De hele week lachend, deze mest. _
Eindelijk weekend vind ik nou wel best.
Want uit gezoeg ben ik meer dan zat.
Ik kan wel rannen, door ik toen zin aan had.
[Db] Ik neem er vast tienen, wat kan mij dat toch _
[Ab] verrekken? _ _ _ _ _ _
[Db] Ook nog een tweede, omdat ze zo lekker [Ab] smekken. _ _ _ _ _ _
[Eb] Smart als ik wakker word met pijn in de maag.
[Ab] Ik heb die veel bewaarde turnketting zaag.
Voel [Db] mij slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Ik voel me af.
Ik voel [Ab] mij slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag. _
Slecht op z'n dag.
Ik voel me af.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zit nooit weer. _
[F] Dat zeg ik [Db] wel vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weehoe!
Weehoe!
[Db] Weehoe!
[Ab] Weehoe!
Weehoe!
Weehoe!
Weehoe!
Ik zat al in die kroeg toen zij door binnen kwam. _
Hun donders lekker dief, ik stond in vuur en vlam. _
Stemmen uit de chanson, ze was mooi en rond.
Waar ik moeder had was, naar een kuddel gestand.
[Db] Ik kreeg de toer in de wang, kom mij dat toch _
[Ab] verrekken. _ _ _ _ _
[Db] Maar ik kreeg de tweede, laat hem dat maar lekker [Ab] smaken. _ _ _ _ _ _
[Eb] Smart als ik wakker word met pijn in de maag.
Ik heb [C] die veel bewaarde turnketting zaag.
Ik [Db] voel me slecht op z'n dag.
En het schittert af.
Slecht op z'n dag.
Ze vullen af.
Ik voel [Ab] me slecht op z'n dag.
En het schittert af. _
Slecht op z'n dag.
Ze vullen af.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zoek nooit weer.
[F] Dat zeg ik wel [Db] vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weeuw, _ weeuw, weeuw, _ _ weeuw, _ weeuw, [Db] weeuw. _
[Ab] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Nou [Ab] al die jaren, en niks van meer.
Maar wel, ik heb het nog verkeerd.
Mijn vrouw had mij zeggen dat het kan.
Maar daar is iets, waar ik echt niet kan.
[Db] Slecht op z'n dag.
Ik voel me slecht op z'n [F] dag.
_ [Ab] Slecht op z'n dag.
_ Ik voel me slecht op z'n dag. _
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zoek nooit weer.
[F] Dat [Db] zeg ik wel vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weeuw, weeuw, weeuw, _ weeuw, weeuw, _ _ weeuw, weeuw, weeuw, weeuw. _
_ _ _ [Abm] _ _ _ Oh, _ oh, _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ebm] _ [Abm] _ _ _ _ _ _ [Db] _
_ _ _ [Ab] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Db] _ _ _ [Ab] _ _ _ _
oh. _ _ _ _ _ _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ab] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
De hele week lachend, deze mest. _
Eindelijk weekend vind ik nou wel best.
Want uit gezoeg ben ik meer dan zat.
Ik kan wel rannen, door ik toen zin aan had.
[Db] Ik neem er vast tienen, wat kan mij dat toch _
[Ab] verrekken? _ _ _ _ _ _
[Db] Ook nog een tweede, omdat ze zo lekker [Ab] smekken. _ _ _ _ _ _
[Eb] Smart als ik wakker word met pijn in de maag.
[Ab] Ik heb die veel bewaarde turnketting zaag.
Voel [Db] mij slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag.
Ik voel me af.
Ik voel [Ab] mij slecht op z'n dag.
Slecht op z'n dag. _
Slecht op z'n dag.
Ik voel me af.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zit nooit weer. _
[F] Dat zeg ik [Db] wel vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weehoe!
Weehoe!
[Db] Weehoe!
[Ab] Weehoe!
Weehoe!
Weehoe!
Weehoe!
Ik zat al in die kroeg toen zij door binnen kwam. _
Hun donders lekker dief, ik stond in vuur en vlam. _
Stemmen uit de chanson, ze was mooi en rond.
Waar ik moeder had was, naar een kuddel gestand.
[Db] Ik kreeg de toer in de wang, kom mij dat toch _
[Ab] verrekken. _ _ _ _ _
[Db] Maar ik kreeg de tweede, laat hem dat maar lekker [Ab] smaken. _ _ _ _ _ _
[Eb] Smart als ik wakker word met pijn in de maag.
Ik heb [C] die veel bewaarde turnketting zaag.
Ik [Db] voel me slecht op z'n dag.
En het schittert af.
Slecht op z'n dag.
Ze vullen af.
Ik voel [Ab] me slecht op z'n dag.
En het schittert af. _
Slecht op z'n dag.
Ze vullen af.
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zoek nooit weer.
[F] Dat zeg ik wel [Db] vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weeuw, _ weeuw, weeuw, _ _ weeuw, _ weeuw, [Db] weeuw. _
[Ab] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ Nou [Ab] al die jaren, en niks van meer.
Maar wel, ik heb het nog verkeerd.
Mijn vrouw had mij zeggen dat het kan.
Maar daar is iets, waar ik echt niet kan.
[Db] Slecht op z'n dag.
Ik voel me slecht op z'n [F] dag.
_ [Ab] Slecht op z'n dag.
_ Ik voel me slecht op z'n dag. _
[Eb] Ik zeg tegen mezelf nee, ik zoek nooit weer.
[F] Dat [Db] zeg ik wel vaak, maar toch doe ik het [Ab] weer.
Weeuw, weeuw, weeuw, _ weeuw, weeuw, _ _ weeuw, weeuw, weeuw, weeuw. _
_ _ _ [Abm] _ _ _ Oh, _ oh, _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Ebm] _ [Abm] _ _ _ _ _ _ [Db] _
_ _ _ [Ab] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Db] _ _ _ [Ab] _ _ _ _
oh. _ _ _ _ _ _ _
[G] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [N] _ _