Chords for Nederland Zingt: Lopen op het water (Oceans)
Tempo:
127.3 bpm
Chords used:
A
D
G
Bm
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[A]
[D]
[A]
[E]
[Em] U [A]
[D] [A]
[D]
[A]
[D] [G]
[Bm] leert me [A] lopen op [D] het water, de [A] oceaan, die zwaait en [D] diep.
[G]
[Bm] U vraagt me [A] alles los te [D] laten.
Daar vind ik U [A]
en ik [D] twijfel [G]
niet.
En als [D] de golven [A] overslaan, [D] dan blijf ik hopen op [A] U na.
[D] Mijn ziel vindt rust, want in de storm bent U [A] dichtbij.
Ik ben van [D] U
[A] en U [Bm] van mij.
[G] [A] [D]
[A]
[G]
[Bm] De diepste zee [A] is [D] volgenaar.
Uw [A] sterke hand, die [G] houdt mij vast.
[Bm] En als mijn [A] voeten zouden [D] vallen, dan [A] valt U niet.
Want Uw [G] trouw houdt stil.
[A] [G] En [A] als [D] de golven [A] overslaan,
[G] dan [D] blijf ik hopen op U.
[A]
Mijn ziel [G] vindt rust, want in [D] de storm bent U [A] dichtbij.
Ik ben van [G] U [D]
en U [Bm] van mij.
[A] [D]
[A]
[G]
[Bm]
[A] [D]
[A]
[G]
[Bm]
[G]
[D]
[A]
[Bm]
[G]
[D]
[A]
[D] [Bm] Geest van God, leer mij [A] te [G] gaan over de golven.
[D] In Uw trouwen U te volgen.
[A] Te gaan waar U mij heen [E] leidt.
[Bm]
Verder dan [G] mijn voeten kunnen dragen.
[A] Ik [D] vertrouw op Uw genade, want [A] ik ben in Uw [Bm] nabijheid.
Geest van God, leer mij te [G] gaan over de golven.
In Uw [D] trouwen U te volgen.
Te [A] gaan waar U mij heen [Bm]
[G]
leidt.
Ik [D] vertrouw op Uw genade, [A] want ik ben in Uw nabijheid.
[Bm] Geest van God, leer mij [G] te gaan over de golven.
[D] In vertrouwen U te volgen.
[A] Te gaan waar U mij heen [Bm] leidt.
[D] [G] Ik
[D] vertrouw op Uw genade, [A] want ik ben in Uw nabijheid.
[G]
En als [D] de golven [A]
overstaan, [G] dan [D] blijf ik hopen op U.
Mijn ziel [G] vindt rust, want [D] in de storm bent U [A] dichtbij.
Ik ben van [G] U en [A] U van [Bm] mij.
[D]
[A]
[E]
[Em] U [A]
[D] [A]
[D]
[A]
[D] [G]
[Bm] leert me [A] lopen op [D] het water, de [A] oceaan, die zwaait en [D] diep.
[G]
[Bm] U vraagt me [A] alles los te [D] laten.
Daar vind ik U [A]
en ik [D] twijfel [G]
niet.
En als [D] de golven [A] overslaan, [D] dan blijf ik hopen op [A] U na.
[D] Mijn ziel vindt rust, want in de storm bent U [A] dichtbij.
Ik ben van [D] U
[A] en U [Bm] van mij.
[G] [A] [D]
[A]
[G]
[Bm] De diepste zee [A] is [D] volgenaar.
Uw [A] sterke hand, die [G] houdt mij vast.
[Bm] En als mijn [A] voeten zouden [D] vallen, dan [A] valt U niet.
Want Uw [G] trouw houdt stil.
[A] [G] En [A] als [D] de golven [A] overslaan,
[G] dan [D] blijf ik hopen op U.
[A]
Mijn ziel [G] vindt rust, want in [D] de storm bent U [A] dichtbij.
Ik ben van [G] U [D]
en U [Bm] van mij.
[A] [D]
[A]
[G]
[Bm]
[A] [D]
[A]
[G]
[Bm]
[G]
[D]
[A]
[Bm]
[G]
[D]
[A]
[D] [Bm] Geest van God, leer mij [A] te [G] gaan over de golven.
[D] In Uw trouwen U te volgen.
[A] Te gaan waar U mij heen [E] leidt.
[Bm]
Verder dan [G] mijn voeten kunnen dragen.
[A] Ik [D] vertrouw op Uw genade, want [A] ik ben in Uw [Bm] nabijheid.
Geest van God, leer mij te [G] gaan over de golven.
In Uw [D] trouwen U te volgen.
Te [A] gaan waar U mij heen [Bm]
[G]
leidt.
Ik [D] vertrouw op Uw genade, [A] want ik ben in Uw nabijheid.
[Bm] Geest van God, leer mij [G] te gaan over de golven.
[D] In vertrouwen U te volgen.
[A] Te gaan waar U mij heen [Bm] leidt.
[D] [G] Ik
[D] vertrouw op Uw genade, [A] want ik ben in Uw nabijheid.
[G]
En als [D] de golven [A]
overstaan, [G] dan [D] blijf ik hopen op U.
Mijn ziel [G] vindt rust, want [D] in de storm bent U [A] dichtbij.
Ik ben van [G] U en [A] U van [Bm] mij.
Key:
A
D
G
Bm
E
A
D
G
[A] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ [E] _ _ _ _ _ _
[Em] _ _ _ U _ _ [A] _
_ [D] _ _ _ [A] _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ [D] _ [G] _ _ _ _ _
_ _ [Bm] _ _ _ _ leert me [A] lopen op [D] het water, _ de _ _ [A] oceaan, _ _ die zwaait en [D] diep.
_ [G] _
_ _ _ _ [Bm] _ U vraagt me [A] alles los te [D] laten. _
Daar vind ik U [A] _ _
en ik [D] twijfel [G] _ _
niet.
_ _ _ _ En als [D] de golven _ [A] _ _ overslaan, _ _ _ [D] _ _ dan blijf ik hopen op [A] U na. _
_ [D] Mijn ziel vindt rust, want in de storm bent U [A] dichtbij.
_ Ik ben van [D] _ U _ _
_ [A] en U [Bm] van _ mij. _
[G] _ [A] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [Bm] _ De diepste zee [A] is _ [D] _ volgenaar. _ _
_ Uw [A] sterke _ hand, die [G] houdt mij _ vast.
_ _ _ [Bm] _ En als mijn [A] voeten zouden [D] _ vallen, _ dan [A] valt U _ niet.
Want Uw [G] trouw houdt _ stil.
[A] _ _ _ [G] _ En [A] als [D] de golven _ _ [A] _ overslaan, _
_ _ _ [G] _ dan [D] blijf ik hopen op U.
[A] _ _ _ _
Mijn ziel [G] vindt rust, want in [D] de storm bent U [A] _ dichtbij.
Ik ben van [G] U _ _ _ [D] _
en U [Bm] van mij. _
_ [A] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [Bm] _ _ _ _ _
_ [A] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ [Bm] _ _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ _ [Bm] _ _ _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ _ _ _ _
_ [D] _ [Bm] _ _ Geest van God, leer mij [A] te [G] gaan over de golven.
[D] In Uw trouwen U te volgen.
_ [A] Te gaan waar U mij _ heen [E] leidt.
[Bm] _ _ _
Verder dan [G] mijn voeten kunnen dragen.
[A] Ik [D] vertrouw op Uw genade, want [A] ik ben in Uw _ _ [Bm] nabijheid.
_ Geest van God, leer mij te [G] gaan over de golven.
In Uw [D] _ trouwen U te volgen.
_ Te [A] gaan waar U mij heen _ [Bm] _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
leidt.
Ik [D] vertrouw op Uw _ genade, [A] want ik ben in Uw _ nabijheid.
_ [Bm] _ _ Geest van God, leer mij [G] _ te gaan over de golven.
[D] In vertrouwen U te _ volgen.
[A] Te gaan waar U mij heen _ [Bm] leidt. _ _ _
_ _ [D] _ [G] _ Ik _ _
_ _ _ [D] vertrouw op Uw genade, [A] want ik ben in Uw _ nabijheid.
[G] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ En als [D] de golven _ [A] _ _ _ _
overstaan, _ _ [G] _ dan [D] blijf ik hopen op U. _ _
_ Mijn ziel [G] vindt rust, want [D] in de storm bent U [A] dichtbij. _
Ik ben van [G] U _ en _ [A] U _ van [Bm] mij. _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ [D] _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ [E] _ _ _ _ _ _
[Em] _ _ _ U _ _ [A] _
_ [D] _ _ _ [A] _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ _ [A] _ _ _ _ _ _
_ _ [D] _ [G] _ _ _ _ _
_ _ [Bm] _ _ _ _ leert me [A] lopen op [D] het water, _ de _ _ [A] oceaan, _ _ die zwaait en [D] diep.
_ [G] _
_ _ _ _ [Bm] _ U vraagt me [A] alles los te [D] laten. _
Daar vind ik U [A] _ _
en ik [D] twijfel [G] _ _
niet.
_ _ _ _ En als [D] de golven _ [A] _ _ overslaan, _ _ _ [D] _ _ dan blijf ik hopen op [A] U na. _
_ [D] Mijn ziel vindt rust, want in de storm bent U [A] dichtbij.
_ Ik ben van [D] _ U _ _
_ [A] en U [Bm] van _ mij. _
[G] _ [A] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [Bm] _ De diepste zee [A] is _ [D] _ volgenaar. _ _
_ Uw [A] sterke _ hand, die [G] houdt mij _ vast.
_ _ _ [Bm] _ En als mijn [A] voeten zouden [D] _ vallen, _ dan [A] valt U _ niet.
Want Uw [G] trouw houdt _ stil.
[A] _ _ _ [G] _ En [A] als [D] de golven _ _ [A] _ overslaan, _
_ _ _ [G] _ dan [D] blijf ik hopen op U.
[A] _ _ _ _
Mijn ziel [G] vindt rust, want in [D] de storm bent U [A] _ dichtbij.
Ik ben van [G] U _ _ _ [D] _
en U [Bm] van mij. _
_ [A] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ _ [Bm] _ _ _ _ _
_ [A] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ [A] _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ _ [Bm] _ _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
_ [D] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _ _ _
_ _ _ [Bm] _ _ _ _ _
_ _ [G] _ _ _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _ _ _
_ [A] _ _ _ _ _ _ _
_ [D] _ [Bm] _ _ Geest van God, leer mij [A] te [G] gaan over de golven.
[D] In Uw trouwen U te volgen.
_ [A] Te gaan waar U mij _ heen [E] leidt.
[Bm] _ _ _
Verder dan [G] mijn voeten kunnen dragen.
[A] Ik [D] vertrouw op Uw genade, want [A] ik ben in Uw _ _ [Bm] nabijheid.
_ Geest van God, leer mij te [G] gaan over de golven.
In Uw [D] _ trouwen U te volgen.
_ Te [A] gaan waar U mij heen _ [Bm] _ _ _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ _ _
leidt.
Ik [D] vertrouw op Uw _ genade, [A] want ik ben in Uw _ nabijheid.
_ [Bm] _ _ Geest van God, leer mij [G] _ te gaan over de golven.
[D] In vertrouwen U te _ volgen.
[A] Te gaan waar U mij heen _ [Bm] leidt. _ _ _
_ _ [D] _ [G] _ Ik _ _
_ _ _ [D] vertrouw op Uw genade, [A] want ik ben in Uw _ nabijheid.
[G] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ En als [D] de golven _ [A] _ _ _ _
overstaan, _ _ [G] _ dan [D] blijf ik hopen op U. _ _
_ Mijn ziel [G] vindt rust, want [D] in de storm bent U [A] dichtbij. _
Ik ben van [G] U _ en _ [A] U _ van [Bm] mij. _ _ _ _ _ _