Chords for Niels Destadsbader - Speeltijd (LYRICS)
Tempo:
138 bpm
Chords used:
Eb
Ab
Bb
Db
F
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B] [Gb]
[Abm]
[B] [Gb]
[Abm] [B]
Ik weet [Gb] nog hoe het was, samen in de klas, bij meester Matthias.
Met een veel te [Db] grote [Ebm] broekentas, liepen we in de pas.
Hij hield mijn handje vast, jij en ik, [Gb] wat een mooie [B] tijd.
[Db] Wat een mooie [Gb] tijd.
[Db] Wat [Ab] later werd ik zes, nooit dicht bij de les.
De meester had weer stress, maar jij sprong [Eb] voor [Fm] me in de pres.
Al was het geen succes, je reed toch je best.
Jij en ik, wat [Ab] een mooie [Db] tijd.
[Eb] Wat een mooie [Ab] tijd.
[Eb]
[Ab] Kom nu [Eb] maar, [Fm] de speeltijd is voorbij.
[Cm]
[Db] Nog even wachten, [Ab] even zoeken, [Bbm] en later zat je [Eb] weer naast mij.
[Ab] Kom nu maar, [Cm]
[Fm] de speeltijd is voorbij.
[Db] Want niks kon ons toch [Ab] overkomen, [Bbm] we bleven lachen, [Ab] elke dag weer [Db] dromen.
En het mooiste [Eb] moest [Db] nog komen.
[Ab]
[Bbm] [Db] [Eb] We waren [Ab] dertien jaar, hadden pietelhaar.
Je speelde goed gitaar, en maar wijs je [Eb] stenen [Fm] van elkaar.
We grafen Stempelaar, in het middelbaar.
Jij en ik, [Ab] wat een mooie [Db] tijd.
[Eb] Wat een mooie [Ab] tijd.
[Eb] En dan [Bb] je eerste job, studeren zat erop.
Ja, daar kronk je op, en toch was dan [F] plots [Gm] je geld weer op.
Had jij een nieuwe mop, en Rikke houten kop.
Jij en [Bb] ik, wat een mooie [Eb] tijd.
[F] Wat een mooie [Bb] tijd.
[F]
[Bb] Kom nu [Dm] maar, [Gm] de speeltijd is voorbij.
[Eb] Nog even wachten, [Bb] even zoeken, [Cm] en later zat je [F] weer naast mij.
[Bb] Kom nu [F] maar, [Gm] de speeltijd is voorbij.
[Eb] Want niks kon ons toch [Bb] overkomen, [Cm] we bleven lachen, [Bb] elke dag weer [Eb] dromen.
[G] En het mooiste [F] moest [Eb] nog komen.
[Bb]
[Cm]
[Eb] [Bb]
[Cm] [Bb] De [Dm]
[Bb] jaren zijn voorbij, plots ben ik je kwijt.
En dat voor altijd, nee [F] daar waren we echt niet [Gm] op voorbereid.
Toch heb ik geen spuit, van onze mooie tijd.
En ik mis [F] je voor het [Eb] eerst.
[Abm]
[B] [Gb]
[Abm] [B]
Ik weet [Gb] nog hoe het was, samen in de klas, bij meester Matthias.
Met een veel te [Db] grote [Ebm] broekentas, liepen we in de pas.
Hij hield mijn handje vast, jij en ik, [Gb] wat een mooie [B] tijd.
[Db] Wat een mooie [Gb] tijd.
[Db] Wat [Ab] later werd ik zes, nooit dicht bij de les.
De meester had weer stress, maar jij sprong [Eb] voor [Fm] me in de pres.
Al was het geen succes, je reed toch je best.
Jij en ik, wat [Ab] een mooie [Db] tijd.
[Eb] Wat een mooie [Ab] tijd.
[Eb]
[Ab] Kom nu [Eb] maar, [Fm] de speeltijd is voorbij.
[Cm]
[Db] Nog even wachten, [Ab] even zoeken, [Bbm] en later zat je [Eb] weer naast mij.
[Ab] Kom nu maar, [Cm]
[Fm] de speeltijd is voorbij.
[Db] Want niks kon ons toch [Ab] overkomen, [Bbm] we bleven lachen, [Ab] elke dag weer [Db] dromen.
En het mooiste [Eb] moest [Db] nog komen.
[Ab]
[Bbm] [Db] [Eb] We waren [Ab] dertien jaar, hadden pietelhaar.
Je speelde goed gitaar, en maar wijs je [Eb] stenen [Fm] van elkaar.
We grafen Stempelaar, in het middelbaar.
Jij en ik, [Ab] wat een mooie [Db] tijd.
[Eb] Wat een mooie [Ab] tijd.
[Eb] En dan [Bb] je eerste job, studeren zat erop.
Ja, daar kronk je op, en toch was dan [F] plots [Gm] je geld weer op.
Had jij een nieuwe mop, en Rikke houten kop.
Jij en [Bb] ik, wat een mooie [Eb] tijd.
[F] Wat een mooie [Bb] tijd.
[F]
[Bb] Kom nu [Dm] maar, [Gm] de speeltijd is voorbij.
[Eb] Nog even wachten, [Bb] even zoeken, [Cm] en later zat je [F] weer naast mij.
[Bb] Kom nu [F] maar, [Gm] de speeltijd is voorbij.
[Eb] Want niks kon ons toch [Bb] overkomen, [Cm] we bleven lachen, [Bb] elke dag weer [Eb] dromen.
[G] En het mooiste [F] moest [Eb] nog komen.
[Bb]
[Cm]
[Eb] [Bb]
[Cm] [Bb] De [Dm]
[Bb] jaren zijn voorbij, plots ben ik je kwijt.
En dat voor altijd, nee [F] daar waren we echt niet [Gm] op voorbereid.
Toch heb ik geen spuit, van onze mooie tijd.
En ik mis [F] je voor het [Eb] eerst.
Key:
Eb
Ab
Bb
Db
F
Eb
Ab
Bb
[B] _ _ _ _ [Gb] _ _ _ _
[Abm] _ _ _ _ _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [Gb] _ _ _ _
[Abm] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
_ Ik weet [Gb] nog hoe het was, samen in de klas, bij meester Matthias.
Met een veel te [Db] grote [Ebm] _ broekentas, liepen we in de pas.
Hij hield mijn handje vast, jij en ik, [Gb] wat een mooie [B] _ tijd. _
[Db] _ Wat een mooie [Gb] tijd. _ _
[Db] _ _ _ _ _ Wat [Ab] later werd ik zes, nooit dicht bij de les.
De meester had weer stress, maar jij sprong [Eb] voor [Fm] me in de pres.
Al was het geen succes, je reed toch je best.
Jij en ik, wat [Ab] een mooie [Db] tijd.
_ _ [Eb] _ Wat een mooie [Ab] _ tijd.
_ [Eb] _ _ _ _
[Ab] Kom _ nu [Eb] maar, [Fm] de speeltijd is _ voorbij.
[Cm] _
[Db] Nog even wachten, [Ab] even zoeken, [Bbm] en later zat je [Eb] weer naast mij.
[Ab] Kom _ nu maar, [Cm]
[Fm] de speeltijd is _ voorbij. _
[Db] Want niks kon ons toch [Ab] _ _ overkomen, [Bbm] we bleven lachen, [Ab] elke dag weer [Db] dromen.
_ En het mooiste [Eb] moest [Db] nog komen.
_ [Ab] _ _ _ _
[Bbm] _ _ _ _ [Db] _ [Eb] We waren [Ab] dertien jaar, hadden pietelhaar.
Je speelde goed gitaar, en maar wijs je [Eb] stenen [Fm] van elkaar.
We grafen Stempelaar, in het middelbaar.
Jij en ik, [Ab] wat een mooie [Db] _ tijd.
_ [Eb] _ Wat een mooie [Ab] _ tijd.
_ [Eb] _ En dan [Bb] je eerste job, studeren zat erop.
Ja, daar kronk je op, en toch was dan [F] plots [Gm] je geld weer op.
Had jij een nieuwe mop, en Rikke houten kop.
Jij en [Bb] ik, wat een mooie [Eb] tijd.
_ _ [F] _ Wat een mooie [Bb] tijd.
_ _ [F] _ _ _ _
[Bb] _ Kom nu [Dm] maar, [Gm] de speeltijd is _ voorbij. _
[Eb] Nog even wachten, [Bb] even zoeken, [Cm] en later zat je [F] weer naast mij.
[Bb] _ Kom nu [F] maar, [Gm] de speeltijd is _ voorbij. _
[Eb] Want niks kon ons toch [Bb] _ _ overkomen, [Cm] we bleven lachen, [Bb] elke dag weer [Eb] dromen.
_ [G] En het mooiste [F] moest [Eb] nog komen.
_ [Bb] _ _ _ _
[Cm] _ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
[Cm] _ _ _ _ [Bb] _ De [Dm]
[Bb] jaren zijn voorbij, plots ben ik je kwijt.
En dat voor altijd, nee [F] daar waren we echt niet [Gm] op voorbereid.
Toch heb ik geen spuit, van onze mooie tijd.
En ik mis [F] je voor het [Eb] _ _ eerst. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[Abm] _ _ _ _ _ _ _ _
[B] _ _ _ _ [Gb] _ _ _ _
[Abm] _ _ _ _ [B] _ _ _ _
_ Ik weet [Gb] nog hoe het was, samen in de klas, bij meester Matthias.
Met een veel te [Db] grote [Ebm] _ broekentas, liepen we in de pas.
Hij hield mijn handje vast, jij en ik, [Gb] wat een mooie [B] _ tijd. _
[Db] _ Wat een mooie [Gb] tijd. _ _
[Db] _ _ _ _ _ Wat [Ab] later werd ik zes, nooit dicht bij de les.
De meester had weer stress, maar jij sprong [Eb] voor [Fm] me in de pres.
Al was het geen succes, je reed toch je best.
Jij en ik, wat [Ab] een mooie [Db] tijd.
_ _ [Eb] _ Wat een mooie [Ab] _ tijd.
_ [Eb] _ _ _ _
[Ab] Kom _ nu [Eb] maar, [Fm] de speeltijd is _ voorbij.
[Cm] _
[Db] Nog even wachten, [Ab] even zoeken, [Bbm] en later zat je [Eb] weer naast mij.
[Ab] Kom _ nu maar, [Cm]
[Fm] de speeltijd is _ voorbij. _
[Db] Want niks kon ons toch [Ab] _ _ overkomen, [Bbm] we bleven lachen, [Ab] elke dag weer [Db] dromen.
_ En het mooiste [Eb] moest [Db] nog komen.
_ [Ab] _ _ _ _
[Bbm] _ _ _ _ [Db] _ [Eb] We waren [Ab] dertien jaar, hadden pietelhaar.
Je speelde goed gitaar, en maar wijs je [Eb] stenen [Fm] van elkaar.
We grafen Stempelaar, in het middelbaar.
Jij en ik, [Ab] wat een mooie [Db] _ tijd.
_ [Eb] _ Wat een mooie [Ab] _ tijd.
_ [Eb] _ En dan [Bb] je eerste job, studeren zat erop.
Ja, daar kronk je op, en toch was dan [F] plots [Gm] je geld weer op.
Had jij een nieuwe mop, en Rikke houten kop.
Jij en [Bb] ik, wat een mooie [Eb] tijd.
_ _ [F] _ Wat een mooie [Bb] tijd.
_ _ [F] _ _ _ _
[Bb] _ Kom nu [Dm] maar, [Gm] de speeltijd is _ voorbij. _
[Eb] Nog even wachten, [Bb] even zoeken, [Cm] en later zat je [F] weer naast mij.
[Bb] _ Kom nu [F] maar, [Gm] de speeltijd is _ voorbij. _
[Eb] Want niks kon ons toch [Bb] _ _ overkomen, [Cm] we bleven lachen, [Bb] elke dag weer [Eb] dromen.
_ [G] En het mooiste [F] moest [Eb] nog komen.
_ [Bb] _ _ _ _
[Cm] _ _ _ _ _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
[Cm] _ _ _ _ [Bb] _ De [Dm]
[Bb] jaren zijn voorbij, plots ben ik je kwijt.
En dat voor altijd, nee [F] daar waren we echt niet [Gm] op voorbereid.
Toch heb ik geen spuit, van onze mooie tijd.
En ik mis [F] je voor het [Eb] _ _ eerst. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _