Am _ _ _ _ _ _ _ _ .
Em _ _ _ _ _ _ Het
Am is ijskoud en _ de woorden
Em maken wolkjes in de lucht.
_ _ Een rilling loopt
Am een rondje op _ mijn rug.
Als je zegt dat je niet langer
Em van mij houdt, wat doe jij nou.
Dan hebben we één
Am seconde terug.
_ _ _ Dan hebben we één
Em seconde terug.
_ _ _ _ Waarom
Am maak je alles stuk.
_ _ _ _ Als je zegt
C dat je niet langer van mij _ houdt, wat
D doe jij nou.
G Waarom zou je dat doen.
_ Ik
Dm zou je nooit zo laten
C staan.
En je ten onder _
G.
laten gaan.
_
Dm Zomaar gestrikt door ons
C _ verraden.
_ _ _ Waarom zou
G je dat doen.
Ik weet dat je hem nu vraagt.
Ik weet dat mensen al zo voelen.
Em We zouden toch voor elkaar door het vuur
D gaan.
Maar je maakt me kapot.
Waarom zou
G je dat doen.
Als ik tegen hem nu praat, ik ben in zijn ogen.
Em We zouden toch voor elkaar door het vuur
D gaan.
_ _ .
Am Het is keihard en _
A je woorden
Em dreunen door in mijn gedachten.
_ Het is nog niet
Am echt _ _ doorgedrongen dat je eigenlijk geen
Em plonder om mij gaf.
Wat ben jij hard.
Ik had het nooit van
Am jou verwacht.
_ _ _
G Nee,
A ik had het nooit van jou
Em verwacht.
_ _ _ En waarom breek je
Am alles af.
_ _ Is het omdat je eigenlijk geen
C plonder om mij gaf.
_
G Ben jij hard.
Waarom zou je dat doen.
Het is niks dat ik tegen hem nu praat.
Ik doe de niks dat al doen
Em voelt.
We zouden toch voor elkaar door het vuur
D gaan.
Maar je maakt me kapot.
Waarom
G zou je dat doen.
Als ik tegen hem nu praat, ik doe de niks dat al doen voelt.
Em We zouden toch voor elkaar door het vuur
D gaan.
_ _ _ .
G _ _ Ik zou je nooit zo
C laten
G staan.
Je ten onder laten gaan.
Zomaar gesleept door ons verhaal.
Ik zou je nooit zo laten staan.
_ _ Waarom zou je dat doen.
Het is niks dat ik tegen hem nu praat.
Ik doe de niks dat al doen voelt.
Em We zouden toch voor elkaar door het
D vuur gaan.
Maar je maakt me
G kapot.
Waarom zou je dat doen.
Het is niks dat ik tegen hem nu praat.
Ik doe de niks dat al doen voelt.
Em We zouden toch voor elkaar door het
G vuur gaan.
_ _ _ .
_ _ _ _ _ _ _ _ .
Em Waarom laat je me zo
G lang staan.
Ik ben zo lang.
Ik ben zo lang.
_ _ .
_ _ _ _ _ _ _ _ .
Em _ _ _ _
G _ _ Waarom zou je dat doen.
N _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ .