nooit meer alleen opwekking 698 Chords
Tempo:
75.025 bpm
Chords used:
B
E
Gb
Abm
Ebm
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B]
Ook al ga ik weg door een diep dal van duisternis heen, [E] uw liefde [Abm] drijft de angst uit in mij.
[B]
Ook al loop ik vast, overvallen door een hevige storm, [Abm] ik keer niet om, want u [E] bent nabij.
[B] En ik [Abm] vrees geen [Gb] gevaren [B] meer, met [Abm] mijn God steeds [Gb] traag mijn zij, [B] voor wie zou ik nog [Gb] [B] vrezen?
Hij [Gb] is nog bij mij, hij [E] is nog bij [B] mij.
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de stormbegreep.
[Abm] Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in [B] de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen, [E] weer gaat mij nooit meer [B] alleen.
[Gb] [E]
[B] Misschien al een kans, in de verte, van het stralende licht, dat schijnt voor elk die [Abm] volhoudt hun wacht.
[B] Maar tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de pijn, is u te kennen al wat ik weer.
En ik [Abm] vrees geen [Gb] gevaren [B] meer, met mijn God steeds [Gb] traag mijn zij, [B] voor wie zou ik nog [Gb] [B] vrezen?
Hij is nog [Gb] bij mij, [E] hij is nog bij mij.
[B] Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in [B] de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen, [E] weer gaat mij nooit [B] meer alleen.
[E]
[B] Misschien al een kans, in de verte, van het stralende [Gbm] licht.
[Abm] Maar tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de pijn.
[Gb] Blijf ik u [E] prijzen, blijf ik u [Ebm] prijzen.
[E] [B]
Misschien al een kans, in de verte, van het stralende licht.
Maar [Abm] tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de [Gb] pijn.
Blijf ik u [E] prijzen, blijf ik u [Ebm] prijzen.
[E] [B]
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de [B] dalen.
Nooit [Gb] meer, nooit [B] meer alleen, weer gaat mij nooit meer alleen.
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Ab] stormbegreep.
Nooit meer, [Abm] nooit meer alleen, op de berg of in [Gb] de dalen.
Nooit meer, nooit meer [E] alleen, weer gaat mij [B] nooit meer alleen.
[Gb] [E]
[B] Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de [Ab] dalen.
Nooit meer, nooit meer [E] alleen, weer gaat mij [B] nooit meer alleen.
[Gb] [E] [B]
Ook al ga ik weg door een diep dal van duisternis heen, [E] uw liefde [Abm] drijft de angst uit in mij.
[B]
Ook al loop ik vast, overvallen door een hevige storm, [Abm] ik keer niet om, want u [E] bent nabij.
[B] En ik [Abm] vrees geen [Gb] gevaren [B] meer, met [Abm] mijn God steeds [Gb] traag mijn zij, [B] voor wie zou ik nog [Gb] [B] vrezen?
Hij [Gb] is nog bij mij, hij [E] is nog bij [B] mij.
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de stormbegreep.
[Abm] Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in [B] de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen, [E] weer gaat mij nooit meer [B] alleen.
[Gb] [E]
[B] Misschien al een kans, in de verte, van het stralende licht, dat schijnt voor elk die [Abm] volhoudt hun wacht.
[B] Maar tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de pijn, is u te kennen al wat ik weer.
En ik [Abm] vrees geen [Gb] gevaren [B] meer, met mijn God steeds [Gb] traag mijn zij, [B] voor wie zou ik nog [Gb] [B] vrezen?
Hij is nog [Gb] bij mij, [E] hij is nog bij mij.
[B] Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in [B] de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen, [E] weer gaat mij nooit [B] meer alleen.
[E]
[B] Misschien al een kans, in de verte, van het stralende [Gbm] licht.
[Abm] Maar tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de pijn.
[Gb] Blijf ik u [E] prijzen, blijf ik u [Ebm] prijzen.
[E] [B]
Misschien al een kans, in de verte, van het stralende licht.
Maar [Abm] tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de [Gb] pijn.
Blijf ik u [E] prijzen, blijf ik u [Ebm] prijzen.
[E] [B]
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de [B] dalen.
Nooit [Gb] meer, nooit [B] meer alleen, weer gaat mij nooit meer alleen.
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Ab] stormbegreep.
Nooit meer, [Abm] nooit meer alleen, op de berg of in [Gb] de dalen.
Nooit meer, nooit meer [E] alleen, weer gaat mij [B] nooit meer alleen.
[Gb] [E]
[B] Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de [Ab] dalen.
Nooit meer, nooit meer [E] alleen, weer gaat mij [B] nooit meer alleen.
[Gb] [E] [B]
Key:
B
E
Gb
Abm
Ebm
B
E
Gb
[B] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ook al ga ik weg door een diep dal van duisternis heen, [E] uw liefde [Abm] drijft de angst uit in mij.
[B] _
Ook al loop ik vast, overvallen door een hevige storm, [Abm] ik keer niet om, want u [E] bent nabij.
[B] En ik [Abm] vrees geen _ [Gb] gevaren [B] _ meer, met [Abm] mijn God steeds [Gb] traag mijn zij, [B] voor wie zou ik nog [Gb] _ _ [B] vrezen?
Hij [Gb] is nog bij mij, hij [E] is nog bij _ [B] mij.
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de stormbegreep.
[Abm] Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in [B] de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen, [E] weer gaat mij nooit meer [B] alleen.
_ _ _ _ [Gb] _ [E] _
[B] Misschien al een kans, in de verte, van het stralende licht, dat schijnt voor elk die [Abm] volhoudt hun wacht. _
[B] Maar tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de pijn, is u te kennen al wat ik weer.
En ik [Abm] vrees geen _ [Gb] gevaren [B] _ meer, met mijn God steeds [Gb] traag mijn zij, [B] voor wie zou ik nog _ [Gb] _ [B] vrezen? _
Hij is nog [Gb] bij mij, [E] hij is nog bij mij.
_ [B] Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in [B] de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen, [E] weer gaat mij nooit [B] meer alleen.
_ _ _ _ _ [E] _
[B] Misschien al een kans, in de verte, van het stralende [Gbm] licht.
[Abm] Maar tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de pijn.
[Gb] _ Blijf ik u [E] prijzen, blijf ik u [Ebm] prijzen.
_ _ _ [E] _ _ [B] _
Misschien al een kans, in de verte, van het stralende licht.
_ Maar [Abm] tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de [Gb] pijn.
Blijf ik u [E] prijzen, blijf ik u [Ebm] prijzen.
_ _ _ [E] _ [B] _ _ _
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de [B] dalen.
Nooit [Gb] meer, nooit [B] meer alleen, weer gaat mij nooit meer alleen. _ _ _ _ _ _
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Ab] stormbegreep.
Nooit meer, [Abm] nooit meer alleen, op de berg of in [Gb] de dalen.
Nooit meer, nooit meer [E] alleen, weer gaat mij [B] nooit meer alleen.
_ _ _ [Gb] _ _ [E] _ _
[B] Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de [Ab] dalen.
Nooit meer, nooit meer [E] alleen, weer gaat mij [B] nooit meer alleen.
_ _ _ [Gb] _ _ [E] _ _ [B] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Ook al ga ik weg door een diep dal van duisternis heen, [E] uw liefde [Abm] drijft de angst uit in mij.
[B] _
Ook al loop ik vast, overvallen door een hevige storm, [Abm] ik keer niet om, want u [E] bent nabij.
[B] En ik [Abm] vrees geen _ [Gb] gevaren [B] _ meer, met [Abm] mijn God steeds [Gb] traag mijn zij, [B] voor wie zou ik nog [Gb] _ _ [B] vrezen?
Hij [Gb] is nog bij mij, hij [E] is nog bij _ [B] mij.
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de stormbegreep.
[Abm] Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in [B] de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen, [E] weer gaat mij nooit meer [B] alleen.
_ _ _ _ [Gb] _ [E] _
[B] Misschien al een kans, in de verte, van het stralende licht, dat schijnt voor elk die [Abm] volhoudt hun wacht. _
[B] Maar tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de pijn, is u te kennen al wat ik weer.
En ik [Abm] vrees geen _ [Gb] gevaren [B] _ meer, met mijn God steeds [Gb] traag mijn zij, [B] voor wie zou ik nog _ [Gb] _ [B] vrezen? _
Hij is nog [Gb] bij mij, [E] hij is nog bij mij.
_ [B] Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in [B] de dalen.
Nooit meer, nooit meer alleen, [E] weer gaat mij nooit [B] meer alleen.
_ _ _ _ _ [E] _
[B] Misschien al een kans, in de verte, van het stralende [Gbm] licht.
[Abm] Maar tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de pijn.
[Gb] _ Blijf ik u [E] prijzen, blijf ik u [Ebm] prijzen.
_ _ _ [E] _ _ [B] _
Misschien al een kans, in de verte, van het stralende licht.
_ Maar [Abm] tot aan die dag, dat de schepping wordt bevrijd van de [Gb] pijn.
Blijf ik u [E] prijzen, blijf ik u [Ebm] prijzen.
_ _ _ [E] _ [B] _ _ _
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de [B] dalen.
Nooit [Gb] meer, nooit [B] meer alleen, weer gaat mij nooit meer alleen. _ _ _ _ _ _
Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Ab] stormbegreep.
Nooit meer, [Abm] nooit meer alleen, op de berg of in [Gb] de dalen.
Nooit meer, nooit meer [E] alleen, weer gaat mij [B] nooit meer alleen.
_ _ _ [Gb] _ _ [E] _ _
[B] Nooit meer, nooit meer alleen, loop ik door de [Abm] stormbegreep.
Nooit meer, nooit meer alleen, op de berg of in de [Ab] dalen.
Nooit meer, nooit meer [E] alleen, weer gaat mij [B] nooit meer alleen.
_ _ _ [Gb] _ _ [E] _ _ [B] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _