Chords for Normaal - dames loat die rokjes now moar waaien live
Tempo:
116 bpm
Chords used:
E
A
F#
B
D
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[E] Kijk nou dan!
Zo!
[G] Applaus, applaus!
[F] [C] [G] Hoor!
[Dm]
Het is in [A] A, he?
Komen [G] jullie meezingen?
Ah, wat rotjes!
Zullen we beginnen?
Ja!
[A]
[G] De zomer [A#] [A]
[E]
[A]
is die na die [D] de regen binnen gaat
[E] Dan tunt er toch nog jaas
[A] Met een lange boks en nat
[D] En dat is toch niet fijn
En [E] die zwaande, dat bedrakje bled
Met vorm van wijn
[A] Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Lekker in de [E] priesterin
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Wat er mee
Smaakt toch [A] fijn Joehoe!
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[F#] Doe wat dan?
Wat er mee [D] maakt
Na [Bm] de slag die rakjes
[A] Groot op wijn
[E] Doe wat dan?
[A] Wat er mee [E] maakt
[A]
[F#] [A]
Op de priestert
Met zijn [D] armes
Maar al heel wat vast
[E] Een handdoek stuur
Een gang [A] draag
Na het bewegen
Naast de boks
Hingen de ziek Een handmuur
[D] En het ziekenhoofd Maar
[E] Dan komen ze
Op dat moment
Na de slag die rakjes
Groot op [A] wijn
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Lekker in de [E] priesterin
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Wat er mee maakt
Op [A] de priestert
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[F#] Lekker wat er
Doet op [D] die kostmeer
[Bm] Na de slag die rakjes
[A] Groot op wijn
[E] Na de slag die rakjes
Groot [A] [G#] [F#] [B] op wijn
Achter de [E] hefzie Een ziekte Een mona
[F#] De Nederlandse vrouw
Tot met [B]
voorlaat Hun algemeen
Om die ziep
Na de slag die rakjes
Groot [E] op wijn
Van de oude
Boks in acht
[F#] Voor ons Van kaas
En het rakken
Op de [B] priestert Ja
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Lekker in de [C#m] priesterin
[F#] Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Op de weerdsmaak
[B] Tot geen heed
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[G#] Met een man erin
Met een [E] doosje vast in
[C#m] Na de slag die rakjes
[B] Groot op wijn
[F#] Doe de dikke
Van [B] de leef
[F#] Doe de dikke
Van [B] de leef
[E] Doe de dikke
[F#]
Van [B] de leef
[G]
[B]
[D] [A] Dat [E] [B]
is
[E]
[Am] [A#] Applaus [C] Ja
[D#] Jongens,
[G]
Zo!
[G] Applaus, applaus!
[F] [C] [G] Hoor!
[Dm]
Het is in [A] A, he?
Komen [G] jullie meezingen?
Ah, wat rotjes!
Zullen we beginnen?
Ja!
[A]
[G] De zomer [A#] [A]
[E]
[A]
is die na die [D] de regen binnen gaat
[E] Dan tunt er toch nog jaas
[A] Met een lange boks en nat
[D] En dat is toch niet fijn
En [E] die zwaande, dat bedrakje bled
Met vorm van wijn
[A] Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Lekker in de [E] priesterin
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Wat er mee
Smaakt toch [A] fijn Joehoe!
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[F#] Doe wat dan?
Wat er mee [D] maakt
Na [Bm] de slag die rakjes
[A] Groot op wijn
[E] Doe wat dan?
[A] Wat er mee [E] maakt
[A]
[F#] [A]
Op de priestert
Met zijn [D] armes
Maar al heel wat vast
[E] Een handdoek stuur
Een gang [A] draag
Na het bewegen
Naast de boks
Hingen de ziek Een handmuur
[D] En het ziekenhoofd Maar
[E] Dan komen ze
Op dat moment
Na de slag die rakjes
Groot op [A] wijn
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Lekker in de [E] priesterin
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Wat er mee maakt
Op [A] de priestert
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[F#] Lekker wat er
Doet op [D] die kostmeer
[Bm] Na de slag die rakjes
[A] Groot op wijn
[E] Na de slag die rakjes
Groot [A] [G#] [F#] [B] op wijn
Achter de [E] hefzie Een ziekte Een mona
[F#] De Nederlandse vrouw
Tot met [B]
voorlaat Hun algemeen
Om die ziep
Na de slag die rakjes
Groot [E] op wijn
Van de oude
Boks in acht
[F#] Voor ons Van kaas
En het rakken
Op de [B] priestert Ja
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Lekker in de [C#m] priesterin
[F#] Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Op de weerdsmaak
[B] Tot geen heed
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[G#] Met een man erin
Met een [E] doosje vast in
[C#m] Na de slag die rakjes
[B] Groot op wijn
[F#] Doe de dikke
Van [B] de leef
[F#] Doe de dikke
Van [B] de leef
[E] Doe de dikke
[F#]
Van [B] de leef
[G]
[B]
[D] [A] Dat [E] [B]
is
[E]
[Am] [A#] Applaus [C] Ja
[D#] Jongens,
[G]
Key:
E
A
F#
B
D
E
A
F#
[E] _ _ Kijk nou dan!
Zo!
_ _ [G] Applaus, applaus!
[F] _ _ [C] [G] Hoor! _
_ _ _ _ _ [Dm]
Het is in [A] A, he?
Komen [G] jullie meezingen?
Ah, wat rotjes!
Zullen we beginnen?
Ja!
_ _ [A] _
[G] De _ _ _ zomer _ _ _ _ [A#] _ [A] _
_ _ _ _ _ [E] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ _
is die na die [D] de regen binnen gaat
[E] Dan tunt er toch nog jaas
[A] Met een lange _ _ _ boks en nat
[D] En dat is toch niet fijn
En [E] die zwaande, dat bedrakje bled
Met vorm van wijn
[A] Na de slag die rakjes
Groot op wijn
_ _ Lekker in de [E] _ priesterin
_ Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Wat er mee
Smaakt toch [A] fijn Joehoe!
_ Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[F#] Doe wat dan?
Wat er mee [D] maakt
Na [Bm] de slag die rakjes
[A] Groot op wijn
_ [E] Doe wat dan? _
[A] Wat er mee [E] maakt
[A] _
_ _ [F#] _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _
Op de priestert
Met zijn [D] armes
Maar al heel wat vast
[E] Een handdoek stuur
Een gang [A] draag
Na het bewegen
Naast de boks
Hingen de ziek Een handmuur
[D] En het ziekenhoofd Maar
[E] Dan komen ze
Op dat moment
Na de slag die rakjes
Groot op [A] wijn
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
_ Lekker in de [E] priesterin
_ Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Wat er mee maakt
Op [A] de _ _ priestert
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[F#] Lekker wat er
Doet op [D] die kostmeer _
[Bm] Na de slag die rakjes
[A] Groot op wijn
[E] Na de slag die rakjes
Groot [A] _ [G#] _ [F#] _ [B] op wijn
_ _ Achter _ _ _ _ _ _
de _ [E] hefzie Een ziekte Een mona
[F#] De Nederlandse vrouw
Tot met [B]
voorlaat Hun algemeen
Om die ziep
Na de slag die rakjes
Groot [E] op wijn
Van de oude
Boks in acht
[F#] Voor ons Van kaas
En het rakken
Op de [B] priestert Ja
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
_ Lekker in de [C#m] priesterin
_ [F#] _ Na de slag die rakjes
Groot op wijn _
Op de weerdsmaak
[B] Tot geen heed
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[G#] Met een man erin
Met een [E] doosje vast in _
[C#m] Na de slag die rakjes
[B] Groot op wijn
[F#] Doe de dikke
Van [B] de leef
_ [F#] Doe de dikke
Van [B] de leef _
[E] Doe de _ dikke
[F#] _
Van [B] de leef
_ _ _ _ _ [G] _
_ _ [B] _ _ _ _
_ [D] [A] Dat _ [E] _ [B] _
is
_ _ [E] _ _
[Am] [A#] Applaus [C] Ja
[D#] Jongens, _
[G] _ _ _ _ _
Zo!
_ _ [G] Applaus, applaus!
[F] _ _ [C] [G] Hoor! _
_ _ _ _ _ [Dm]
Het is in [A] A, he?
Komen [G] jullie meezingen?
Ah, wat rotjes!
Zullen we beginnen?
Ja!
_ _ [A] _
[G] De _ _ _ zomer _ _ _ _ [A#] _ [A] _
_ _ _ _ _ [E] _
_ _ _ _ _ _
_ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ _
is die na die [D] de regen binnen gaat
[E] Dan tunt er toch nog jaas
[A] Met een lange _ _ _ boks en nat
[D] En dat is toch niet fijn
En [E] die zwaande, dat bedrakje bled
Met vorm van wijn
[A] Na de slag die rakjes
Groot op wijn
_ _ Lekker in de [E] _ priesterin
_ Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Wat er mee
Smaakt toch [A] fijn Joehoe!
_ Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[F#] Doe wat dan?
Wat er mee [D] maakt
Na [Bm] de slag die rakjes
[A] Groot op wijn
_ [E] Doe wat dan? _
[A] Wat er mee [E] maakt
[A] _
_ _ [F#] _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _
Op de priestert
Met zijn [D] armes
Maar al heel wat vast
[E] Een handdoek stuur
Een gang [A] draag
Na het bewegen
Naast de boks
Hingen de ziek Een handmuur
[D] En het ziekenhoofd Maar
[E] Dan komen ze
Op dat moment
Na de slag die rakjes
Groot op [A] wijn
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
_ Lekker in de [E] priesterin
_ Na de slag die rakjes
Groot op wijn
Wat er mee maakt
Op [A] de _ _ priestert
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[F#] Lekker wat er
Doet op [D] die kostmeer _
[Bm] Na de slag die rakjes
[A] Groot op wijn
[E] Na de slag die rakjes
Groot [A] _ [G#] _ [F#] _ [B] op wijn
_ _ Achter _ _ _ _ _ _
de _ [E] hefzie Een ziekte Een mona
[F#] De Nederlandse vrouw
Tot met [B]
voorlaat Hun algemeen
Om die ziep
Na de slag die rakjes
Groot [E] op wijn
Van de oude
Boks in acht
[F#] Voor ons Van kaas
En het rakken
Op de [B] priestert Ja
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
_ Lekker in de [C#m] priesterin
_ [F#] _ Na de slag die rakjes
Groot op wijn _
Op de weerdsmaak
[B] Tot geen heed
Na de slag die rakjes
Groot op wijn
[G#] Met een man erin
Met een [E] doosje vast in _
[C#m] Na de slag die rakjes
[B] Groot op wijn
[F#] Doe de dikke
Van [B] de leef
_ [F#] Doe de dikke
Van [B] de leef _
[E] Doe de _ dikke
[F#] _
Van [B] de leef
_ _ _ _ _ [G] _
_ _ [B] _ _ _ _
_ [D] [A] Dat _ [E] _ [B] _
is
_ _ [E] _ _
[Am] [A#] Applaus [C] Ja
[D#] Jongens, _
[G] _ _ _ _ _