Chords for Oeh, Wat 'n Volk
Tempo:
86.35 bpm
Chords used:
B
F#
E
A
C#
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Op de leger der school zijn jezie van mien, die kruiden op voor de gaten raad.
Maar sie begaten dan mij al dat in de zesde klas, die reber is al hard.
[B] En haar en mij, de stijfspaarden, die passen mij nogal niet.
[F#] Zie nu me minore strijd, hoe dat nou kan, dat snap ik niet.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[A] [F#] Zo'n 18 jaar geleden liep ik aan de rand met heel lang haar.
Dat was toen zonder meer, niet normaal, vond ik toen al geen bezor.
[B] Ze schreeuwde mijn naam maar niet, je vrouw, maar wie kan dat nou pas?
[F#] Als ik door haar hand terugdenk, dan krieg ik van Christe Goos aan [B] dek.
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[E] Oh, of ja, hoe uit een volk is dat dan?
[B] Je wou het niet zitten, en je wou het niet maken.
[E] Hoe uit een volk is dat [F#] dan?
Zit al mijn rugen aan haar manier.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[E] [B]
[E] [F#]
[B]
[F#] Maar nu ik hier een verder ben, kijk ik het anders aan.
Ik heb geen baas of chef meer nodig, ik kom in eigen gang.
[B] Maar nog steeds brandbaar, maar alles kan bovenaan behuurd.
[F#] Kijk, kijk, kijk, weet je wat ik wil doen?
Maar nu ben ik aan de beurt.
[E] Oh, of ja, hoe uit een volk is dat [B] dan?
Je wou het niet zitten, en je wou het niet [E] maken.
Hoe uit een volk is dat [F#] dan?
Zit al mijn rugen aan haar manier.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat [C#] dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat [D#] dan?
Hoe dat kan, hoe dat [E] kan,
[B]
hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan.
Maar sie begaten dan mij al dat in de zesde klas, die reber is al hard.
[B] En haar en mij, de stijfspaarden, die passen mij nogal niet.
[F#] Zie nu me minore strijd, hoe dat nou kan, dat snap ik niet.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[A] [F#] Zo'n 18 jaar geleden liep ik aan de rand met heel lang haar.
Dat was toen zonder meer, niet normaal, vond ik toen al geen bezor.
[B] Ze schreeuwde mijn naam maar niet, je vrouw, maar wie kan dat nou pas?
[F#] Als ik door haar hand terugdenk, dan krieg ik van Christe Goos aan [B] dek.
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[E] Oh, of ja, hoe uit een volk is dat dan?
[B] Je wou het niet zitten, en je wou het niet maken.
[E] Hoe uit een volk is dat [F#] dan?
Zit al mijn rugen aan haar manier.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[E] [B]
[E] [F#]
[B]
[F#] Maar nu ik hier een verder ben, kijk ik het anders aan.
Ik heb geen baas of chef meer nodig, ik kom in eigen gang.
[B] Maar nog steeds brandbaar, maar alles kan bovenaan behuurd.
[F#] Kijk, kijk, kijk, weet je wat ik wil doen?
Maar nu ben ik aan de beurt.
[E] Oh, of ja, hoe uit een volk is dat [B] dan?
Je wou het niet zitten, en je wou het niet [E] maken.
Hoe uit een volk is dat [F#] dan?
Zit al mijn rugen aan haar manier.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat [C#] dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat [D#] dan?
Hoe dat kan, hoe dat [E] kan,
[B]
hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan.
Key:
B
F#
E
A
C#
B
F#
E
Op de leger der school zijn jezie van mien, die kruiden op voor de gaten raad.
Maar sie begaten dan mij al dat in de zesde klas, die reber is al hard.
[B] En haar en mij, de stijfspaarden, die passen mij nogal niet.
[F#] Zie nu me minore strijd, hoe dat nou kan, dat snap ik niet.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan? _ _ _ _ _ _
[A] [F#] Zo'n 18 jaar geleden liep ik aan de rand met heel lang haar.
Dat was toen zonder meer, niet normaal, vond ik toen al geen bezor.
[B] Ze schreeuwde mijn naam maar niet, je vrouw, maar wie kan dat nou pas?
[F#] Als ik door haar hand terugdenk, dan krieg ik van Christe Goos aan [B] dek.
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[E] Oh, of ja, hoe uit een volk is dat dan?
[B] Je wou het niet zitten, en je wou het niet maken.
[E] _ Hoe uit een volk is dat [F#] dan?
Zit al mijn rugen aan haar manier.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[E] _ _ _ _ [B] _ _ _
_ [E] _ _ _ _ [F#] _ _ _
_ [B] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F#] Maar nu ik hier een verder ben, kijk ik het anders aan.
Ik heb geen baas of chef meer nodig, ik kom in eigen gang.
[B] Maar nog steeds brandbaar, maar alles kan bovenaan behuurd.
[F#] Kijk, kijk, kijk, weet je wat ik wil doen?
Maar nu ben ik aan de beurt.
[E] Oh, of ja, hoe uit een volk is dat [B] dan?
Je wou het niet zitten, en je wou het niet [E] maken.
Hoe uit een volk is dat [F#] dan?
Zit al mijn rugen aan haar manier.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat [C#] dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat [D#] dan?
Hoe dat kan, hoe dat [E] kan, _ _
_ [B] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, _ hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
_ Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Maar sie begaten dan mij al dat in de zesde klas, die reber is al hard.
[B] En haar en mij, de stijfspaarden, die passen mij nogal niet.
[F#] Zie nu me minore strijd, hoe dat nou kan, dat snap ik niet.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan? _ _ _ _ _ _
[A] [F#] Zo'n 18 jaar geleden liep ik aan de rand met heel lang haar.
Dat was toen zonder meer, niet normaal, vond ik toen al geen bezor.
[B] Ze schreeuwde mijn naam maar niet, je vrouw, maar wie kan dat nou pas?
[F#] Als ik door haar hand terugdenk, dan krieg ik van Christe Goos aan [B] dek.
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[E] Oh, of ja, hoe uit een volk is dat dan?
[B] Je wou het niet zitten, en je wou het niet maken.
[E] _ Hoe uit een volk is dat [F#] dan?
Zit al mijn rugen aan haar manier.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
[E] _ _ _ _ [B] _ _ _
_ [E] _ _ _ _ [F#] _ _ _
_ [B] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F#] Maar nu ik hier een verder ben, kijk ik het anders aan.
Ik heb geen baas of chef meer nodig, ik kom in eigen gang.
[B] Maar nog steeds brandbaar, maar alles kan bovenaan behuurd.
[F#] Kijk, kijk, kijk, weet je wat ik wil doen?
Maar nu ben ik aan de beurt.
[E] Oh, of ja, hoe uit een volk is dat [B] dan?
Je wou het niet zitten, en je wou het niet [E] maken.
Hoe uit een volk is dat [F#] dan?
Zit al mijn rugen aan haar manier.
[B] Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat [C#] dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat [D#] dan?
Hoe dat kan, hoe dat [E] kan, _ _
_ [B] _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
Hoe dat kan, _ hoe dat kan, hoe dat kan, is dat dan?
_ Hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan, hoe dat kan. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _