Chords for Ome Jan
Tempo:
100 bpm
Chords used:
Em
D
A
Fm
Bb
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[Bm] [A]
[Gb] [B] [Em] [A]
[D] Mijn moeder had een broertje, [Gbm] dat was mijn oma Jan.
[Am] En elke [B] zondagmiddag [Em] kwam hij altijd eke aan.
[Gm] Hij hield niet van familie, [D] van kinderen hield [B] hij wel.
[Bm] Hij bleef zijn [E] hele leven [Em] een echte vrijgezel.
[D] Ik kreeg van oma Jan ineens mijn [Gbm] allereerste fiets.
[Am] Hij zei, die is [B] voor jou mop en [Em] verdween weer in het niets.
[Gm] Thuis was het echt geen vetgot, [D] het was [Bm] altijd feest.
[E] Want iedereen was blij als [A] oma Jan weer was geweest.
Want [D] we gingen op vakantie [Bm] van het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] die aan die centen kwam.
[Gbm] Dan kon ons nijmegen schelen dus [B] benamen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] naar vragen.
[D] Want hebben een plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het vandaan had, heeft [B] nog niemand ons verteld.
Of [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm]
[G] [A] [D] Toen ik wat ouder werd, [Gbm] kreeg ik al snel een baan.
[Am] En het werd voor mij [B] een raadsel, [Em] hoe mijn oom dat had gedaan.
[Gm] Hij had geen baan of erfenis [D] en zat maar voor [B] de buis.
[Bm] Dat zag ik als [E] ik langs reed, [Em] op weg van werk naar huis.
[D] Het viel me op dat oma Jan [Gbm] zich toch wel vreemd gedroeg.
[Am] Je zag hem nooit [B] met vrienden [Em] of gezellig in de kroeg.
[Gm] Hij kwam steeds minder vaak, maar het [D] was [Bm] altijd prijs.
[E] Want als hij daar nog langskwam, [A] dan kon we op reis.
Want [D] we gingen op vakantie van [Bm] het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] hij aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig scheren, dus [B] we namen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] naar vragen.
[D] Want hebben een plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het van afkreeg, [B] nog niemand ons vertelt.
O, [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] [Fm] [Bb]
[Eb] Nu heb ik maanden niets gehoord [Gm] en ben naar hem op zoek.
[Bbm] Ik vind hem in [C] een kamertje, [Fm] verloren in een boek.
[Abm] En dan vertelt hij zijn verhaal, [Eb] onthult [Gm] hij zijn geheim.
[Cm] Hoe die het voor [F] elkaar kreeg, zo'n goeie oom [Bb] te zijn.
[Eb] Wanneer ik hem vertel, dat ik [Gm] echt heel veel van hem hou.
[Bbm] Krijgt hij tranen in [C] zijn ogen [Fm] en hij toont opeens de raam.
[Abm] Het wordt wel even wennen voor [Eb] ons [Cm] allebei.
[F] Gaan die stalen tralies [Bb] tussen oma Jan en mij.
Want [Eb] we gingen op vakantie van [Cm] het geld van oma Jan.
[Fm] En niemand leek te weten hoe [Bb] hij aan die centen kwam.
[Gm] Dat kon ons bijna schelen, dus [C] we namen het verhaal.
Niks [Fm] te klagen, niet [Bb] naar dragen.
[Eb] Want we hebben een plezier gehad [Cm] van oma Jan zijn geld.
[Fm] En daarom was ook iedereen [Bb] enorm op hem gesteld.
[Gm] En waar hij het van daarna geeft, [C] nog niemand ons vertelt.
O, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm]
O, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm]
O, [Fm] die lieve [Bb] oma Jan.
[Eb] Tot volgende week, [Cm]
en ben [Fm] ik weer bij.
[Bb] [Eb] [Cm] [Bb] [Eb] [Cm]
[Fm] [Bb] [Eb] [Cm]
[Fm] [Db]
[Gb] [B] [Em] [A]
[D] Mijn moeder had een broertje, [Gbm] dat was mijn oma Jan.
[Am] En elke [B] zondagmiddag [Em] kwam hij altijd eke aan.
[Gm] Hij hield niet van familie, [D] van kinderen hield [B] hij wel.
[Bm] Hij bleef zijn [E] hele leven [Em] een echte vrijgezel.
[D] Ik kreeg van oma Jan ineens mijn [Gbm] allereerste fiets.
[Am] Hij zei, die is [B] voor jou mop en [Em] verdween weer in het niets.
[Gm] Thuis was het echt geen vetgot, [D] het was [Bm] altijd feest.
[E] Want iedereen was blij als [A] oma Jan weer was geweest.
Want [D] we gingen op vakantie [Bm] van het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] die aan die centen kwam.
[Gbm] Dan kon ons nijmegen schelen dus [B] benamen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] naar vragen.
[D] Want hebben een plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het vandaan had, heeft [B] nog niemand ons verteld.
Of [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm]
[G] [A] [D] Toen ik wat ouder werd, [Gbm] kreeg ik al snel een baan.
[Am] En het werd voor mij [B] een raadsel, [Em] hoe mijn oom dat had gedaan.
[Gm] Hij had geen baan of erfenis [D] en zat maar voor [B] de buis.
[Bm] Dat zag ik als [E] ik langs reed, [Em] op weg van werk naar huis.
[D] Het viel me op dat oma Jan [Gbm] zich toch wel vreemd gedroeg.
[Am] Je zag hem nooit [B] met vrienden [Em] of gezellig in de kroeg.
[Gm] Hij kwam steeds minder vaak, maar het [D] was [Bm] altijd prijs.
[E] Want als hij daar nog langskwam, [A] dan kon we op reis.
Want [D] we gingen op vakantie van [Bm] het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] hij aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig scheren, dus [B] we namen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] naar vragen.
[D] Want hebben een plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het van afkreeg, [B] nog niemand ons vertelt.
O, [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] [Fm] [Bb]
[Eb] Nu heb ik maanden niets gehoord [Gm] en ben naar hem op zoek.
[Bbm] Ik vind hem in [C] een kamertje, [Fm] verloren in een boek.
[Abm] En dan vertelt hij zijn verhaal, [Eb] onthult [Gm] hij zijn geheim.
[Cm] Hoe die het voor [F] elkaar kreeg, zo'n goeie oom [Bb] te zijn.
[Eb] Wanneer ik hem vertel, dat ik [Gm] echt heel veel van hem hou.
[Bbm] Krijgt hij tranen in [C] zijn ogen [Fm] en hij toont opeens de raam.
[Abm] Het wordt wel even wennen voor [Eb] ons [Cm] allebei.
[F] Gaan die stalen tralies [Bb] tussen oma Jan en mij.
Want [Eb] we gingen op vakantie van [Cm] het geld van oma Jan.
[Fm] En niemand leek te weten hoe [Bb] hij aan die centen kwam.
[Gm] Dat kon ons bijna schelen, dus [C] we namen het verhaal.
Niks [Fm] te klagen, niet [Bb] naar dragen.
[Eb] Want we hebben een plezier gehad [Cm] van oma Jan zijn geld.
[Fm] En daarom was ook iedereen [Bb] enorm op hem gesteld.
[Gm] En waar hij het van daarna geeft, [C] nog niemand ons vertelt.
O, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm]
O, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm]
O, [Fm] die lieve [Bb] oma Jan.
[Eb] Tot volgende week, [Cm]
en ben [Fm] ik weer bij.
[Bb] [Eb] [Cm] [Bb] [Eb] [Cm]
[Fm] [Bb] [Eb] [Cm]
[Fm] [Db]
Key:
Em
D
A
Fm
Bb
Em
D
A
_ _ _ [Bm] _ _ _ _ [A] _
_ [Gb] _ _ [B] _ _ [Em] _ _ [A] _
[D] Mijn moeder had een broertje, [Gbm] dat was mijn oma Jan.
[Am] En elke [B] zondagmiddag [Em] kwam hij altijd eke aan.
[Gm] Hij hield niet van familie, [D] van kinderen hield [B] hij wel.
[Bm] Hij bleef zijn [E] hele leven [Em] een echte vrijgezel.
[D] Ik kreeg van oma Jan ineens mijn [Gbm] allereerste fiets.
[Am] Hij zei, die is [B] voor jou mop en [Em] verdween weer in het niets.
[Gm] Thuis was het echt geen vetgot, [D] het was [Bm] altijd feest.
[E] Want iedereen was blij als [A] oma Jan weer was geweest.
Want [D] we gingen op vakantie [Bm] van het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] die aan die centen kwam.
[Gbm] Dan kon ons nijmegen schelen dus [B] benamen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] naar vragen.
[D] Want hebben een plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het vandaan had, heeft [B] nog niemand ons verteld.
Of [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] _
_ [G] _ _ [A] _ [D] Toen ik wat ouder werd, [Gbm] kreeg ik al snel een baan.
[Am] En het werd voor mij [B] een raadsel, [Em] hoe mijn oom dat had gedaan.
[Gm] Hij had geen baan of erfenis [D] en zat maar voor [B] de buis.
[Bm] Dat zag ik als [E] ik langs reed, [Em] op weg van werk naar huis.
[D] Het viel me op dat oma Jan [Gbm] zich toch wel vreemd gedroeg.
[Am] Je zag hem nooit [B] met vrienden [Em] of gezellig in de kroeg.
[Gm] Hij kwam steeds minder vaak, maar het [D] was [Bm] altijd prijs.
[E] Want als hij daar nog langskwam, [A] dan kon we op reis.
Want [D] we gingen op vakantie van [Bm] het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] hij aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig scheren, dus [B] we namen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] naar vragen.
[D] Want hebben een plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het van afkreeg, [B] nog niemand ons vertelt.
O, [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] _ _ [Fm] _ _ [Bb] _
[Eb] Nu heb ik maanden niets gehoord [Gm] en ben naar hem op zoek.
[Bbm] Ik vind hem in [C] een kamertje, [Fm] verloren in een boek.
[Abm] En dan vertelt hij zijn verhaal, [Eb] onthult [Gm] hij zijn geheim.
[Cm] Hoe die het voor [F] elkaar kreeg, zo'n goeie oom [Bb] te zijn.
_ [Eb] Wanneer ik hem vertel, dat ik [Gm] echt heel veel van hem hou.
[Bbm] Krijgt hij tranen in [C] zijn ogen [Fm] en hij toont opeens de raam.
[Abm] Het wordt wel even wennen voor [Eb] ons [Cm] allebei.
[F] Gaan die stalen tralies [Bb] tussen oma Jan en mij.
Want [Eb] we gingen op vakantie van [Cm] het geld van oma Jan.
[Fm] En niemand leek te weten hoe [Bb] hij aan die centen kwam.
[Gm] Dat kon ons bijna schelen, dus [C] we namen het verhaal.
Niks [Fm] te klagen, niet [Bb] naar dragen.
[Eb] Want we hebben een plezier gehad [Cm] van oma Jan zijn geld.
[Fm] En daarom was ook iedereen [Bb] enorm op hem gesteld.
[Gm] En waar hij het van daarna geeft, [C] nog niemand ons vertelt.
O, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
_ [Cm]
O, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm]
O, [Fm] die lieve [Bb] oma Jan.
[Eb] Tot volgende week, [Cm]
en ben [Fm] ik weer bij.
_ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Cm] _ _ _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Cm] _
_ [Fm] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Cm] _
_ [Fm] _ _ [Db] _ _ _ _ _
_ [Gb] _ _ [B] _ _ [Em] _ _ [A] _
[D] Mijn moeder had een broertje, [Gbm] dat was mijn oma Jan.
[Am] En elke [B] zondagmiddag [Em] kwam hij altijd eke aan.
[Gm] Hij hield niet van familie, [D] van kinderen hield [B] hij wel.
[Bm] Hij bleef zijn [E] hele leven [Em] een echte vrijgezel.
[D] Ik kreeg van oma Jan ineens mijn [Gbm] allereerste fiets.
[Am] Hij zei, die is [B] voor jou mop en [Em] verdween weer in het niets.
[Gm] Thuis was het echt geen vetgot, [D] het was [Bm] altijd feest.
[E] Want iedereen was blij als [A] oma Jan weer was geweest.
Want [D] we gingen op vakantie [Bm] van het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] die aan die centen kwam.
[Gbm] Dan kon ons nijmegen schelen dus [B] benamen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] naar vragen.
[D] Want hebben een plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het vandaan had, heeft [B] nog niemand ons verteld.
Of [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] _
_ [G] _ _ [A] _ [D] Toen ik wat ouder werd, [Gbm] kreeg ik al snel een baan.
[Am] En het werd voor mij [B] een raadsel, [Em] hoe mijn oom dat had gedaan.
[Gm] Hij had geen baan of erfenis [D] en zat maar voor [B] de buis.
[Bm] Dat zag ik als [E] ik langs reed, [Em] op weg van werk naar huis.
[D] Het viel me op dat oma Jan [Gbm] zich toch wel vreemd gedroeg.
[Am] Je zag hem nooit [B] met vrienden [Em] of gezellig in de kroeg.
[Gm] Hij kwam steeds minder vaak, maar het [D] was [Bm] altijd prijs.
[E] Want als hij daar nog langskwam, [A] dan kon we op reis.
Want [D] we gingen op vakantie van [Bm] het geld van oma Jan.
[Em] En niemand leek te weten hoe [A] hij aan die centen kwam.
[Gbm] Dat kon ons weinig scheren, dus [B] we namen het ervan.
Niets [Em] te klagen, niet [A] naar vragen.
[D] Want hebben een plezier gehad [Bm] van oma Jan zijn geld.
[Em] En daarom was ook iedereen [A] enorm op hem gesteld.
[Gbm] En waar hij het van afkreeg, [B] nog niemand ons vertelt.
O, [Em] die [A] lieve [D] oma Jan.
[Bm] _ _ [Fm] _ _ [Bb] _
[Eb] Nu heb ik maanden niets gehoord [Gm] en ben naar hem op zoek.
[Bbm] Ik vind hem in [C] een kamertje, [Fm] verloren in een boek.
[Abm] En dan vertelt hij zijn verhaal, [Eb] onthult [Gm] hij zijn geheim.
[Cm] Hoe die het voor [F] elkaar kreeg, zo'n goeie oom [Bb] te zijn.
_ [Eb] Wanneer ik hem vertel, dat ik [Gm] echt heel veel van hem hou.
[Bbm] Krijgt hij tranen in [C] zijn ogen [Fm] en hij toont opeens de raam.
[Abm] Het wordt wel even wennen voor [Eb] ons [Cm] allebei.
[F] Gaan die stalen tralies [Bb] tussen oma Jan en mij.
Want [Eb] we gingen op vakantie van [Cm] het geld van oma Jan.
[Fm] En niemand leek te weten hoe [Bb] hij aan die centen kwam.
[Gm] Dat kon ons bijna schelen, dus [C] we namen het verhaal.
Niks [Fm] te klagen, niet [Bb] naar dragen.
[Eb] Want we hebben een plezier gehad [Cm] van oma Jan zijn geld.
[Fm] En daarom was ook iedereen [Bb] enorm op hem gesteld.
[Gm] En waar hij het van daarna geeft, [C] nog niemand ons vertelt.
O, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
_ [Cm]
O, [Fm] die [Bb] lieve [Eb] oma Jan.
[Cm]
O, [Fm] die lieve [Bb] oma Jan.
[Eb] Tot volgende week, [Cm]
en ben [Fm] ik weer bij.
_ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Cm] _ _ _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Cm] _
_ [Fm] _ _ [Bb] _ _ [Eb] _ _ [Cm] _
_ [Fm] _ _ [Db] _ _ _ _ _