Opwekking 657 Zie het kruis Chords

_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ [G] _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ [G] _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _ _
[F] _ _ _ _ _ _ [D] _ _
[G] _ _ _ _ [C] _ _ [D] _ _
[G] _ _ _ _ [C] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [F] Zie [G] de dag [C] breekt aan, _ _ [G] vol van _
[C] _ _ duisternis, [F] _ _ _
Christus [C] op weg naar _ _ _ _ Gogolta.
_ [G] _ _ [F] _
[A] Zondag schrepen _ Hem _ [G] en _ [C] bespotten Hem, [F] _ _
sloegen [D] Hem [C] aan _ _ _ kruis.
_ [G] _ _ Zie [F] het _ _ _ kruis, [G] voel zijn [C] _ _ _ kracht, _ [F] Christus _ _ _ loog, [G] _
onze [C] _ _ _ straf _ [F] werd _ _ _ _ [D] veracht.
[G] Maar het lacht [C] _ vergeeft in _
_ [G] _ stervendaam [C] het _ _ kruis.
_ _ _ _ [F] [G] Onze [C] ziemond, _ hij, uw _
[G] gelaken _ hoort, _ [F] als al die _ _ zonnen [Dm] _
[C] op [G] u dreunt.
_ _ [Am] _ _
[G] Beterheid [C] _ _ beaart, _ [G] elke [C] slechte _ daag [F] _
komt [C] uw _ bemoed _ [G] _ _
_ _ bezicht.
[C] Zie [F] het _ _ _ kruis, [G] voel zijn [C] _
_ _ kracht, _ [F] Christus _ _ _ loog, [G] _ [C] onze _ _ straf _ werd [F] _ _
_ _ veracht.
[D] _ [G] Maar het lacht _ [C] vergeeft [F] in _ [G] _ _
stervendaam het [Am] _ kruis.
[D] _ _
[G] _ _ _ _ _ _ [C] _ _
[F] _ _ _ [C] _ _ _ _ _
[Am] _ _ _ _ [D] _ _ [G] _ _
_ _ _ _ [C] _ _ [F] _ _
[C] _ _ _ _ _ _ _
[F] Nu [G] doort al [C] het _ licht _ [G] en de aarde _ _ [C] beekt, [F] _ want Hij, [C] haar Maker, _
[D] _ buigt [G] zijn _ mond.
[A] _ Zie [G] de [C] voornaam _ sleut, _ [G] door de leven _ heer, [F] _ dat God het is _ [G] _ _ volbracht.
_ [G] _
[C] Zie [F] het _ _ _ kruis, _
[G] [C] voel zijn _ _ _ kracht, _
_ [F] Christus _ _ _ loog, [C] onze _ _ _ straf _ [F] werd _ veracht. _ _ _
[D] [G] Maar _ _ [G] _ _ [C] het [F] lacht vergeeft in stervendaam het [Am] _ _
_ [D] kruis.
[G] _ _ _ _ _
[E] _ [A] _ _ _ _ _ _ [D] _
_ [G] _ _ [D] _ _ _ _ _
_ [G] We [A] zien _ [D] _ _
oprenaan, _ [A] in uw [D] wonden _ staan, [G] _ maar voor [D] uw rij, _
_ [Em] werkt _ [A] _ _ _ _
[G] _ ons die [D] slechte _ _ daag.
We _ _ _ _ _
[G] zien _ _ [D] _ _ _ _
_ [A] _ _ _ [G] _ _ [D] _ _
[G] _ _ _ oprenaan, _ [A] _
[D] in uw wonden _ staan, maar [G] voor _ _ _ uw rij, [A] _
[D] werkt ons _ _ _ die slechte daag. _ _
[G] _ _ _ _ _ _ [E] _ _
[A] _ _ _ _ [D] _ _ [G] _ _
[A] _ _ _ _ [D] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ [A] _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _