Laat Ze Maar Lullen Chords by Peter Beense
Tempo:
123 bpm
Chords used:
Bb
A
Eb
D
Ab
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Je hoort soms van [Gm] die verhalen, [Bb] hoe komen ze daar toch [A] weer bij?
[Dm] Waar zou hij het toch [Gm] van betalen?
[Bb] Ach, ze kussen er zeker [A] wat bij.
[C] Soms kun je je oren niet [F] geloven, [A] de roddels gaan over [Dm] straat.
[C] Maar vaak is toch alles [F] gelogen, ach, [Bb] je weet hoe het allemaal [A] gaat.
[D] Ze mogen van me zeggen wat ze willen, ik trek me daar toch lekker niets [A] van aan.
[Em] Want wat ze collecten is soms om [A] te gillen, ik blijf mijn eigen gang [D] toch aan.
[A] Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, ik ben die praatjes nu het [G] middagzaad.
Ik laat ze [Bm] lekker brullen, [G] er is overal [D] kalmaat.
[Dm]
En ga je te vaak op [Gm] vakantie, [Bb] of staat er een nieuwe auto [A] voor de deur?
[Dm] Dan moet je de buren [Gm] eens horen, [Bb] ze kiezen het liefst nog [A] de kleur.
[C] De buurt kent nog zo weinig [F] vrienden, [A] ze loeren vanachter het [Dm] gordijn.
[C] Om te zien of ze wat van je [F] vinden, laat [Bb] ze daar dan gelukkig mee [A] zijn.
Ze [D] mogen van me zeggen wat ze willen, ik trek me daar toch lekker niets [A] van aan.
[Em] Want wat ze collecten is soms om [A] te gillen, ik blijf mijn eigen gang toch [D] aan.
Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, ik ben die praatjes nu het [G] middagzaad.
Ik laat [A] ze lekker [Bm] brullen, er [G] is [A] overal [D] kalmaat.
[Bb] [Eb] Ze mogen van me zeggen wat ze willen, ik trek me daar toch lekker niets [Bb] van aan.
[Fm] Want wat ze collecten is soms om [Bb] te gillen, ik blijf mijn eigen gang toch [Eb] aan.
[Bb] [Eb] Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, ik ben die praatjes nu het [Ab] middagzaad.
Ik laat ze [Bb] lekker [Cm] brullen, er [Ab] is [Bb] overal [Eb] kalmaat.
[Bb]
[Eb]
[Bb]
[Fm] [Bb]
[Eb]
Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, ik ben die praatjes nu het [Ab] middagzaad.
Ik laat [Bb] ze lekker [Cm] brullen, er [Ab] is [Bb] overal [Eb] kalmaat.
[Ab] Ik laat [Bb] ze lekker [Cm] brullen, er [Ab] is [Bb] overal [Eb] kalmaat.
[Bb] [Eb]
[Dm] Waar zou hij het toch [Gm] van betalen?
[Bb] Ach, ze kussen er zeker [A] wat bij.
[C] Soms kun je je oren niet [F] geloven, [A] de roddels gaan over [Dm] straat.
[C] Maar vaak is toch alles [F] gelogen, ach, [Bb] je weet hoe het allemaal [A] gaat.
[D] Ze mogen van me zeggen wat ze willen, ik trek me daar toch lekker niets [A] van aan.
[Em] Want wat ze collecten is soms om [A] te gillen, ik blijf mijn eigen gang [D] toch aan.
[A] Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, ik ben die praatjes nu het [G] middagzaad.
Ik laat ze [Bm] lekker brullen, [G] er is overal [D] kalmaat.
[Dm]
En ga je te vaak op [Gm] vakantie, [Bb] of staat er een nieuwe auto [A] voor de deur?
[Dm] Dan moet je de buren [Gm] eens horen, [Bb] ze kiezen het liefst nog [A] de kleur.
[C] De buurt kent nog zo weinig [F] vrienden, [A] ze loeren vanachter het [Dm] gordijn.
[C] Om te zien of ze wat van je [F] vinden, laat [Bb] ze daar dan gelukkig mee [A] zijn.
Ze [D] mogen van me zeggen wat ze willen, ik trek me daar toch lekker niets [A] van aan.
[Em] Want wat ze collecten is soms om [A] te gillen, ik blijf mijn eigen gang toch [D] aan.
Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, ik ben die praatjes nu het [G] middagzaad.
Ik laat [A] ze lekker [Bm] brullen, er [G] is [A] overal [D] kalmaat.
[Bb] [Eb] Ze mogen van me zeggen wat ze willen, ik trek me daar toch lekker niets [Bb] van aan.
[Fm] Want wat ze collecten is soms om [Bb] te gillen, ik blijf mijn eigen gang toch [Eb] aan.
[Bb] [Eb] Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, ik ben die praatjes nu het [Ab] middagzaad.
Ik laat ze [Bb] lekker [Cm] brullen, er [Ab] is [Bb] overal [Eb] kalmaat.
[Bb]
[Eb]
[Bb]
[Fm] [Bb]
[Eb]
Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, ik ben die praatjes nu het [Ab] middagzaad.
Ik laat [Bb] ze lekker [Cm] brullen, er [Ab] is [Bb] overal [Eb] kalmaat.
[Ab] Ik laat [Bb] ze lekker [Cm] brullen, er [Ab] is [Bb] overal [Eb] kalmaat.
[Bb] [Eb]
Key:
Bb
A
Eb
D
Ab
Bb
A
Eb
_ _ _ _ _ _ _
Je hoort soms van [Gm] die verhalen, [Bb] hoe komen ze daar toch [A] weer bij?
[Dm] Waar zou hij het toch [Gm] van betalen? _
[Bb] Ach, ze kussen er zeker [A] wat bij. _
[C] Soms kun je je oren niet [F] geloven, _ [A] de roddels gaan over [Dm] _ straat.
[C] Maar vaak is toch alles [F] gelogen, ach, [Bb] je weet hoe het allemaal [A] _ _ gaat.
_ _ _ [D] Ze mogen van me zeggen wat ze willen, _ ik trek me daar toch lekker niets [A] van aan.
_ [Em] Want wat ze collecten is soms om [A] te gillen, ik blijf mijn eigen gang [D] toch aan.
_ [A] Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, _ ik ben die praatjes nu het [G] _ middagzaad.
Ik laat ze [Bm] lekker brullen, _ [G] er is _ overal [D] _ kalmaat.
_ [Dm] _ _ _ _
_ _ _ _ En ga je te vaak op [Gm] _ vakantie, [Bb] of staat er een nieuwe auto [A] voor de deur?
[Dm] Dan moet je de buren [Gm] eens horen, _ [Bb] ze kiezen het liefst nog [A] de kleur.
[C] De buurt kent nog zo weinig [F] _ vrienden, [A] ze loeren vanachter het [Dm] gordijn.
_ [C] Om te zien of ze wat van je [F] vinden, laat [Bb] ze daar dan gelukkig mee [A] _ zijn.
_ _ _ Ze [D] mogen van me zeggen wat ze willen, _ ik trek me daar toch lekker niets [A] van aan. _
[Em] Want wat ze collecten is soms om [A] te gillen, ik blijf mijn eigen gang toch [D] aan. _
Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, _ ik ben die praatjes nu het [G] middagzaad. _
Ik laat [A] ze lekker [Bm] brullen, er [G] is _ [A] overal [D] _ kalmaat. _
[Bb] _ _ _ [Eb] Ze mogen van me zeggen wat ze willen, _ ik trek me daar toch lekker niets [Bb] van aan.
_ [Fm] Want wat ze collecten is soms om [Bb] te gillen, ik blijf mijn eigen gang toch [Eb] aan.
[Bb] _ [Eb] Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, _ ik ben die praatjes nu het [Ab] middagzaad.
_ Ik laat ze [Bb] lekker [Cm] brullen, er [Ab] is _ [Bb] overal [Eb] kalmaat.
_ _ [Bb] _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
[Fm] _ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ [Eb] _ _ _
Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, _ ik ben die praatjes nu het [Ab] middagzaad. _
Ik laat [Bb] ze lekker [Cm] brullen, er [Ab] is _ [Bb] overal [Eb] _ kalmaat.
[Ab] Ik laat [Bb] ze lekker [Cm] brullen, er [Ab] is _ [Bb] overal [Eb] kalmaat. _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ _ _ _ _
Je hoort soms van [Gm] die verhalen, [Bb] hoe komen ze daar toch [A] weer bij?
[Dm] Waar zou hij het toch [Gm] van betalen? _
[Bb] Ach, ze kussen er zeker [A] wat bij. _
[C] Soms kun je je oren niet [F] geloven, _ [A] de roddels gaan over [Dm] _ straat.
[C] Maar vaak is toch alles [F] gelogen, ach, [Bb] je weet hoe het allemaal [A] _ _ gaat.
_ _ _ [D] Ze mogen van me zeggen wat ze willen, _ ik trek me daar toch lekker niets [A] van aan.
_ [Em] Want wat ze collecten is soms om [A] te gillen, ik blijf mijn eigen gang [D] toch aan.
_ [A] Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, _ ik ben die praatjes nu het [G] _ middagzaad.
Ik laat ze [Bm] lekker brullen, _ [G] er is _ overal [D] _ kalmaat.
_ [Dm] _ _ _ _
_ _ _ _ En ga je te vaak op [Gm] _ vakantie, [Bb] of staat er een nieuwe auto [A] voor de deur?
[Dm] Dan moet je de buren [Gm] eens horen, _ [Bb] ze kiezen het liefst nog [A] de kleur.
[C] De buurt kent nog zo weinig [F] _ vrienden, [A] ze loeren vanachter het [Dm] gordijn.
_ [C] Om te zien of ze wat van je [F] vinden, laat [Bb] ze daar dan gelukkig mee [A] _ zijn.
_ _ _ Ze [D] mogen van me zeggen wat ze willen, _ ik trek me daar toch lekker niets [A] van aan. _
[Em] Want wat ze collecten is soms om [A] te gillen, ik blijf mijn eigen gang toch [D] aan. _
Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, _ ik ben die praatjes nu het [G] middagzaad. _
Ik laat [A] ze lekker [Bm] brullen, er [G] is _ [A] overal [D] _ kalmaat. _
[Bb] _ _ _ [Eb] Ze mogen van me zeggen wat ze willen, _ ik trek me daar toch lekker niets [Bb] van aan.
_ [Fm] Want wat ze collecten is soms om [Bb] te gillen, ik blijf mijn eigen gang toch [Eb] aan.
[Bb] _ [Eb] Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, _ ik ben die praatjes nu het [Ab] middagzaad.
_ Ik laat ze [Bb] lekker [Cm] brullen, er [Ab] is _ [Bb] overal [Eb] kalmaat.
_ _ [Bb] _ _ _ _
[Eb] _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
[Fm] _ _ _ _ [Bb] _ _ _ _
_ _ _ _ [Eb] _ _ _
Ze moeten maar eens naar zichzelf kijken, _ ik ben die praatjes nu het [Ab] middagzaad. _
Ik laat [Bb] ze lekker [Cm] brullen, er [Ab] is _ [Bb] overal [Eb] _ kalmaat.
[Ab] Ik laat [Bb] ze lekker [Cm] brullen, er [Ab] is _ [Bb] overal [Eb] kalmaat. _ _
[Bb] _ _ [Eb] _ _ _ _ _ _