Psalm 63A (U bent mijn God) - Christian Verwoerd Chords
Tempo:
114.65 bpm
Chords used:
B
E
D
Gb
G
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
[B]
[E] [B] [E]
[B] [Gb] [B]
[E]
[B] [Db] [Bm]
[Gb] [B] O God, [E] U bent [B] mijn God, [Abm] [B] U zoek ik vroeg in de morgen.
[Eb] Mijn ziel doost [Abm] naar U, [B] mijn lichaam [E] verlangt naar [B] U.
In een [E] land,
[B] door [Gb] een doorstoot, zonder [B] water.
O
[E] [B] [E]
[Gb] [B]
God, U [E] bent [B] mijn God,
[Abm] U [E] zoek ik vroeg [B] in de morgen.
[Ebm] Mijn [Eb] ziel doost [Abm] naar U, [Ebm] mijn lichaam [E] verlangt naar [B] U.
In [E] een land, [B] door een doorstoot, zonder water.
Zo [Abm]
sterk verlangt, [Gb] heb ik U [B] eerder, in uw heiligdom [E] gezocht.
[B] [Abm] Daar zag ik toen [Gb] uw grote sterkte, [B] uw grote kracht en [E]
[Gb] [E] heerlijkheid.
[Gb]
[B] O God, [E] U bent [B] mijn God, [Abm] U zoek ik vroeg in [B] de morgen.
[Eb] Mijn ziel doost naar [Abm] U, [Ebm] mijn [B] lichaam [E] verlangt naar [Ab] U.
In een [E] land,
[B] door een doorstoot, zonder water.
[Gb] [Abm] Uw trouw en [Gb] goedheid zijn immers beter, [B]
beter dan het [E] leven zelf.
[Abm] Mijn lippen zullen [Gb] U daarom [B] prijzen, ik zege U mijn [E] leven lang.
[Abm] Uw trouw en [Gb] goedheid zijn immers beter, [B] beter dan het leven [E] zelf.
Mijn [Abm] lippen [Gb] zullen U daarom prijzen, [B] ik zege U [E] mijn [B] leven lang.
[Gb] [D] O God, U [G] bent [D] mijn God,
[Bm] U [G] zoek ik vroeg in de [D] morgen.
[Gb] Mijn ziel doost [Bm] naar U, mijn [Gbm] lichaam [G] verlangt naar [A] U.
[D] O [G] God, U bent [D] mijn God, [Bm] U zoek [G] ik vroeg in [D] de morgen.
[Gb] Mijn ziel doost [Bm] naar U, [D] mijn lichaam [G] verlangt naar U.
[D]
Woon [G] bij U, ja [D] bij U hier, vind ik leven.
[G] [D]
[G] [A]
[D]
[G] [D] [G]
[D] [A] [D]
[G] [D] [G]
[D] [A]
[D]
[E] [B] [E]
[B] [Gb] [B]
[E]
[B] [Db] [Bm]
[Gb] [B] O God, [E] U bent [B] mijn God, [Abm] [B] U zoek ik vroeg in de morgen.
[Eb] Mijn ziel doost [Abm] naar U, [B] mijn lichaam [E] verlangt naar [B] U.
In een [E] land,
[B] door [Gb] een doorstoot, zonder [B] water.
O
[E] [B] [E]
[Gb] [B]
God, U [E] bent [B] mijn God,
[Abm] U [E] zoek ik vroeg [B] in de morgen.
[Ebm] Mijn [Eb] ziel doost [Abm] naar U, [Ebm] mijn lichaam [E] verlangt naar [B] U.
In [E] een land, [B] door een doorstoot, zonder water.
Zo [Abm]
sterk verlangt, [Gb] heb ik U [B] eerder, in uw heiligdom [E] gezocht.
[B] [Abm] Daar zag ik toen [Gb] uw grote sterkte, [B] uw grote kracht en [E]
[Gb] [E] heerlijkheid.
[Gb]
[B] O God, [E] U bent [B] mijn God, [Abm] U zoek ik vroeg in [B] de morgen.
[Eb] Mijn ziel doost naar [Abm] U, [Ebm] mijn [B] lichaam [E] verlangt naar [Ab] U.
In een [E] land,
[B] door een doorstoot, zonder water.
[Gb] [Abm] Uw trouw en [Gb] goedheid zijn immers beter, [B]
beter dan het [E] leven zelf.
[Abm] Mijn lippen zullen [Gb] U daarom [B] prijzen, ik zege U mijn [E] leven lang.
[Abm] Uw trouw en [Gb] goedheid zijn immers beter, [B] beter dan het leven [E] zelf.
Mijn [Abm] lippen [Gb] zullen U daarom prijzen, [B] ik zege U [E] mijn [B] leven lang.
[Gb] [D] O God, U [G] bent [D] mijn God,
[Bm] U [G] zoek ik vroeg in de [D] morgen.
[Gb] Mijn ziel doost [Bm] naar U, mijn [Gbm] lichaam [G] verlangt naar [A] U.
[D] O [G] God, U bent [D] mijn God, [Bm] U zoek [G] ik vroeg in [D] de morgen.
[Gb] Mijn ziel doost [Bm] naar U, [D] mijn lichaam [G] verlangt naar U.
[D]
Woon [G] bij U, ja [D] bij U hier, vind ik leven.
[G] [D]
[G] [A]
[D]
[G] [D] [G]
[D] [A] [D]
[G] [D] [G]
[D] [A]
[D]
Key:
B
E
D
Gb
G
B
E
D
[B] _ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ [B] _ _ _ [E] _ _
[B] _ _ _ [Gb] _ _ _ [B] _ _
_ _ _ _ _ _ [E] _ _
[B] _ _ _ [Db] _ _ _ [Bm] _ _
_ [Gb] _ _ [B] O God, [E] U bent [B] mijn God, _ _ _ [Abm] [B] U zoek ik vroeg in de morgen. _ _ _
[Eb] _ Mijn ziel doost [Abm] naar U, [B] mijn lichaam [E] _ verlangt naar [B] U.
_ _ In een [E] land, _
_ [B] door [Gb] een doorstoot, zonder [B] water.
_ _ _ O _
_ [E] _ _ [B] _ _ _ [E] _ _
[Gb] _ _ _ _ _ _ [B] _
God, U [E] bent [B] mijn God, _ _
[Abm] _ U [E] zoek ik vroeg [B] in de morgen.
_ _ _ [Ebm] Mijn [Eb] ziel doost [Abm] naar U, [Ebm] mijn lichaam _ [E] verlangt naar _ [B] U.
_ In [E] een land, _ [B] _ door een doorstoot, _ zonder water.
_ Zo _ _ _ _ _ _ [Abm] _
sterk verlangt, [Gb] _ heb ik U [B] eerder, _ in uw heiligdom [E] gezocht.
_ _ [B] _ [Abm] Daar zag ik toen [Gb] uw _ grote sterkte, [B] uw grote kracht en [E] _ _ _ _
[Gb] _ _ [E] heerlijkheid.
_ _ [Gb] _ _
_ _ _ _ [B] O God, [E] U bent [B] mijn God, _ _ _ [Abm] U zoek ik vroeg in [B] de morgen. _ _ _
[Eb] _ Mijn ziel doost naar [Abm] U, [Ebm] mijn [B] lichaam [E] _ verlangt naar [Ab] _ U.
_ In een [E] land, _
[B] _ door een doorstoot, _ zonder _ water. _ _ _ _ _
_ _ [Gb] _ [Abm] Uw trouw en [Gb] goedheid zijn immers beter, [B] _
beter dan het [E] leven zelf. _ _ _
[Abm] _ Mijn lippen zullen [Gb] U daarom _ [B] prijzen, ik zege U mijn [E] leven lang.
_ _ _ _ [Abm] Uw trouw en _ [Gb] goedheid zijn immers beter, [B] _ _ beter dan het leven [E] zelf.
Mijn _ [Abm] _ lippen _ [Gb] zullen U daarom prijzen, [B] ik zege U [E] mijn _ _ _ [B] leven lang.
[Gb] _ _ [D] O God, U [G] bent [D] mijn God, _ _
[Bm] _ U [G] zoek ik vroeg in de [D] morgen.
_ _ _ [Gb] Mijn ziel doost [Bm] naar U, mijn [Gbm] lichaam _ [G] verlangt naar _ [A] _ U. _ _
[D] _ O [G] God, U bent [D] mijn God, _ _ [Bm] U zoek [G] ik vroeg in [D] de morgen.
_ _ _ [Gb] _ Mijn ziel doost [Bm] naar U, _ [D] mijn lichaam [G] _ verlangt _ naar U.
[D] _
_ _ _ _ _ _ Woon [G] bij U, _ ja [D] bij U hier, _ vind ik leven. _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ [D] _ _
_ [G] _ _ [A] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ [D] _ _ _ [G] _ _
[D] _ [A] _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [G] _ _ [D] _ _ _ _ [G] _
_ [D] _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[E] _ _ _ [B] _ _ _ [E] _ _
[B] _ _ _ [Gb] _ _ _ [B] _ _
_ _ _ _ _ _ [E] _ _
[B] _ _ _ [Db] _ _ _ [Bm] _ _
_ [Gb] _ _ [B] O God, [E] U bent [B] mijn God, _ _ _ [Abm] [B] U zoek ik vroeg in de morgen. _ _ _
[Eb] _ Mijn ziel doost [Abm] naar U, [B] mijn lichaam [E] _ verlangt naar [B] U.
_ _ In een [E] land, _
_ [B] door [Gb] een doorstoot, zonder [B] water.
_ _ _ O _
_ [E] _ _ [B] _ _ _ [E] _ _
[Gb] _ _ _ _ _ _ [B] _
God, U [E] bent [B] mijn God, _ _
[Abm] _ U [E] zoek ik vroeg [B] in de morgen.
_ _ _ [Ebm] Mijn [Eb] ziel doost [Abm] naar U, [Ebm] mijn lichaam _ [E] verlangt naar _ [B] U.
_ In [E] een land, _ [B] _ door een doorstoot, _ zonder water.
_ Zo _ _ _ _ _ _ [Abm] _
sterk verlangt, [Gb] _ heb ik U [B] eerder, _ in uw heiligdom [E] gezocht.
_ _ [B] _ [Abm] Daar zag ik toen [Gb] uw _ grote sterkte, [B] uw grote kracht en [E] _ _ _ _
[Gb] _ _ [E] heerlijkheid.
_ _ [Gb] _ _
_ _ _ _ [B] O God, [E] U bent [B] mijn God, _ _ _ [Abm] U zoek ik vroeg in [B] de morgen. _ _ _
[Eb] _ Mijn ziel doost naar [Abm] U, [Ebm] mijn [B] lichaam [E] _ verlangt naar [Ab] _ U.
_ In een [E] land, _
[B] _ door een doorstoot, _ zonder _ water. _ _ _ _ _
_ _ [Gb] _ [Abm] Uw trouw en [Gb] goedheid zijn immers beter, [B] _
beter dan het [E] leven zelf. _ _ _
[Abm] _ Mijn lippen zullen [Gb] U daarom _ [B] prijzen, ik zege U mijn [E] leven lang.
_ _ _ _ [Abm] Uw trouw en _ [Gb] goedheid zijn immers beter, [B] _ _ beter dan het leven [E] zelf.
Mijn _ [Abm] _ lippen _ [Gb] zullen U daarom prijzen, [B] ik zege U [E] mijn _ _ _ [B] leven lang.
[Gb] _ _ [D] O God, U [G] bent [D] mijn God, _ _
[Bm] _ U [G] zoek ik vroeg in de [D] morgen.
_ _ _ [Gb] Mijn ziel doost [Bm] naar U, mijn [Gbm] lichaam _ [G] verlangt naar _ [A] _ U. _ _
[D] _ O [G] God, U bent [D] mijn God, _ _ [Bm] U zoek [G] ik vroeg in [D] de morgen.
_ _ _ [Gb] _ Mijn ziel doost [Bm] naar U, _ [D] mijn lichaam [G] _ verlangt _ naar U.
[D] _
_ _ _ _ _ _ Woon [G] bij U, _ ja [D] bij U hier, _ vind ik leven. _ _ _
_ _ _ [G] _ _ _ [D] _ _
_ [G] _ _ [A] _ _ _ _ _
[D] _ _ _ _ _ _ _ _
_ [G] _ _ [D] _ _ _ [G] _ _
[D] _ [A] _ _ _ _ [D] _ _ _
_ [G] _ _ [D] _ _ _ _ [G] _
_ [D] _ _ _ _ _ _ [A] _
_ _ _ [D] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _