Chords for Raymond, hoe zie ik eruit
Tempo:
98.25 bpm
Chords used:
Am
C
D
F#m
A
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ja, maar je meent het toch, hè?
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Jullie zeggen het, zij zeggen nog niet veel.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Dank u.
En nu muziek.
Geef mij de [G] blazers.
Zeer goed.
Oh.
[Am]
Geef me [E] alles.
Alles.
[D] [D#] [E]
[C] [Am] [D] [Am]
[G] [Am] [D] [Am]
[D] [Am]
[D] [G] [D]
[A] Hoe zie ik het?
[Am] Zeer goed.
[C]
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Hola.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Maar jullie ook.
Hoe zie ik het?
[Am] Zeer goed.
Hoe staat mijn hoed?
[C] Hoe zit mijn jas?
Hoe staat [Am] mijn huis?
Hoe zit mijn [C] das?
[F]
[C] [Am] Hoe staat mijn gitaar?
[C] Hoe [Am] staat mijn gitaar?
Hoe zit mijn haar?
[B] [Am] Hoe zit mijn haar?
Hoe zie ik eruit?
[F#m] Zeer [C] goed.
Oh, Christel, ik vraag [F#m] het je.
Hoe [Am] zie ik eruit?
[C#m] Zeer [A] goed.
Ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja.
Hoe [Am] zie ik eruit?
Zeer goed.
[F#m] Hoe zie ik eruit?
Zeer [Cm] goed.
[Am] Pro-po-positief.
[F#m] Vriendelijk en [Am] constructief.
Pro-po-positief.
Zo staat het in mijn brief.
Lees maar.
Pro-po-positief.
Vriendelijk, constructief.
Pro-po-positief.
Zo staat het in mijn brief.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ja, zeg het, zeg het.
Hoe zie ik eruit?
[C#] Zeer goed.
[Am] Ik krijg er niet genoeg van.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Jullie ook?
Absoluut, absoluut.
Hoe zie ik eruit?
[F#] Zeer goed.
[A] Muziek, muziek, muziek.
Muziek.
[C] [Am]
[G#] [Cm] [C#] [F#] [C]
[Am]
[Cm] [Am]
[Cm]
[F#] [D] [Am]
[Cm] [A#] [F]
[D#] [A#m] [Fm]
[D#] [Am]
[D] [C] [D] Moet ik [F#] veranderen?
Nee.
Ik wil wel.
Moet ik veranderen?
Nee.
Het is misschien te laat, maar ja.
Moet ik [D] veranderen?
Nee.
[F#]
Zeg het maar, zeg het maar.
Moet [D] ik veranderen?
[E] Nee.
[A] Of moet ik blijven?
[Am] Nee.
Zoals ik ben?
Nee.
Een oude [F] vetzak.
[F#] Gewapend met papieren pen.
Of moet [A] ik blijven?
[C] Nee.
Zoals ik [F#m] ben?
[Am] Een oude [F] vetzak.
[Cm] Gewapend [F#m] met papieren pen.
Hoe zie ik [Am] eruit?
Zeer goed.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ik vraag het mij af, ja.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Spiegeltje, spiegeltje.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Hé [A] mannen, [Am] hoe?
Hé mannen.
[F#m] [Bm] Waarom dames?
[C]
Oh.
[A] Ik heb een [C] vraag, ik heb een [Am] vraag.
Ik heb een [F#m] vraag.
[Am] Hoe zie ik het?
[C] Zeer goed.
Dank u.
[Am] [N]
Zeer goed.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ja, maar je meent het toch, hè?
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Jullie zeggen het, zij zeggen nog niet veel.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Dank u.
En nu muziek.
Geef mij de [G] blazers.
Zeer goed.
Oh.
[Am]
Geef me [E] alles.
Alles.
[D] [D#] [E]
[C] [Am] [D] [Am]
[G] [Am] [D] [Am]
[D] [Am]
[D] [G] [D]
[A] Hoe zie ik het?
[Am] Zeer goed.
[C]
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Hola.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Maar jullie ook.
Hoe zie ik het?
[Am] Zeer goed.
Hoe staat mijn hoed?
[C] Hoe zit mijn jas?
Hoe staat [Am] mijn huis?
Hoe zit mijn [C] das?
[F]
[C] [Am] Hoe staat mijn gitaar?
[C] Hoe [Am] staat mijn gitaar?
Hoe zit mijn haar?
[B] [Am] Hoe zit mijn haar?
Hoe zie ik eruit?
[F#m] Zeer [C] goed.
Oh, Christel, ik vraag [F#m] het je.
Hoe [Am] zie ik eruit?
[C#m] Zeer [A] goed.
Ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja.
Hoe [Am] zie ik eruit?
Zeer goed.
[F#m] Hoe zie ik eruit?
Zeer [Cm] goed.
[Am] Pro-po-positief.
[F#m] Vriendelijk en [Am] constructief.
Pro-po-positief.
Zo staat het in mijn brief.
Lees maar.
Pro-po-positief.
Vriendelijk, constructief.
Pro-po-positief.
Zo staat het in mijn brief.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ja, zeg het, zeg het.
Hoe zie ik eruit?
[C#] Zeer goed.
[Am] Ik krijg er niet genoeg van.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Jullie ook?
Absoluut, absoluut.
Hoe zie ik eruit?
[F#] Zeer goed.
[A] Muziek, muziek, muziek.
Muziek.
[C] [Am]
[G#] [Cm] [C#] [F#] [C]
[Am]
[Cm] [Am]
[Cm]
[F#] [D] [Am]
[Cm] [A#] [F]
[D#] [A#m] [Fm]
[D#] [Am]
[D] [C] [D] Moet ik [F#] veranderen?
Nee.
Ik wil wel.
Moet ik veranderen?
Nee.
Het is misschien te laat, maar ja.
Moet ik [D] veranderen?
Nee.
[F#]
Zeg het maar, zeg het maar.
Moet [D] ik veranderen?
[E] Nee.
[A] Of moet ik blijven?
[Am] Nee.
Zoals ik ben?
Nee.
Een oude [F] vetzak.
[F#] Gewapend met papieren pen.
Of moet [A] ik blijven?
[C] Nee.
Zoals ik [F#m] ben?
[Am] Een oude [F] vetzak.
[Cm] Gewapend [F#m] met papieren pen.
Hoe zie ik [Am] eruit?
Zeer goed.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ik vraag het mij af, ja.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Spiegeltje, spiegeltje.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Hé [A] mannen, [Am] hoe?
Hé mannen.
[F#m] [Bm] Waarom dames?
[C]
Oh.
[A] Ik heb een [C] vraag, ik heb een [Am] vraag.
Ik heb een [F#m] vraag.
[Am] Hoe zie ik het?
[C] Zeer goed.
Dank u.
[Am] [N]
Key:
Am
C
D
F#m
A
Am
C
D
_ _ _ Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
_ _ _ Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ja, maar je meent het toch, hè?
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Jullie zeggen het, zij zeggen nog niet veel.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Dank u.
En nu muziek.
Geef mij de [G] blazers.
Zeer goed.
Oh.
_ [Am] _
Geef me [E] alles.
Alles.
[D] _ [D#] _ [E] _
[C] _ [Am] _ _ _ _ [D] _ [Am] _ _
[G] _ [Am] _ _ _ _ [D] _ [Am] _ _
_ _ _ _ _ [D] _ [Am] _ _
_ _ _ _ _ [D] _ [G] _ [D]
[A] Hoe zie ik het?
[Am] Zeer goed.
_ [C] _
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Hola. _
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Maar jullie ook.
Hoe zie ik het?
[Am] Zeer goed. _ _
Hoe staat mijn hoed?
_ [C] Hoe zit mijn jas? _
Hoe staat [Am] mijn huis?
_ Hoe zit mijn [C] das?
[F] _
[C] [Am] Hoe staat mijn gitaar?
_ [C] Hoe [Am] staat mijn gitaar?
Hoe zit mijn haar?
[B] _ _ [Am] Hoe zit mijn haar?
Hoe zie ik eruit?
[F#m] Zeer [C] goed.
Oh, Christel, ik vraag [F#m] het je.
Hoe [Am] zie ik eruit?
[C#m] Zeer [A] goed.
Ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja.
Hoe [Am] zie ik eruit?
Zeer goed. _ _
[F#m] Hoe zie ik eruit?
Zeer [Cm] goed. _ _
_ _ _ [Am] _ Pro-po-positief.
[F#m] Vriendelijk en [Am] constructief.
Pro-po-positief.
Zo staat het in mijn brief.
Lees maar.
Pro-po-positief.
Vriendelijk, constructief.
Pro-po-positief.
Zo staat het in mijn brief.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed. _
Ja, zeg het, zeg het.
Hoe zie ik eruit?
[C#] Zeer goed.
[Am] Ik krijg er niet genoeg van.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Jullie ook?
Absoluut, absoluut.
Hoe zie ik eruit?
[F#] Zeer goed.
[A] Muziek, muziek, muziek.
Muziek.
[C] _ _ _ _ [Am] _
_ [G#] _ _ [Cm] _ _ [C#] _ [F#] _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [Am] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Cm] _ [Am] _
_ _ [Cm] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F#] _ _ _ _ _ [D] _ [Am] _ _
_ _ _ [Cm] _ [A#] _ _ [F] _ _
[D#] _ _ _ _ [A#m] _ _ [Fm] _ _
[D#] _ _ _ [Am] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ [C] _ [D] Moet ik [F#] veranderen?
Nee. _
_ Ik wil wel.
Moet ik veranderen?
Nee.
Het is misschien te laat, maar ja.
Moet ik [D] veranderen?
Nee.
[F#]
Zeg het maar, zeg het maar.
Moet [D] ik veranderen? _
[E] _ Nee.
[A] Of moet ik blijven?
[Am] Nee. _
Zoals ik ben?
Nee.
Een oude [F] vetzak. _
[F#] Gewapend met papieren pen.
Of moet [A] ik blijven?
[C] Nee.
Zoals ik [F#m] ben?
[Am] Een oude [F] vetzak. _
[Cm] Gewapend [F#m] met papieren pen.
Hoe zie ik [Am] eruit?
Zeer goed.
_ _ _ Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ik vraag het mij af, ja.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Spiegeltje, spiegeltje.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
_ _ _ Hé [A] mannen, [Am] hoe?
Hé mannen.
[F#m] _ [Bm] Waarom dames?
[C] _
Oh.
[A] Ik heb een [C] vraag, ik heb een [Am] vraag.
Ik heb een [F#m] vraag.
_ _ _ [Am] Hoe zie ik het?
[C] Zeer goed.
Dank u.
_ [Am] _ _ [N] _ _
Zeer goed.
_ _ _ Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ja, maar je meent het toch, hè?
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Jullie zeggen het, zij zeggen nog niet veel.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Dank u.
En nu muziek.
Geef mij de [G] blazers.
Zeer goed.
Oh.
_ [Am] _
Geef me [E] alles.
Alles.
[D] _ [D#] _ [E] _
[C] _ [Am] _ _ _ _ [D] _ [Am] _ _
[G] _ [Am] _ _ _ _ [D] _ [Am] _ _
_ _ _ _ _ [D] _ [Am] _ _
_ _ _ _ _ [D] _ [G] _ [D]
[A] Hoe zie ik het?
[Am] Zeer goed.
_ [C] _
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Hola. _
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Maar jullie ook.
Hoe zie ik het?
[Am] Zeer goed. _ _
Hoe staat mijn hoed?
_ [C] Hoe zit mijn jas? _
Hoe staat [Am] mijn huis?
_ Hoe zit mijn [C] das?
[F] _
[C] [Am] Hoe staat mijn gitaar?
_ [C] Hoe [Am] staat mijn gitaar?
Hoe zit mijn haar?
[B] _ _ [Am] Hoe zit mijn haar?
Hoe zie ik eruit?
[F#m] Zeer [C] goed.
Oh, Christel, ik vraag [F#m] het je.
Hoe [Am] zie ik eruit?
[C#m] Zeer [A] goed.
Ja, ja, ja, ja, ja, ja, ja.
Hoe [Am] zie ik eruit?
Zeer goed. _ _
[F#m] Hoe zie ik eruit?
Zeer [Cm] goed. _ _
_ _ _ [Am] _ Pro-po-positief.
[F#m] Vriendelijk en [Am] constructief.
Pro-po-positief.
Zo staat het in mijn brief.
Lees maar.
Pro-po-positief.
Vriendelijk, constructief.
Pro-po-positief.
Zo staat het in mijn brief.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed. _
Ja, zeg het, zeg het.
Hoe zie ik eruit?
[C#] Zeer goed.
[Am] Ik krijg er niet genoeg van.
Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Jullie ook?
Absoluut, absoluut.
Hoe zie ik eruit?
[F#] Zeer goed.
[A] Muziek, muziek, muziek.
Muziek.
[C] _ _ _ _ [Am] _
_ [G#] _ _ [Cm] _ _ [C#] _ [F#] _ [C] _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ [Am] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ [Cm] _ [Am] _
_ _ [Cm] _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[F#] _ _ _ _ _ [D] _ [Am] _ _
_ _ _ [Cm] _ [A#] _ _ [F] _ _
[D#] _ _ _ _ [A#m] _ _ [Fm] _ _
[D#] _ _ _ [Am] _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
[D] _ _ [C] _ [D] Moet ik [F#] veranderen?
Nee. _
_ Ik wil wel.
Moet ik veranderen?
Nee.
Het is misschien te laat, maar ja.
Moet ik [D] veranderen?
Nee.
[F#]
Zeg het maar, zeg het maar.
Moet [D] ik veranderen? _
[E] _ Nee.
[A] Of moet ik blijven?
[Am] Nee. _
Zoals ik ben?
Nee.
Een oude [F] vetzak. _
[F#] Gewapend met papieren pen.
Of moet [A] ik blijven?
[C] Nee.
Zoals ik [F#m] ben?
[Am] Een oude [F] vetzak. _
[Cm] Gewapend [F#m] met papieren pen.
Hoe zie ik [Am] eruit?
Zeer goed.
_ _ _ Hoe zie ik eruit?
Zeer goed.
Ik vraag het mij af, ja.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
Spiegeltje, spiegeltje.
Hoe zie ik het?
Zeer goed.
_ _ _ Hé [A] mannen, [Am] hoe?
Hé mannen.
[F#m] _ [Bm] Waarom dames?
[C] _
Oh.
[A] Ik heb een [C] vraag, ik heb een [Am] vraag.
Ik heb een [F#m] vraag.
_ _ _ [Am] Hoe zie ik het?
[C] Zeer goed.
Dank u.
_ [Am] _ _ [N] _ _