Chords for Rozen Op De Mesthoop Van Het Leven
Tempo:
90.1 bpm
Chords used:
D
A
G
Bm
E
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Vele [A]
[D]
jaren [G] heb ik [D] rondgezworven, op zoek naar de zin van mijn [A] bestaan en [D] de vraag [G] die op mijn lippen [D] lag bestorven.
Wie ben ik?
Waar [A] ga ik heen?
Waar kom [D] ik vandaan?
Ik [G] heb gedwaald en verloren [D] gelopen.
Als maar op zoek naar mijn heilige [A] plicht, ik [D] gaf niet op, [G] ik ben steeds [D] blijven hopen.
[Bm]
En [D] op een dag [A] zag ik eindelijk [D] het licht.
Nu kweek ik roze [A] tot de mesthoop [D] van het leven.
[G] Ik poet schoonheid uit de ellende [D] van bestaan.
[A] Daar waar mensen door thuiste [D] zijn omgeven,
zie [E] ik sterren aan de [A] hemel staan.
[D] Ik kweek roze [A] op de [D] mesthoop van het leven.
Op [G] de pijn die het leven [F#] ons geeft, [G] daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven.
[Bm]
[D] Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft.
[G]
[D] [Bm]
[D] [A]
[D]
Vele jaren [G]
zijn er [D] nu verstreken en ik draaf en ik ploeter, [A] maar door [D] ik heb gevonden [G] wat mijn taak is in [D] dit leven.
En ik ben de [A] Goden dankbaar [D] daarvoor.
[G] En ik zing en ik zal [D] blijven zingen,
zolang God in de hemel [A] mij behoeft.
[D] En niemand [G] zal me ooit [D] kunnen dwingen
[Bm]
[D] om mijn stem te [A] laten zwijgen [D] voorgoed.
Ik kweek roze [A] op de [D] mesthoop van het leven.
[G] Ik poet schoonheid uit de ellende [D] van bestaan.
[A] Daar waar mensen door thuiste [D] zijn omgeven,
[E] zie ik sterren aan de [A] hemel staan.
[D] Ik kweek roze [A] op de [D] mesthoop van het leven.
[G] Op de pijn die het leven [F#] ons geeft, [G] daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven.
[Bm] Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft.
[G] Daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven.
Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft.
[D]
jaren [G] heb ik [D] rondgezworven, op zoek naar de zin van mijn [A] bestaan en [D] de vraag [G] die op mijn lippen [D] lag bestorven.
Wie ben ik?
Waar [A] ga ik heen?
Waar kom [D] ik vandaan?
Ik [G] heb gedwaald en verloren [D] gelopen.
Als maar op zoek naar mijn heilige [A] plicht, ik [D] gaf niet op, [G] ik ben steeds [D] blijven hopen.
[Bm]
En [D] op een dag [A] zag ik eindelijk [D] het licht.
Nu kweek ik roze [A] tot de mesthoop [D] van het leven.
[G] Ik poet schoonheid uit de ellende [D] van bestaan.
[A] Daar waar mensen door thuiste [D] zijn omgeven,
zie [E] ik sterren aan de [A] hemel staan.
[D] Ik kweek roze [A] op de [D] mesthoop van het leven.
Op [G] de pijn die het leven [F#] ons geeft, [G] daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven.
[Bm]
[D] Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft.
[G]
[D] [Bm]
[D] [A]
[D]
Vele jaren [G]
zijn er [D] nu verstreken en ik draaf en ik ploeter, [A] maar door [D] ik heb gevonden [G] wat mijn taak is in [D] dit leven.
En ik ben de [A] Goden dankbaar [D] daarvoor.
[G] En ik zing en ik zal [D] blijven zingen,
zolang God in de hemel [A] mij behoeft.
[D] En niemand [G] zal me ooit [D] kunnen dwingen
[Bm]
[D] om mijn stem te [A] laten zwijgen [D] voorgoed.
Ik kweek roze [A] op de [D] mesthoop van het leven.
[G] Ik poet schoonheid uit de ellende [D] van bestaan.
[A] Daar waar mensen door thuiste [D] zijn omgeven,
[E] zie ik sterren aan de [A] hemel staan.
[D] Ik kweek roze [A] op de [D] mesthoop van het leven.
[G] Op de pijn die het leven [F#] ons geeft, [G] daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven.
[Bm] Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft.
[G] Daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven.
Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft.
Key:
D
A
G
Bm
E
D
A
G
_ _ _ Vele [A] _
_ _ [D] _ _ _ _
_ _ jaren [G] heb ik [D] rondgezworven, _ _ _ op zoek _ naar de zin van mijn [A] bestaan en _ _ [D] de vraag [G] die op mijn lippen [D] lag bestorven. _ _
_ Wie ben ik?
Waar [A] ga ik heen?
Waar kom [D] ik vandaan? _ _
Ik [G] heb gedwaald en verloren _ [D] gelopen. _ _
Als maar op zoek naar mijn heilige [A] plicht, _ _ ik [D] gaf niet op, [G] ik ben steeds [D] blijven hopen.
_ [Bm] _
En [D] op een dag [A] zag ik eindelijk [D] het licht. _ _
Nu kweek ik roze [A] tot de mesthoop [D] van het leven. _ _
_ [G] Ik poet schoonheid uit de ellende [D] van bestaan. _ _
_ [A] Daar waar mensen door thuiste [D] zijn omgeven, _
zie [E] ik sterren aan de [A] hemel staan. _ _
_ [D] Ik kweek roze [A] op de _ [D] mesthoop van het leven.
Op [G] de pijn die het leven [F#] ons geeft, _ _ _ [G] daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven.
[Bm] _
_ [D] Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft. _ _
_ _ [G] _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ [Bm] _
_ _ [D] _ _ _ [A] _
_ _ [D] _ _ _ _
_ Vele jaren _ [G] _
zijn er [D] nu verstreken en _ ik draaf en ik ploeter, [A] maar door _ _ _ [D] ik heb gevonden [G] wat mijn taak is in [D] dit leven. _ _ _
_ En ik ben de [A] Goden dankbaar [D] daarvoor. _ _
_ [G] En ik zing en ik zal [D] blijven zingen, _ _
_ zolang God in de hemel [A] mij behoeft. _
_ [D] En niemand [G] zal me ooit [D] kunnen dwingen
_ [Bm] _
_ [D] om mijn stem te [A] laten zwijgen [D] voorgoed. _ _
Ik kweek roze [A] op de _ [D] mesthoop van het leven. _
_ [G] Ik poet schoonheid uit de ellende [D] van bestaan. _ _
_ [A] Daar waar mensen door thuiste [D] zijn omgeven, _
_ [E] zie ik sterren aan de [A] hemel staan. _ _
_ [D] Ik kweek roze [A] op de _ [D] mesthoop van het leven. _
_ [G] Op de pijn die het leven [F#] ons geeft, _ _ [G] daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven. _
[Bm] _ Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft. _
_ _ [G] Daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven. _
_ Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft. _ _
_ _ _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ _
_ _ jaren [G] heb ik [D] rondgezworven, _ _ _ op zoek _ naar de zin van mijn [A] bestaan en _ _ [D] de vraag [G] die op mijn lippen [D] lag bestorven. _ _
_ Wie ben ik?
Waar [A] ga ik heen?
Waar kom [D] ik vandaan? _ _
Ik [G] heb gedwaald en verloren _ [D] gelopen. _ _
Als maar op zoek naar mijn heilige [A] plicht, _ _ ik [D] gaf niet op, [G] ik ben steeds [D] blijven hopen.
_ [Bm] _
En [D] op een dag [A] zag ik eindelijk [D] het licht. _ _
Nu kweek ik roze [A] tot de mesthoop [D] van het leven. _ _
_ [G] Ik poet schoonheid uit de ellende [D] van bestaan. _ _
_ [A] Daar waar mensen door thuiste [D] zijn omgeven, _
zie [E] ik sterren aan de [A] hemel staan. _ _
_ [D] Ik kweek roze [A] op de _ [D] mesthoop van het leven.
Op [G] de pijn die het leven [F#] ons geeft, _ _ _ [G] daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven.
[Bm] _
_ [D] Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft. _ _
_ _ [G] _ _ _ _
_ _ [D] _ _ _ [Bm] _
_ _ [D] _ _ _ [A] _
_ _ [D] _ _ _ _
_ Vele jaren _ [G] _
zijn er [D] nu verstreken en _ ik draaf en ik ploeter, [A] maar door _ _ _ [D] ik heb gevonden [G] wat mijn taak is in [D] dit leven. _ _ _
_ En ik ben de [A] Goden dankbaar [D] daarvoor. _ _
_ [G] En ik zing en ik zal [D] blijven zingen, _ _
_ zolang God in de hemel [A] mij behoeft. _
_ [D] En niemand [G] zal me ooit [D] kunnen dwingen
_ [Bm] _
_ [D] om mijn stem te [A] laten zwijgen [D] voorgoed. _ _
Ik kweek roze [A] op de _ [D] mesthoop van het leven. _
_ [G] Ik poet schoonheid uit de ellende [D] van bestaan. _ _
_ [A] Daar waar mensen door thuiste [D] zijn omgeven, _
_ [E] zie ik sterren aan de [A] hemel staan. _ _
_ [D] Ik kweek roze [A] op de _ [D] mesthoop van het leven. _
_ [G] Op de pijn die het leven [F#] ons geeft, _ _ [G] daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven. _
[Bm] _ Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft. _
_ _ [G] Daarvan zing ik, ja dat is [D] mijn streven. _
_ Ik schenk troost [A] aan wie troost [D] nodig heeft. _ _
_ _ _ _ _ _