Chords for Samson & Gert Kerstshow: Iedereen is ziek - Een medley #12

_ _ _ _ _ Gertje!
Gertje, zijn dat die aapjes?
Nee, ik weet niet wie dat was.
Nee.
Ik hoor ze_
Aai, ai, ai, ai, ai, _ ai, ai, ai, ai!
Oh, Gertje!
Het is meneer Spaghetti! _ _
Met krukken?
Ja. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _
Goed gevonden. _ _ _ _ _ _
_ _ Daarlang moeten overdenken, zeker, ja. _ _
_ _ _ _ Zeg_
Oh_
_ _ Wat is er met_
Wat is er_
_ Wat is er met jou aan de hand, Albrecht? _
Ten eerste, hè!
is het al bijna.
_ _ _ En ten tweede, hè.
Ik ben van de ladder gevallen. _
Ja.
_ Boem, op de grond.
En ik heb mijn handje en mijn voetje gebroken.
En ik heb overal pijn, hè.
En ik kan mijn kleedkamer niet meer schoonmaken, hè.
Nee.
Maar Gertje, dat is dan wel een probleem, hè.
Nee, dat is _ _ een_
Nou, dat bedoelde niet, hè.
Ja, zeg. _
_ _ Wat ga jij nu doen?
Ja, ik kan iets doen, hè.
Ik ga hier gewoon een beetje zitten, hè.
Op de rots. _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Zeg, mag ik hier ook een beetje komen zitten?
Nou ja, dat mag wel, hè Gertje.
Omdat je zo ziek bent, hè.
Wij ook, hè.
Nou ja, dat mag ook wel, hè Gertje.
De andere kant dan.
O, jongens.
_ _ _ _ Dat is hier meer een ziekenhuis, hè.
_ O, ja.
Maar Gertje, mag ik eens iets vragen?
Maar Gertje, hè.
Zullen zij hier zo heel de tijd maar alleen zo zitten te zitten?
Ja, ze kunnen niet veel anders doen, hè.
Nee.
Zeg. _ _
Zouden jullie misschien een liedje kunnen zingen?
O, dat wel.
Dat wel.
Ah ja, een liedje kunnen zingen.
Hé, dan zingen we gewoon allemaal samen een_ Liedje!
[C] _ _ _ [F] _ [C] _ [F] _ _ _
[G] _ [C] Jeetje, stoppen, stoppen, stoppen.
[F] Want de pijl doet het niet.
[C] De pijl doet het niet.
[G] De pijl doet het [C] niet.
Diepens, stoppen, stoppen, stoppen.
[F] Want de pijl doet het niet.
[C] De pijl doet het niet.
De pijl doet het [E] niet.
Je prukt de bel op, [Am] krukken maar je hoort geen geluid.
[D] Je prukt de bel op, [G] krukken maar je hoort geen geluid.
[C] Diepens, stoppen, stoppen, [F] stoppen.
Dat begrijp je zeker wel, want het doet [G] het niet.
Het [C] doet niet, die [E] pijl.
[Gbm] _ [Dm] Ik ken nog [Db] een mooi [A] liedje.
_ Als je bang bent in [D] het donker.
O, ja.
[A] _ _
_ Als je bang bent in het donker, [D] moet je snuiten.
[A] Op de zolder, in de kelder, [D] in de gang.
_ [E] En wanneer je in het donker [A] stapels buiten valt.
[B] Een liedje fluit, dan ben je minder [E] _
bang.
Deze [A] drukje had ik vroeger [D] van mijn opa heb geleerd.
[B] Het elke jaar leert, ik [E] heb het zelf geprobeerd.
[A] Als je bang bent in het donker, [D] moet je fluiten. _
[B] [E] Op de zolder, _ [B] [E] in de kelder, _ [A] in de gang.
[G] _ _ [Am] _ _
Kijk, [Dm] het wordt [G] hier zo [F] heel koud. _
[C] _ _ [F] [G] Het [C] is zo koud in de kou, het is zo koud.
Het is zo koud in de kou, het is zo [G] koud.
Er [F] hangen begels aan mijn oren en [C] mijn neus is [Am] al vervloren.
[Dm] Want het is [G] zo koud hier in [C] de kou.
Het is zo koud in de kou, het is zo koud.
Het is zo koud in de kou, het is [G] zo koud.
Er [F] hangen begels aan mijn oren en [C] mijn neus is al [A] vervloren.
Van [Dm] de kou, het is [G] zo koud hier in de kou.
Maar _ [Am] _ _ _
[G] _ _ _ [C] het is feest in de straat.
[G] Het is feest in de straat.
Het [C] is feest, feest, feest in de [F] _ straat.
Er [G] hangen [Fm] _ [G] wagenslingers [E] bij de straat.
De [Am] grond met temper [D] wordt gedanst en gelachen.
Je [G] [Am] vergeet je [G] geen moment.
[C] Het is feest [Bb] voor [C] groot [F] en klein [E] van vroeg [Am] tot [C] laat.
[F] Het is feest [G] in [C] onze straat.
[G] _ _ _ _ [Am] _
_ _ [G] _ _ _ _ [C] Feest in de straat.
Het [G] is feest in de straat.
Het is [C] feest, feest, feest in de [F] straat.
_ _ _ _ [G] Wagenslingers bij [E] de straat.
De grond [A] met temper wordt [D] gedanst en gelachen.
Je [G] vergeet je geen moment.
Het [C] is feest [Bb] voor [C] groot [F] en klein [E] van vroeg [Am] tot laat.
Het [F] is feest [G] in onze [C] _ _ straat.
[Am] _
[C] Het [F] is feest [G] in _ onze [Ab] straat.
_ _ [Bb] _ _ _ _ [C] _ _ [N] _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _