Chords for Stad van Goud- Egoli
Tempo:
76.925 bpm
Chords used:
A
B
Em
Tuning:Standard Tuning (EADGBE)Capo:+0fret
Start Jamming...
Wat is er met [A] jou?
[A] Een jonge vrouw, een klein station, familie om haar heen.
Oh, wat een vervelende man!
Ze zei, er is geen toekomst hier.
En ze kuste iedereen.
Wat is er met jou?
Daar komt de trein.
Vergeet mij niet en wijs niet ongerust.
Oh, wat een vervelende man!
Als ik een toekomst vind, neem ik die mee en kom hier weer terug.
Kom terug.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ze reisde naar het noorden.
De taal daar was haar vreemd.
Een stad van goud voor weinigen, de rest die overleeft.
Zij bleef, zij zag, zij overwon en dacht, ik moet weer voor.
Dus ze reisde verder over land, naar kusten van hiervoor.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ze staat nooit stil, ze moet op zoek en ook al wil zij terug.
Er is geen toekomst waar zij woont, geen brood en geen geluk.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Zij zoeken door de eeuwen en dit lied, dit lied.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
We gaan haar naar KwaZulu, zij zoekt naar waar het [B] beter is.
Bij elke stadszong verlangt zij naar degene die zij merkt.
Maar de trein gaat verder, verder, verder, altijd maar vooruit.
Van stad naar stad, van oost naar west, van noord naar zuid, noord naar zuid.
[A] Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Zo [Em] gaat [A]
[B] een [A] stoet van vrouwen door een donker continent.
Ze zoeken naar een toekomst, al zijn de wegen onbestemd.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied, dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
[B] [A]
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
[A] Een jonge vrouw, een klein station, familie om haar heen.
Oh, wat een vervelende man!
Ze zei, er is geen toekomst hier.
En ze kuste iedereen.
Wat is er met jou?
Daar komt de trein.
Vergeet mij niet en wijs niet ongerust.
Oh, wat een vervelende man!
Als ik een toekomst vind, neem ik die mee en kom hier weer terug.
Kom terug.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ze reisde naar het noorden.
De taal daar was haar vreemd.
Een stad van goud voor weinigen, de rest die overleeft.
Zij bleef, zij zag, zij overwon en dacht, ik moet weer voor.
Dus ze reisde verder over land, naar kusten van hiervoor.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ze staat nooit stil, ze moet op zoek en ook al wil zij terug.
Er is geen toekomst waar zij woont, geen brood en geen geluk.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Zij zoeken door de eeuwen en dit lied, dit lied.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
We gaan haar naar KwaZulu, zij zoekt naar waar het [B] beter is.
Bij elke stadszong verlangt zij naar degene die zij merkt.
Maar de trein gaat verder, verder, verder, altijd maar vooruit.
Van stad naar stad, van oost naar west, van noord naar zuid, noord naar zuid.
[A] Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Zo [Em] gaat [A]
[B] een [A] stoet van vrouwen door een donker continent.
Ze zoeken naar een toekomst, al zijn de wegen onbestemd.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied, dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
[B] [A]
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Key:
A
B
Em
A
B
Em
A
B
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Wat is er met [A] jou?
_ [A] Een jonge vrouw, een klein station, familie om haar heen.
Oh, wat een vervelende man!
_ Ze zei, er is geen toekomst hier.
En ze kuste iedereen.
Wat is er met jou? _ _
Daar komt de trein.
Vergeet mij niet en wijs niet ongerust.
Oh, wat een vervelende man!
_ _ _ Als ik een toekomst vind, neem ik die mee en kom hier weer terug.
_ Kom terug. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ik ben een vrouw, ik ben _ _ _ een vrouw.
Ik ben _ _ _ _ _ _ _ een vrouw, ik ben een vrouw.
_ Ze reisde naar het noorden. _
De taal daar was haar vreemd.
Een stad van goud voor weinigen, de rest die overleeft.
Zij bleef, zij zag, zij overwon en dacht, ik moet weer voor.
Dus ze reisde verder over land, naar kusten van hiervoor.
_ Ik ben een vrouw, _ ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, _ ik ben een vrouw.
Ze _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
staat nooit stil, ze moet op zoek en ook al wil zij terug.
Er is geen toekomst waar zij woont, geen brood en geen geluk.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ _ Zij zoeken door de eeuwen en dit lied, dit lied. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Ik ben _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ een vrouw, ik ben _ een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben _ _ _ _ een vrouw, ik ben een vrouw.
We gaan haar naar KwaZulu, zij zoekt naar waar het [B] beter is.
Bij elke stadszong verlangt zij naar degene die zij merkt.
Maar de trein gaat verder, verder, verder, altijd maar vooruit.
Van stad naar stad, van oost naar west, van noord naar zuid, noord naar zuid. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [A] Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
_ Zo [Em] gaat [A] _
_ _ _ _ [B] een [A] stoet van vrouwen door een donker continent.
Ze zoeken naar een toekomst, al zijn de wegen onbestemd.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied, _ dit lied. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
[B] _ [A]
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ _ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied. _
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied. _ _
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ Wat is er met [A] jou?
_ [A] Een jonge vrouw, een klein station, familie om haar heen.
Oh, wat een vervelende man!
_ Ze zei, er is geen toekomst hier.
En ze kuste iedereen.
Wat is er met jou? _ _
Daar komt de trein.
Vergeet mij niet en wijs niet ongerust.
Oh, wat een vervelende man!
_ _ _ Als ik een toekomst vind, neem ik die mee en kom hier weer terug.
_ Kom terug. _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ Ik ben een vrouw, ik ben _ _ _ een vrouw.
Ik ben _ _ _ _ _ _ _ een vrouw, ik ben een vrouw.
_ Ze reisde naar het noorden. _
De taal daar was haar vreemd.
Een stad van goud voor weinigen, de rest die overleeft.
Zij bleef, zij zag, zij overwon en dacht, ik moet weer voor.
Dus ze reisde verder over land, naar kusten van hiervoor.
_ Ik ben een vrouw, _ ik ben een vrouw.
Ik ben een vrouw, _ ik ben een vrouw.
Ze _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
staat nooit stil, ze moet op zoek en ook al wil zij terug.
Er is geen toekomst waar zij woont, geen brood en geen geluk.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ _ Zij zoeken door de eeuwen en dit lied, dit lied. _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
Ik ben _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ een vrouw, ik ben _ een vrouw.
Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
Ik ben _ _ _ _ een vrouw, ik ben een vrouw.
We gaan haar naar KwaZulu, zij zoekt naar waar het [B] beter is.
Bij elke stadszong verlangt zij naar degene die zij merkt.
Maar de trein gaat verder, verder, verder, altijd maar vooruit.
Van stad naar stad, van oost naar west, van noord naar zuid, noord naar zuid. _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ [A] Ik ben een vrouw, ik ben een vrouw.
_ Zo [Em] gaat [A] _
_ _ _ _ [B] een [A] stoet van vrouwen door een donker continent.
Ze zoeken naar een toekomst, al zijn de wegen onbestemd.
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied, _ dit lied. _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ _ _ _ _ _
_ _ _ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
[B] _ [A]
Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ _ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied. _
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied. _ _
De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet.
_ Ze zingen door de eeuwen en dit lied.
_ De vrouwen hier, ze buigen maar ze breken niet. _